Uitspraak
Bull Palletrecycling en Handel B.V.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 13 mei 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Bull Palletrecycling en Handel B.V. [eiser] vorderde schadevergoeding op grond van een bedrijfsongeval dat zou hebben plaatsgevonden tijdens zijn werkzaamheden. De procedure volgde op een tussenvonnis van 8 januari 2020, waarin [eiser] de gelegenheid kreeg om bewijs te leveren van de schade die hij zou hebben opgelopen.
Tijdens de bewijslevering heeft [eiser] verschillende stukken overgelegd, waaronder een brief van een SEH-arts en e-mailcorrespondentie, waarin hij stelt dat hij een bedrijfsongeval heeft gehad. Bull heeft echter betwist dat [eiser] het bewijs heeft geleverd dat het ongeval zich tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden heeft voorgedaan. De kantonrechter heeft de bewijsstukken van [eiser] beoordeeld en geconcludeerd dat deze onvoldoende zijn om de vordering te onderbouwen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] niet is geslaagd in zijn bewijsopdracht, omdat er geen aanvullend bewijs is dat zijn stellingen ondersteunt. De verklaring van [eiser] als partijgetuige heeft beperkte bewijskracht en er zijn geen getuigenverklaringen van collega's of andere betrokkenen die zijn verhaal bevestigen. Daarom heeft de kantonrechter de vorderingen van [eiser] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten, met een specifieke begroting van deze kosten.