In deze zaak vordert eiser, die vanaf 1 januari 2009 verzekerd was bij Univé met de Gewoon ZEKUR Zorg basisverzekering, schadevergoeding van de zorgverzekeraar. De verzekering werd opgeschort na zijn detentie vanaf 9 januari 2012. Na zijn vrijlating op 5 januari 2016 verzocht eiser om heractivatie van de verzekering, maar Univé stelde als voorwaarde dat hij een ontslagbewijs van detentie zou overleggen. Eiser weigerde dit, waarna Univé de verzekering opgeschort hield. Pas op 1 februari 2017 werd de verzekering weer geactiveerd. Eiser heeft vervolgens zorgkosten gemaakt die niet vergoed werden omdat de verzekering pas inging op 1 februari 2017. Eiser vordert dat de kantonrechter verklaart dat Univé onrechtmatig heeft gehandeld door de verzekering op te schorten en dat hij recht heeft op schadevergoeding voor de periode van 1 januari 2012 tot 1 januari 2017. Univé voert verweer en stelt dat eiser zelf heeft geweigerd om de verzekering met terugwerkende kracht te herstellen. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en zal de vordering van eiser beoordelen in het licht van de Zorgverzekeringswet, die bepaalt dat de verzekering van rechtswege herleeft na detentie, ongeacht of het einde van de detentie is gemeld.