ECLI:NL:RBGEL:2020:3776

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 juli 2020
Publicatiedatum
28 juli 2020
Zaaknummer
C/05/366539
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over conformiteit van een geleverde textieldrukmachine met teruggeefclausule en deskundigenbenoeming

In deze zaak gaat het om een geschil tussen SPGPrints B.V. en KBC Fashion GmbH & Co. KG over de conformiteit van een geleverde textieldrukmachine, de PIKE. SPGPrints heeft de machine geleverd aan KBC Fashion, die de machine terug wilde geven op basis van een teruggeefclausule, omdat de machine niet voldeed aan de afgesproken prestaties. De rechtbank heeft vastgesteld dat de teruggeefclausule in de overeenkomst staat en dat KBC Fashion de machine kan retourneren als deze niet voldoet aan de acceptatiecriteria. De SAT (Standort-Akzeptanztest) vond plaats van 2 tot en met 4 juli 2018, waarbij partijen gezamenlijk hebben vastgesteld dat de machine niet voldeed aan de criteria. SPGPrints betwist echter dat de tekortkomingen aan KBC Fashion te wijten zijn en stelt dat KBC Fashion de uitvoering van de SAT heeft bemoeilijkt. De rechtbank heeft besloten een deskundige te benoemen om de oorzaak van het niet slagen van de SAT te onderzoeken. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling na het deskundigenrapport.

Uitspraak

vonnis

_________________________________________________________________ _

RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer / rolnummer: C/05/366539 / HA ZA 20-142
Vonnis van 15 juli 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPGPRINTS B.V.,
gevestigd te Boxmeer,
eiseres van de vordering,
verweerster op de tegenvordering,
hierna te noemen: SPGPrints,
advocaat mr. A.R.J. Croiset van Uchelen te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar Duits recht
KBC FASHION GMBH & Co. KG,
gevestigd te Lörrach, Duitsland,
verweerster op de vordering,
eiseres van de tegenvordering,
hierna te noemen: KBC Fashion,
advocaat mr. D.F. Spoormans te 's-Gravenhage.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de procesinleiding met producties van SPGPrints
  • het verweerschrift met een tegenvordering met producties van KBC Fashion
  • de akte van depot van 26 april 2019
  • het verweerschrift op de tegenvordering van SPGPrints
  • de akte vermeerdering vordering van SPGPrints
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 23 januari 2020, waarin de rechtbank met instemming van partijen heeft bepaald dat de procedure zal worden vervolgd volgens het recht dat landelijk geldt in dagvaardingsprocedures met verplichte procesvertegenwoordiging in zaken waarin het exploot van dagvaarding na 30 september 2019 is betekend. De zaak is vervolgens in de stand waarin deze zich bevindt ingeschreven op de rol van 4 maart 2020 onder het huidige zaak- en rolnummer.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
SPGPrints is actief in de textielbranche en meer specifiek in textieldrukwerk. Zij verricht dienstverlening voor diverse soorten drukkerijen en vervaardigt machines, apparaten en werktuigen ten behoeve van textieldruk.
2.2.
SPGPrints heeft een nieuw soort machine ontwikkeld die het mogelijk maakt om textiel digitaal te bedrukken door middel van de zogenaamde ‘single pass’ technologie, de PIKE Digital Textile Printing Machine (hierna: de PIKE). De PIKE werkt niet met rotatiezeefdruk, maar met inkjet. Een inkjetprinter is een printer die vloeibare inkt gebruikt, die op een ontvangstlaag (in dit geval textiel) ‘gesproeid’ wordt. Doordat de inkjetnozzles (minuscule kanaaltjes in de printbalken waar de inkt uit komt) in een inkjetkop selectief kunnen worden aangestuurd, kan men vanuit digitale bestanden ieder willekeurig design drukken. De single pass technologie houdt in dat het textiel door de machine heen wordt getrokken (in plaats van dat de substraten stil liggen en de printkoppen boven de substraten roteren). De PIKE bestaat globaal uit vijf onderdelen, te weten (i) de invoer, (ii) de drukband en thermoplast, (iii) de printbalken met printkoppen, (iv) de drukbandwasser en (v) de droger met uitvoer.
2.3.
KBC Fashion exploiteert in Duitsland een textielbedrijf en biedt diensten aan op het terrein van textieldruk.
2.4.
Op 10 december 2015 hebben SPGPrints en KBC Manufaktur Köchlin, Baumgartner & Cie GmbH (hierna: KBC Manufaktur) een overeenkomst gesloten (hierna: de Overeenkomst). Deze overeenkomst zag op de levering van het prototype, de zogenaamde ‘bètaversie’, van de PIKE door SPGPrints aan KBC Manufaktur.
2.5.
In de Overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
Bezahlung:
Eur 2.400.000,00 wie folgt zu bezahlen:
* Eur 360.000,00 wird bezahlt in 18 gleichhohen (je Eur 20.000,00), aufeinfolgenden 1-monatlichen Raten. Die
erste Rate ist fällig 2 Woche nach lnbetriebnahme jedoch spätestens am 30. April 2016, je nachdem, was zuerst
eintrifft.
* Eur 2.040.000,00 innerhalb von 10 Tagen nach dem Standort-Akzeptanztest (SAT), jedoch nicht später als 30.
November 2017, je nachdem, was zuerst eintrifft.
(…)
Standort-Akzeptanztest:
Der Standort-Akzeptanztest (SAT) findet 18 Monate nach lnbetriebnahme der PIKE statt und dient dazu, die Leistungsfähigkeit der PIKE gemäß den in Anhang 04 (Standort-Akzeptanztest für die PlKE® Digitaldruckmaschine) definierten Akzeptanzkriterien nachzuweisen.
Die Tests werden vom SPGPrints-Spezialisten und Kundenmitarbeitern durchgeführt.
Zum Testabschluss wird vor Ort die Abnahmebescheinigung (Certificate of Acceptance) sowohl von KBC als auch dem SPGPrints-Spezialisten unterzeichnet.
(…)
Rückgabeklausel:
Für den Zeitraum von 18 Monaten nach lnbetriebnahme ist KBC berechtigt, die PIKE Digitaldruckmaschine an SPGPrints zurückzugeben, wenn,
1) innerhalb dieses Zeitraums gemeinsam konstatiert wird, dass die PIKE Digitaldruckmaschine nicht die
vereinbarte Leistungsfähigkeit wie im SAT demonstriert und bestätigt erbringt
2) während des Zeitraums von 18 Monaten die Firma KBC feststellt, dass die PIKE Digitaldruckmaschine nicht
ausreichend industriell einsetzbar ist, hat die Firma KBC das Recht die PIKE Digitaldruckmaschine
zurückzugeben. Das muss unter der Bedingung geschehen, dass die Firma KBC die Firma SPGPrints
schriftlich darauf aufmerksam macht und der Firma SPGPrints 6 Wochen Zeit gibt, den Mangel zu beheben.
(…)
Anwendbares Recht und Rechtsstreitigkeiten
Auf alle von SPGPrints B.V. gemachten Angebote, alle mit SPGPrints B.V. geschlossenen Verträge und damit zusammenhängenden Verträge sowie alle sich daraus ergebenden Streitigkeiten ist ausschließlich niederländisches Recht anwendbar. Gerichtsstand für alle Streitigkeiten, die sich aus einem von SPGPrints B.V. gemachten Angebot und/oder einem mit ihr geschlossenen Vertrag einschließlich damit zusammenhängender Verträge ergeben sollten, ist das Gericht Arnheim.
