ECLI:NL:RBGEL:2020:2908

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 juni 2020
Publicatiedatum
11 juni 2020
Zaaknummer
05/187886-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging doodslag en veroordeling voor meer dan 40 bekrassingen in Ede

Op 10 juni 2020 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot doodslag en het bekrassen van meerdere voertuigen in Ede. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot doodslag op twee personen, omdat niet kon worden bewezen dat hij met opzet of met een aanmerkelijke kans op de dood had gereden. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van getuigen onvoldoende bewijs boden voor de intentie van de verdachte om de slachtoffers te doden.

Daarnaast werd de verdachte wel veroordeeld voor het bekrassen van meer dan veertig voertuigen in Ede. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, die in het bezit was van scherpe voorwerpen, zich schuldig had gemaakt aan deze vernielingen. De rechtbank hield rekening met de psychische problemen van de verdachte, waaronder een autisme spectrum stoornis en schizofrenie, en besloot tot een lagere gevangenisstraf dan geëist door het Openbaar Ministerie.

De verdachte kreeg een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 54 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals ambulante behandeling en begeleid wonen. De rechtbank legde ook schadevergoedingen op aan verschillende benadeelde partijen, die door de bekrassingen schade hadden geleden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van behandeling voor de verdachte, gezien zijn psychische toestand en de impact van zijn daden op de gemeenschap.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/187886-19
Datum uitspraak : 10 juni 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] , zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd te [detentieplaats] ,
raadsman: mr. M.L.E. Storm van 's Gravesande, advocaat te Ede.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 november 2019, 15 januari 2020, 11 maart 2020 en 27 mei 2020.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan:
een poging tot doodslag op [aangever] en [aangever 2] door op of omstreeks 4 augustus 2019 in Ede met hoge snelheid op deze personen in of af te rijden;
het bekrassen van drie personenauto’s op of omstreeks 4 augustus 2019 in Ede;
het in of omstreeks de periode van 1 mei 2018 tot en met 4 augustus 2019 47 keer beschadigen van personenauto’s in Ede;
het bezit van een exercitiegranaat op of omstreeks 4 augustus 2019 in Veenendaal.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
Ten aanzien van feit 1:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot doodslag op [aangever] . Hiertoe is aangevoerd dat op basis van de aangifte en onder meer de verklaringen van de getuigen [getuige] , [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] , kan worden bewezen dat verdachte hard op aangever is in- dan wel afgereden. Het voorwaardelijk opzet op de dood kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat verdachte geen opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, op de dood van [aangever] heeft gehad. Niet kan worden vastgesteld dat met een zodanige snelheid is gereden dat een aanmerkelijke kans op de dood is ontstaan.
Beoordeling door de rechtbank
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de poging tot doodslag op [aangever 2] niet kan worden bewezen. Zij zal verdachte hiervan vrijspreken.
Voor wat betreft de verweten poging tot doodslag op [aangever] overweegt de rechtbank het volgende. [aangever] (p. 88 e.v.) verklaart dat hij de weg over stak naar de Spaaksingel in Ede. Daar zag hij een kleine rode auto die in zijn richting reed. De bestuurder keek hem, aldus aangever, aan. Dit was op een afstand van ongeveer vijf meter. Hij hoorde dat de bestuurder extra gas gaf en in volle vaart zijn richting op kwam rijden. Hij zag dat de auto op dat moment afsloeg naar de Spaaksingel, waar hij op dat moment liep. Aangever verklaart dat hij om niet geraakt te worden aan de kant moest springen. Na dat moment reed de bestuurder gewoon verder de Spaaksingel in, aldus aangever. De getuige [getuige] , de vrouw van aangever, bevestigt dat een auto met veel herrie en piepende handen aan kwam rijden. Ze hoorde de bestuurder gas geven en zag hem met enorme snelheid de bocht omgaan. Haar man moest opzij springen om niet geraakt te worden (p. 91).
De getuige [getuige 2] verklaart dat zij het geluid van piepende banden hoorde en de rode kleine [automerk] van verdachte aan zag komen. Ze zag dat hij met verhoogde snelheid, accelererend, de bocht naar de Spaaksingel ging nemen. Vervolgens zag zij een echtpaar op het trottoir lopen. Ze zag verdachte op deze mensen insturen. Verdachte pakte de buitenbocht en stuurde op het echtpaar af (p. 96). De getuige [getuige 3] heeft het incident zelf niet gezien (p. 102).
[getuige 4] verklaart tot slot dat aangever en zijn vrouw aan het oversteken waren en het niet veel had gescheeld of dat zij vol waren geschept (p. 103). Verdachte heeft verklaard over mensen die half op de weg/op de stoep stonden. Hij verklaart dat de afstand eerder een meter moet zijn geweest. Hij zag ze op het laatste moment (p. 131 e.v. en p. 136 e.v.).
Uit het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende worden afgeleid wat de exacte posities van verdachte en aangever [aangever] zijn geweest op het moment van wegspringen. Uit het wegspringen, een schrikreactie, is naar het oordeel van de rechtbank niet af te leiden hoe dichtbij verdachte zich daadwerkelijk heeft bevonden. De verklaringen van de getuigen – die zich ook op enige afstand hebben bevonden – bieden hier ook geen exacte duidelijkheid over.
Nu zowel het inzicht in de wijze waarop (en ook de snelheid waarmee) verdachte de bocht heeft genomen als in de afstand tussen verdachte en aangever op het moment van wegspringen ontbreekt, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden bewezen dat verdachte met zijn handelen een aanmerkelijke kans op het inrijden en vervolgens ook het veroorzaken van dodelijk letsel in het leven heeft geroepen. Om die reden zal zij verdachte van de poging tot doodslag vrijspreken.
Ten aanzien van feit 2 (de zaken 3, 4 en 5):
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de drie bekrassingen op 4 augustus 2019 in Ede.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich voor wat betreft deze bekrassingen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
[aangever 3] heeft verklaard dat hij op 2 augustus 2019 omstreeks 18:00 uur zijn blauwe [automerk] met kenteken [kenteken] voor zijn woning aan de [adres] in Ede – met de rechterzijde aan de straatkant en in de richting van de [adres] – heeft geparkeerd. Op 4 augustus 2019 om 19:43 heeft aangever in de WhatsApp-groep ‘ [naam] ’ het volgende bericht ontvangen: “Zojuist aan de [adres] een auto bekrast, weggereden een rode auto met zwarte bumper die los zit. Jonge jongen in het voertuig, ziet u wat bel 112”. Na dit bericht is aangever naar zijn auto gelopen, waar hij een nieuwe kras op de rechterzijde van zijn voertuig heeft aangetroffen. Vervolgens heeft aangever de beelden van zijn camera bekeken. Hierop zag aangever op 4 augustus 2019 om 19:26:40 uur – de camera liep vijf minuten voor – een rode [automerk] met zwarte bumpers in beeld komen. Hij zag dat de bestuurder – rijdend richting de [adres] – zijn arm geheel door het geopende bestuurdersraam had gestoken. Op het moment dat hij het voertuig van aangever passeerde, strekte hij zijn linkerarm richting het voertuig. [3]
Door de buurvrouw van [aangever 3] aan de [adres] in Ede, [aangever 4] , is ook aangifte gedaan. Zij heeft haar auto, een wit [automerk] met kenteken [kenteken] , op 4 augustus 2019 omstreeks18:00 uur achtergelaten en de schade op 4 augustus 2019 omstreeks 20:00 uur geconstateerd. De schade bestaat uit twee krassen aan de linkerzijde van de auto. [4]
Tot slot is aangifte gedaan door [aangever 5] , wonende aan de [adres] in Ede. Hij heeft verklaard dat hij op 4 augustus 2019 door zijn overbuurman werd gewaarschuwd dat de motorkap van zijn auto (een blauwe [automerk] met kenteken [kenteken] ) was bekrast. Dit had omstreeks 19:35 uur plaatsgevonden. [5] De overbuurman, de getuige [getuige 5] , bevestigt dat hij zag dat een vaal rode auto (met een bumper die iets los hing) dicht langs de auto’s, geparkeerd aan de rechterzijde, reed. Hij zag dat de bestuurder zijn arm uit het raam stak en met een metaal voorwerp over de motorkap van zijn overbuurman (nummer [huisnummer ] ) kraste. Hij zag dat het een jonge man van ongeveer twintig jaar oud met een gezet postuur, zwart kort haar en een wittig T-shirt met donkere print was. De auto reed weg in de richting van de Poggenbeek. [6]
De beelden van de camera op de woning van aangever [aangever 3] zijn door de verbalisant [verbalisant] bekeken. Op de beelden zijn drie geparkeerde voertuigen aan dezelfde zijde van de straat te zien: een witte [automerk] (
rechtbank: overeenkomstig de auto van aangeefster [aangever 4]), de [automerk] van aangever [aangever 3] en tot slot de motorkap (en voorzijde) van een auto.
Op de beelden van 4 augustus 2019 om 19:26:48 uur (de beelden lopen vijf minuten voor) is te zien dat uit de richting van de Stadpoort een rode [automerk] (oud model: hoekig) komt. De auto heeft zilverkleurige velgen en zwarte bumpers. Verder is een zwarte stootstrip horizontaal over het bestuurdersportier te zien. Het raam aan de bestuurderszijde is geopend. De bestuurder met een wit T-shirt heeft zijn gehele linker arm uit het geopende raam en rijdt rakelings langs de genoemde geparkeerde voertuigen. De linker hand van de bestuurder is tot een vuist gebald. Vervolgens rijdt de [automerk] uit beeld in de richting van de [adres] . [7]
Op de beelden van de bewoners van de woning aan de [adres] in Ede zijn ook drie voertuigen te zien, een grijze [automerk] , een zwarte kleine auto en tot slot een witte [automerk] . Op 4 augustus 2019 om 19:21:26 is opnieuw te zien dat er een voertuig in beeld komt. In de rode [automerk] bevindt zich een man tussen de 28 en 35 jaar met een donkere haarkleur en een licht T-shirt met korte mouwen en opdruk. Te zien is dat de linker arm van de man uit het portierraam hing. Daarbij had de man een gebalde vuist. Op het moment dat de man langs de witte auto reed, hing zijn arm nog uit het portier. Toen hij de auto passeerde, trok hij zijn arm terug. [8]
Een foto van de beelden van de [adres] [huisnummer ] om 19:21:27 uur is aan de stiefvader en moeder van verdachte getoond. Zij herkennen de rode auto en verdachte als de bestuurder. [9] Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in deze periode inderdaad een rode [automerk] heeft gehad. Hij is daarvan de enige gebruiker geweest. Zijn auto heeft een zwarte streep aan de zijkant. Het klopt ook dat de bumper los heeft gezeten. [10] De omstandigheid dat verdachte ter terechtzitting de streep aan de zijkant van zijn auto ontkent, doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af.
Gelet op al het voorgaande in samenhang bezien en in het bijzonder de herkenning van verdachte door zijn moeder en stiefvader op de beelden, acht de rechtbank bewezen dat verdachte deze drie auto’s aan de [adres] in Ede heeft bekrast.
Ten aanzien van feit 3:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de zaken 9 tot en met 16 (met uitzondering van het feit op 12 mei 2019), 17, 18 en 19, 20, 21 tot en met 28, 29 tot en met 52 en tot slot de zaak met betrekking tot aangever [aangever 6] .
Met betrekking tot zaak 20 heeft de officier van justitie aangevoerd dat uit de camerabeelden blijkt dat er een rode hatchback langs de voertuigen rijdt en remt. Gezien de modus operandi en de omstandigheid dat niemand anders gebruik maakt van de auto van verdachte, kan ook dit feit worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat ten aanzien van de meeste incidenten geen beeldmateriaal beschikbaar is en indien dit er wel is, de kwaliteit onvoldoende is. Er is onvoldoende bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij het bekrassen van de auto’s en het inslaan van de ruiten. Er vinden ook nog altijd aangiftes van soortgelijke feiten in Ede plaats.
Beoordeling door de rechtbank
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte van de zaken 7 (aangever [aangever 7] ), 8 (aangever [aangever 7] ) en 9 (voor wat betreft 12 mei 2019, aangever [aangever 8] ) dient te worden vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs.
