ECLI:NL:RBGEL:2020:3277

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 juli 2020
Publicatiedatum
6 juli 2020
Zaaknummer
05/216657-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair wegens het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften met gemeen gevaar als gevolg

Op 6 juli 2020 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen sergeant der eerste klasse [verdachte], die op 17 juli 2019 in Bamako, Mali, een schot heeft gelost met zijn dienstwapen, een Glock 17. Dit gebeurde in de koffiecorner 'Sunshade' op kamp Midgard, waar op dat moment vijf andere personen aanwezig waren. De verdachte werd beschuldigd van het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften, wat leidde tot gemeen gevaar voor personen en goederen. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte nalatig was geweest in het naleven van de veiligheidsmaatregelen zoals voorgeschreven in het Handboek Militair Land-E&T-02.1 en het dienstvoorschrift Pistool Glock 17 JB. De verdachte had het wapen niet behandeld alsof het geladen was en had niet gecontroleerd of er een patroonmagazijn in het wapen zat. De militaire kamer concludeerde dat er geen opzet was, maar wel sprake van schuld. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van 750 euro, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de boete niet tijdig werd betaald. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was begaan, de ervaring van de verdachte als militair en het feit dat er geen letsel of schade was veroorzaakt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/216657-19
Datum uitspraak : 6 juli 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats]
officier-raadsman: majoor S. Straten
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2020.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij als militair, op of omstreeks 17 juli 2019, te of nabij Bamako, in elk geval in Mali, opzettelijk het dienstvoorschrift Handboek Militair Land-E&T-02.1 (De KL militair) onder hoofdstuk 5.5
Pistool Glock en/of het dienstvoorschrift Pistool Glock 17 JB (VS 7-511), waarin onder "2. Veiligheidsmaatregelen" (onder andere) was voorgeschreven dat de veiligheidsmaatregelen genomen dienen te worden:
  • Bij het in gebruik nemen van het wapen.
  • Voor het in ontvangst nemen van het wapen.
  • Voor het uiteennemen van het wapen.
  • Voor iedere wapeninspectie.
en waarin onder "Uitvoering" (onder andere) was voorgeschreven dat
  • het wapen met de loop in een veilige richting met de vinger langs de beugelkrop gehouden dient te worden.
  • gecontroleerd dient te worden of er een patroonmagazijn is geplaatst.
  • indien er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen genomen dient te worden en gecontroleerd dient te worden of zich hierin munitie bevindt.
  • (vervolgens) de slede naar achteren getrokken dient te worden.
  • Gecontroleerd dient te worden of de kamer leeg is.
  • De slede onder geleide naar voren te laten gegaan dient te worden en (vervolgens) de trekker overgehaald dient te worden.
En waarin onder "3. Algemene veiligheidsregels" (onder andere) was voorgeschreven dat:
  • Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden negeleefd.
  • Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is.
  • Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert, hij dan de veiligheidsmaatregelen moet nemen.
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij toen aldaar een (aan hem, verdachte overgedragen/uitgereikt) pistool (Glock 17) uit het holster heeft genomen en/althans dat pistool ter hand heeft genomen zonder dat hij, verdachte, het wapen heeft behandeld alsof het geladen was omdat uitwendig niet te zien was of het ontladen was en/of zonder dat hij, verdachte, (voldoende) gecontroleerd heeft of er een patroonmagazijn was geplaatst en/of zonder dat hij, verdachte, het geplaatste patroonmagazijn uit het wapen heeft verwijderd en gecontroleerd heeft of zich hierin munitie bevond en/of zonder dat hij (voldoende) gecontroleerd heeft of de kamer van het wapen leeg was en/of zonder dat hij, verdachte, het wapen met de loop in een veilige richting heeft gehouden, de slede van het pistool naar achteren heeft gehaald en/of daarna de
slede heeft los gelaten en/of de trekker van het pistool heeft overgehaald, althans heeft beroerd waarbij/waarna er door hem, verdachte, met dat wapen een schot werd gelost, althans uit dat wapen een patroon werd afgevuurd terwijl daarvan/daardoor gemeen gevaar voor personen, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte bevindende [naam 1] en/of
[naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of een (Malinese) chauffeur/persoon, en/of gemeen gevaar voor goederen, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen, waaronder tenten en/of voertuigen en/of meubilair, te duchten is geweest;
subsidiair
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij als militair, op of omstreeks 17 juli 2019,te of nabij Bamako, in elk geval in Mali, in ernstige mate nalatig het dienstvoorschrift Handboek Militair Land-E&T-02.1 (De KL militair) onder hoofdstuk 5.5 Pistool Glock en/of het dienstvoorschrift Pistool Glock 17 JB (VS 7-511), waarin onder "2. Veiligheidsmaatregelen" (onder andere) was voorgeschreven dat de veiligheidsmaatregelen genomen dienen te worden :
  • Bij het in gebruik nemen van het wapen.
  • Voor het in ontvangst nemen van het wapen.
  • Voor het uiteennemen van het wapen.
  • Voor iedere wapeninspectie.
en waarin onder "Uitvoering" (onder andere) was voorgeschreven dat
  • het wapen met de loop in een veilige richting met de vinger langs de beugelkrop gehouden dient te worden.
  • gecontroleerd dient te worden of er een patroonmagazijn is geplaatst.
  • indien er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen genomen dient te worden en gecontroleerd dient te worden of zich hierin munitie bevindt.
  • (vervolgens) de slede naar achteren getrokken dient te worden.
  • Gecontroleerd dient te worden of de kamer leeg is.
  • De slede onder geleide naar voren te laten gegaan dient te worden en (vervolgens) de trekker overgehaald dient te worden.
En waarin onder "3. Algemene veiligheidsregels" (onder andere) was voorgeschreven dat:
  • Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden negeleefd.
  • Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is.
  • Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert, hij dan de veiligheidsmaatregelen moet nemen.
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij toen aldaar een (aan hem, verdachte overgedragen/uitgereikt) pistool (Glock 17) uit het holster heeft genomen en/althans dat pistool ter hand heeft genomen zonder dat hij, verdachte, het wapen heeft behandeld alsof het geladen was omdat uitwendig niet te zien was of het ontladen was en/of zonder dat hij, verdachte, (voldoende) gecontroleerd heeft of er een patroonmagazijn was geplaatst en/of zonder dat hij, verdachte, het geplaatste patroonmagazijn uit het wapen heeft verwijderd en gecontroleerd heeft of zich hierin munitie bevond en/of zonder dat hij (voldoende) gecontroleerd heeft of de kamer van het wapen leeg was en/of zonder dat hij, verdachte, het wapen met de loop in een veilige richting heeft gehouden, de slede van het pistool naar achteren heeft gehaald en/of daarna de
slede heeft los gelaten en/of de trekker van het pistool heeft overgehaald, althans heeft beroerd waarbij/waarna er door hem, verdachte, met dat wapen een schot werd gelost, althans uit dat wapen een patroon werd afgevuurd , terwijl daarvan/daardoor gemeen gevaar voor personen, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte bevindende [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of een (Malinese) chauffeur/persoon, en/of gemeen gevaar voor goederen, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen, waaronder tenten en/of voertuigen en/of meubilair, is ontstaan.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 17 juli 2019 heeft verdachte, sergeant der eerste klasse [verdachte] , een schot gelost met zijn dienstwapen, een Glock 17. Dit gebeurde in de koffiecorner “Sunshade” op kamp Midgard in Bamako, Mali. [2] In de koffiecorner waren op dat moment vijf andere personen aanwezig. [3]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit. De officier van justitie is van oordeel dat uit het onderzoek is gebleken dat verdachte niet op de juiste wijze en ook niet op de daarvoor aangewezen plaats veiligheidshandelingen heeft verricht aan de Glock. Dat er verschillende momenten waren waarop de verdachte zich had kunnen realiseren dat dit niet de juiste locatie was voor het verrichten van veiligheidshandelingen aan zijn wapen, heeft de officier van justitie aangedragen als bewijs voor het voorwaardelijk opzet van de verdachte op het overtreden van het dienstvoorschrift.
Het standpunt van de verdediging
De officier-raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is geweest van het opzettelijk overtreden van een dienstvoorschrift, aangezien dit van verdachte een onprofessioneel militair zou maken. Er is slechts sprake geweest van een kort moment van onachtzaamheid. De officier-raadsman heeft de omstandigheden waaronder deze onachtzaamheid tot stand is gekomen nader verklaard. Dit ging om de nevenfunctie van verdachte als vertrouwenspersoon op het kamp, de hoge werkdruk, de vermoeidheid van verdachte en de buitentemperatuur van 50 graden Celsius. Verdachte is teruggevallen op zijn drills en heeft de veiligheidsmaatregelen uitgevoerd. Verdachte heeft hierbij – achteraf blijkt ten onrechte – aangenomen dat er geen patroonhouder in het wapen zat, waardoor het schot door hem is gelost.
Beoordeling door de militaire kamer
Overtreden dienstvoorschrift
In het Handboek Militair Land-E&T-02.1 (De KL militair) onder hoofdstuk 5.5 Pistool Glock en het voorschrift VS 7-511 over Pistool Glock 17 JB staan – voor zover relevant – de volgende veiligheidsregels beschreven:
“2. Veiligheidsmaatregelen
- Neem in de volgende gevallen de veiligheidsmaatregelen:
• Bij het in gebruik nemen.
• Voor het in ontvangst nemen.
• Voor het uiteennemen.
• Voor iedere wapeninspectie.
- Uitvoering:
• Houdt het wapen met de loop in een veilige richting met de vinger langs de
beugelkrop.
• Controleer of er een patroonmagazijn is geplaatst.
• Neem wanneer er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen en
controleer of zich hierin munitie bevindt.
• Trek de slede naar achteren.
• Controleer of de kamer leeg is.
• De slede onder geleide naar voren laten gaan en haal de trekker over.
• Controleer patroonmagazijntassen, overige patroonmagazijnen en munitie.
3. Algemene veiligheidsregels
- Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toezien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
- Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen, moet het wapen behandeld
worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is
- (…)
- Wanneer de gebruiker niet overtuigd niet overtuigd is van de toestand waarin het
wapen verkeerd, moet hij de veiligheidsmaatregelen nemen.”
Verdachte heeft aangegeven dat hij bekend was met het hierboven genoemde dienstvoorschrift. [4] Ook heeft hij verklaard dat hij is opgeleid voor de Glock 17 en schietinstructeur is. [5]
Verdachte heeft daarnaast verklaard dat hij met een aantal collega’s in de koffiecorner was toen er twee wapens in een holster op tafel werden gelegd met twee losse magazijnen. Verdachte heeft toen een wapen uit het holster gepakt en heeft zijn hele lichaam en zijn wapen een kwartslag naar rechts gedraaid en heeft daarbij het wapen naar de grond gericht, richting de volgens hem meest veilige richting. Verdachte heeft verklaard dat hij vervolgens de slede naar achter heeft gehaald om de veiligheidsmaatregelen te doen. Hij heeft hierbij alleen in de loop van het wapen gekeken, de slede losgelaten en in de meest veilige richting afgedrukt. Het wapen is toen afgegaan. Verdachte heeft verklaard dat hij wederom in het wapen heeft gekeken en toen pas het magazijn zag zitten. Hij heeft het magazijn er vervolgens uit gehaald en het wapen ontladen. [6]
Uit het dienstvoorschrift volgt dat verdachte voor het in ontvangst nemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen moest uitvoeren. Dit geldt ook en des te meer – volgens de algemene veiligheidsregels – wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert. De verdachte heeft dit verzuimd door bij het in ontvangst nemen van het wapen het niet te behandelen alsof het geladen was door niet te controleren of er een patroonmagazijn in het wapen was geplaatst. Door dit niet te controleren heeft verdachte vervolgens ook verzuimd om het patroonmagazijn uit het wapen te verwijderen en te controleren of hier zich munitie in bevond.
Op grond van het vorenstaande concludeert de militaire kamer dat verdachte het dienstvoorschrift Handboek Militair Land-E&T-02.1 (De KL militair) onder hoofdstuk 5.5 Pistool Glock en het dienstvoorschrift Pistool Glock 17 JB (VS 7-511), niet heeft opgevolgd door niet (op de juiste wijze) de veiligheidsmaatregelen na te leven bij het in ontvangst nemen van het wapen waardoor het ongewilde schot is gelost. De militaire kamer neemt hierbij in aanmerking dat het wapen technisch in orde was en er geen aanleiding is aan te nemen dat het wapen zonder de trekker aan te raken kon afgaan. [7]
Opzet of schuld
De militaire kamer dient vervolgens te beoordelen of verdachte opzet had op het overtreden van het dienstvoorschrift, zoals primair ten laste is gelegd. Hiertoe overweegt de militaire kamer allereerst dat bij verdachte niet van ‘opzet als bedoeling’ is gebleken.