2.6.
SPGPrints en KBC Manufaktur hebben vervolgens bepaalde afspraken gewijzigd. Deze wijzigingen zijn neergelegd in een wijzigingsovereenkomst van 25 augustus 2016, genaamd Änderung-02. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:
Überwiegende
Die Digitaldruckmaschine PIKE ist unter dem Beta-Site Vertrag zwischen SPGPrints B.V. und KBC Manufaktur Köchlin, Baumgartner & Cie GmbH (Auftragsbestätigung ZZ-1000206-01 (V08) vom 10. Dezember 2015) in Betrieb genommen worden. Danach haben SPGPrints B.V. und KBC Manufaktur Köchlin, Baumgartner & Cie GmbH am 24. Mai 2016 eine Bezahlungsänderung vereinbart (ÄNDERUNG-01 auf Auftragsbestätigung ZZ-1000206-01 (V08) vom 10. Dezember 2015).
Nach dieser lntriebnahme ist konstatiert worden, dass SPGPrints aufgrund von übermässiger Staubbelastung komplettierende Anpassungen an der PIKE gemacht hat und noch machen soll.
Daneben ist verabredet, dass noch eine verbesserte Version der Klebewerks installiert wird. Vorgesehen ist, dass diese Anpassungen bis zum 1. Januar 2017 dauern. Bei Rückmeldungen von KBC können in Zukunft noch weitere Anpassungen implementiert werden.
Nach der Besprechung am 23. August 2016 bei KBC haben die Herren [voormalig CEO van KBC] und [medewerker KBC Fashion 1] (KBC) und die Herren [Chief Technology Officier bij SPGPrints] , [medewerker SPGPrints B.V. 2] und [medewerker SPGPrints B.V. 3] (SPGPrints B.V.) folgende Änderungen vereinbart:
(…)
Bezahlung:
(…)
EUR 2.400.000,00 wie folgt zu bezahlen:
* EUR 360.000,00 wird bezahlt in 18 gleichhohen (je EUR 20.000,00), aufeinanderfolgenden 1-monatlichen
Raten. Die erste Rate ist fällig am
30. Januar 2017,
* EUR 2.040.000,00 innerhalb von 10 Tagen nach dem Standort-Akzeptanztest (SAT), jedoch nicht später als
30. August 2018, je nachdem, was zuerst eintrifft.
(…)
SAT Datum:
Start des SAT bei KBC in Lörrach, Deutschland 2 Juli 2018
(…)
Rückgabeklausel:
Für den Zeitraum bis 15. Juli 2018 ist KBC berechtigt, die PIKE Digitaldruckmaschine an SPGPrints zurückzugeben, wenn,
1) innerhalb dieses Zeitraums gemeinsam konstatiert wird, dass die PIKE Digitaldruckmaschine nicht die
vereinbarte Leistungsfähigkeit wie im SAT demonstriert und bestätigt erbringt
2) während des Zeitraums von 15.Juli 2017 bis 15. Juli 2018 die Firma KBC feststellt, dass die PIKE
Digitaldruckmaschine nicht 90% erste Wahl produzieren kann oder öfter mehr als 10% nicht erste Wahlware
digital abgedruckt produzieren kann. ln diesem Fall hat die Firma KBC das Recht die PIKE
Digitaldruckmaschine zurückzugeben. Als nicht erste Wahl gelten Defekte, die eindeutig durch den digitalen
Druckprozess mit der PIKE verursacht sind.
Defekte, die durch einen Bediener, das Textilsubstrat, die Vorbehandlung, den Veredlungsprozess usw.
verursacht wurden, zählen nicht dazu. Dies muss unter der Bedingung geschehen, dass die Firma KBC die
Firma SPGPrints schriftlich darauf aufmerksam macht und der Firma SPGPrints 6 Wochen Zeit gibt, den
Mangel zu beheben.
2.7.
Op 8 september 2016 zijn SPGPrints, KBC Fashion en KBC Manufaktur overeengekomen dat KBC Fashion in het kader van de Overeenkomst, inclusief de Änderung-02, in de plaats treedt van KBC Manufaktur.
2.8.
De SAT (Standort-Akzeptanztest) is de test van de PIKE die partijen hebben afgesproken om de prestaties van de PIKE te bewijzen. Ten behoeve van deze test zijn partijen ‘acceptatiecriteria’ overeengekomen, die zijn opgenomen in het ‘Standort- Akzeptanztest Protokoll’ van bijlage 4 van de Overeenkomst (hierna: het SAT-Protokoll).
2.9.
Van 2 tot en met 4 juli 2018 heeft de SAT plaatsgevonden.
2.10.
Bij brief van 9 juli 2018 heeft de advocaat van SPGPrints onder meer het volgende aan KBC Fashion bericht:
The SAT has taken place and the reports have been circulated. Not only the run-up to the SAT was difficult (as two days before the SAT, KBC tried to frustrate the process by demanding that the yellow print heads would be included in the SAT), but also the execution of the SAT itself was very difficult. Unfortunately, SPG has to conclude that the SAT could not be performed as agreed in the contract due to KBC’s actions and omissions.
(…)
In view of the above, KBC has failed to meet its contractual obligations regarding the preparation of the PIKE and the execution and completion of the SAT. All rights in relation thereto are being reserved.
2.11.
Bij brief van 10 juli 2018 heeft de advocaat van KBC Fashion onder meer het volgende aan SPGPrints bericht:
von Montag, den 2. Juli 2018 bis einschließlich Donnerstag, den 5. Juli 2018 hat bei der KBC in Lörrach zusammen mit der SPG der SAT stattgefunden - wie vereinbart – zwei Varianten; eine mit und eine ohne das mitnehmen (andrucken) von dem gelben Farbbalken.
Beide Parteien haben die Ergebnisse von den Qualitätstests zusammen ausgefüllt in der Excel-datei die Sie in der
Anlage 1zu diesem Schreiben finden. Daraus folgt, dass in beiden Varianten der SAT
nichtbestanden wurde. Für mehr Detailinformationen verweise ich Sie auf die Tabelle in der Anlage 1. Diese Tabelle, als auch eine bearbeitete Version von dem SAT-Protokoll in
Word, wurde der SPG bereits am 6. Juli 2018 zugeschickt.
Offensichtlich weil der SAT ganz klar nicht bestanden wurde (was die SPG von dem 2. Juli bis einschließlich den 5. Juli 2018 in Lörrach auch niemals bestritten hat), versuchen Sie mit ihrem Schreiben von gestern namens SPG wiederum den Vertragsbruch von der SPG zu verschleiern in dem Sie diverse Vorwürfe an die KBC machen. Ihre Ausführungen entsprechen auch nicht den Tatsachen und dem geführten Dialog während dem SAT. ln der
Anlage 2ersehen Sie eine detaillierte Stellungnahme seitens KBC zu den diversen Äußerungen die Sie seitens SPG aufgeführt wurden.
Weiterhin muss festgestellt werden, dass die SPG nicht die Probleme beseitigt hat, worauf bereits in früheren Schreiben hingewiesen wurde. SPG hat nicht einmal einen Versuch unternommen um diese Probleme letztendlich zu lösen. Eine - nicht erschöpfende - Auflistung von diesen Mängeln finden Sie in der
Anlage 3zu diesem Schreiben.
