ECLI:NL:RBGEL:2020:3701
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in verband met last onder dwangsom aan horecabedrijf wegens overtreding Noodverordening Covid-19
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 23 juli 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een horecabedrijf in Arnhem. De verzoeker, eigenaar van het horecabedrijf, had bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die door de voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland was opgelegd. Deze last was het gevolg van een overtreding van de Noodverordening Covid-19, waarbij op 27 juni 2020 was vastgesteld dat er te veel mensen in het horecabedrijf aanwezig waren en dat de 1,5 meter afstand niet werd nageleefd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van de last onder dwangsom toegewezen, omdat de last te ruim geformuleerd was en niet alle onderdelen van de Noodverordening waren overtreden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de verzoeker zwaarder wogen dan die van de verweerder, en schorste het besluit tot twee weken na de beslissing op bezwaar. Tevens werd bepaald dat de verweerder het griffierecht aan de verzoeker moest vergoeden.