Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- “
- “
Ik vind het niet gepast dat jij NSB-achtige huichelaar [benadeelde 5] ooit nog onze bevrijders, helden(heiligen) vertegenwoordigd”;
- 10 april 2019 een e-mail heeft gestuurd naar onder meer partijleden, fractievoorzitters van de Tweede Kamer en openbare instanties, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 26 april 2019 op Twitter een bericht heeft geplaatst, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 4 mei opTwitter een bericht heeft geplaatst, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 9 februari 2019 en 10 februari 2019 op Twitter en Facebook een bericht heeft geplaatst, waarin verdachte onder meer over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 26 februari 2019 en 1 maart 2019 een e-mail heeft gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 11 maart 2019, 13 maart 2019 en 19 maart 2019 een e-mail heeft verstuurd, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 20 maart 2019 een klantcontactformulier en een brief heeft ingestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 12 maart 2019 een e-mail heeft gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 14 maart 2019 op Twitter een bericht heeft geplaatst, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 25 maart 2019 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 5] heeft geschreven “
- 1 mei 2019 een e-mail gestuurd, waarin verdachte heeft geschreven dat er binnen de gemeente Harderwijk “
- op 20 juni een e-mailbericht heeft gestuurd waarin wordt gesproken over de standrechtelijke executies van de NEP-burgemeester van Harderwijk.
- 26 februari 2019 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 3] heeft geschreven “
- 15 maart 2019 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 3] heeft geschreven “
- 21 maart 2019 een e-mail heeft gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 3] heeft geschreven “h
- 12 november 2018 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 1] heeft geschreven “
- 20 maart 2019 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 1] heeft geschreven “
- 21 maart 2019 een e-mail verstuurd, waarin verdachte over [benadeelde 1] heeft geschreven “
- 23 oktober 2018 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 2] heeft geschreven “
- 26 maart 2019 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 2] heeft geschreven “
- 16 oktober 2018 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 4] heeft geschreven “
- 21 maart 2019 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 4] heeft geschreven “
- 23 oktober 2018 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 4] heeft geschreven “
- 10 april 2019 een e-mail gestuurd, waarin verdachte over [benadeelde 4] heeft geschreven “
3.Bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 19 juni 2019 tot en met 21 juni 2019
en/of met zware mishandeling,
waaronder
/of"voor een mooiere wereld gaarne direct de eerste standrechtelijke
, althans
in ofomstreeks de periode van 19 maart 2019 tot en met 21 juni 2019
één of meermalen, althansveelvuldig berichten met
(telkens)
/offacebook) en
/ofdoor (negatief) te reageren
(retweet)op
of
één of meermalen, althansveelvuldig e-mail berichten waarin die [benadeelde 5]
/ofals lid
/vertegenwoordigervan het college van B&W
/ofe-mails met
(telkens
)beledigende en/of bedreigende tekst te
iets te doen, niet te
en/of vrees aan te jagen;
op één of meerverschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode
te Harderwijk, althansin
)opzettelijk
en/of bij afbeelding,
/ofe-mail onder andere de volgende
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
op één of meer verschillendetijdstippen in
of omstreeksde periode van 26 februari
te Harderwijk, althansin Nederland
)opzettelijk
en/of bij afbeelding,
sociale media en/ofe-mail onder andere de volgende
te plaatsen en/ofte versturen:
/of
/of
/of"rioolratten"
,
op één of meer verschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode
te Harderwijk, althansin
)opzettelijk
en/of bij afbeelding,
sociale media en/ofe-mail onder andere de volgende
te plaatsen en/ofte versturen:
/of
/of
,
op één of meer verschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode
te Harderwijk, althansin
)opzettelijk
en/of bij afbeelding,
sociale media en/ofe-mail onder andere de volgende
te plaatsen en/ofte versturen:
/of
,
op één of meer verschillendetijdstippen in
of omstreeksde periode
te Harderwijk, althansin
)opzettelijk
sociale media en/ofe-mail onder andere de volgende
te plaatsen en/ofte versturen:
en/of
en/of
en/of
of omstreeks17 juni 2019,
daareen
of meere-mail bericht
en (mede
)aan genoemde
, althans te doen toekomen;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
een waanstoornis met grootheidswanen en paranoïde wanen”, dat deze stoornis aanwezig was ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde en dat verdachte vanuit zijn gebrek aan ziektebesef en ziekte-inzicht trots is op de door hem gehanteerde taal. Daarnaast is vastgesteld dat het risico op recidive als ‘hoog’ wordt ingeschat. Het advies is verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank neemt dit advies over en zal daar bij de strafmaat rekening mee houden.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) dagen;
108 (honderdacht) dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
de vrijheidsbeperkende maatregel, inhoudende dat de veroordeelde voor de duur van 3 (drie) jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met
- beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van 7 (zeven) dagen zal worden toegepast voor iedere keer dat niet aan een van de voornoemde vrijheidsbeperkende maatregelen wordt voldaan;
- bepaalt de totale duur van de vervangende hechtenis die ten hoogste ten uitvoer wordt gelegd op 6 (zes) maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregelen strekkende tot beperking van de vrijheid niet opheft;
- beveelt dat de maatregel op grond van artikel 38v, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht,