Uitspraak
Exploitatiemaatschappij Gelredome B.V.
1.De procedure
2.De feiten
3.De (oorspronkelijke) vordering en het verweer / verzet
4.De beoordeling
Gelredome gaat er (inmiddels) van uit dat die bekrachtiging niet heeft plaatsgevonden.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 juni 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen [eiser in verzet], vertegenwoordigd door mr. M. Harten, en Exploitatiemaatschappij Gelredome B.V., vertegenwoordigd door mr. S.J. van Susante. De zaak betreft een huurovereenkomst tussen Gelredome en Heroesdome BV, waarbij [eiser in verzet] als bestuurder van Heroesdome BV aansprakelijk werd gesteld voor de niet-nakoming van de betalingsverplichtingen. Gelredome vorderde betaling van € 86.250,- vermeerderd met rente en kosten, terwijl [eiser in verzet] betwistte dat hij aansprakelijk was, onder andere omdat de algemene voorwaarden geen deel uitmaakten van de overeenkomst en hij geen contractspartij was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kantonrechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, ondanks de betwisting van [eiser in verzet]. De rechtbank oordeelde dat de bekrachtiging van de rechtshandeling door Heroesdome BV niet kan worden ontkend, aangezien Gelredome aanvankelijk alleen Heroesdome BV aansprakelijk hield. De rechtbank concludeerde dat [eiser in verzet] hoofdelijk aansprakelijk is op grond van artikel 2:203 lid 3 BW, omdat hij wist of kon weten dat Heroesdome BV haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen, gezien het faillissement van de vennootschap binnen een jaar na oprichting.
De rechtbank verwierp de argumenten van [eiser in verzet] en oordeelde dat hij niet had aangetoond dat hij erop mocht vertrouwen dat Heroesdome BV over voldoende middelen beschikte om de huursom te betalen. De vordering van Gelredome werd toegewezen, en [eiser in verzet] werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.