ECLI:NL:RBGEL:2020:3989

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 juli 2020
Publicatiedatum
6 augustus 2020
Zaaknummer
C/05/374179 / FZ RK 20-2017
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting inbewaringstelling op basis van Wzd

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 juli 2020 een beschikking gegeven inzake het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van cliënte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. Het verzoek was ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de COVID-19 maatregelen, is vastgesteld dat cliënte op dat moment geen verzet vertoonde tegen haar verblijf in de accommodatie. Haar zoon en zorgverleners bevestigden dat cliënte zich meewerkend opstelde en dat er geen noodzaak was voor gedwongen verblijf. De rechtbank oordeelde dat er nog onderzoek moest plaatsvinden naar een duidelijke diagnose, maar zolang cliënte vrijwillig op de afdeling verbleef en geen acties ondernam om te vertrekken, was er geen dwingend karakter voor de voortzetting van de inbewaringstelling. De advocaat van cliënte pleitte voor afwijzing van het verzoek, wat de rechtbank uiteindelijk heeft gedaan. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter M.G.J. Post, met de griffier L. Stoevenbelt aanwezig. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 6 augustus 2020.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/374179 / FZ RK 20-2017
Datum mondelinge uitspraak: 30 juli 2020
Beschikking machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
inzake
het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd), ten aanzien van:
[cliënte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
verblijfadres: Stichting Zorggroep Apeldoorn en Omstreken, Locatie Het Zonnehuis te Beekbergen,
op grond van een inbewaringstelling geldend tot en met 30 juli 2020,
hierna te noemen: cliënte,
advocaat: mr. M. Broersma te Putten.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
28 juli 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 telefonisch plaatsgevonden op 30 juli 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn telefonisch gehoord:
  • cliënte, bijgestaan door haar advocaat;
  • dhr. [naam 1] , als specialist ouderengeneeskunde verbonden aan voornoemde accommodatie;
  • dhr. [naam 2] , als afdelingsarts verbonden aan voornoemde instelling;
  • mw. [naam 3] , als verpleegkundige verbonden aan voornoemde instelling;
  • dhr. [naam 4] , de zoon van cliënte.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het landelijk beleid van de Rechtspraak dat het niet is toegestaan de accommodatie waar cliënte verblijft te bezoeken. Dit levert voor cliënte, de medebewoners en de verzorgers een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Datzelfde geldt voor de medewerkers van de rechtbank, alsook voor bewoners en verzorgers van overige accommodaties indien van dit beleid zou worden afgeweken. Om die reden is besloten cliënte telefonisch te horen.
2.2.
Op 27 juli 2020 heeft de burgemeester van de gemeente Apeldoorn ten behoeve van de cliënte een last tot inbewaringstelling afgegeven.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat ten aanzien van cliënte sprake was van zodanig onmiddellijk dreigend ernstig nadeel dat een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Het ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van cliënte als gevolg van haar psychogeriatrische aandoening dit ernstig nadeel veroorzaakt. Bij cliënte is sprake van een vasculaire ziekte. Er is sprake van korte- en lange termijn geheugenstoornissen, ernstige desoriëntatie in zowel tijd als plaats, plannen en organisatiestoornissen. Daarnaast is er sprake van vluchtige paranoïde stoornissen.
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënte op dit moment geen verzet vertoont ten aanzien van haar verblijf op de accommodatie. De zoon van cliënte geeft aan dat cliënte het naar haar zin heeft op de afdeling en dat ze zich meewerkend opstelt. Hij ziet geen noodzakelijk voor verblijf op basis van een gedwongen kader. Dit wordt door de specialist ouderengeneeskunde, afdelingsarts en verpleegkundige onderschreven. Vast staat is dat er nog onderzoek moet plaatsvinden naar een duidelijke diagnose maar zolang cliënte daartegen geen verzet vertoond, vrijwillig op de afdeling verblijft en geen acties onderneemt om de accommodatie te willen verlaten, is er geen dwingend karakter in de zin van een voortzetting inbewaringstelling noodzakelijk. De advocaat van cliënte bepleit om die reden tot afwijzing van het verzoek.
2.5.
Nu is gebleken dat cliënte bereid is vrijwillig binnen de accommodatie te willen verblijven, is de rechtbank van oordeel dat het voorliggende verzoek dient te worden afgewezen. Om die reden zal zij beslissen als hierna te melden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst af het verzoek tot een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling ten aanzien van
[cliënte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2020 door mr. M.G.J. Post, rechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 augustus 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.