Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
een of meerdere levensmiddelen en/of winkelgoederen (waaronder: een
of meerdere blikken bier/drank), in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam supermarkt] , gevestigd
op/aan [adres 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen.
2.Vrijspraak parketnummer 05/078372-20 (lokaalvredebreuk)
3.Bewezenverklaring
of omstreeks27 maart 2020 te Arnhem,
althans in Nederland,opzettelijk brand heeft gesticht in
/aaneen trein, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk
een of meerderepapieren
en/of de bekleding van een of meerdere stoelen en/of een bagagerek,
/ofde zich daarin bevindende goederen (waaronder stoelen en
/ofeen bagagerek
en/of het gehele treincompartiment) geheel of gedeeltelijk
is/zijn verbrand,
althans brand is ontstaan,
/ofde zich daarin bevindende goederen (waaronder stoelen en
/ofeen bagagerek
en/of het gehele treincompartiment)
en/of
of omstreeks27 maart 2020 te Arnhem een fles bier,
in elk geval enig goed,die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1]
en/of [aangever 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
of omstreeks19 juni 2019 te Zwolle
een of meerdere levensmiddelen en/of winkelgoederen (waaronder: een ofmeerdere blikken bier
/drank),
in elk geval enig goed,die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam supermarkt] , gevestigd
op/aan [adres 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- parketnummer 05.083373.20 feiten 1 primair en 2;
- parketnummer 05.078372.20 en
- parketnummer 08.013134.20,
- [aangever 1] vordert een bedrag van € 221,95 wegens materiële schade alsmede de wettelijke rente voor het onder 2 (winkeldiefstal) bewezen verklaarde feit.
- [aangever 1] vordert namens [benadeelde 1] € 13,95 wegens materiële schade alsmede de wettelijke rente voor het onder 2 (winkeldiefstal) bewezenverklaarde.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
8 (acht) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op
drie jarenwordt bepaald;
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
benadeelde partij de Nederlandse Spoorwegen groep N.V. niet-ontvankelijkin zijn vordering.
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [aangever 1]van een bedrag van
€ 100,- (honderd euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 1]van een bedrag van
€ 8,23 (acht euro en drieëntwintig eurocent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.