Verdachte heeft aangevoerd dat hij ten onrechte heeft aangenomen dat er geen patroonhouder in het wapen zat en heeft zijn ‘drills’ uitgevoerd, waardoor het schot door hem is gelost. De militaire kamer is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij een dienstvoorschrift zou overtreden. Er is dus ook geen sprake van voorwaardelijk opzet. De militaire kamer heeft uit het onderzoek ter terechtzitting geen reden gekregen aan de lezing van verdachte te twijfelen dat hij vanwege de twee patroonhouders die naast de wapens lagen heeft aangenomen hij zijn Glock ongeladen in ontvangst nam. Dat is weliswaar verwijtbaar, maar van die lezing uitgaande kan niet gezegd worden dat verdachte bewust de kans heeft aanvaard dat hij een dienstvoorschrift zou overtreden.
Zoals uit het vorenstaande blijkt heeft de militaire kamer uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
De militaire kamer acht wel bewezen dat het aan verdachtes schuld is te wijten dat hij genoemde dienstvoorschriften heeft overtreden op de hiervoor genoemde manier. Daartoe wordt overwogen als volgt.
Verdachte heeft verklaard dat hij het wapen normaal open aangeboden krijgt en dat dit de dag voor het ongewilde schot ook gebeurd was, maar op deze dag niet. [8] Ook heeft verdachte aangegeven dat er bij de twee wapens twee magazijnen werden gelegd, voor elk wapen één. [9] Verdachte heeft verklaard dat hij er op basis hiervan vanuit is gegaan dat het wapen dat hij kreeg leeg was. [10] Getuige [naam 3] heeft ook verklaard dat verdachte direct na het schot zei: “Ik dacht dat de patroonhouder eruit was. Normaal krijg ik niet een wapen die half geladen is.” Of woorden van gelijke strekking. [11] Door zijn aanname en het nalaten van het controleren hiervan, heeft verdachte in ernstige mate nalatig gehandeld. Dat verdachte eerder had meegemaakt dat veiligheidsmaatregelen in het kamp werden verricht op een locatie waar geen ontlaadpunt was aangewezen, maakt niet dat het verdachte niet te verwijten zou zijn dat hij de dienstvoorschriften heeft overtreden. De militaire kamer heeft dan ook de overtuiging dat het subsidiair ten laste gelegde door verdachte is begaan.
Gemeen gevaar voor personen of goederen
Wat betreft de vraag of het ongewilde schot gemeen gevaar voor anderen en/of gemeen gevaar voor goederen oplevert overweegt de militaire kamer als volgt.
Verdachte bevond zich op het moment dat hij het schot heeft gelost in de koffiecorner op het kamp. In deze koffiecorner bevonden zich op dat moment vijf andere personen, namelijk: [naam 1] , [naam 2] , [naam 4] , [naam 5] de Malinese chauffeur en [naam 3] . [12]
Getuige [naam 1] heeft verklaard dat verdachte zijn wapen schuin naar de grond gericht had op het moment dat hij het schot loste. [13] Verdachte heeft aangegeven dat hij zijn pistool rechts voor zich gericht had op de grond voor de container, in de hoek tussen de bank en de katrol die daar lag. Ook heeft verdachte aangegeven dat de aanwezige personen zich achter hem bevonden. [14] Getuige [naam 2] heeft desondanks verklaard dat hij als gevolg van het schot het grind tegen zijn broek omhoog voelde spatten. [15]
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen, het feit dat de aanwezige personen zich op korte afstand van verdachte bevonden en het feit dat de grond ter plaatse bedekt was met grind constateert de militaire kamer dat de kogel richting [naam 1] , [naam 2] , [naam 4] , [naam 3] en de Malinese chauffeur had kunnen ricocheren. Ondanks dat alle aanwezige personen zich achter verdachte bevonden, valt niet uit te sluiten dat zij door de terugkaatsende kogel geraakt hadden kunnen worden. Hierdoor is er sprake geweest van gemeen gevaar voor deze personen.
