Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde sub 4]
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 februari 2019,
- de akte na tussenvonnis zijdens R2 c.s.,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 21 juni 2019,
- de conclusie na getuigenverhoor zijdens R2 c.s.,
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor van de zijde van de Gemeente,
- de akte overlegging producties zijdens R2 c.s. van 6 januari 2020,
- de pleidooien, het daarvan opgemaakte proces-verbaal, en de ter gelegenheid van de pleidooien overgelegde pleitnota’s.
2.De verdere beoordeling
(ii) het enkele feit dat de aantallen zorguren die vermeld stonden op de declaraties niet steeds overeenstemden met het feitelijk aantal geleverde zorguren brengt nog niet mee dat sprake was van onrechtmatig handelen (rov. 5.7);
(iv) R2 c.s. kan onrechtmatig handelen jegens de Gemeente worden aangerekend indien het laten uitbetalen van pgb-gelden zodanig onzorgvuldig of opzettelijk onjuist heeft plaatsgevonden dat sprake is van fraude of ander misbruik waardoor pgb-gelden oneigenlijk zijn besteed (rov. 5.8).
3.De feiten
Status: Conceptversieen de datum mei 2017. Het omvat 123 bladzijden. In het rapport komen namen voor, onder meer van personen die verklaringen hebben afgelegd. Deze namen zijn onleesbaar gemaakt.