1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 december 2019 te Zutphen, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een
andere feitelijkheid, te weten
- door zich (ongevraagd) naar de kamer van nader te noemen [benadeelde] te begeven,
- door die [benadeelde] tegen de muur te duwen/drukken,
- door die [benadeelde] op bed te duwen/drukken,
- door die [benadeelde] (stevig) vast te houden,
- door de jurk van die [benadeelde] omhoog te trekken,
- door de onderbroek van die [benadeelde] opzij en/of naar beneden te trekken,
- door die [benadeelde] (hard) in de nek te zuigen,
- door meermalen, althans eenmaal, voorbij te gaan aan het verbale
en/of non-verbale verzet van die [benadeelde] en/of
aldus voor die [benadeelde] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan
M. [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die
bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam
van die [benadeelde] , te weten
- het kussen van haar mond en/of gezicht en/of hals en/of borst(en) en/of
- het likken van haar mond en/of gezicht en/of
- het brengen van zijn vinger(s) in haar vagina en/of tussen de schaamlippen;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 19 december 2019 te Zutphen, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een
andere feitelijkheid, te weten
- door zich (ongevraagd) naar de kamer van nader te noemen [benadeelde] te begeven,
- door die [benadeelde] tegen de muur te duwen/drukken,
- door die [benadeelde] op bed te duwen/drukken,
- door die [benadeelde] (stevig) vast te houden,
- door de jurk van die [benadeelde] omhoog te trekken,
- door de onderbroek van die [benadeelde] opzij en/of naar beneden te trekken,
- door die [benadeelde] (hard) in de nek te zuigen,
- door meermalen, althans eenmaal, voorbij te gaan aan het verbale en/of
non-verbale verzet van die [benadeelde] en/of
aldus voor die [benadeelde] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan
M. [benadeelde] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer
ontuchtige handelingen, te weten
- het kussen van haar mond en/of gezicht en/of hals en/of borst(en) en/of dijen en/of buik,
- het likken van haar mond en/of gezicht en/of
- het betasten van haar vagina en/of schaamlippen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit en hiertoe aangevoerd dat sprake is van een alternatief scenario. Verdachte en aangeefster hadden een affectieve relatie en de handelingen hebben met instemming van aangeefster plaatsgevonden, met dien verstande dat verdachte zijn vingers niet in of op de vagina van aangeefster heeft gebracht. Ten aanzien van het aangetroffen DNA heeft verdediging betoogd dat niet kan worden vastgesteld hoe dat DNA op de aangetroffen plekken terecht is gekomen.
De beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [benadeelde] heeft verklaard dat zij op 19 december 2019 op haar kamer in het asielzoekerscentrum in Zutphen was. Op enig moment kwam verdachte ongevraagd in haar kamer en deed de deur achter zich dicht. Aangeefster stond toen op van het bed en werd door verdachte tegen de muur gedrukt. Verdachte begon haar te kussen en te likken op haar gezicht. Aangeefster heeft toen tegen verdachte gezegd “please go” en sloeg daarbij haarzelf op haar gezicht, hetgeen volgens aangeefster een cultureel gebaar is en betekent dat zij het meent.
Verdachte bleef en trok aangeefster naar achteren in de richting van het bed. Aangeefster wilde zich losmaken maar dit lukte niet en verdachte drukte aangeefster op het bed. Verdachte zat met zijn knieën op de grond, bracht zijn hoofd naar het hoofd van aangeefster en begon haar te kussen en te likken op haar gezicht. Daarna trok verdachte de kleding van aangeefster naar boven en begon haar te zuigen aan de binnenzijde van haar dijbenen, de bovenkant van haar benen en haar onderbuik. Vervolgens trok verdachte de onderbroek van aangeefster naar beneden en begon aan haar vagina te zuigen. Aangeefster probeerde haar jurk naar beneden te trekken en op te staan, maar verdachte drukte met zijn hand of arm tegen aangeefster waardoor het opstaan niet lukte. Verdachte stak toen twee keer twee vingers in de vagina van aangeefster. Vervolgens kwam verdachte op het bed, ging bovenop aangeefster zitten en begon hard aan haar nek te zuigen terwijl hij haar arm vasthield. Verdachte zoog zo hard dat het aangeefster pijn deed. Toen aangeefster op enig moment op kon staan, duwde verdachte haar weer tegen de muur en begon haar weer te likken en te zuigen aan haar gezicht. Aangeefster was bang en probeerde haar mobiel te pakken, maar verdachte trok haar wederom naar de muur.Op enig moment kon aangeefster weglopen.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 19 december 2019 bij aangeefster op de kamer is geweest. Aldaar heeft hij haar nek, haar borsten en haar buik gekust. Dit vond plaats terwijl aangeefster tegen de muur stond en later op bed lag.
