1.14.In een brief van 4 april 2019 van neuroloog D. Brandsma, verbonden aan het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis, staat onder meer het volgende:
(…) Patiënte heeft klachten gebrek aan concentratie, korte termijn geheugenstoornissen en moeite met het verwerken van prikkels. Een NPO in 2013 toonde forse aandachts- en concentratieproblemen en gestoorde executieve functies bij een gemiddeld harmonisch IQ.
Deze klachten kunnen goed een relatie hebben met (de behandelingen) van haar hersentumor en leiden in het dagelijks leven vaak tot vermoeidheid en energieverlies. Dit is ook bij patiënte het geval.
Herstel van de cognitieve functies is bij deze lange medische voorgeschiedenis met al operaties op de kinderleeftijd niet duidelijk te verwachten. (…)
2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit – kort gezegd – ten grondslag gelegd dat
eiseres per datum in geding niet in aanmerking komt voor een Wajong-uitkering omdat op die datum weliswaar het arbeidsvermogen ontbreekt, maar dat het ontbreken van het arbeidsvermogen niet duurzaam wordt geacht.
Aan het besluit liggen het rapport van 27 december 2017 van de verzekeringsarts
M.H.W. Koucher - Smeets en het rapport van 24 april 2018 van de verzekeringsarts bezwaar en beroep B. Frenay – van Maasdam ten grondslag.
De verzekeringsarts M.H.W. Koucher – Smeets overweegt dat er sprake is van beperkingen door behandeling wegens een ernstige aandoening op jonge leeftijd. Daarnaast is er tevens sprake van andere problematiek, waarvoor nog behandelopties zijn. Ze is zeer recent gestart met behandeling. Er kan derhalve nog niet geconcludeerd worden tot duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bij haar onderzoek de brief met daarin het geactualiseerde behandelplan en de mail van 12 maart 2018 van de gz-psycholoog van [naam], de bevindingen van de verzekeringsarts M.H.W. Koucher-Smeets van 27 december 2017, de brief van 3 december 2017 van de gedragsneuroloog van [naam], de brief van 17 oktober 2017 met daarin het behandelplan, de brief van 2 maart 2017 van de gz-psycholoog van Werkenrode, de brief van 9 augustus 2016 van de huisarts, de brief van 8 december 2015 van de kinderneuroloog van het Radboud UMC (Amalia kinderziekenhuis), de indicatie van 27 februari 2015 van het CIZ en de gegevens die zijn verkregen bij de hoorzitting en bij het onderzoek betrokken.
Zij overweegt dat, gezien de behandeldoelen, verbeteren van de belastbaarheid van eiseres nog steeds niet is uitgesloten. Het betreft, aldus [naam], geen verbetering die moet leiden tot het kunnen verdienen van het minimumloon, maar een verbetering waarbij eiseres kan participeren en enige economische waarde moet hebben. Bij het ervaren van de vermoeidheid en prikkelgevoeligheid spelen meer factoren dan het NAH, factoren die ook volgens de behandelaars verbeteren kunnen. Behandeling is bovendien vrij recent (eind 2017) pas opgestart.
3. Eiseres heeft, samengevat, aangevoerd dat verweerder de beoordeling van (het al dan niet ontbreken van) de duurzaamheid niet zorgvuldig heeft verricht. De beoordeling heeft niet plaatsgevonden volgens het beoordelingskader, zoals dat is neergelegd en uitgewerkt in het SMBA en het Compendium, en vindt geen basis in een concrete deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden per de datum in geding.
Zo heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet concreet beschreven welke verbetering van de functionele mogelijkheden van eiseres door de behandeling zal ontstaan. Daar komt bij dat het aan verweerder is om aannemelijk te maken dat er arbeidsvermogen kan ontstaan.
Bovendien heeft er geen kenbaar overleg plaatsgevonden tussen de verzekeringsarts (bezwaar en beroep) en de arbeidsdeskundige (bezwaar en beroep) over de vraag of het arbeidsvermogen al dan niet duurzaam ontbreekt, terwijl het stappenplan dat volgt uit het SMBA daartoe wel noopt.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft wel opgemerkt dat er meer factoren dan de NAH een rol spelen, maar heeft niet benoemd welke factoren dit zijn. Zij heeft evenmin uitgewerkt tot welke verbetering dit kan leiden en wat dit betekent voor het arbeidsvermogen van eiseres.
Voorts heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep nagelaten om overleg te plegen met de behandelend gz-psycholoog A.J. de Beaufort over de behandeling die eiseres vanaf eind december 2017 heeft ontvangen.
Tot slot heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep nagelaten concreet te onderzoeken wat de behandeling inhoudt en op welke wijze de ingezette behandeling van invloed is op de mogelijkheden ter verbetering van de belastbaarheid, op de mogelijkheden tot verdere ontwikkeling en de mogelijkheden tot toename van bekwaamheden van eiseres, een en ander zoals bedoeld bij stap 3 van het stappenplan. Tot slot heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet benoemd welke concrete resultaten van de behandeling mogen worden verwacht met het oog op de mogelijkheden tot (arbeids)participatie.