ECLI:NL:RBGEL:2020:3589

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 juli 2020
Publicatiedatum
17 juli 2020
Zaaknummer
7553777 \ CV EXPL 19-721
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding leaseovereenkomst en schadevergoeding na total loss van voertuig

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 17 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Hoist Finance AB en een gedaagde partij, die eerder een leaseovereenkomst had gesloten voor een Volkswagen Golf. De gedaagde had de auto total loss verklaard na een aanrijding en was in gebreke gebleven met het betalen van de verschuldigde termijnen. Hoist vorderde betaling van het openstaande saldo en ontbinding van de leaseovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde tekort was geschoten in zijn verplichtingen uit de financieringsovereenkomst, waaronder het niet verzekeren van het voertuig en het niet teruggeven van het total loss verklaarde voertuig. De rechtbank stelde vast dat de financieringsovereenkomst kon worden ontbonden en dat de gedaagde verplicht was om de schadeposten te vergoeden. De vordering van Hoist werd toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 12.500,-, vermeerderd met rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de gedaagde in het kader van de leaseovereenkomst en de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichtingen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 7553777 \ CV EXPL 19-721 \ 25115 \ 40141
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht Hoist Finance AB
gevestigd te Stockholm (Zweden)
eisende partij
gemachtigde Groenendaal & Van Krijl Gerechtsdeurwaarders B.V.
tegen
[naam] , voorheen h.o.d.n. [naam garage]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
gemachtigde mr. B.F.M. Bos
procederende krachtens toevoegingsnummer 2FV7849
Partijen worden hierna Hoist en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 oktober 2019 en de daarin genoemde processtukken;
- de brief van de rechtbank van 5 november 2019 waarin de mondelinge behandeling bepaald werd op 27 maart 2020;
- de brief van 6 maart 2020 van de zijde van Hoist met aanvullende producties;
- de brief van de rechtbank van 24 maart 2020 waarin bepaald is dat in verband met de coronacrisis de geplande zitting niet doorgaat en dat Hoist schriftelijk kan reageren op de conclusie van antwoord van [gedaagde] ;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.

2.De feiten

2.1.
Op 28 april 2017 heeft [gedaagde] een leaseovereenkomst gesloten met Volkswagen Bank GmbH h.o.d.n. AutoCash (hierna: AutoCash) als kredietgever en XJ Experience B.V. (hierna: XJ) als leverancier.
2.2.
Op grond van die overeenkomst leverde XJ aan [gedaagde] een Volkswagen Golf (hierna: auto), betaalde AutoCash het grootste deel van de koopprijs van de auto aan XJ en verstrekte AutoCash in dat verband een kredietbedrag aan [gedaagde] .
2.3.
De overeenkomst (hierna: “financieringsovereenkomst”) bevat verder, voor zover hier van belang, de volgende bepaling:

(…)
Lessee:
a. Met dit krediet heeft u een voertuig gefinancierd. Dit voertuig heeft de leverancier aan u geleverd. Dit voertuig is juridisch eigendom van AutoCash totdat u het hele krediet heeft afgelost. (…)
b. De aankoopprijs is € 14.950,00 (inclusief btw). U heeft al een aanbetaling gedaan van € 3.050,00.
c. Tijdens de looptijd van de overeenkomst betaalt u aan AutoCash:
Aankoopprijs € 14.950,00
Aanbetaling € 3.050,00 -
Kredietvergoeding €3.379,80+
Totaal kredietbedrag € 15.279,80
d. Deze overeenkomst heeft een looptijd van 60 maanden. De overeenkomst gaat in zodra u het voertuig heeft ontvangen. U betaalt vanaf 1/6/2017 maandelijks € 181,33. In de laatste maand betaalt u ook de slottermijn van € 4.400,00. U betaalt op 1/5/2022 in totaal dus € 4.581,33 (…).
2.4.
De op de financieringsovereenkomst van toepassing verklaarde voorwaarden financial lease (hierna: algemene voorwaarden) bevatten onder meer de volgende bepalingen:

1. Verplichtingen
(…)
- U moet het voertuig op eigen kosten in goede staat houden (…)
(…)
- U of de door u aangewezen personen gebruiken het voertuig alleen voor de uitoefening van uw beroep of uw bedrijf.
(…)
- U moet ervoor zorgen dat het voertuig is verzekerd tegen alle soorten schade (“all-risk”).
(…)
2. Verzekering en Schade
(…)
U bent economisch eigenaar van het voertuig. Dit betekent onder meer dat alle mogelijke kosten voor onderhoud, verzekering en schade voor uw rekening en risico zijn.
(…)
Onherstelbare schade
Als het voertuig total loss is of zodanig is beschadigd dat reparatie volgens ons geen zin meer heeft, dan eindigt de financieringsovereenkomst op de dag van de schade.
Vergoeding verzekering
U moet ons een pandrecht geven op alle bedragen die u van uw verzekering krijgt ter vergoeding van het voertuig. Wij brengen uw verzekeraar hiervan schriftelijk op de hoogte. Wij laten het u meteen weten als wij ons pandrecht uitoefenen en overgaan tot het innen van bedragen. U heeft dan nog de gelegenheid om een vervangende zekerheid te stellen.