Die KBC gibt der SPG hiermit die Gelegenheit um spätestens bis zum
11 . Juli um 17:00 Uhr mittagsschriftlich (mit einer E-Mail) und Vorbehaltslos an der Unterzeichner bestätigt zu haben, dass Sie die restlichen Probleme an der PIKE so schnell wie möglich, aber nicht später als dem 22. August 2018, auf eigene Kosten vollständig gelöst hat. Unter der Bedingung dass die beantragte schriftliche Bestätigung aber nicht rechtzeitig erhalten wird;
(I) erklärt die KBC hiermit im Voraus den Rücktritt von dem Kaufvertrag auf Grund von dem ihr vorliegenden, gesetzlichen Rücktrittsrecht;
(ll) erklärt die KBC hiermit-
hilfsweise-im Voraus den partiellen Rücktritt und/oder beruft die KBC sich auf einen Preisreduzierung, so dass die Verpflichtung um den EUR 2.040.000 zu zahlen, entfällt;
(lll) beruft die KBC sich hiermit -
hilfsweise- auf die vertragliche Rückgabeklausel. Jetzt wo bei dem SAT
gemeinsamfestgestellt wurde, dass die Qualität nicht ausreichend gewesen ist (und also der SAT nicht bestanden ist), kann die KBC die PIKE zurückgeben. Außerdem kann die KBC diese Klausel auch einberufen auf Grund der zweiten Variante; die 90% Prozentrate ist- wie Sie wissen - nicht geschafft, der SPG wurde mehrmals eine 6 Wochen Frist gegeben um diese Probleme zu beseitigen und die Stellungnahmen die SPG KBC entgegengesetzt hat, sind nicht richtig.
Wenn die beantragte schriftliche Bestätigung nicht rechtzeitig erhalten wird, dann kann die SPG nach dem 11. Juli 2018 auch gerne direkt mit der KBC in Kontakt treten um die Logistik der Rücknahme der PIKE abzustimmen. Aufgrund der bisherigen Stellungnahme der SPG, befürchtet die KBC aber, dass die SPG nicht bereit sein wird die bereits bezahlten EUR 360.000 zurück zu erstatten. Die KBC ist der Meinung, dass die Zurückgabe der PIKE und die Zurückzahlung der EUR 360.000, gleichzeitig stattfinden soll. Die SPG wird hiermit gebeten um spätestens bis zum
11. Juli um 17:00 Uhr nachmittagsschriftlich (mit einer E-
Mail) zu bestätigen, dass sie zu solch einer (gleichzeitigen) Rückgabe bereit ist.
2.12.
Bij brief van 11 juli 2018 heeft de advocaat van SPGPrints onder meer het volgende aan KBC Fashion bericht:
In your letter dated 10 July, 2018 you state that the SAT would not have been successful. You claim that, in case SPG does not confirm before 17:00pm that the alleged shortcomings to the PIKE will be solved at the expense of SPG, KBC will return the PIKE and hold SPG responsible for various damages that KBC would have incurred.
As indicated several times, SPG cannot be held liable for the alleged shortcomings in your letter and SPG rejects all liability. KBC cannot invoke article 6:265 Dutch Civil Code, as parties agreed to exclude this statutory provision by agreeing the Rückgabeklausel. Therefore, the claim on page 2 of your letter under (I) and (II) is unjustified. As also indicated several times, the conditions of the Rückgabeklausel have not been met. The outcome of the SAT does not change this.
KBC cannot invoke the Rückgabeklausel, because the SAT did not show that the 90% first choice production limit has not been met. Furthermore, even if this were the case, the Rückgabeklausel cannot be invoked under these circumstances. The restrictive effect of reasonableness and fairness, article 6:248 paragraph 2 Dutch Civil Code, implies that a contractual condition cannot be invoked if it has been brought about by the
party itself invoking it. As stated in my letter dated 9 July, 2018, KBC made it very difficult for SPG to execute the SAT from 2 July 2018 until 5 July 2018. KBC failed to prepare the PIKE for the SAT, failed to cooperate during the SAT and made the execution of the SAT even more difficult by making certain demands. The SAT could not be performed as agreed in the contract, which was a breach of contract by KBC. For the relevant acts and omissions, we refer to our letter dated 9 July, 2018.
It is emphasized here that, contrary to the statement on page 2 of your letter, parties have not jointly established that the production quality of the SAT is insufficient, as KBC rejected to note any outcomes of the SAT together with SPG, let alone that the parties would have established together that the quality was insufficient. Under these circumstances, the Rückgabeklausel, if applicable at all, would lead to unacceptable consequences for SPG. KBC would be discharged of its contractual obligation as a consequence of the frustration of the SAT by its acts, omissions and the breach of contract by KBC, while SPG fulfilled its contractual obligations.
Finally, with regard to the allegation of KBC that SPG would never have taken any action to remedy the alleged shortcomings, we suffice by referring to our letter dated 22 June, 2018 in which we made clear that SPG has put in much effort, and even outside the scope of the contract, to meet the demands of KBC.
Considering all of the above, SPG is not liable for the alleged shortcomings and damages in your letter and SPG rejects all liability. SPG fully maintains its position in its previous letters.
Following the SAT, there is a remaining amount as parties agreed in the Änderung-02. Please find attached the final invoice. Payment of the outstanding amount of EUR 2.040.000,- is now claimed by 16 July 2018 at the latest, in the absence of which I must reserve all rights and remedies. It should be noted here, perhaps superfluously, that any suspension of KBC’s payment obligations would also be unjustified. In case of non-
payment, the contractual interest of 12% per year will be payable on the outstanding amount.
2.13.
Bij brief van 16 juli 2018 heeft de advocaat van KBC Fashion onder meer het volgende aan SPGPrints bericht:
mit diesem Brief bestätige ich Ihnen, dass am Mittwoch den 11. Juli 2018 um 17:00 Uhr die Rechtsfolgen, wie bereits in meinem Schreiben vom 10. Juli 2018 angekündigt, eingetreten sind. Da ein Rücktritt von dem Vertrag stattgefunden hat wird die KBC auch nicht die Zahlungen vornehmen, die Sie in dem Schreiben vom 11. Juli 2018 im Namen der SPG angefordert haben.
Insoweit rechtlich noch erforderlich um den Verzug der SPG eintreten zu lassen, wird der SPG hiermit bis zum
23. Juli 2018die Gelegenheit gegeben um die EUR 360.000 an die KBC zurückzuzahlen.
Aus Ihrem Schreiben vom 11. Juli 2018 wird klar ersichtlich, dass die SPG an einer Rücknahme der PIKE nicht mitwirken wird und das sie außerdem die bereits geleisteten Zahlungen von EUR 360.000 nicht zurückerstatten wird. Damit liegt hier ein Gläubigerverzug von der SPG vor. Hilfsweise weist die KBC darauf hin, dass Sie ihre Verpflichtung um die PIKE zurück zu geben, aussetzt bis die SPG bestätigt hat, dass Sie auf jeden Fall gleichzeitig die EUR 360.000 an die KBC erstatten wird.
Wie bekannt, bestreitet die KBC auch die weiteren Positionen die in Ihrem Schrieben vom 11. Juli 2018 gemeldet sind. Ich halte es nicht für notwendig diese hier alle zu wiederholen. Selbstverständlich hält sich die KBC die Rechte vor.
2.14.
