ECLI:NL:RBGEL:2020:3288

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 juli 2020
Publicatiedatum
7 juli 2020
Zaaknummer
05/058120-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van ramkraak bij Mediamarkt in Apeldoorn met aanzienlijke schade en diefstal van goederen

Op 6 juli 2020 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige man uit Alkmaar, die werd beschuldigd van het medeplegen van een ramkraak op de Mediamarkt in Apeldoorn. De verdachte en zijn mededaders hebben in de nacht van 5 maart 2020 met een auto tegen het pand van de Mediamarkt gereden, waardoor aanzienlijke schade is veroorzaakt. Tijdens de inbraak hebben zij een grote hoeveelheid smartphones, camera's en screenprotectors gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de voorbereiding en uitvoering van de inbraak, onder andere door middel van WhatsApp-communicatie met zijn mededaders. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de diefstal met braak en dat de verdachte een actieve rol had gespeeld in het delict. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van twintig maanden, maar de rechtbank legde uiteindelijk een straf op van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De verdachte werd vrijgesproken van een tweede tenlastegelegde feit, namelijk opzetheling van kentekenplaten, omdat niet bewezen kon worden dat hij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05.058120.20
Datum uitspraak : 6 juli 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] ,
op dit moment gedetineerd in [detentieadres] ,
raadsvrouw: mr. A. Petrescu, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2020.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, goed, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de Mediamarkt (gelegen aan De Voorwaarts 13), heeft weggenomen, te weten:
-een (grote) hoeveelheid telefoons (van het merk [merk 1] ),
-een (grote) hoeveelheid telefoons (van het merk [merk 2] ),
-een of meer fotocamera’s (van het merk [merk 3] ) en/of
-een of meer (zogenaamde) screenprotectoren,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij op of omstreeks 5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer kentekenplaten (kenteken [kenteken] ), heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Feit 1: ramkraak Mediamarkt
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte heeft samengewerkt met anderen om de inbraak te plegen door met de auto tegen de deur aan te rijden. Verdachte is echter niet in de winkel geweest. Verdachte heeft niet geweten dat de mannen naar de Mediamarkt reden om daar een ramkraak te plegen.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het tenlastegelegde dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of bewezen kan worden dat verdachte de diefstal heeft gepleegd door middel van braak en of die inbraak tezamen en in vereniging is gepleegd.
De rechtbank overweegt als volgt.
Aangever [aangever] heeft verklaard dat op donderdag 5 maart 2020 tussen 04.06 uur en 04:12 uur een diefstal heeft plaatsgevonden bij de Mediamarkt gelegen aan
De Voorwaarts 13 in Apeldoorn. Hij kreeg rond 04.10 uur een telefonische melding dat het inbraakalarm was afgegaan. Hij is ter plaatse gegaan en zag dat de dubbele roldeur aan de achterzijde van het pand zwaar beschadigd was en dat de roldeuren verbroken waren. Vanuit het magazijn bezien was ook een tussendeur naar de winkel verbroken. [2]
Aangever heeft de camerabeelden ter plaatse bekeken. Hierop zag hij dat één van de mannen meerdere screenprotectoren pakte en in een laken deed, en vervolgens smartphones van de merken [merk 1] en [merk 2] ook in het laken deed. Hij heeft tevens gezien dat een van de mannen twee camera's van het merk [merk 3] los trok van de beveiligingsdraad en deze ook in het laken deed. [3]
Verdachte heeft verklaard dat hij op 4 maart 2020 omstreeks 22:00 uur vanuit Alkmaar met een [automerk 1] werd opgehaald door een vriend genaamd [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] had een afspraak met een [medeverdachte 1] . [4] Verdachte had via WhatsApp contact met [medeverdachte 1] en kreeg van hem een locatie gedeeld van een plek in Apeldoorn. Dat was bij een benzinestation in Apeldoorn, vlakbij de Mediamarkt. Zij hebben daar [medeverdachte 1] opgehaald en zij zijn met zijn drieën vervolgens ongeveer 15 kilometer gaan rijden om de [automerk 1] weg te zetten. [5] Aan verdachte wordt de foto getoond van medeverdachte [medeverdachte 3] , waarop hij heeft verklaard dat dat de persoon is die [medeverdachte 1] toen heeft geroepen, die hen vervolgens daar heeft opgehaald en naar het benzinestation in Apeldoorn heeft gebracht waar zij in eerste instantie [medeverdachte 1] hadden ontmoet. Medeverdachte [medeverdachte 3] is daarop weggegaan. [6]
