Uitspraak
rechtbank: 11:38:35 uur) twee mannen aan komen lopen. Zij lopen via de eerste schuifdeuren de hal binnen. Eén van de mannen belt aan. Op het moment dat de tweede schuifdeuren open gaan, lopen beide mannen snel de flat in. Ze lopen rechts naast de lift een gang in. Om 21:39:37 uur (
rechtbank: 11:39:37 uur) lopen zij de flat in. De mannen verdwijnen uit beeld.
rechtbank: 11:45:08 uur) komt de eerste man weer in beeld, direct gevolgd door de tweede man. Ze lopen naar de uitgang. De eerste man wordt als volgt beschreven: man, wat gezet postuur, langer dan de andere man, spijkerbroek, bruine jas, jas met een capuchon, opvallend wit vlak op zijn schoenen, grijskleurig haar en rond de 40-50 jaar oud. De tweede man beschrijft de verbalisant als volgt: man met een wat gezet postuur, kleiner dan de andere man, grijs haar, lichtkleurige spijkerbroek, zwarte schoenen, blauw/paarse jas en rond de 40-50 jaar oud. De verbalisant [verbalisant] relateert met betrekking tot de beelden nog dat hij ziet dat de mannen aanbellen bij de brievenbussen en deurbellen aan de rechterzijde. De mannen bellen vrijwel onderaan aan. Aangezien de deurbel van nummer [nummer] zich, aldus de verbalisant [verbalisant] , rechts onderin bevindt, lijkt het – aldus de verbalisant – dat men gericht bij perceel [nummer] aanbelt. [4] Gelet op al dit voorgaande en in het bijzonder het omstreeks het tijdstip van het feit rechts onderaan aanbellen, acht de rechtbank bewezen dat dit mannen betreffen die bij aangeefster [slachtoffer] binnen zijn geweest en daar onder meer naar haar sieraden hebben gevraagd.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks14 februari 2019 te [plaats] , [plaats]
, althans in
of meerander
en, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s)voorgenomen misdrijf om
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s)toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , weg te nemen
in/uit een woning, gelegen aan de [adres] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
/of
/of
/of
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de straf
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;