Bij brief van 18 juli 2018 heeft de advocaat van SPGPrints onder meer het volgende aan KBC Fashion bericht:
KBC has not fulfilled its payment obligation of EUR 2.040.000 within the contractually agreed time frame, and fiom your letter it follows that KBC does not intend to pay this amount at all. As a result, KBC is in default and has committed a serious breach of contract. Based on this, SPG hereby rescinds (
ontbindt) the contract. As a result, obligations arise to undue what has been performed under the contract and your client is liable for all (ancillary) damages resulting from its breach of contract and from the rescission itself.
The PIKE will need to be returned to SPG. SPG will start the dismantling of the PIKE at KBC on Tuesday, 24 July 2018. We kindly but urgently request KBC to cooperate in the planning of the dismantling and return of the PIKE. The costs of the dismantling and transport of the PIKE will be for KBC’s account as damages resulting from the rescission.
SPG will suffer damages, as it will receive back a PIKE that has been used (and used incorrectly) by KBC. KBC is obliged to compensate SPG’s damages amounting EUR 1.327.100. These damages amount to the positive contract interest plus ancillary damages. These can be calculated as the purchase price, less the instalments already paid and the estimated residual value of the PIKE, plus the costs of decommissioning, transport and refurbishing. Please see Annex 1 for a specification of that amount. This is a provisional and
conservative calculation of the damages, and all rights to claim additional damages as these may occur, are explicitly reserved.
We also note that KBC has used the PIKE up to this very day. Not only is this evidence of the disingenuous
nature of KBC’s complaints, it also means that KBC has derived substantial financial benefits from the
contract. The rights of my client in relation thereto are explicitly reserved.
It follows from all of the above that KBC’s claim to refund EUR 360.000, as expressed in your letter, is
totally unjustified.
2.15.
Bij brief van 20 juli 2018 heeft de advocaat van KBC Fashion onder meer het volgende aan SPGPrints bericht:
Die KBC macht die SPG hiermit noch zusätzlich haftbar für einen Betrag von EUR 79.200.
Die KBC hat nämlich Farbstoffe bei der SPG gekauft, die speziell für die PIKE gefertigt sind. Diese Farbstoffe (ca. 3.600 kg¹) haben für die KBC keinen Nutzen mehr. Weil die Ankäufe von diesen Farbstoffen eng mit dem Erwerb der PIKE zusammenhängen und die KBC zurückgetreten ist von dem Hauptvertrag, kann die KBC auch zurücktreten von den mit dem Hauptvertrag zusammen hängende Ankäufe. Insoweit erforderlich, wird hiermit der Rücktritt einberufen von den Kaufverträgen bezüglich der Farbstoffe. Hilfsweise gilt das KBC diese Kosten als Schadenersatzanspruch von der SPG fordern kann.
2.16.
Op 20 juli 2018 heeft prof. dr. rer. nat. [naam 1] (hierna: prof. dr. [naam 1] ) in opdracht van KBC Fashion onderzoek gedaan naar de status van de PIKE, de eventuele gebreken daaraan en de oorzaken van die gebreken. Op 17 december 2018 heeft prof. dr. [naam 1] zijn rapport uitgebracht, met als onderwerp ‘Fachliche Stellungnahme zu PIKE-Digitaldruckmaschine’.
2.17.
Op 24 juli 2018 heeft SPGPrints de PIKE bij KBC Fashion opgehaald. KBC Fashion stelt in een e-mail van 23 juli 2018 aan SPGPrints voor de PIKE te laten onderzoeken door een deskundige. SPGPrints gaat daar niet mee akkoord. Op 23 juli 2018 heeft SPGPrints de status van de PIKE vastgesteld en de uitkomsten daarvan vervat in een rapport van 27 juli 2018.
2.18.
Bij brief van 11 september 2018 heeft de advocaat van KBC Fashion aan SPGPrints gevraagd of zij, kort gezegd, de overgebleven inkt zou willen terugnemen en onder welke voorwaarden, dan wel of zij de gegevens zou willen verstrekken van de andere klanten van SPGPrints die een PIKE gebruiken, zodat KBC Fashion de overgebleven inkt aan hen kan doorverkopen. Bij brief van 18 september 2018 heeft de advocaat van SPGPrints aan KBC Fashion bericht dat zij de inkt niet kan terugnemen, omdat de inkt een beperkte houdbaarheidsdatum heeft en de inkt onder bepaalde omstandigheden moet worden bewaard. Partijen hebben daarna over en weer nogmaals gecorrespondeerd over dit punt, maar tot andere inzichten heeft dat niet geleid.

3.Het geschil

de vordering

3.1.
SPGPrints vordert na vermeerdering van eis dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
(I) voor recht verklaart dat de Overeenkomst per 18 juli 2018 rechtsgeldig is ontbonden,
(II) KBC Fashion veroordeelt om SPGPrints een bedrag ad € 87.151,00 aan waardevergoeding voor de verrichte diensten te betalen,
(III) KBC Fashion veroordeelt om alle schade die SPGPrints heeft geleden (of zal lijden) vanwege de ontbinding van de Overeenkomst te vergoeden, welke schade tot op heden wordt begroot op een bedrag van € 1.561.666,00, vermeerderd met de contractuele rente van 12% daarover vanaf 16 juli 2018, althans van de dag der procesinleiding tot aan de dag der algehele voldoening,
(IV) KBC Fashion veroordeelt om van de winst die zij heeft gegenereerd met de PIKE in de periode van 18 juli tot en met 23 juli 2018 opgave te doen en deze winst af te dragen aan SPGPrints,
(V) KBC Fashion veroordeelt aan SPGPrints te voldoen de kosten van dit geding, inclusief de nakosten, binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen genoemde termijn zijn voldaan, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente verschuldigd is.
3.2.
SPGPrints stelt dat KBC Fashion tekort is geschoten ten aanzien van meerdere verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst, waaronder haar betalingsverplichting en haar verplichtingen met betrekking tot de SAT. SPGPrints heeft de Overeenkomst per 18 juli 2018 ontbonden. Dit leidt tot ongedaanmakingsverplichtingen. De PIKE is teruggeleverd aan SPGPrints en zij maakt aanspraak op een waardevergoeding voor verrichte diensten. Daarnaast heeft SPGPrints schade geleden, onder meer bestaande uit een waardevermindering van de PIKE, de ontmanteling van de PIKE bij KBC Fashion en allerlei kosten die verband houden met het verkoopklaar maken van de PIKE. Medio 2019 is de PIKE verkocht aan een andere partij. In de berekening van de schade (akte vermeerdering vordering) heeft SPGPrints rekening gehouden met de verkoopprijs van de PIKE (€ 1.900.000,00) en het reeds door KBC Fashion betaalde bedrag van € 360.000,00. Omdat KBC Fashion de PIKE na de ontbindingsdatum nog enige tijd zonder rechtsgrond heeft gebruikt vordert SPGPrints afgifte aan KBC Fashion van de aldus geproduceerde textielen, althans afdracht van de winst die daarmee gegenereerd is.
3.3.
KBC Fashion voert gemotiveerd verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid althans afwijzing van de vorderingen van SPGPrints, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis en met veroordeling van SPGPrints in de daadwerkelijk gemaakte kosten van de procedure, althans in de forfaitair vast te stellen kosten van de procedure, inclusief nakosten en wettelijke rente,
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
de tegenvordering
3.5.