Voorts is de militaire kamer van mening dat er, gelet op de aanwezige bank, katrol en andere goederen waaronder tenten, voertuigen en meubilair en de mogelijke schade die een inslag of een ricochet kan veroorzaken, eveneens gemeen gevaar voor goederen te duchten was.

3. Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij als militair, op
of omstreeks17 juli 2019, te
of nabijBamako,
in elk geval in Mali, in ernstige mate nalatig het dienstvoorschrift Handboek Militair Land-E&T-02.1 (De KL militair) onder hoofdstuk 5.5
Pistool Glock en
/ofhet dienstvoorschrift Pistool Glock 17 JB (VS 7-511), waarin onder "2. Veiligheidsmaatregelen" (onder andere) was voorgeschreven dat de veiligheidsmaatregelen genomen dienen te worden:
  • Bij het in gebruik nemen van het wapen.
  • Voor het in ontvangst nemen van het wapen.
  • Voor het uiteennemen van het wapen.
  • Voor iedere wapeninspectie.
en waarin onder "Uitvoering" (onder andere) was voorgeschreven dat
  • het wapen met de loop in een veilige richting met de vinger langs de beugelkrop gehouden dient te worden.
  • gecontroleerd dient te worden of er een patroonmagazijn is geplaatst.
  • indien er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen genomen dient te worden en gecontroleerd dient te worden of zich hierin munitie bevindt.
  • (vervolgens) de slede naar achteren getrokken dient te worden.
  • Gecontroleerd dient te worden of de kamer leeg is.
  • De slede onder geleide naar voren te laten gegaan dient te worden en (vervolgens) de trekker overgehaald dient te worden.
En waarin onder "3. Algemene veiligheidsregels" (onder andere) was voorgeschreven dat:
  • personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
  • voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is.
  • wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert, hij dan de veiligheidsmaatregelen moet nemen.
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij toen aldaar een (aan hem, verdachte
overgedragen/uitgereikt) pistool (Glock 17) uit het holster heeft genomen en
/althansdat pistool ter hand heeft genomen zonder dat hij, verdachte, het wapen heeft behandeld alsof het geladen was omdat uitwendig niet te zien was of het ontladen was en
/ofzonder dat hij, verdachte, (voldoende) gecontroleerd heeft of er een patroonmagazijn was geplaatst en
/ofzonder dat hij, verdachte, het geplaatste patroonmagazijn uit het wapen heeft verwijderd en gecontroleerd heeft of zich hierin munitie bevond
en/of zonder dat hij (voldoende) gecontroleerd heeft of de kamer van het wapen leeg wasen
/ofzonder dat hij, verdachte, het wapen met de loop in een veilige richting heeft gehouden, de slede van het pistool naar achteren heeft gehaald en
/ofdaarna de
slede heeft los gelaten en
/ofde trekker van het pistool heeft overgehaald,
althans heeft beroerdwaarbij
/waarnaer door hem, verdachte, met dat wapen een schot werd gelost,
althans uit dat wapen een patroon werd afgevuurd terwijl daarvan/daardoor gemeen gevaar voor personen, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte bevindende [naam 1] en
/of
[naam 2] en
/of[naam 3] en
/of[naam 4] en
/ofeen (Malinese) chauffeur
/persoon, en
/ofgemeen gevaar voor goederen, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen, waaronder tenten en
/ofvoertuigen en
/ofmeubilair, te duchten is geweest.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
als militair aan zijn schuld te wijten zijn dat hij een dienstvoorschrift niet opvolgt, terwijl daardoor gemeen gevaar voor personen en goederen te duchten is.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot het verrichten van 40 uren werkstraf, te vervangen door 20 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De officier-raadsman heeft de militaire kamer verzocht om acht te slaan op het feit dat verdachte na het ongewilde schot niet gerepatrieerd is, ondanks dat dit in dergelijke zaken gebruikelijk is. De officier-raadsman heeft ook verzocht om rekening te houden met de gevolgen van een intrekking van de verklaring van geen bezwaar voor verdachte. Hij heeft hiervoor aangedragen dat het zowel voor de Koninklijke Landmacht als voor verdachte zelf van belang is dat hij zijn baan kan behouden. Voor de Koninklijke Landmacht vanwege zijn specialistische en essentiële kennis en voor verdachte vanwege zijn verantwoordelijkheden als hoofd van een gezin. De officier-raadsman heeft gepleit voor het opleggen van een boete tot maximaal 400 euro, nu verdachte zich – gelet op de omstandigheden van deze zaak – in deze strafmodaliteit zou kunnen vinden.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 9 juni 2020.