3.Betalen

U moet de termijnen betalen voor de vervaldagen die in de kredietovereenkomst staan genoemd.

Onze administratie is leidend
(…)
Betalingsverplichting
U bent verplicht om de termijnen te betalen, ook als u het voertuig om wat voor reden dan ook niet kunt gebruiken.
Te laat betalen
Als u betaalt na de vervaldag, dan mogen wij u het volgende in rekening brengen:
- 1,5 % rente per maand over het bedrag dat u niet op tijd heeft betaald. Wij berekenen deze rente vanaf de vervaldag tot de dag dat u heeft betaald.
- 15% buitengerechtelijke incassokosten over het bedrag dat u niet op tijd heeft betaald, met een minimum van € 40,00.

4.Wijziging en einde van de financieringsovereenkomst

(…)
Ontbinden na verstrekking krediet
Nadat wij u het krediet hebben verstrekt, mogen wij uw schuld in één keer opeisen in de volgende gevallen:
- u komt uw verplichtingen uit de financieringsovereenkomst niet, niet op tijd of helemaal niet na.

(…)

- wij vinden dat exploitatie van het voertuig economisch niet langer mogelijk is of wij vinden vervanging wenselijk.
- de verzekeringsmaatschappij stopt uw verzekering vanwege uw gedrag.
Teruggave voertuig
U bent verplicht om het voertuig bij ontbinding van de financieringsovereenkomst meteen aan ons terug te geven. (…) Dit geldt ook als het voertuig om een andere reden weer in ons bezit moet komen.
(…)
Als wij de financieringsovereenkomst ontbinden (…) dan betaalt u het volgende:
- het totaal van alle nog niet betaalde termijnen;
- de verschuldigde achterstandsrente en vergoedingskosten;
- de kosten voor inname van het voertuig;
- de restwaarde van het voertuig, gelijk aan het totale leasebedrag aan het begin van de financieringsovereenkomst, minus de vastgestelde waardevermindering, minus de dagwaarde van het voertuig, minus de rente over te vroeg betaalde termijnen. (…)
2.5.
Op 21 of 22 juni 2017 heeft er een aanrijding met de auto plaatsgevonden. De auto is total loss verklaard.
2.6.
Op 3 oktober 2017 heeft AutoCash aan [gedaagde] een brief gestuurd met de volgende inhoud:

In bovengenoemde overeenkomst heeft u een Financial Lease overeenkomst getekend voor een Volkswagen Golf (…).
Gezien voornoemd object teniet is, dienen de schadepenningen conform de algemene voorwaarden aan ons te worden uitgekeerd.
Van uw verzekeringsmaatschappij hebben wij vernomen dat er geen uitkering zal plaatsvinden van de schadepenningen.
Op basis van het vorenstaande wordt het gehele openstaande saldo door ons opgeëist.
U dient er voor zorg te dragen dat het restant verschuldigde ad€ 15.289,89binnen acht dagen na dagtekening op onze rekening staat bijgeschreven.(…)
2.7.
[gedaagde] is niet tot betaling overgegaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
In het tussenvonnis van 5 juli 2019 zijn de vorderingen van Hoist en de grondslagen van de vorderingen weergegeven. Bij repliek heeft Hoist de grondslag van haar vordering gewijzigd. Zij baseert haar vordering niet langer (enkel) op een tekortkoming van [gedaagde] in de nakoming van zijn betalingsverplichting uit hoofde van de financieringsovereenkomst, maar op een tekortkoming in de nakoming van andere verplichtingen uit de financieringsovereenkomst. Zo heeft [gedaagde] zich niet gehouden aan zijn verplichting om het voertuig tegen alle soorten van schade te verzekeren (artikel 1 algemene voorwaarden), heeft hij de kosten voor onderhoud, verzekering en schade niet voor zijn rekening genomen (artikel 2 algemene voorwaarden) en was er geen onderpand (verzekeringsuitkering) of andere vervangende zekerheid na de aanrijding (artikel 2 algemene voorwaarden), aldus Hoist. Vanwege deze tekortkomingen heeft Hoist/AutoCash de financieringsovereenkomst ontbonden op grond van artikel 4 van de algemene voorwaarden (de exploitatie van het voertuig was economisch niet langer mogelijk) en was [gedaagde] verplicht de auto in het bezit van Hoist/AutoCash te stellen. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan (het wrak is niet geretourneerd) en daarmee is [gedaagde] tekort geschoten in de nakoming van zijn ongedaanmakingsverplichting. Hij moet, aldus Hoist, nog altijd de gevorderde (schade)posten betalen, te weten: alle nog niet betaalde verschuldigde termijnen, rente, de kosten voor inname minus de (eventuele) opbrengst van het voertuig en buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
[gedaagde] had in eerste instantie betwist dat de cessie, die door Hoist was gesteld, rechtsgeldig was. Deze stelling heeft [gedaagde] bij dupliek niet langer gehandhaafd. Tussen partijen is dus niet (langer) in geschil dat Hoist door middel van cessie de vordering van AutoCash op [gedaagde] heeft overgenomen. Op de overige verweren van [gedaagde] zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
4.1.
Omdat één van partijen in het buitenland is gevestigd, zal ambtshalve worden beoordeeld of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en welk recht op het voorliggende geschil van toepassing is.
4.2.
[gedaagde] heeft zijn woonplaats in Nederland. Nederland is lidstaat van de Europese Unie. Op grond van de herschikte EEX Verordening (EU) Nr. 1215/2012 wordt de gedaagde partij opgeroepen voor een gerecht van de lidstaat waarin hij woont. Dat betekent dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Gelet op de woonplaats van [gedaagde] is de Rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Nijmegen bevoegd van de vordering kennis te nemen.
4.3.
Er is sprake van een internationale kredietovereenkomst en een internationale cessie. Op basis van de Verordening (EG) Nr. 593/2005 (Rome I), kan worden vastgesteld welk recht op het geschil van partijen toepasselijk is. De verordening bepaalt in artikel 3 lid 1 dat een overeenkomst wordt beheerst door het recht dat de partijen hebben gekozen en dat deze rechtskeuze uitdrukkelijk kan worden gedaan of kan blijken uit de bepalingen van de overeenkomst of de omstandigheden van het geval. In de financieringsovereenkomst is gekozen voor Nederlands recht. Dat betekent dat het geschil van partijen naar Nederlands recht zal worden beoordeeld.
Moet [gedaagde] iets betalen aan Hoist?
4.4.
De financieringsovereenkomst die door [gedaagde] met AutoCash is gesloten, is een kredietovereenkomst waarop titel 2B van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is (goederenkrediet – huurkoop). Kenmerk van dit krediet is dat de (juridische) eigendom van de roerende zaak, in dit geval de auto, bij AutoCash is gebleven en blijft, totdat [gedaagde] de auto heeft afbetaald. Dat de auto door [gedaagde] niet volledig is afbetaald / het krediet niet volledig is afgelost is niet in geschil.
4.5.
Volgens [gedaagde] is (verdere) afbetaling niet (meer) nodig, omdat de financieringsovereenkomst ten einde is gekomen op de dag van de aanrijding en volgens artikel 2 van de algemene voorwaarden dan (enkel) de bedragen die de verzekering vergoedt, via een pandrecht, voldaan hoeven worden. Nu de verzekering niet tot vergoeding is overgegaan is daarmee de kous af, aldus [gedaagde] . Als AutoCash/Hoist betaling wil, kan zij (bijvoorbeeld) de verzekeraar aanspreken.
4.6.