KBC Fashion vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
(I) SPGPrints veroordeelt tot betaling aan KBC Fashion van een geldsom van € 62.700,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 september 2018, althans 25 april 2019,
(II) SPGPrints veroordeelt tot betaling aan KBC Fashion van een geldsom van € 25.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 april 2019,
(III) SPGPrints veroordeelt in de forfaitair te bepalen kosten van deze procedure, inclusief de nakosten, met bepaling dat indien deze niet binnen zeven dagen na dagtekening van het vonnis zijn voldaan, vanaf de achtste dag de wettelijke rente is verschuldigd,
voorwaardelijk, namelijk onder de voorwaarde dat de door KBC Fashion gemaakte aanspraak op vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten afgewezen:
(IV) voor recht verklaart dat de vorderingen van SPGPrints in overwegende mate zijn gestoeld op stellingen van feitelijke aard waarvan SPGPrints de onjuistheid kende en/of behoorde te kennen en/of die een schending opleveren van de op SPGPrints rustende waarheidsplicht,
(V) SPGPrints veroordeelt tot vergoeding van de schade die KBC Fashion heeft geleden als gevolg van het poneren door SPGPrints van stellingen van feitelijke aard waarvan SPGPrints de onjuistheid kende en/of behoorde te kennen en/of die een schending opleveren van de op SPGPrints rustende waarheidsplicht, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
3.6.
KBC Fashion stelt dat zij bij brief van 20 juli 2018 de overeenkomsten met SPGPrints met betrekking tot de inkt die nog bij KBC Fashion aanwezig was heeft ontbonden. SPGPrints weigert aan de op haar rustende ongedaanmakingsverplichtingen te voldoen (terugname van de inkt en terugbetaling van het terzake betaalde bedrag van € 62.700,00). KBC Fashion maakt aanspraak op nakoming van die verplichtingen. Verder maakt KBC Fashion aanspraak op terugbetaling van een bedrag van € 25.200,00 wegens ten onrechte in rekening gebrachte kosten voor vervanging van zeven gele printkoppen. KBC Fashion stelt dat SPGPrints zich schuldig maakt aan misbruik van haar procesbevoegdheid, omdat zij haar vorderingen baseert op stellingen, waarvan zij de onjuistheid kende of behoorde te kennen, zodat aanspraak wordt gemaakt op vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte advocaatkosten. Voor zover dat niet toewijsbaar wordt geoordeeld, heeft KBC Fashion op dit punt twee voorwaardelijke vorderingen ingesteld.
3.7.
SPGPrints voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de tegenvorderingen, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis en met veroordeling van KBC Fashion in de kosten van de procedure inclusief wettelijke rente.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

van de vordering en de tegenvordering
Bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.
Deze zaak draagt een internationaal karakter omdat KBC Fashion is gevestigd in Duitsland. De rechtbank moet daarom ambtshalve de vraag beantwoorden of de Nederlandse rechter bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Tussen partijen is niet in geschil dat op grond van de in de Overeenkomst opgenomen bepaling ‘Anwendbares Recht und Rechtsstreitigkeiten’ (zie 2.5) de Nederlandse rechter, meer in het bijzonder de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, bevoegd is.
4.2.
Tussen partijen is verder niet in geschil dat op grond van diezelfde bepaling uitsluitend Nederlands recht van toepassing is in de rechtsverhouding tussen SPGPrints en KBC Fashion.
Beoordeling van de vordering
4.3.
De vorderingen van SPGPrints zijn alle gebaseerd op de stelling dat KBC Fashion tekort is geschoten in haar verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst. KBC Fashion zou niet hebben voldaan aan haar betalingsverplichting en niet hebben voldaan aan haar verplichtingen met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van de SAT. SPGPrints heeft niet uitdrukkelijk gesteld of met argumenten onderbouwd dat dit tweede verwijt een zelfstandige ontbindingsgrond vormt en de rechtbank zal dit ook niet als zelfstandige ontbindingsgrond behandelen, hetgeen onverlet laat dat dit punt wel relevant is voor de beoordeling, zoals hierna zal blijken.
4.4.
Ten aanzien van de betalingsverplichting stelt SPGPrints dat partijen in Änderung-02 expliciet hebben afgesproken dat het bedrag van € 2.040.000,00 binnen tien dagen na de SAT door KBC Fashion zou worden voldaan, maar in elk geval op 30 augustus 2018 door haar zou moeten worden betaald. De SAT heeft plaatsgevonden van 2 tot en met 4 juli 2018 en de eindfactuur is verstuurd op 11 juli 2018. KBC Fashion heeft genoemd bedrag niet betaald en is daarmee tekortgeschoten in haar betalingsverplichting, aldus SPGPrints. Daarnaast heeft KBC Fashion op 16 juli 2018 expliciet meegedeeld dat zij het openstaande bedrag niet zal betalen, zodat zij daarmee op grond van artikel 6:83 sub c BW van rechtswege in verzuim is.
4.5.
KBC Fashion weerspreekt niet dat zij het bedrag van € 2.040.000,00 niet heeft voldaan. Zij betwist echter wel dat zij daarmee tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting en voert daartoe het volgende aan:
1) Partijen zijn overeengekomen dat het restant van de koopprijs opeisbaar zou worden, onder de opschortende voorwaarde dat de PIKE was geslaagd voor de SAT. Nu de PIKE niet is geslaagd, is de voorwaarde niet vervuld en de koopprijs niet opeisbaar geworden;
2) KBC Fashion heeft vóór 18 juli 2018, namelijk op 11 juli 2018, de Overeenkomst reeds succesvol ontbonden op de grond dat de PIKE gebreken vertoonde welke, ondanks ingebrekestelling, niet zijn verholpen;
3) KBC Fashion heeft terecht een beroep gedaan op de contractuele teruggeefclausule (Rückgabeklausel), aangezien de PIKE niet is geslaagd voor de SAT.
Is de overeenkomst terecht door KBC Fashion ontbonden
4.6.
De rechtbank zal eerst ingaan op de vraag of KBC Fashion de overeenkomst terecht heeft ontbonden. SPGPrints heeft in dit verband aangevoerd dat de Rückgabeklausel aan de ontbinding door KBC Fashion in de weg staat. Daarmee hebben partijen immers beoogd een regeling te treffen voor het geval de PIKE niet aan de gerechtvaardigde verwachtingen zou voldoen en is het wettelijke ontbindingsrecht uitgesloten.
4.7.
KBC Fashion betwist dat partijen hebben beoogd de wettelijke remedie van artikel 6:265 BW met de Rückgabeklausel uit te sluiten.
4.8.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. KBC Fashion merkt terecht op dat dit een kwestie van uitleg van de overeenkomst is waarbij het aankomt op hetgeen partijen over en weer redelijkerwijs uit elkaars verklaringen hebben mogen afleiden. Partijen hebben in de overeenkomst een regeling getroffen voor het geval de PIKE niet zou voldoen aan de gerechtvaardigde verwachtingen van KBC Fashion. Die gerechtvaardigde verwachtingen bestonden uit een bepaalde productiekwaliteit (90% Erste Wahl) en het slagen voor de SAT overeenkomstig het SAT Protokoll. Voldoet de machine niet, dan mag KBC Fashion hem teruggeven en hoeft ze het restant van de koopprijs niet te betalen. Daarmee hebben partijen beoogd de gevolgen te regelen indien de PIKE niet zou voldoen aan de verwachtingen. Een redelijke uitleg van deze bepaling brengt mee dat KBC Fashion in dat geval geen recht heeft op aanvullende wettelijke remedies bij tekortkoming, zoals ontbinding en schadevergoeding. KBC Fashion heeft de overeenkomst daarom niet op deze grond kunnen ontbinden.