De militaire kamer heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is een ervaren en getraind militair en hij was op de hoogte van de voorgeschreven veiligheidsregels die gelden ten aanzien van de Glock 17. Verdachte heeft – ondanks zijn ervaring met de Glock 17 – in uitzendgebied een ongewild schot gelost. Dit schot heeft geen letsel of schade veroorzaakt, maar er was hierbij wel gemeen gevaar voor personen en goederen te duchten. Dit is een ernstig feit. Immers, de naleving van de veiligheidsvoorschriften is in het belang van andere militairen en zelfs van het functioneren van de krijgsmacht als geheel. Militairen mogen binnen Defensie een veilige werkomgeving verwachten en daar dient iedere individuele militair ook aan bij te dragen. Daartoe dient elke militair, dus ook verdachte destijds, de veiligheidsvoorschriften grondig na te leven. Van een militair als verdachte – en zeker nu dat zijn nevenfunctie schietinstructeur is – mag dan ook verlangd worden dat hij zich te allen tijde aan de veiligheidsregels houdt.
Anderzijds houdt de militaire kamer er bij de bepaling van de straf rekening mee dat verdachte een blanco strafblad heeft en dat hij zich terdege bewust is van de fouten die hij heeft gemaakt. Deze proceshouding spreekt in het voordeel van de verdachte. Daarnaast weegt de militaire kamer ten aanzien van de strafmaat mee dat verdachte het wapen op een ongebruikelijke plek aangeboden kreeg en dat deze de dag ervoor wel leeg was toen hij het in ontvangst nam. De militaire kamer begrijpt dat dit voor enige verwarring bij verdachte heeft gezorgd, hetgeen kan hebben bijgedragen aan het bewezenverklaarde. Ook de door de verdediging aangedragen omstandigheden ter plaatse en het feit dat aan verdachte niet verteld was waar een veilige plek was om zijn veiligheidsmaatregelen uit te voeren, neemt de militaire kamer mee in de bepaling van de strafmaat.
Voorts blijkt uit de brief van commandant Kapitein [naam 6] dat men bij de Koninklijke Landmacht zeer tevreden is over het functioneren van verdachte. Het feit dat verdachte na dit incident nog is bevorderd, weegt de militaire kamer mee in het voordeel van de verdachte.
Gelet op alle voorgaande omstandigheden acht de militaire kamer een geldboete ter hoogte van 750 euro passend en geboden. Dit is lager dan de eis van de officier van justitie, omdat de militaire kamer tot een andere bewezenverklaring komt. De militaire kamer merkt hierbij nog op dat het passend is in het kader van de militaire strafrechtspleging een eventuele tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis, voor het geval de geldboete niet (tijdig) zou worden betaald, en voor zover veroordeelde nog in werkelijke dienst verblijft, te doen uitvoeren in het Militair Penitentiair Centrum te Stroe.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 23 en 24c van het Wetboek van Strafrecht
en artikelen 4 en 136 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
geldboetevan
€ 750,00 (zevenhonderdvijftighonderd euro),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien)dagen
hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. van Wezel (voorzitter), mr. G.W.B. Heijmans, rechters en kolonel mr. M. Hoedeman, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Roelfsema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 juli 2020.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de Koninklijke Marechaussee, Landelijk Tactisch Commando, Brigade Buitenland Missies, dossiernummer PL27QM/19-800113, gesloten op 12 december 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 2.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , p. 27-28.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 14.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 13.
6.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 13.
7.Proces-verbaal p. 63; schriftelijk bescheid “Technische Durchsicht Glock 17” d.d. 20 juli 2019, p. 64.
8.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting, d.d. 22 juni 2020.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 14.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 15.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , p. 27.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , p. 27-28.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] , p. 18.
14.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting, d.d. 22 juni 2020.
15.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , p. 23.