Getuige [getuige 1] , werkzaam in het asielzoekerscentrum in Zutphen, heeft verklaard dat zij op 19 december 2019 een oproep van de beveiliging kreeg om naar de receptie te komen. Aldaar trof zij aangeefster gehurkt op de grond en met haar handen voor haar gezicht aan. Aangeefster gaf aan dat zij onzedelijk was betast door verdachte. [getuige 1] zag dat aangeefster emotioneel was, geen woorden kon uitbrengen, in tranen uitbarstte en meerdere keren kokhalsde. [getuige 1] zag dat aangeefster een zuigvlek in haar nek had.
Ten tijde van de aangifte is een blauw/rode plek in de hals van aangeefster geconstateerd.
Daarnaast zijn (onder meer) de venusheuvel van aangeefster en de handen van verdachte bemonsterden door het NFI onderworpen aan een DNA- en RNA-onderzoek. Het NFI heeft naar aanleiding van dit onderzoek het volgende geconcludeerd:
- uit het DNA in de veiliggestelde bemonstering van de venusheuvel van aangeefster (ZAAC9872NL#03) is een DNA-mengprofiel verkregen. Het DNA in dit mengprofiel kan afkomstig zijn van aangeefster en verdachte. Het verkregen DNA-mengprofiel is circa 700 miljoen keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en verdachte, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en één willekeurig onbekende persoon;
- uit het DNA in de veiliggestelde bemonstering van de vingers van verdachte (ZAAD0741NL#01 t/m #04, #07 en #08) is een DNA-mengprofiel verkregen. Het DNA in dit mengprofiel kan afkomstig zijn van aangeefster en verdachte. Het verkregen DNA-mengprofiel is circa 20 miljoen keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en verdachte, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en één willekeurig onbekende persoon;
- in de bemonstering van de middelvinger van de rechterhand van verdachte (ZAAD0741NL#03) is de aanwezigheid van vaginale cellen aangetroffen. Dit betekent dat het DNA in de bemonstering dat gekoppeld is aan aangeefster afkomstig kan zijn van vaginale cellen.
Uit het voorgaande trekt de rechtbank de conclusie dat het DNA dat op de venusheuvel van aangeefster is aangetroffen, het DNA van verdachte is. Voorts trekt de rechtbank uit het voorgaande de conclusie dat het DNA dat op de vingers van verdachte is aangetroffen, het DNA van aangeefster is en dat daarin vaginale cellen zijn aangetroffen.
Conclusie
Aangeefster heeft een uitgebreide en gedetailleerde verklaring afgelegd over hetgeen op 19 december 2019 heeft plaatsgevonden. De rechtbank vindt deze verklaring voldoende betrouwbaar om daarop de bewezenverklaring te kunnen baseren. Deze verklaring vindt steun in de resultaten van het DNA-onderzoek en de verklaring van getuige [getuige 1] .
Verdachte weerspreekt dat hij zijn vingers in of op de vagina van aangeefster heeft gebracht. Deze verklaring van verdachte acht de rechtbank niet geloofwaardig, in het bijzonder gelet op de resultaten van het onderzoek van het NFI waaruit blijkt dat er vaginale cellen op de vinger van verdachte zijn aangetroffen. Daarvoor heeft verdachte geen aannemelijke verklaring gegeven. Daarnaast weerspreekt verdachte dat er handelingen zonder instemming van aangeefster hebben plaatsgevonden en stelt hij dat hij en aangeefster een (geheime) relatie hadden. Ook deze verklaring acht de rechtbank ongeloofwaardig, gelet op de toestand waarin getuige [getuige 1] aangeefster direct na het feit heeft aangetroffen.
Dit betekent dat de rechtbank uitgaat van het door aangeefster in haar verklaring geschetste scenario en aldus bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.