Heeft KBC Fashion terecht een beroep gedaan op de Rückgabeklausel?
4.9.
De rechtbank stelt voorop dat de inhoud van Änderung-02 tussen partijen niet ter discussie staat. Partijen zijn met betrekking tot de Rückgabeklausel in Änderung-02 het volgende overeengekomen:
Für den Zeitraum bis 15. Juli 2018 ist KBC berechtigt, die PIKE Digitaldruckmaschine an SPGPrints zurückzugeben, wenn,
1) innerhalb dieses Zeitraums gemeinsam konstatiert wird, dass die PIKE Digitaldruckmaschine nicht die
vereinbarte Leistungsfähigkeit wie im SAT demonstriert und bestätigt erbringt
2) während des Zeitraums von 15. Juli 2017 bis 15. Juli 2018 die Firma KBC feststellt, dass die PIKE
Digitaldruckmaschine nicht 90% erste Wahl produzieren kann oder öfter mehr als 10% nicht erste Wahlware
digital abgedruckt produzieren kann. ln diesem Fall hat die Firma KBC das Recht die PIKE
Digitaldruckmaschine zurückzugeben. Als nicht erste Wahl gelten Defekte, die eindeutig durch den digitalen
Druckprozess mit der PIKE verursacht sind.
Defekte, die durch einen Bediener, das Textilsubstrat, die Vorbehandlung, den Veredlungsprozess usw.
verursacht wurden, zählen nicht dazu. Dies muss unter der Bedingung geschehen, dass die Firma KBC die
Firma SPGPrints schriftlich darauf aufmerksam macht und der Firma SPGPrints 6 Wochen Zeit gibt, den
Mangel zu beheben.
4.10.
Het komt er dus op neer dat KBC Fashion tot 15 juli 2018 is gerechtigd de PIKE aan SPGPrints terug te geven, indien:
1. partijen gezamenlijk constateren dat de PIKE tijdens de SAT niet de vooraf geformuleerde acceptatiecriteria behaalt, hetgeen wordt vastgesteld door een vergelijking te maken tussen het huidige prestatievermogen van de PIKE en het prestatievermogen van de PIKE tijdens de (eerste) SAT op 25 september 2015, dan wel
2. KBC Fashion gedurende de periode van 15 juli 2017 tot en met 15 juli 2018 vaststelt dat de PIKE niet 90% eerste keus (erste Wahl) kan produceren of vaker meer dan 10% niet eerste keuze-goed digitaal geprint kan produceren. Niet eerste keus is daarbij gedefinieerd als eenduidig veroorzaakt door het drukproces met de PIKE. Daar vallen niet onder gebreken die zijn veroorzaakt door andere omstandigheden, zoals een fout van degene die de PIKE bedient, het textielsubstraat, de voorbehandeling of de nabehandeling.
Met eerste keus productie wordt in dit verband bedoeld de bedrukte substraten zonder gebreken in de bedrukking die derhalve tegen het gebruikelijke tarief – variërend tussen de
€ 6,00 en € 8,00 – kunnen worden verkocht. Met tweede keus productie wordt in dit verband bedoeld de bedrukte substraten die enkele gebreken bevatten en alleen tegen korting of dumpprijzen kunnen worden verkocht aan handelaren. De derde keus productie zijn de bedrukte substraten die een overvloed aan gebreken bevatten en alleen per kilogram kunnen worden verkocht aan opkopers. Met reststoffen worden tot slot de bedrukte substraten bedoeld die zijn afgekeurd en helemaal niet meer kunnen worden verkocht.
Ad 1: Hebben partijen gezamenlijk geconstateerd dat de PIKE tijdens de SAT niet de vooraf geformuleerde acceptatiecriteria heeft behaald?
4.11.
Partijen zijn het erover eens dat als voormelde vraag bevestigend moet worden beantwoord, KBC Fashion in beginsel is gerechtigd de PIKE aan SPGPrints te retourneren.
4.12.
Voorafgaand aan de SAT is er discussie geweest over de gele printkoppen. SPGPrints was van mening dat de gele printkoppen zouden moeten worden uitgesloten van de SAT, omdat deze door KBC Fashion moesten worden vervangen nu er water door de vieze persluchtleiding in de gele printkoppen was gekomen. KBC Fashion stelde zich op het standpunt dat de gele printkoppen zouden moeten worden inbegrepen in de SAT, omdat zij een basisbestanddeel vormen van de PIKE en zonder welke gele printkoppen geen goede test kon worden gehouden. Omdat partijen er niet uitkwamen, heeft men ervoor gekozen om tijdens de SAT twee rapporten op te maken: één rapport inclusief de gele printkoppen en één rapport exclusief de gele printkoppen.
4.13.
De SAT heeft plaatsgevonden van 2 tot en met 4 juli 2018. Los van de hiervoor weergegeven discussie over de gele printkoppen, staat vast dat partijen gezamenlijk het volledige SAT-Protokoll hebben doorlopen en alle tests hebben uitgevoerd. Naar het oordeel van de rechtbank is aannemelijk geworden dat partijen ook gezamenlijk hebben vastgesteld dat de PIKE tijdens de SAT niet alle vooraf geformuleerde acceptatiecriteria heeft behaald.
4.14.
Door SPGPrints wordt immers niet weersproken dat de heren [medewerker SPGPrints 1] en [medewerker SPGPrints 4] van SPGPrints enerzijds en de heren [medewerker KBC Fashion 1] en [medewerker KBC Fashion 2] van KBC Fashion anderzijds tijdens de SAT steeds alle gedrukte dessins gezamenlijk hebben gecontroleerd. Bij de schouwtafel hebben zij iedere druk en de daarbij vastgestelde gebreken gezamenlijk besproken en beoordeeld of de kwaliteit van deze druk in het kader van de SAT voldoende was. Iedere partij had bij ieder dessin ook de mogelijkheid om foto’s te nemen van de vastgestelde gebreken. Partijen hebben daarop gezamenlijk een handgeschreven testprotocol opgesteld. Dit hebben zij vervolgens gezamenlijk in het ‘technisch bureau’ bij KBC Fashion besproken en afgestemd, waarna de resultaten zijn neergelegd in de Excel-sheet behorende bij het e-mailbericht van 6 juli 2018 van KBC Fashion aan SPGPrints (productie 99 van KBC Fashion). Uit deze Excel-sheet blijkt het volgende (het betreft de punten ten aanzien waarvan beide partijen gebreken/afwijkingen hebben geconstateerd):
Rollen ID SPGPrints Beurteilung KBC Beurteilung
Druckqualität in Bezug auf Druckqualität in Bezug auf
Muster (1) Muster (1)
2 schlechter Uniformity Probleme im schwarz,
nicht bestanden
3 schlechter wegen gelben Streifen Druck streifig im schwarz von Düsen und auch
vom gelb, nicht bestanden
4 schlechter Uniformity Probleme an der Kante vom
scharzen Druckbalken, daher nicht bestanden
8 schlechter streifig und Uniformity vom schwarz, daher
nicht bestanden
15 schlechter wegen gelben Streifen Uniformity gelb schlecht und Düsenstreifen
vom schwarz, Aufgrund Düsenstreifen nicht
bestanden
16 schlechter an einer Kante leichter Streifen evtl. von gelb -
Ergebnis unklar
18 schlechter an einer Stelle an der Kante permanent
abgefleckt in der Mansarde und ein
Wasserfleck, daher nicht bestanden
20 schlechter uniformity Streifen schwarz, nicht bestanden
22 schlechter (ähnlich wenn man Uniformity Streifen und Wasserflecken an
Wasserfleck ausschlieβt) einer Kante, nicht bestanden
24 schlechter an einer Kante leicht abgefleckt im Trockner,
nicht bestanden
26 schlechter Düsenstreifen an einer Kante, nicht bestanden
30 schlechter leichte Abschmierungen vom Trockner, nicht
bestanden
33 schlechter (aber ähnlich wenn man Düsenstreifen und 2 Wassertropfen, nicht
Wasserfleck ausschlieβt) bestanden
36 schlechter abgefleckt von Mansarde, nicht bestanden
4.15.
