Uitspraak
- een lineair verspreid patroon van spatten in de wielkast rechtsvoor (SIN: AAJL8559NL en AAJL8562NL t/m AAJL8565NL);
- een vlek in de wielkast linksvoor;
- een vlek aan de onderzijde bij het achterwiel rechts, en
- een spoor van een deel van de rechter voorband.
- uitgebreide schedel- en aangezichtsfracturen met daardoor lucht rondom de hersenen;
- bloed in de hersenen;
- fractuur in de halswervelkolom op niveau C1 (1e nekwervel) en C7 (7e nekwervel);
- fractuur van het grote hoorntje van het tongbeen en van het schildkraakbeen;
- fractuur van rechter bovenarm en verbrijzelde rechter schouderkop;
- uitgebreide ribfracturen beiderzijds met in de linkerflank ook dislocatie van enkele fracturen en ter plaatse ophoping van lucht in weke delen;
- klaplong links met longletsel in waarschijnlijk de bovenkwab met hierin bloed, ook bloed in de borstholte links, en een
- fractuur van dwarsuitsteeksel corpus 1.1 links.
- de verklaring van de getuige [getuige 3] over het via de motorkap op de grond terecht komen van [slachtoffer] ;
- het forensisch onderzoek waarbij geen bloed op de voorruit of motorkap is aangetroffen en de omstandigheid dat dit niet past bij het op dat moment ontstaan van bloedende letsels;
- het feit dat vezels – weliswaar met slechts globale overeenkomsten met de trui van [slachtoffer] – op de ruit zijn aangetroffen, wat ook past bij het neerkomen op de motorkap en/of voorruit;
- de omstandigheid dat na de eerste aanrijding de positie van [slachtoffer] (die is aangetroffen met een forse plas bloed op de grond) volgens de getuigen [getuige 3] en [getuige 4] niet is veranderd en [slachtoffer] vanaf dat moment ook niet meer op de beelden te zien is;
- de omstandigheid dat vervolgens de tweede aanrijding heeft plaatsgevonden zonder dat verdachte heeft geremd en de impact hiervan – getuige ook de verschuiving van het tuinhuisje – groot is geweest;
- de omstandigheid dat getuige [getuige 5] hierbij de auto omhoog heeft zien komen, wat net als het bloed in onder meer de wielkast past bij een overrijden van [slachtoffer] ;
- de omstandigheid dat de (bloedend bij leven opgelopen) letsels van [slachtoffer] ook passen bij het meermalen aan/overrijden door het voertuig, en tot slot
- de conclusie van de radioloog dat bij de tweede aanrijding een beknelling van het hoofd met onder meer de auto, een rand en/of de paal van een schutting is ontstaan en dat type trauma leidt tot de dood,
poging totdoodslag, aangezien daarvoor vereist is dat het voorgenomen misdrijf (de doodslag) niet is voltooid. Met de officier van justitie is de rechtbank dan ook van oordeel dat verdachte van het subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks30 maart 2017 te Arnhem [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd door
(bestel-
)auto die [slachtoffer]
(met aanzienlijke snelheid)aan te rijden
en/of te overrijden(1e aan-/overrijding, 21.37.52 uur; blz 265, schermafdruk 19) en
/of
(bestel-
)auto die [slachtoffer] (met aanzienlijke snelheid)
aan te rijden en/ofte overrijden (2e aan-/overrijding, 21.38.07 uur; blz 265, schermafdruk 24).
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
(rechtbank: vanaf de linkerzijde van de bestuurder vanuit de inzittenden gezien, zie p. 1189-1190).
6.De strafbaarheid van de verdachte
intensief noodweerexces);
extensief noodweerexces).
de rechtbank: bij de voordeur) hem het meest bij staat. Vanaf toen is de angst er bij hem in geslagen.
“Petje (…). Ik zie alleen een petje en een wapen. Ik zal heel eerlijk zeggen dat ik hem niet eens kan omschrijven”.
“(…) Het is niet alleen de hartslag, het is je buik, je lichaam. Het is BAM! Je kunt me zo opvegen. Dat voelde ik. Doodsangst”. Hij wilde weg en naar zijn kinderen. In zijn beleving reed verdachte vervolgens terug naar huis. Toen zag hij daar jongens met petjes. Omdat de man bij de deur iets in de zin van “kom kom” had gezegd, dacht dat hij dat ze met meerdere personen waren. Hij wilde niet terug, maar zag de jongens en dacht dat zij misschien ook wapens hadden. Hij raakte in paniek, keerde om en reed terug die kant (
rechtbank: waar de eerste aanrijding had plaatsgevonden) op. Hij dacht – hoewel hij de film niet helemaal terug kan halen – dat de overvaller ergens tegen aan hing. In zijn beleving richtte de overvaller weer een vuurwapen op hem. Hij was in paniek, de knal die hij als eerste hoorde ging weer door hem heen. Verdachte verklaart verder:
“je weet niet waar je bent op dat moment. Je handelt, maar je weet niet wat je doet. (…)”. Veel details kan verdachte zich niet herinneren. Bij de rechter-commissaris verklaart verdachte ook dat hij in een roes heeft gezeten. Hij heeft alleen nog maar gevaar gezien (vindplaats verklaringen verdachte: processen-verbaal van verhoor verdachte, p. 405-409 en p. 417 t/m 420, het proces-verbaal van verhoor verdachte in het kader van de vordering inbewaringstelling, blad 1-2 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting).
rechtbank: verdachte) over de weg naar hem toe rennen. Hij stopte midden op de weg voor zijn auto, spreidde zijn armen en zei: “Ik ben overvallen, help me!”. De getuige zag dat verdachte in paniek was, verdachte en zijn partner waren allebei helemaal overstuur. De getuige merkte dit aan hun gedrag en aan hun geschreeuw (processen-verbaal verhoor getuige, p. 127-128 en p. 129-130).
7. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
8.De beslissing
met betrekking tot de eerste aanrijding niet strafbaaren ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging ter zake daarvan;
verdachte met betrekking tot de tweede aanrijding niet strafbaaren ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging ter zake daarvan.