Dit verweer van [gedaagde] gaat niet op. Met zijn betoog gaat [gedaagde] eraan voorbij dat artikel 2 van de algemene voorwaarden weliswaar bepaalt dat de financieringsovereenkomst eindigt op de dag van de schade, maar dat dit artikel blijkens de benaming enkel gaat over verzekering en schade terwijl artikel 4 van de algemene voorwaarden het einde van de financieringsovereenkomst regelt. Daarin is geregeld dat het krediet in één keer opeisbaar is en de financieringsovereenkomst kan worden ontbonden als de exploitatie van het voertuig naar het oordeel van de kredietgever economisch niet langer mogelijk is. Artikel 2 moet dan redelijkerwijs zo worden begrepen dat daarvan sprake is als een auto total loss wordt verklaard. De financieringsovereenkomst kan ook worden ontbonden, als de verplichtingen niet worden nagekomen, waarvan hier sprake is.
Zo moet het voertuig, zoals ook door Hoist is gesteld, worden teruggegeven. Dat dat niet mogelijk was, lijdt er niet toe dat [gedaagde] geen enkele verplichting meer tegenover AutoCash/Hoist heeft. [gedaagde] was immers geen (juridisch) eigenaar van de auto, dus hij was in ieder geval gehouden tot teruglevering van het wrak en (door)betaling (via het pandrecht) aan AutoCash/Hoist van de verzekeringspenningen die hij ontvangen had van zijn verzekeraar, als die tot enige uitkering is overgegaan. Of de verzekering uitkeert is overigens alleen van belang voor de vraag op welke manier [gedaagde] aan zijn (terug)betalingsverplichting moet voldoen, via het pandrecht of rechtstreeks, en niet voor de vraag óf hij verplicht is tot (terug)betaling.
4.7.
[gedaagde] heeft nog gesteld dat hij de brief van 3 oktober 2017, waarin AutoCash het gehele saldo van (destijds) € 15.289,89 opeiste en dus overging tot ontbinding van de financieringsovereenkomst, niet heeft ontvangen. Omdat dit door Hoist niet betwist is en Hoist ook niet aangeboden heeft bewijs te leveren van de ontvangst door [gedaagde] van de brief, zal ervan uit worden gegaan dat die brief inderdaad niet door [gedaagde] ontvangen is. Nu Hoist in deze procedure echter ook ontbinding van de financieringsovereenkomst gevorderd heeft en deze ontbinding gezien de tekortkomingen van [gedaagde] , zoals hierboven beschreven, kan worden toegewezen, slaagt dit verweer van [gedaagde] niet. [gedaagde] is tekortgeschoten in zijn verplichtingen om de auto in goede staat te houden, verzekerd te houden, te retourneren en/of de kredietvergoeding tijdig te betalen. Daarom is [gedaagde] gehouden de schade die AutoCash daardoor lijdt te vergoeden.
4.8.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde] op grond van artikel 4 van de algemene voorwaarden verplicht is de in dat artikel genoemde schadeposten, voor zover door Hoist gevorderd, te betalen.
Welke schadeposten moet [gedaagde] betalen?
4.9.
Hoist heeft haar vordering als volgt opgebouwd:
hoofdsom € 15.486,36
rente tot en met 14 februari 2019 € 3.670,69
incassokosten
€ 2.810,77
€ 21.967,82
4.10.
De hoofdsom, zo begrijpt de kantonrechter, bestaat uit het nog openstaande kredietbedrag, vermeerderd met contractuele rente en kan, zoals hierboven aan de orde kwam, worden toegewezen. Nu [gedaagde] het wrak niet heeft geretourneerd, zal Hoist, bij toewijzing van de (beperkte) hoofdsom niet in een betere vermogenstoestand geraken dan wanneer er geen einde aan de financieringsovereenkomst was gekomen (artikel 7:92 en 7:98 BW). [gedaagde] heeft gesteld dat hij de eerste termijn van € 181,33,- heeft voldaan. Deze stelling heeft hij niet onderbouwd met een betalingsbewijs en daarom zal de kantonrechter daaraan voorbij gaan. Dat neemt niet weg dat Hoist met gedane betalingen van [gedaagde] rekening moet houden bij de opbouw van haar (vervolg)vordering. Er is vooralsnog geen reden te veronderstellen dat Hoist daartoe niet reeds is overgegaan, dan wel zal overgaan.
4.11.
De rente is gebaseerd op artikel 3 van de algemene voorwaarden en is door [gedaagde] onvoldoende, want enkel in algemene zin, betwist en kan dus ook worden toegewezen.
4.12.
Voor het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten geldt dat bij repliek gekozen is voor aansluiting bij het Besluit vergoeding buitengerechtelijk incassokosten en niet langer aanspraak wordt gemaakt op een bedrag aan incassokosten berekend op basis van artikel 3 van de algemene voorwaarden. Een bedrag van € 1.125,13 inclusief btw (gebaseerd op een hoofdsom van € 15.486,36) zal worden toegewezen.
4.13.
Hoist heeft haar vordering beperkt tot € 12.500,-. Daarbij heeft zij niet onderbouwd in hoeverre zij dat bedrag vordert op (één of meer van) de verschillende aangevoerde gronden. Daarom zal van het bedrag van € 12.500,- worden toegewezen:
- € 1.125,13 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw;
- € 3.670,69 aan verschenen rente;
- € 7.704,18 aan hoofdsom.
te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5% per maand over € 8.829,31(hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten) vanaf de datum van dagvaarding tot aan het moment van volledige voldoening. Bij het vorenstaande is mede toepassing gegeven aan art. 6:44 BW.
4.14.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de overgelegde leaseovereenkomst;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hoist te betalen de som van € 12.500,-, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5 % per maand over € 8.829,31 vanaf de datum van de dagvaarding tot aan het moment van volledige voldoening;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Hoist begroot op € 108,86 aan dagvaardingskosten, € 486,- aan griffierecht en € 900,- aan salaris voor de gemachtigde
;
5.4.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.J.P. Heijmans en in het openbaar uitgesproken op