SPGPrints heeft haar uitkomsten van de SAT (ook) vastgelegd in een Engelstalige versie van het Excel-sheet (productie 72 van SPGPrints). De rechtbank stelt vast dat deze uitkomsten overeenkomen met de hiervoor weergegeven uitkomsten in de door KBC Fashion opgemaakte Duitstalige versie van het Excel-sheet.
4.16.
Naar het oordeel van de rechtbank staat daarmee vast dat partijen gezamenlijk hebben vastgesteld dat de PIKE tijdens de SAT niet alle vooraf geformuleerde acceptatiecriteria heeft behaald. Dit betekent dat nu de PIKE niet is geslaagd voor de SAT, KBC Fashion in beginsel met een beroep op de Rückgabeklausel uit de Änderung-02 is gerechtigd de PIKE aan SPGPrints te retourneren.
4.17.
SPGPrints stelt evenwel dat de SAT niet is geslaagd door toedoen en/of nalaten van KBC Fashion. Zij voert aan dat KBC Fashion tijdens de uitvoering van de SAT alleen maar heeft tegengewerkt. SPGPrints verwijt KBC Fashion onder meer het volgende:
- KBC Fashion had de PIKE en de ruimte waarin de PIKE stond, niet juist ingesteld, althans zo bleek toen SPGPrints wilde beginnen met de SAT op 2 juli 2018;
- de kamertemperatuur van de ruimte waarin de PIKE zich bevond was veel te hoog, waardoor ook de inkttemperatuur te hoog was;
  • tijdens de SAT constateerde SPGPrints dat diverse zwarte printkoppen moesten worden vervangen en dat de thermoplast op de drukband aan vervanging toe was;
  • KBC Fashion weigerde mee te werken aan het aanpassen van de uniformiteit (‘uniformity’) aan het afdrukken op de hogere snelheden. Uniformity houdt in dat egale vlakken worden bedrukt op textiel. Om egale vlakken te kunnen drukken moet de inktopbrengst binnen een printkop en tussen de printkoppen worden afgeregeld. Als dit niet gebeurt, ontstaat er banding, zijnde banen met een afwijkende kleur of intensiteit qua kleur. De PIKE was volgens SPGPrints niet goed ingesteld, waardoor tijdens het drukken automatisch banen op het textiel ontstonden;
  • KBC Fashion weigerde zich te beperken tot het testen op de twee stoffen zoals vastgelegd in het SAT-Protokoll (‘Viskose Popeline mit gekettelten Kanten’ en ‘Viskose Musselin mit ungekettelten Kanten’);
  • KBC Fashion weigerde het SAT-Protokoll ter plaatse te ondertekenen, zoals bepaald in art. 9 van de Overeenkomst.
4.18.
KBC Fashion voert verweer tegen voornoemde stellingen van SPGPrints (met name in § 6.2 van haar verweerschrift). Zij voert in dit verband met verwijzing naar verschillende producties onder meer het volgende aan:
- het is onjuist dat de thermoplast zich bij de SAT in een slechte toestand bevond;
- het is onjuist dat de kamertemperatuur te hoog was; deze was bij de SAT tussen de 25°C en 26°C, hetgeen nagenoeg gelijk is aan de optimale temperatuur als gemeld in de eigen handleiding van SPGPrints;
- voor zover de printkoppen de temperatuur van 30°C bereikten, had dit te maken met de omstandigheid dat de PIKE niet in staat was om de printkoppen op een gelijkmatige temperatuur te doen opereren;
- de monteurs van SPGPrints hebben een week voorafgaande aan de SAT aan de hand van testprints vastgesteld of alle printkoppen naar behoren functioneerden en dat SPGPrints toen aan KBC Fashion heeft medegedeeld welke printkoppen dienden te worden vervangen, hetgeen KBC Fashion vervolgens ook heeft gedaan,
- nu SPGPrints voorafgaand aan de SAT 20 zwarte printkoppen heeft vervangen, kan de eerdere niet-vervanging niet de oorzaak zijn geweest van het zakken van de PIKE voor de SAT,
- de monteurs van SPGPrints hebben twee hele dagen de tijd genomen om de PIKE in te stellen en het feit dat het probleem van de onjuiste uniformity bij de zwarte kleur nog steeds niet was opgelost, kan dus niet aan een vermeend tijdstekort worden opgehangen,
- er is geen sprake geweest van het niet willen stoppen van de productie om de uniformity in te stellen en het is juist SPGPrints geweest die trachtte de test te manipuleren in haar voordeel,
- na afloop van de SAT zijn met goedkeuring van SPGPrints nog enkele drukproeven gemaakt op andere substraten die afzonderlijk zijn gehouden van de drukproeven die wel onderdeel uitmaakten van de SAT,
- zij heeft niet ter plaatse het ‘certificate of acceptance’ willen ondertekenen omdat zij daarmee de PIKE zou accepteren en de afname van de PIKE door KBC Fashion dan een feit zou zijn.
4.19.
Nu KBC Fashion de stelling van SPGPrints dat de SAT niet is geslaagd door toedoen en/of nalaten van KBC Fashion gemotiveerd betwist, rust op SPGPrints conform de hoofdregel van artikel 150 Rv de bewijslast van deze stelling.
4.20.
SPGPrints heeft in haar procesinleiding op dit punt geen specifiek bewijsaanbod gedaan, maar meer in het algemeen bewijs aangeboden
“door de volgende getuigen (en zo nodig door deskundigenbericht):
- De heer [voormalig CEO van KBC] (voormalig CEO van KBC); en
- De heer [Chief Technology Officier bij SPGPrints] (Chief Technology Officier bij SPGPrints).”
4.21.
Naar het oordeel van de rechtbank zal het aangeboden getuigenbewijs niet kunnen leiden tot beantwoording van de vraag of de SAT niet is geslaagd door toedoen en nalaten van KBC Fashion. Vast staat immers dat genoemde heren [voormalig CEO van KBC] en [Chief Technology Officier bij SPGPrints] niet bij de SAT aanwezig zijn geweest en dus niet uit eigen wetenschap kunnen verklaren over de omstandigheden waaronder de SAT is verlopen en de status van de PIKE direct voorafgaand aan en tijdens de SAT. De rechtbank gaat daarom voorbij aan dit aangeboden getuigenbewijs. Wel ziet de rechtbank aanleiding om, zoals ook reeds ter zitting besproken, een deskundige te benoemen, die zich dient uit te laten over de vraag of het gegeven dat de SAT niet is geslaagd, is veroorzaakt door handelingen die KBC Fashion heeft verricht en/of nagelaten. Het deskundigenbericht dient zich te beperken tot deze vraag.