Vooraf
Verdachte heeft verklaard ’s nachts wel eens met zijn rode [automerk] op pad te zijn gegaan. Hij hoorde dan ook wel eens stemmen in zijn hoofd. [11]
Zoals overwogen, is verdachte de enige gebruiker van de rode [automerk] geweest. In deze auto van verdachte (kenteken [kenteken] ) – welke auto is veiliggesteld bij de afsleepdienst in Veenendaal – is op 5 augustus 2019 het volgende aangetroffen: vier vleesprikkers, twee plamuurmessen, één timmermanshamer en een huishoudmes (met een lemmet dat halverwege afgebroken was). Op de vloer aan de bijrijderszijde bevonden zich een handvat van een huishoudmes (met afgebroken lemmet) en een kei met een doorsnede van ongeveer vijftien centimeter. Tot slot lagen onder de mat een lemmet en diverse chroomkleurige letters en cijfers. [12]
Met betrekking tot de zaken 9 tot en met 16:
De feiten
In de avond van 3 maart 2019 dan wel de nacht van 4 maart 2019 is de zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] van [aangever 8] , wonende aan de [adres] in Ede bekrast. Er bevindt zich een lange kras over de portieren aan de bijrijderszijde. De auto heeft zich aan de wegzijde bevonden. [13] [aangever 4] heeft op 2 maart 2019 omstreeks 12:00 uur haar voertuig aan de [adres] in Ede achtergelaten. Op 4 maart 2019 omstreeks 18:00 uur is een diepe kras van vijftig centimeter lang (verdeeld over twee deuren) op haar witte [automerk] met kenteken [kenteken] aangetroffen. [14] [aangever 9] heeft op 3 maart 2019 omstreeks 15:30 uur zijn zwarte [automerk] (kenteken [kenteken] ) aan de [adres] 148 in Ede achtergelaten. Op 4 maart 2019 omstreeks 08:35 uur is een diepe kras op de rechter voor- en achterdeur aangetroffen. [15] [aangever 10] heeft de blauwe [automerk] met kenteken [kenteken] – eigenaar [eigenaar] – op 3 maart 2019 omstreeks 20:00 uur aan de [adres] achtergelaten. Op 5 maart 2019 omstreeks 17:00 uur is een kras (over de auto heen) vastgesteld. [16]
Voor wat betreft de [adres] geldt dat [aangever 11] en haar man [aangever 12] hun grijze [automerk] met kenteken [kenteken] op 3 maart 2019 omstreeks 16:00 uur aan de [adres] [huisnummer ] in Ede hebben achtergelaten. Op 4 maart 2019 omstreeks 09:00 uur is de auto met een kras over de gehele zijkant aangetroffen. [17] Verder heeft [aangever 13] haar grijze [automerk] met kenteken [kenteken] op 3 maart 2019 omstreeks 19:00 uur aan de [adres] [huisnummer ] in Ede achtergelaten. Op 4 maart 2019 omstreeks 09:00 uur is een diepe kras over de gehele lengte van de bestuurderszijde (beide deuren) geconstateerd. [18] Tot slot heeft
[aangever 14] op 3 maart 2019 omstreeks 14:00 uur zijn zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] aan de [adres] [huisnummer ] in Ede achtergelaten. Op 4 maart 2019 omstreeks 09:00 uur is een diepe kras over de gehele lengte van de linkerzijde ontdekt. [19]
Beoordeling
Naar aanleiding van de aangiftes/meldingen inzake de bekrassingen aan de [adres] te Ede ging de verbalisant [verbalisant 2] ter plaatse. Gerelateerd wordt dat de bekraste auto’s op de [adres] langs het trottoir waren geparkeerd. De verbalisant zag dat meerdere voertuigen krasschade aan de wegzijde hadden. Het betrof (
de rechtbank begrijpt: telkens) één diepe kras, welke met een scherp voorwerp moet zijn toegebracht.