In Apeldoorn zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] even weggegaan en zij kwamen later terug met een grijze [automerk 2] . Daarmee reden zij met verdachte naar de Mediamarkt. Het was inmiddels omstreeks 04:00 uur. Verdachte heeft verklaard dat hij achterin was gestapt en dat [medeverdachte 1] reed. Onderweg naar de Mediamarkt kreeg verdachte spullen om zijn gezicht en handen te bedekken. Bij de Mediamarkt zijn zij achteruit tegen de deur aangereden. Verdachte kreeg een laken van [medeverdachte 2] . Later nam verdachte van een van de twee mannen een zak met spullen aan. Vervolgens is hij met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in de [automerk 2] weggereden. [7]
De [automerk 2] kwam tot stilstand tegen een boom en uit de auto zijn volgens de politie drie personen uitgestapt en weggerend. Een verbalisant is achter verdachte aangerend, waarop verdachte zijn vluchtpoging heeft gestaakt en om 04.14 uur is aangehouden. [8] Verbalisant zag na de aanhouding een paars en wit dekbedovertrek in het voertuig liggen. Hij zag dat deze dekbedovertrekken gevuld waren met goederen, onder andere telefoons met stickers van Mediamarkt erop. Op de vraag van verbalisant waar ze vandaan komen, heeft verdachte ‘Mediamarkt’ geantwoord. [9]
De beveiligingsbeelden van de Mediamarkt zijn bekeken en beschreven. Op de beelden zijn drie personen te zien. Een grijze [automerk 2] [model] heeft de roldeur geramd en twee personen zijn vervolgens in het pand geweest. De personen zijn met één paars en één wit dekbedovertrek het pand ingelopen en hebben deze gevuld met goederen. [10]
Op de beelden is te zien dat bij een van de twee personen, die in de Mediamarkt is geweest, aan de achterzijde, ter hoogte van zijn nek, een rechthoekig vlak oplichtte. Ook was te zien dat op de linker mouw van deze persoon een vlakje oplichtte. De beschrijving van deze persoon is als volgt: een donkere broek, donkere schoenen, capuchon van jas niet op, zwarte handschoenen, bivakmuts of muts op en droeg een wit laken of witte zak in zijn hand.
Verdachte had de volgende kleding aan: een zwarte [merk 4] trainingsbroek, een zwart T-shirt met aan de achterzijde, ter hoogte van de hals, een merknaam in zwarte letters, een donkere [merk 5] jas, met op de linker mouw het logo van [merk 5] en zwarte enkelsokken. Volgens de verbalisant komt de kleding van een van de twee personen op de camerabeelden, zoals hiervoor beschreven, overeen met de kleding van verdachte. [11]
In de telefoon van verdachte is een WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 1] van 3 en 4 maart 2020. [12] Daarin staat het volgende.
[bijnaam] (de verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij zo genoemd wordt) zegt tegen [medeverdachte 1]
‘Hoe is die plek’en [medeverdachte 1] zegt tegen verdachte:
‘Het zo'n grote met telefoons. Wij rijden met een auto tegen de achterdeur. We gaan 3 min naar binnen om te laden’ (…) ‘En bovendien laten we een mannetje op de parkeerplaats’ (…) ‘de deur maken we kapot, met de auto’ (…) ‘voer in Media mark Apeldoorn en kijk dan op Google maps’ (…) Ik heb zo'n 12 laptops gezien voor meer dan duizend‘(...) ‘dus die laad jij in’ [13]
Verdachte reageert tussendoor met
‘jaaa’ en ‘het moet goed gedaan worden, vanaf het begin, niet fout’ (…) ‘als er maar geen beveiligers zijn en zo’ (…) ‘maar ik denk wel dat ze systemen hebben’. [14]
[medeverdachte 1] zegt ook
: ‘als het goed uitpakt, zou het kunnen, dat je het leuk vind en dat je het vaker wil doen’Verdachte reageert met een smiley. [15]
Uit het voorgaande volgt dat verdachte samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in een auto ( [automerk 2] ) richting de Mediamarkt is gereden. De auto heeft tegen de roldeuren van de Mediamarkt geramd, waardoor de achterzijde van het pand beschadigd raakte en een roldeur werd verbroken. Verdachte is vervolgens samen met een van de twee mannen in de Mediamarkt geweest en zij hebben daar smartphones, screenprotectoren en camera’s weggenomen. Op basis van de WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 1] kan worden vastgesteld dat verdachte vanaf het begin betrokken is bij het plannen van de inbraak. Verdachte heeft bijgedragen aan de totstandkoming en uitvoering van de inbraak en zijn bijdrage is van zodanig gewicht dat geconcludeerd kan worden dat er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , zodat de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van het medeplegen van de diefstal met braak.