Naar het oordeel van de rechtbank kan worden volstaan met de benoeming van één Nederlandse deskundige op het gebied van zowel (digitaal) drukmachines als de inkt die bij dergelijke machines wordt gebruikt.
4.22.
Voordat wordt overgegaan tot het benoemen van een deskundige, zal de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over de persoon van de deskundige en de aan de deskundige voor te leggen vragen. De rechtbank zal de zaak met dit doel naar de rol verwijzen. De rechtbank gaat ervan uit dat partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de persoon van de deskundige. Voor zover partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over de persoon van de deskundige – en zij om die reden ieder een eigen deskundige voorstellen – dienen partijen gemotiveerd aan te geven waarom zij de voorkeur geven aan de door henzelf voorgestelde deskundige en waarom de door de wederpartij voorgestelde deskundige niet voor benoeming in aanmerking zou moeten komen. Daarbij valt te denken aan zwaarwegende redenen als gebrek aan deskundigheid of gerechtvaardigde twijfels met betrekking tot de onpartijdigheid ten opzichte van één van de partijen. Dergelijke zwaarwegende redenen dienen onderbouwd te worden gesteld, bij gebreke waarvan de rechtbank aan bezwaren voorbij zal kunnen gaan. Na weging van de onderbouwing vóór en tegen de benoeming van een potentiële deskundige, zal de rechtbank vervolgens een door partijen aangedragen deskundige of een zelf gekozen deskundige benoemen.
4.23.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de eisende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door SPGPrints moeten worden betaald.
4.24.
Indien op grond van het deskundigenbericht komt vast te staan dat het gegeven dat de SAT niet is geslaagd, niet is gelegen in feiten en omstandigheden die voor rekening en risico komen van KBC Fashion, dienen de vorderingen van SPGPrints te worden afgewezen. Immers, in dat geval heeft KBC Fashion terecht een beroep gedaan op de Rückgabeklausel in Änderung-02 en was zij dus gerechtigd om de PIKE aan SPGPrints terug te geven, ten gevolge waarvan de verplichting tot betaling van het bedrag van € 2.040.000,00 teniet is gegaan. In dat geval ontbreekt ook een rechtsgrond voor schadevergoeding.
4.25.
Indien op grond van het deskundigenbericht komt vast te staan dat het niet slagen van de SAT wél is gelegen in feiten en omstandigheden die voor rekening en risico komen van KBC Fashion, dient vervolgens te worden beoordeeld of KBC Fashion een beroep toekomt op grond van sub 2 van de Rückgabeklausel. Volgens KBC Fashion heeft de PIKE gedurende de periode van 15 juli 2017 tot en met 15 juli 2018 niet 90% eerste keus (erste Wahl) geproduceerd. Volgens KBC Fashion komt haar dus ook daarom een beroep op de Rückgabeklausel toe. Zij verwijst daarbij naar productie 100. Dit betreft een overzicht waaruit volgens KBC Fashion kan worden afgeleid dat het percentage eerste keus over 2017 86,9% en over 2018 87,8% bedroeg, zodat de effectiviteitsnorm van 90% over genoemde periode niet is behaald. Door SPGPrints worden deze bevindingen van KBC Fashion gemotiveerd betwist. Volgens SPGPrints zijn de resultaten in het door KBC Fashion overgelegde overzicht niet representatief omdat bepaalde gebreken aan de bedrukte substraten zijn uitgesloten van de reikwijdte van de Rückgabeklausel. Volgens haar heeft KBC Fashion niet aangetoond dat de gestelde gebreken ‘eenduidig door het digitale drukproces zijn veroorzaakt’, en niet door eigen handelingen en/of nalaten van KBC Fashion. Daarnaast betwist SPGPrints de door KBC Fashion genoemde percentages. Zij stelt dat niet is bewezen dat de PIKE niet 90% eerste keus produceert of kon produceren. Volgens SPGPrints volgt uit een Excel-bestand afkomstig van KBC Fashion van 18 oktober 2017 (productie 49 van SPGPrints) dat de hoeveelheid eerste keus productie gedeeld door de totale hoeveelheid productie (die voor berekening van de eerste keus productie in aanmerking komt) 90,76% is. Daarmee is de grens voor de eerste keus productie wel gehaald. Bovendien, zo stelt SPGPrints, dateert dit overzicht van 18 oktober 2017, toen de PIKE nog vroeg in het bètatraject zat. De periode daarna zijn er alleen maar meer updates uitgevoerd, zodat de eerste keus productie alleen nog maar kan zijn gestegen. Tot slot stelt SPGPrints dat indien vast komt te staan dat de PIKE conform de cijfers van KBC Fashion de 90%-norm op 2,2 % na niet heeft gehaald, dat – gelet op het onjuiste en/of nalatige handelen van KBC Fashion – voor rekening en risico van KBC Fashion dient te komen.
4.26.
Gelet op het gemotiveerde verweer van SPGPrints op dit punt, rust conform de hoofdregel van artikel 150 Rv de bewijslast van de stelling dat gedurende de periode van 15 juli 2017 tot en met 15 juli 2018 de PIKE niet 90% eerste keus (erste Wahl) heeft geproduceerd op KBC Fashion. De rechtbank zal echter eerst het hiervoor bedoelde deskundigenbericht afwachten. Daarna zal zij zich beraden of eventueel nadere bewijslevering noodzakelijk is.
4.27.
Ook de overige aangevoerde verweren van KBC Fashion, zoals hiervoor onder 4.5 sub 1) en 2) verkort weergegeven, alsmede het door haar ter zitting gedane beroep op een opschortingsrecht ex artikel 6:262 BW, althans 6:52 BW, zullen in het vervolg van deze procedure – voor zover dan nog van belang – aan de orde komen.
4.28.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
Beoordeling van de tegenvordering
4.29.
De tegenvordering sub (I) is gegrond op de stelling dat KBC Fashion de overeenkomst op 20 juli 2018 terecht heeft ontbonden. Hetgeen de rechtbank in r.o. 4.8 heeft overwogen geldt ook ten aanzien van dit beroep op ontbinding, hetgeen betekent dat KBC Fashion de overeenkomst niet kon ontbinden Deze vordering zal worden afgewezen.
4.30.
De tegenvordering sub (II) is gebaseerd op de stelling dat de koopprijs voor de vervangende gele printkoppen ad € 25.200,00 onverschuldigd zou zijn betaald. Nu aan deze betaling kennelijk een koopovereenkomst ten grondslag heeft gelegen, die ook heeft geresulteerd in de levering van de betreffende printkoppen aan KBC Fashion, kan artikel 6:203 BW hier geen toepassing vinden. De subsidiaire grondslag voor deze vordering, te weten de ontbinding van de overeenkomst door KBC Fashion, kan om de reeds genoemde redenen niet slagen. Ook deze tegenvordering zal worden afgewezen.
4.31.
De beoordeling van de tegenvorderingen sub (IV) en (V) wordt, gezien hun voorwaardelijke karakter, aangehouden.
4.32.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
op de vordering
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
12 augustus 2020voor het nemen van een akte door beide partijen gelijktijdig waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage, zoals overwogen in rov. 4.22,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan,
op de tegenvordering
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. H.F.R. van Heemstra, K. van Vlimmeren - van Ommen en M.G.E. ter Hart en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2020.