Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks15 september 2019, te Arnhem, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,een portemonnee en
/of2 creditcards en
/ofeen bankpas en
/ofeen rijbewijs en
/of (ongeveer 100 Euro
, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig(e)
datdie geheel
of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
, te wetenaan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan geweld
en/of bedreiging met geweldtegen die [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden ofgemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
heeft/hebben verdachte en
/ofdiens mededader
(s)die [benadeelde] aangesproken,
althans iets gevraagden
/ofdie [benadeelde] onverhoeds en onverwachts een of meer keer in het gezicht gestompt en/of geslagen en/of die [benadeelde] tegen de grond gewerkt
en/of en/of gegooid en/ofdie [benadeelde] vastgepakt en/of vastgehouden en
/of aan die [benadeelde] getrokken en/of geduwd en/of gestompten
/ofgeslagen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
€ 37,32
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
270 (tweehonderdzeventig) dagen;
168 (honderdachtenzestig) dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde], van een bedrag van
€ 1.800,16(duizend achthonderd euro en zestien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [benadeelde] voor het overige niet-ontvankelijkin zijn vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag
te betalen van € 1.800,16(duizend achthonderd euro en zestien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 28 dagen gijzeling zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;