ECLI:NL:RBGEL:2020:3501
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet na aantreffen van softdrugs en recidive
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland wordt het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld in het kader van de sluiting van een woning op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester van Nijmegen had op 2 juni 2020 besloten om de woning van verzoekers te sluiten voor de duur van drie maanden, te beginnen op 16 juli 2020, na het aantreffen van een aanzienlijke hoeveelheid softdrugs tijdens een doorzoeking op 11 maart 2020. Verzoekers, die niet betrokken waren bij de drugshandel, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om schorsing van de sluiting.
De voorzieningenrechter beoordeelt of de burgemeester in redelijkheid tot sluiting heeft kunnen besluiten, rekening houdend met de aangetroffen hoeveelheid drugs, de eerdere overtredingen op dezelfde locatie en de belangen van verzoekers. De rechter concludeert dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting op te leggen en dat de sluiting noodzakelijk en evenredig is, ondanks de persoonlijke omstandigheden van verzoekers, zoals hun leeftijd en gezondheid. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, met de overweging dat de sluiting in het algemeen belang is en dat verzoekers voldoende tijd hebben gehad om alternatieve woonruimte te vinden.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van woningbezitters in gevallen van drugshandel en de noodzaak voor de burgemeester om te handelen ter bescherming van de openbare orde. De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester zijn beleidsregels correct heeft toegepast en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het beleid rechtvaardigen.