Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 6],
1.De procedure
- de dagvaarding inclusief productie 1 tot en met 15
- de e-mail van [gedaagde sub 1] c.s. d.d. 24 juli 2020 inclusief producties A tot en met R
- de brief van [gedaagde sub 1] c.s. d.d. 27 juli 2020 inclusief conclusie van antwoord
- de brief van de curator d.d. 27 juli 2020 inclusief producties 16 tot en met 24
- de brief van de curator d.d. 27 juli 2020 inclusief productie 25
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de curator
- de pleitnota van [gedaagde sub 1] c.s..
2.De feiten
3.Het geschil
nienke.bobbert@amsadvocaten.nlen
hidde.reitsma@amsadvocaten.nl) afschrift te verstrekken van alle bescheiden aangaande de (door)verkoop van de DISQ’s, waaronder begrepen enige (koop)overeenkomst, facturen en/of leveringsdocumentatie;
nienke.bobbert@amsadvocaten.nlen
hidde.reitsma@amsadvocaten.nl) te berichten welke (rechts)persoon de beschikking heeft over de DISQ’s, althans welke (rechts)persoon deze (al dan niet van [gedaagde sub 1] ) zou hebben gekocht, en waar die goederen zich naar zijn of haar beste weten bevinden;
in opdracht van beide partijen ondanks de goedkeuringslijst als algehele volmacht ingeschreven” is “
omdat het anders naar buiten toe een vreemd beeld zou geven”. Uit deze toelichting van de notaris lijkt dus te volgen dat de inschrijving in het handelsregister niet overeenstemt met de daadwerkelijke omvang van de volmacht. Uit de schriftelijke volmacht van 21 september 2018 volgt verder dat [gedaagde sub 6] de goedkeuring van [naam aandeelhouder] (en dus) [naam 1] nodig had om geldleningen aan te gaan evenals “borgtochten en overeenkomsten van soortgelijke strekking”. Gedaagden hebben aangevoerd dat [naam 1] met de geldlening en de pandakte heeft ingestemd op 27 maart 2019 onder verwijzing naar de als productie G overgelegde verklaring van de heer [naam 2] . Met deze verklaring is echter onvoldoende aannemelijk geworden dat [gedaagde sub 6] beschikte over de vereiste goedkeuring van [naam 1] om de geldlening en de pandakte aan te gaan. In de verklaring staat namelijk: “…
Op 27 maart 2019 hadden wij eerst een VIP workout met [naam 3] in de Ziggo Dome, daarna heeft [gedaagde sub 6] dit afgesproken met [naam 1] en zij stemde hier mee in. Ik was daarbij aanwezig.”Deze feitelijke weergave is echter uitdrukkelijk weersproken door de curator, die erop heeft gewezen dat de geldlening geantedateerd is en pas in juni 2019 op schrift zou zijn gesteld. Deze tegenstrijdige stellingen maken dat nadere bewijslevering nodig is ten aanzien van de door gedaagden aangevoerde goedkeuring van [naam 1] . Voor nadere bewijslevering is echter, zoals hiervoor al overwogen, in kort geding geen plaats. Daarvoor zijn partijen aangewezen op de bodemprocedure.
waarbij inderdaad na het uitoefenen van enige kracht, de kabelgeleider van de enkelband loskomt”. Het enkele feit dat de taxateur één defecte DISQ heeft waargenomen brengt nog niet met zich mee dat de gehele voorraad DISQ’s gebrekkig is. Daarmee heeft het er in dit kort geding de schijn van dat [gedaagde sub 1] de DISQ’s executoriaal heeft gekocht voor een bedrag beneden de marktwaarde. Mogelijk maakt het voorgaande de geldlening, de verpanding en de executoriale verkoop paulianeus. Of de vernietiging door de curator rechtsgeldig is geweest zal evenwel in een bodemprocedure moeten komen vast te staan.
www.thedisq.com. De curator heeft ook diverse stukken overgelegd, afkomstig van social media. Daaruit blijkt volgens haar dat [gedaagde sub 6] volop bezig is met het (voor zichzelf) promoten van de DISQ. Verder heeft de curator aangevoerd dat [gedaagde sub 6] toerekenbaar tekort is geschoten, dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens DMG Nederland doordat hij heeft aangegeven dat hij klanten van DMG Nederland zal blijven bedienen. De curator vordert daarom schadevergoeding in natura, die er bij wijze van voorlopige voorziening uit behoort te bestaan dat het [gedaagde sub 6] en DMG International wordt verboden om concurrerende activiteiten te verrichten zoals beschreven in de aandeelhoudersovereenkomst.
980,00
5.De beslissing
nienke.bobbert@amsadvocatenen
hidde.reitsma@amsadvocaten.nl) te berichten welke (rechts)persoon de beschikking heeft over voorraad DISQ’s, althans welke (rechts)persoon deze (al dan niet van [gedaagde sub 1] ) zou hebben gekocht, en waar die goederen zich naar zijn of haar beste weten bevinden,
nienke.bobbert@amsadvocatenen
hidde.reitsma@amsadvocaten.nl) afschrift te verstrekken van alle bescheiden waaruit de (door)verkoop blijkt van de voorraad DISQ’s,