Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Het verdere procesverloopIn de verstek- en in de verzetprocedure
2.De feitenIn de verstek- en in de verzetprocedure
3.De vordering in de verstekprocedure
a. primair: [opposant, tevens eisende partij in reconventie] zal worden veroordeeld om de lopende huurtermijnen ingaande 1 juli 2019 te voldoen tot aan de dag van de ontbinding van de overeenkomst, zomede tot betaling van een schadevergoeding gelijk aan de huurtermijnen over de periode vanaf de datum van ontbinding tot aan de dag waarop het gehuurde aan een ander zal worden verhuurd, waarbij iedere ingetreden maand als een volle maand geldt;
4.De vordering en het verweer in de verzetprocedure
V12 had geen belang bij haar vordering tot ontbinding en ontruiming. Zij is tot ontruiming overgegaan op een moment dat het vonnis van 19 juni 2019 nog niet in kracht van gewijsde was gegaan. V12 heeft hiermee onrechtmatig gehandeld en is schadeplichtig. De ontruiming van de woning, die inmiddels heeft plaatsgevonden, was niet terecht. [opposant, tevens eisende partij in reconventie] heeft hierdoor schade geleden. De schade wordt vooralsnog geschat op € 2.000,00. V12 dient dit bedrag aan [opposant, tevens eisende partij in reconventie] te voldoen.