ECLI:NL:RBGEL:2020:3506

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 juli 2020
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
05/128532-19 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel na diefstal in vereniging

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 14 juli 2020 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die betrokken was bij een diefstal in vereniging. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, dat door de officier is gesteld op € 51.595,75. De verdachte, geboren in 1985 en op dat moment gedetineerd in HvB Zutphen, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. van Wijk. De ontnemingsvordering werd ter terechtzitting van 3 september 2019 aanhangig gemaakt en op 30 juni 2020 onderzocht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk voordeel heeft genoten van de diefstal die op 31 maart 2019 heeft plaatsgevonden op het bedrijventerrein van een bedrijf. De rechtbank heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op het proces-verbaal van de politie, waarin het voordeel is berekend op € 51.595,75. De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de ontnemingsvordering, gezien de bepleitte vrijspraak in de hoofdzaak.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij de diefstal van laptops en andere elektronica, met een totale consumentenprijs van € 1.238.298. De rechtbank heeft de inkoopwaarde van de gestolen goederen vastgesteld op 25% van de consumentenprijs, wat resulteert in een geschat wederrechtelijk verkregen voordeel van € 309.574,50. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot betaling van één zesde deel van dit bedrag, zijnde € 51.595,75, aan de Staat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/128532-19
uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1985 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres] ,
op dit moment gedetineerd in HvB Zutphen,
raadsman: mr. J. van Wijk, advocaat te Eindhoven.

1.De inhoud van de vordering

De officier van justitie vordert dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, welk voordeel door de officier van justitie is gesteld op
€ 51.595,75.

2.De procedure

Ter terechtzitting van 3 september 2019 heeft de officier van justitie de ontnemingsvordering aanhangig gemaakt.

3.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 30 juni 2020 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is veroordeelde verschenen. Veroordeelde is bijgestaan door zijn raadsman.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de vordering.
Veroordeelde en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

4.De beoordeling van de vordering

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voor de onderbouwing van de ontnemingsvordering verwezen naar het proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel (proces-verbaalnummer: PL0600-2019140561-195). In het rapport is het wederrechtelijk verkregen voordeel berekend op € 51.595,75.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gelet op de bepleitte vrijspraak in de hoofdzaak geen verweer gevoerd ten aanzien van de ontnemingsvordering.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beoordeling van de onderhavige vordering is de rechtbank uitgegaan van het op 14 juli 2020 tegen veroordeelde gewezen vonnis waarbij veroordeelde ter zake van diefstal in vereniging is veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf. De rechtbank heeft daarnaast kennis genomen van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, met proces-verbaalnummer: PL0600-2019140561-195, waarin de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uiteen is gezet.
De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten. Deze beslissing is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. [1]
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Vaststaat dat er op 31 maart 2019 een diefstal heeft plaatsgevonden op het bedrijventerrein van [bedrijfsnaam] en dat veroordeelde daarbij samen met in ieder geval vijf anderen betrokken is geweest. [2] De volgende producten zijn weggenomen:
  • 5 x [merknaam 1] Gaming Laptop [nummer 1] ;
  • 210 x [merknaam 2] Laptop [nummer 2] ;
  • 178 x [merknaam 3] Laptop [nummer 3] ;
  • 90 x [merknaam 3] Laptop [nummer 4] ;
  • 240 x [merknaam 3] Laptop [nummer 5] ;
  • 15 x [merknaam 4] Display;
  • 1.074 x [merknaam 5] Convert [nummer 6] ;
  • 190 x [merknaam 6] Convert [nummer 6] ;
  • 190 x [merknaam 7] Chromebook [nummer 7] .
De consumentenprijs van bovenstaande goederen was op 24 juli 2019 als volgt:
product
prijs per stuk
totaal
[merknaam 1] Gaming Laptop
€ 999,--
€ 4.995,--
(5 x € 999,--)
[merknaam 2] Laptop
€ 1.099,--
€ 230.790,--
(210 x € 1.099,--)
[merknaam 3] Laptop [nummer 3]
€ 699,--
€ 124.422,--
(178 x € 699,--)
[merknaam 3] Laptop [nummer 4]
€ 600,--
€ 62.910,--
(90 x € 600,--)
[merknaam 3] Laptop [nummer 5]
€ 729,--
€ 174.960,--
(240 x € 729,--)
[merknaam 4] Display
€ 219,--
€ 3.285,--
(15 x € 219,--)
[merknaam 5] Convert [nummer 6]
€ 549,--
€ 589.626,--
(1.074 x € 549,--)
[merknaam 7] Chromebook [nummer 7]
€ 249,--
€ 47.310,--
(190 x € 249,--)
Dat maakt dat de consumentenprijs in totaal € 1.238.298,-- bedraagt.
Opbrengst
Van de weggenomen laptops zijn slechts twee exemplaren getraceerd. Een van deze laptops is door een koper gekocht via een website bij een rechtspersoon voor een min of meer marktconforme prijs. Er zijn in het dossier geen aanwijzingen dat veroordeelde of zijn mededaders schuilgaan achter deze rechtspersoon of rechtstreekse banden hebben met deze rechtspersoon. Het dossier bevat daarnaast aanwijzingen dat een groot gedeelte van de laptops naar Marokko is getransporteerd. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten in het dossier om te kunnen vaststellen dat veroordeelde en zijn mededaders de laptops, al dan niet deels, voor de hiervoor beschreven consumentenprijzen aan derden hebben verkocht en tot die bedragen aan voordeel hebben verkregen. De rechtbank gaat ervan uit dat de inkoopwaarde van bovenvermelde producten in het ‘helingcircuit’ aanzienlijk lager is en zal daarbij, net als in de berekening van de politie, uitgaan van een inkoopwaarde van 25% van de consumentenprijs, nu de laptops in de originele, gesloten verpakking zijn weggenomen. Gelet daarop zal de rechtbank vaststellen dat het wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden geschat op € 309.574,50 (25% van 1.238.298,--).
Verdeling
In het veroordelend vonnis heeft de rechtbank bewezenverklaard dat sprake was van diefstal in vereniging met ten minste zes personen. De rechtbank zal het verkregen voordeel daarom pondspondsgewijs toerekenen, in die zin dat veroordeelde wordt veroordeeld tot betaling van één zesde deel van het verkregen voordeel, namelijk € 51.595,75.

5.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

6.De beslissing

De rechtbank:
 stelt vast het bedrag waarop het door veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat op een bedrag van
€ 51.595,75 (zegge: eenenvijftigduizend vijfhonderdvijfennegentig euro en vijfenzeventig eurocent);
 legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van dit bedrag.
Deze uitspraak is gewezen door mr. C.H.M. Pastoors, voorzitter, mr. D.R. Sonneveldt en
mr. T. Bertens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. Waizy, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 juli 2020.
mr. D.R. Sonneveldt is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019281035, gesloten op 12 juli 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte, p. 178-180 en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 juni 2020.