ECLI:NL:RBGEL:2020:3283

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 juli 2020
Publicatiedatum
6 juli 2020
Zaaknummer
05.058121.20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan ramkraak bij Mediamarkt in Apeldoorn

Op 6 juli 2020 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 44-jarige man, woonachtig in België, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan een ramkraak bij de Mediamarkt in Apeldoorn op 5 maart 2020. De verdachte stond op de uitkijk terwijl medeverdachten de ramkraak uitvoerden, waarbij zij met een auto tegen het pand aanreden en een aanzienlijke hoeveelheid goederen, waaronder smartphones en camera's, wegnamen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk behulpzaam was geweest bij de inbraak door de medeverdachten naar een benzinestation in de buurt van de Mediamarkt te rijden en op de uitkijk te staan. De rechtbank vond het feit ernstig, met veel overlast en schade voor de winkelier en de samenleving. De verdachte had eerder vermogensdelicten gepleegd en kreeg een gevangenisstraf van 11 maanden opgelegd, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten, waaronder opzetheling van kentekenplaten en het in bezit hebben van een vervalst rijbewijs, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij hiervan op de hoogte was.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05.058121.20
Datum uitspraak : 6 juli 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
op dit moment gedetineerd te P.I. Grave,
raadsman: mr. C.N.G.M. Starmans, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2020.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, goed, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de
Mediamarkt (gelegen aan De Voorwaarts 13), heeft weggenomen, te weten:
-een (grote) hoeveelheid telefoons (van het merk Apple IPhone),
-een (grote) hoeveelheid telefoons (van het merk Samsung),
-een of meer fotocamera’s (van het merk Canon) en/of
-een of meer (zogenaamde) screenprotectoren,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] , op of omstreeks 5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
goed, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de Mediamarkt (gelegen aan De Voorwaarts 13), heeft/hebben weggenomen, te weten:
-een (grote) hoeveelheid telefoons (van het merk Apple IPhone),
-een (grote) hoeveelheid telefoons (van het merk Samsung),
-een of meer fotocamera’s (van het merk Canon) en/of
-een of meer (zogenaamde) screenprotectoren,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking; tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte,
op of omstreeks 5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
-die [medeverdachte 1] advertenties te sturen van (goedkope)(vlucht)auto’s waarmee de ramkraak gepleegd kon worden en/of
-een (vlucht)auto te regelen en/of deze te besturen en/of
-(vervolgens) (die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] ) naar een benzinestation - in de buurt van de (betreffende) Mediamarkt - te rijden en/of
- (voor die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] ) op de uitkijk te gaan staan en voor en/of gedurende en/of na de ramkraak in telefonisch contact met hem/hen te staan;
2.
hij op of omstreeks 5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer kentekenplaten (kenteken [kenteken] ),
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk aanwezig heeft gehad een vals en/of vervalst reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een Oekraïens rijbewijs
(Rijbewijsnummer [nummer] ) (afgiftedatum 9 januari 2003), waarvan hij, verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het vals of vervalst was, dan wel hiervan opzettelijk gebruik heeft gemaakt.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Feit 1: ramkraak Mediamarkt
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat het primair dan wel subsidiair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden en dat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Verdachte is niet op de hoogte geweest van het voornemen om een ramkraak te plegen. [medeverdachte 1] heeft verdachte enkel gevraagd om op de uitkijk te gaan staan op het moment dat hij zijn Ford ging verkopen. De APK van de Ford was verlopen en [medeverdachte 1] was bang dat de politie zou komen.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het tenlastegelegde dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of bewezen kan worden dat verdachte schuldig is aan het medeplegen van de diefstal door middel van braak, of dat verdachte daar medeplichtig aan is geweest.
De rechtbank overweegt als volgt.