Gelet op het voorgaande is het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2: opzetheling kentekenplaten
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit. Verdachte dient daarvan te worden vrijgesproken.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Nadat op 5 maart 2020 de [automerk 2] tot stilstand kwam tegen een boom heeft verbalisant het Poolse kenteken [kenteken] gecontroleerd en geconstateerd dat dit als gestolen stond gesignaleerd.
Uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij voorafgaand aan de ramkraak is opgehaald met de auto van [medeverdachte 2] en zij vervolgens [medeverdachte 1] hebben opgehaald. Vervolgens hebben [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ergens een [automerk 2] opgehaald, waarmee zij naar de Mediamarkt zijn gereden. Uit het dossier is niet gebleken dat verdachte wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de kentekenplaten op die auto van een misdrijf afkomstig waren.
De rechtbank komt dan ook tot een vrijspraak van het tenlastegelegde.

3. Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen, goederen,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededaders toebehoorden, te weten aan de Mediamarkt (gelegen aan De Voorwaarts 13),
heeft/hebben weggenomen, te weten:
-een
(grote)hoeveelheid telefoons (van het merk [merk 1] ),
-een
(grote)hoeveelheid telefoons (van het merk [merk 2] ),
-
een of meerfotocamera’s (van het merk [merk 3] ) en
/of-
een of meer (zogenaamde)screenprotectoren,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat zij een gevangenisstraf van negen maanden, conform de LOVS-oriëntatiepunten passend vindt.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie van [land van herkomst] , gedateerd 9 maart 2020, en het uittreksel justitiële documentatie van Nederland, gedateerd 2 juni 2020.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een ramkraak, door midden in de nacht samen met anderen met een auto tegen het pand van de Mediamarkt in Apeldoorn aan te rijden en daar veel schade aan te richten om een zo groot mogelijke buit te vergaren, te weten: smartphones, screenprojectoren en camera’s. Dit is een ernstig feit dat niet alleen zeer veel overlast en schade oplevert voor de eigenaar van het pand, maar ook voor de samenleving. Dit feit rekent de rechtbank de verdachte aan. De rechtbank rekent het verdachte ook aan dat hij geen volledige verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. Uit de documentatie blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest.
Gelet op de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de LOVS- oriëntatiepunten en de persoon van verdachte zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken, is naar oordeel van de rechtbank een gevangenisstraf passend.
Hoewel uit de LOVS-oriëntatiepunten een gevangenisstraf van negen maanden volgt, komt de rechtbank tot een hogere gevangenisstraf gelet op het georganiseerde karakter van de ramkraak. Alles overwegend legt de rechtbank aan verdachte op een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
  • spreekt verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde feit;
  • verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kleinrensink, voorzitter, mr. Y. Yeniay-Cenik en mr. Y. Yildiz, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.G.M. van Ophuizen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 juli 2020.
mr. Y. Yildiz is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020101393, gesloten op 24 april 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens Mediamarkt, p. 21-22.
3.Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever] , p. 33.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 198 en 204.
5.Process-verbaal van verhoor van [verdachte] , p. 205 en 207.
6.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 204..
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 198, 2006 en 216.
8.Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte, p. 180 en proces-verbaal van bevindingen, p. 39.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 39.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 40.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 137 en 138.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 239 en 256.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 259, 261, 263, 266.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 260-261.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 269-270.