Uitspraak
Woningstichting Heteren
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft Woningstichting Heteren een vordering ingesteld tegen [gedaagde partij] wegens achterstallige huurtermijnen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 2 maart 2020, gevolgd door een conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De huurprijs voor de woning bedraagt € 615,13 per maand. Woningstichting Heteren heeft eerder, op 12 december 2014, [gedaagde partij] veroordeeld tot betaling van € 4.273,42 aan achterstallige huurpenningen, maar [gedaagde partij] heeft hieraan niet voldaan. Dit leidde tot executoriaal derdenbeslag op de huurtoeslag van [gedaagde partij].
Woningstichting Heteren vordert nu ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van de achterstallige huur van € 1.840,52 en de wettelijke rente. [gedaagde partij] heeft verweer gevoerd en stelt dat er geen schuld meer zou zijn. De kantonrechter heeft beide partijen verzocht om overzichten van schulden en betalingen over te leggen. Na vergelijking van de overzichten blijkt dat er nog een achterstand is van € 1.733,10, wat dicht in de buurt komt van het gevorderde bedrag.
De kantonrechter heeft overwogen dat, indien de huurtermijnen voor mei, juni en juli 2020 worden voldaan, er een termijn van één maand (terme de grâce) kan worden gegeven om de resterende schuld te voldoen. De zaak is verwezen naar de rol voor akte, waarbij Woningstichting Heteren als eerste moet reageren, gevolgd door [gedaagde partij].