ECLI:NL:RBGEL:2020:2955

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 mei 2020
Publicatiedatum
16 juni 2020
Zaaknummer
C/05/370849 FZRK 20/1246
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met schizofrenie

Op 28 mei 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank verleent deze zorgmachtiging naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie, waarbij betrokkene, geboren in 1974, lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofrenie. De mondelinge behandeling vond plaats via beeldbellen vanwege de coronamaatregelen. Tijdens de behandeling zijn betrokkene, zijn advocaat en een verpleegkundige gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene sinds zijn jeugd bekend is met schizofrenie en dat zijn toestand in de zomer van 2019 verslechterde door het staken van medicatie en alcoholgebruik. Dit leidde tot een gedwongen opname, die noodzakelijk werd geacht om ernstig nadeel te voorkomen, zoals lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang.

De rechtbank oordeelt dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De zorgmachtiging wordt verleend voor een maximale duur van zes maanden, waarbij gedwongen opname alleen zal plaatsvinden als andere zorgvormen niet meer volstaan. De rechtbank heeft de voorgestelde zorg als evenredig en effectief beoordeeld, rekening houdend met de veiligheid en de maatschappelijke participatie van betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter L.J.P. Lambooij, met griffier R.A. Ramkhewan aanwezig. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 3 juni 2020 vastgesteld.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/370849 FZRK 20/1246
Datum mondelinge uitspraak: 28 mei 2020
beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. L.C. Bruggink- de Bruyn Kops te Ermelo.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 20 mei 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling op 28 mei 2020 heeft vanwege het coronavirus telefonisch/via beeldbellen plaatsgevonden.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
mw. [naam] , als verpleegkundige verbonden aan GGz Centraal;
de broer van betrokkene.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het niet toegestaan betrokkene persoonlijk te bezoeken. Dit levert voor betrokkene en andere aanwezigen een onaanvaardbaar besmettings-gevaar op. Om die reden is besloten betrokkene via beeldbellen te horen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie (sinds 2001).
2.3.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige materiële schade;
ernstige verwaarlozing;
maatschappelijke teloorgang;
het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
2.4.
Betrokkene is sinds zijn jeugd bekend met schizofrenie. Hij is lange tijd stabiel gebleven. Echter, in de zomer van 2019 decompenseerde hij vanwege het staken van de medicatie en alcoholgebruik. Een gedwongen opname was noodzakelijk. Betrokkene is ambivalent over de medicatie. Als hij zijn medicatie staakt, bestaat het risico dat hij psychotisch decompenseert. In die situatie berokkent hij zichzelf en anderen schade, verwaarloost hij zichzelf en gaat hij maatschappelijk teloor. Daarnaast kan er sprake zijn van vernieling en bedreiging, zoals voorafgaande aan de opname in 2019 is gebleken.
2.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de navolgende vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur:
het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
het opnemen in een accommodatie;
het beperken van de bewegingsvrijheid;
alle voor de maximale duur van zes maanden, waarbij ten aanzien van de gedwongen opname geldt dat deze enkel zal worden toegepast op het moment dat de overige vormen van zorg niet langer volstaan en opname wordt gerechtvaardigd door een actuele onafhankelijke medische verklaring.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Hetgeen namens betrokkene als verweer is aangevoerd, doet aan het voorgaande niet af.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] ,
3.2.
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.6 kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 27 november 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2020 door mr. L.J.P. Lambooij, rechter, in tegenwoordigheid van R.A. Ramkhewan, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 3 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.