Aangever [aangever] heeft verklaard dat op donderdag 5 maart 2020 tussen 04.06 uur en 04:12 uur een diefstal had plaatsgevonden bij de Mediamarkt gelegen aan De Voorwaarts 13 in Apeldoorn. Hij kreeg rond 04.10 uur een telefonische melding dat het inbraakalarm was afgegaan. Hij is ter plaatse gegaan en zag dat de dubbele roldeur aan de achterzijde van het pand zwaar beschadigd was en dat de roldeuren verbroken waren. Vanuit het magazijn bezien was ook een tussendeur naar de winkel verbroken. [2]
Aangever heeft de camerabeelden ter plaatse bekeken. Hierop zag hij dat één van de mannen meerdere screenprotectoren pakte en in een laken deed, en vervolgens smartphones van de merken Apple IPhone en Samsung ook in het laken deed. Hij heeft tevens gezien dat een van de mannen twee camera's van het merk Canon los trok van de beveiligingsdraad en deze ook in het laken deed. [3]
De beveiligingsbeelden van de Mediamarkt zijn bekeken en beschreven. Op de beelden zijn drie personen te zien. Een grijze Ford Focus heeft de roldeur geramd en twee personen zijn vervolgens in het pand geweest. De personen zijn met één paars en één wit dekbedovertrek het pand ingelopen en hebben deze gevuld met goederen. [4]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij op 4 maart 2020 omstreeks 22.00 uur vanuit Alkmaar met een BMW werd opgehaald door een vriend genaamd [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] had een afspraak met een [medeverdachte 1] . [5] Medeverdachte [medeverdachte 3] had via WhatsApp contact met [medeverdachte 1] en kreeg van hem een locatie gedeeld van een plek in Apeldoorn. Dat was bij een benzinestation in Apeldoorn, vlakbij de Mediamarkt. Zij hebben daar [medeverdachte 1] opgehaald en zij zijn vervolgens met zijn drieën ongeveer 15 kilometer gaan rijden om de BMW weg te zetten. [6] Aan medeverdachte [medeverdachte 3] wordt een foto getoond van verdachte, waarop hij heeft verklaard dat dat de persoon is die [medeverdachte 1] toen heeft geroepen, die hen vervolgens daar heeft opgehaald en naar een benzinestation in Apeldoorn heeft gebracht waar zij in eerste instantie [medeverdachte 1] hadden ontmoet. Verdachte [verdachte] is daarop weggegaan. [7]
In Apeldoorn zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] even weggegaan en zij kwamen later terug met een grijze Ford. Daarmee reden zij samen met medeverdachte [medeverdachte 3] naar de Mediamarkt. Het was inmiddels omstreeks 04.00 uur. Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij achterin was gestapt en dat [medeverdachte 1] reed. Onderweg naar de Mediamarkt kreeg medeverdachte [medeverdachte 3] spullen om zijn gezicht en handen te bedekken. Bij de Mediamarkt zijn zij achteruit tegen de deur aangereden. Medeverdachte [medeverdachte 3] kreeg een laken van [medeverdachte 2] . Later nam medeverdachte [medeverdachte 3] van een van de twee mannen een zak met spullen aan. Vervolgens is hij met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in de Ford weggereden. [8]
De Ford kwam tot stilstand tegen een boom en uit de auto zijn volgens de politie drie personen uitgestapt en weggerend. Een verbalisant is achter medeverdachte [medeverdachte 3] aangerend, waarop medeverdachte [medeverdachte 3] zijn vluchtpoging heeft gestaakt en om 04.14 uur is aangehouden. [9] Verbalisant zag na aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 3] een paars en wit dekbedovertrek in het voertuig liggen. Hij zag dat deze dekbedovertrekken gevuld waren met goederen, onder andere telefoons met stickers van Mediamarkt erop, Op de vraag van verbalisant waar ze vandaan komen, heeft medeverdachte [medeverdachte 3] ‘Mediamarkt’ geantwoord. [10]
Een verbalisant zag verdachte rennen, komende uit de richting van het station, en hij werd na een achtervolging aangehouden op 5 maart 2020 om 04.23 uur. [11]
Verdachte heeft verklaard dat hij op de uitkijk zou staan voor als de politie zou komen. [12]
Uit de historische belgegevens uit de telefoon van verdachte is gebleken dat tussen 4 maart 2020 om 16.43 uur en 5 maart 2020 om 04.08 uur dertien keer telefonisch contact is geweest tussen hem en [medeverdachte 1] . Het telefonisch contact op 5 maart 2020 om 04.08 uur betreft een inkomende oproep van [medeverdachte 1] aan verdachte en heeft 11 minuten en 5 seconden geduurd. [13]
In de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 3] is een WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 1] van 3 en 4 maart 2020. [14] Daarin staat het volgende.
[medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt dat hiermee medeverdachte [medeverdachte 3] wordt bedoeld) zegt tegen [medeverdachte 1]
‘Hoe is die plek’en [medeverdachte 1] zegt tegen verdachte:
‘Het zo'n grote met telefoons. Wij rijden met een auto tegen de achterdeur. We gaan 3 min naar binnen om te laden’ (…)En bovendien laten we een mannetje op de parkeerplaats’ (…) ‘de deur maken we kapot, met de auto’ (…) ‘voer in Media mark Apeldoorn en kijk dan op Google maps’ (…) Ik heb zo'n 12 laptops gezien voor meer dan duizend‘(...) ‘dus die laad jij in’ [15]
Uit het voorgaande volgt dat medeverdachte [medeverdachte 3] samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in een auto (Ford) richting de Mediamarkt is gereden. De auto heeft tegen de roldeuren van de Mediamarkt geramd, waardoor de achterzijde van het pand beschadigd raakte en een roldeur werd verbroken. Twee mannen zijn vervolgens in de Mediamarkt geweest en zij hebben daar smartphones, screenprotectoren en camera’s weggenomen.
Verdachtes rol bestond eruit dat hij de medeverdachte [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] voorafgaand aan de inbraak heeft vervoerd naar een benzinestation vlakbij de Mediamarkt. Verdachte heeft voorts tijdens de inbraak op de uitkijk gestaan. Dat laatste leidt de rechtbank af uit het WhatsApp-gesprek tussen medeverdachte [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] waarbij zij het over de uit te voeren inbraak hebben en [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 3] laat weten een mannetje op de parkeerplaats te hebben. Dat verdachte op de uitkijk heeft gestaan leidt de rechtbank voorts af uit het feit dat verdachte tijdens de inbraak bij de Mediamarkt, die tussen 04.06 uur en 04.12 uur heeft plaatsgevonden, om 04.08 uur een telefoongesprek van ruim 11 minuten heeft gevoerd met verdachte [medeverdachte 1] die op dat moment kennelijk met de inbraak bezig was.
Bovendien heeft verdachte zelf ook verklaard op de uitkijk te hebben gestaan. Dat verdachte niet zou hebben geweten wat er op dat moment speelde en dat hij op de uitkijk zou hebben gestaan vanwege verkoop van een auto zonder geldige APK vindt de rechtbank ongeloofwaardig gelet op de voorgaande bewijsmiddelen. Bovendien is deze verklaring ook ongeloofwaardig omdat de verkoop midden in de nacht zou plaatsvinden en een potentiële koper met de trein naar Apeldoorn zou komen, hetgeen ondenkbaar is omdat er op dat tijdstip geen treinverkeer is.
De rechtbank is van oordeel dat medeverdachte [medeverdachte 3] tezamen en in vereniging met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de inbraak heeft gepleegd. Naar het oordeel van de rechtbank was er gelet op de hiervoor beschreven rol van verdachte geen sprake van een bewuste en nauwe samenwerking van verdachte met de medeverdachte [medeverdachte 3] en de andere genoemde personen en is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van het medeplegen van de inbraak. Verdachte is echter bij deze inbraak wel opzettelijk behulpzaam geweest door de medeverdachte [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar een benzinestation in de buurt van de Mediamarkt te rijden en op de uitkijk te staan. De rechtbank acht de medeplichtigheid aan deze inbraak dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Uit het feit dat op de telefoon van verdachte foto’s van de Ford zijn aangetroffen, waarmee de ramkraak is gepleegd, kan niet worden afgeleid dat verdachte schuldig is aan het regelen van die Ford. Ook is niet gebleken dat verdachte [medeverdachte 1] advertenties heeft gestuurd van goedkope vluchtauto’s waarmee de ramkraak kon worden gepleegd. Tenslotte kan ook niet worden vastgesteld dat verdachte de Ford zou hebben bestuurd. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van die twee onderdelen van het ten laste gelegde feit.
Feit 2: opzetheling kentekenplaten
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden en dat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Nadat op 5 maart 2020 de Ford tot stilstand kwam tegen een boom heeft verbalisant het Poolse kenteken [kenteken] gecontroleerd en geconstateerd dat die kentekenplaten als gestolen stonden gesignaleerd.
Op de telefoon van verdachte zijn foto’s aangetroffen van de Ford waarop de kentekenplaten zijn afgedekt met een vinger. Het enkel hebben van deze foto’s, wat daar ook overigens van zij, is echter onvoldoende om te bewijzen dat verdachte daarmee wist dan wel redelijkerwijs moest weten dat die kentekenplaten van een misdrijf afkomstig waren. Het feit kan niet wettig en overtuigend worden bewezen. Verdachte zal van het ten laste gelegde feit dan ook worden vrijgesproken.
Feit 3: vervalst rijbewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden en dat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Op donderdag 5 maart 2020 werd bij aanhouding van verdachte een Oekraïens rijbewijs aangetroffen. Het rijbewijs werd door een documentdeskundige onderzocht en uit dat onderzoek volgt dat het rijbewijs een nabootsing is van een origineel exemplaar.
Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat hij in bezit was van een vals rijbewijs. Het rijbewijs is niet gemakkelijk als zodanig te herkennen. Verdachte heeft het rijbewijs jarenlang gebruikt en ook bij autoriteiten ingeleverd. Nooit eerder is de valsheid ervan geconstateerd. Verdachte zou dit rijbewijs van een officiële instantie uit Oekraïne hebben gekregen.
Gelet op het voorgaande kan de rechtbank niet met voldoende zekerheid vaststellen dat verdachte wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat het rijbewijs vals dan wel vervalst was. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het tenlastegelegde.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3] , op
of omstreeks5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen,
althans alleen,goederen,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededaders toebehoorde, te weten aan de Mediamarkt (gelegen aan De Voorwaarts 13),
heeft/hebben weggenomen, te weten:
-een
(grote)hoeveelheid telefoons (van het merk Apple IPhone),
-een
(grote)hoeveelheid telefoons (van het merk Samsung),
-
een of meerfotocamera’s (van het merk Canon) en
/of-
een of meer (zogenaamde)screenprotectoren,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door
middel van braak
en/of verbreking;
toten
/ofbij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte,
op
of omstreeks5 maart 2020, in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaften
/ofopzettelijk behulpzaam is geweest door:
-die [medeverdachte 1] advertenties te sturen van (goedkope)(vlucht)auto’s waarmee de ramkraak gepleegd kon worden en/of-een (vlucht)auto te regelen en/of deze te besturen en/of-
(vervolgens)die [medeverdachte 1] en
/ofdie [medeverdachte 2] en
/ofdie [medeverdachte 3] naar een benzinestation - in de buurt van de (betreffende) Mediamarkt - te rijden en
/of- (voor die [medeverdachte 1] en
/ofdie [medeverdachte 2] en
/ofdie [medeverdachte 3] ) op de uitkijk te gaan staan en voor en
/ofgedurende en
/ofna de ramkraak in telefonisch contact met
hem/hen staan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplichtigheid aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 26 maanden, met aftrek van de tijd verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat een gevangenisstraf passend is die minder is dan de tijd die in voorlopige hechtenis is doorgebracht.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie van Roemenië, gedateerd 9 maart 2020, en het uittreksel justitiële documentatie van Nederland, gedateerd 2 juni 2020.
Verdachte heeft het plegen van een ramkraak bevorderd en is hierbij behulpzaam geweest. Hij heeft medeverdachte [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vervoerd naar een benzinestation in de buurt van de Mediamarkt en hij stond op de uitkijk toen de mannen midden in de nacht met een auto tegen het pand van de Mediamarkt in Apeldoorn zijn aangereden. Er is veel schade aangericht om een zo groot mogelijke buit te vergaren, te weten: smartphones, screenprojectoren en camera’s. Dit is een ernstig feit dat zeer niet alleen veel overlast en schade oplevert voor de eigenaar van het pand, maar ook voor de samenleving. Dit feit rekent de rechtbank de verdachte aan. De rechtbank rekent het verdachte ook aan dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. Uit de documentatie van verdachte blijkt dat hij eerder vermogensdelicten heeft gepleegd in het buitenland en daarvoor langere gevangenisstraffen opgelegd heeft gekregen, waar hij kennelijk weinig van heeft geleerd.
Gelet op de ernst van het bewezen verklaarde, waarbij het gaat om een georganiseerde ramkraak, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de LOVS-oriëntatiepunten en de persoon van verdachte zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken, is naar oordeel van de rechtbank een gevangenisstraf passend.
Alles overwegend legt de rechtbank aan verdachte op een gevangenisstraf van 11 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 48 en 311 Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 1 primair, onder feit 2 en 3 tenlastegelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kleinrensink, voorzitter, mr. Y. Yeniay-Cenik en mr. Y. Yildiz, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.G.M. van Ophuizen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 juli 2020.
mr. Y. Yildiz is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020101393, gesloten op 24 april 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens de Mediamarkt, p. 21-22.
3.Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever] , p. 33.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 40.
5.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 3] , p. 198 en 204.
6.Process-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 3] , p. 205 en 207.
7.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 3] , p. 204.
8.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 3] , p. 198.
9.Het proces-verbaal van aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 3] , p. 180. Proces-verbaal van bevindingen, p. 39.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 39.
11.Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte, p. 277-278.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 300.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 143.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 239 en 256.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 259, 261, 263, 266.