Uitspraak
1.Procesverloop
21 augustus 2020.
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- mw. J. Douma, als gedragskundige verbonden aan ’s Heeren Loo;
- dhr. F. Alwon, als Wzd-arts en geneesheer-directeur verbonden aan ’s Heeren Loo;
- dhr. A. El Hamdaoui, als persoonlijk begeleider verbonden aan ’s Heeren Loo;
- mw. [naam], curator van betrokkene.
2.Beoordeling
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstig verstoorde ontwikkeling;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
.De advocaat van cliënt heeft aangevoerd dat het verzoek door de accommodatie te laat is ingediend. De voorliggende rechterlijke machtiging liep tot en met 24 augustus 2020.
Op grond van artikel 25 lid 3 Wzd dient de aanvraag voor een opvolgende machtiging uiterlijk in de achtste of negende week voor het einde van de geldigheidsduur ingediend te worden. In dit geval is de aanvraag op 11 augustus 2020 ingediend terwijl de aanvraag uiterlijk 29 juni 2020 ingediend had moeten worden. Het CIZ heeft de aanvraag snel opgepakt en binnen de gestelde termijn ingediend bij de rechtbank. Ondanks dat de aanvraag te laat is ingediend, is de rechtbank van oordeel dat het verweer van de advocaat verworpen dient te worden. De wetgever heeft geen consequenties verbonden aan het te laat indienen van een aanvraag en het is naar de oordeel van de rechtbank niet in het belang van cliënt als er een nieuwe aanvraag opgestart moet worden.
3.Beslissing
30 augustus 2021.