De verbalisanten ging op zoek naar eventuele camera’s in de straat. De bewoner [aangever 10] aan de [adres] had een camera. Hierop was, aldus de bewoner, te zien dat op 4 maart 2019 omstreeks 00:29 uur een oude auto – mogelijk rood – langs de geparkeerde voertuigen rijdt en met “iets” uit het raam hangt. Ondertussen kwamen ook meldingen van bekrassingen in de [adres] te Ede binnen. Een bewoner van nummer [huisnummer ] vertelde dat er in de nacht van 3 op 4 maart 2019 acht voertuigen waren beschadigd. Deze voertuigen bevonden zich ook langs de stoepkant en waren allen aan de wegzijde bekrast. Er was een lange kras van voor naar achter te zien. De bewoner van de [adres] stelde camerabeelden beschikbaar. Hierop was te zien dat omstreeks 00:21 uur een rode auto – welke sprekend lijkt op het voertuig van de [adres] – de bocht komt doorgereden en voorbij perceel [huisnummer ] rijdt. Het voertuig komt uit de richting van de bekraste auto’s op de [adres] . Naar aanleiding van al deze bevindingen en onder meer de kenmerken van de auto (oudere kleine auto, lijnen van de auto, achterlichten en de zichtbare zwarte band op de zijkant van de auto en stalen velgen) concluderen de verbalisanten dat het om drie typen voertuigen kan gaan: een [automerk] , [automerk] en een [automerk] .
Het voertuig van verdachte is op 13 maart 2019 door een verbalisant op de algemene parkeerplaats bij de woning van verdachte bekeken. Het betreft een rode [automerk] met kenteken [kenteken] . Het betreft een oud klein model auto, de bumper linksvoor is uit zijn verband en steek wat uit (met plakband vastgemaakt). Verder is een deuk in de motorkap – midden voorzijde – waargenomen. [20]
De camerabeelden zijn vervolgens ook door de verbalisanten bekeken.
Op de camerabeelden van de bewoner aan de [adres] zijn vier geparkeerde voertuigen – twee gedeeltelijk en twee volledig in beeld – langs het voetpad te zien.
Op 4 maart 2019 om 00:29:36 uur rijdt vervolgens een voertuig, een klein (en wat hoekig en daarmee duidend op een ouder) model rode auto, redelijk hard de straat in. Te zien is vervolgens dat dit voertuig om 00:29:55 uur – na te zijn gedraaid – naar links, richting de [adres] , rijdt. Het voertuig rijdt links van de weg heel dicht en langzaam langs de geparkeerde voertuigen. Verder wordt gerelateerd dat een zwarte band op de zijkant van de auto zichtbaar is en de auto stalen velgen heeft. Tot slot wordt op de beelden van 00:29:56 uur waargenomen dat er iets uit het raam aan de bestuurderszijde hangt. [21] De rechtbank overweegt dat het een feit van algemene bekendheid is dat de [adres] een zijstraat is van de [adres] en de [adres] in Ede vervolgens in het verlengde ligt (bron: Google Maps).
Op de beelden van de bewoner aan de [adres] in Ede is te zien dat er uit de [adres] te Ede een voertuig komt. De locatie waar deze auto vandaan komt, is de locatie waar meerdere auto's beschadigd zijn aan de linkerzijde van de weg. Op het moment dat dit voertuig een boom passeert, is er iets zichtbaar op de voorzijde midden motorkap. De bumper van het voertuig links voor steekt wat uit. Het betreft een kleine rode auto met opvallende zwarte band op de zijkant van de auto. Het voertuig is gelijkend op het voertuig van de beelden van de [adres] te Ede. [22]
Gelet op het voorgaande en in het bijzonder het feit dat de kenmerken van de auto op de beelden aan de [adres] en [adres] – waar in hetzelfde tijdvak veel auto’s op dezelfde wijze zijn bekrast – overeenkomen met de auto van verdachte (rood, ouder model, zwarte band op de zijkant en tot slot een oneffenheid op de motorkap en uitstekende bumper) en ook met de modus operandi bij de overige bekrassingen op 4 augustus 2019, acht de rechtbank ook deze reeks bekrassingen door verdachte bewezen.
Dit geldt met uitzondering van de bekrassing aan de [automerk] van [aangever 15] die tussen 4 maart 2019 om 18:00 uur en 5 maart 2019 omstreeks 09:00 uur heeft plaatsgevonden (p. 299-300). De rechtbank overweegt hierbij dat het gaat om een latere bekrassing die niet in de reeks past. Nu ten aanzien van dit feit (en deze nacht) ook camerabeelden ontbreken, kan deze bekrassing door verdachte niet worden bewezen. Zij zal verdachte van dit onderdeel vrijspreken.
Zaak 17:
Door [aangever 16] is aangifte gedaan van het bekrassen van zijn groene [automerk] met kenteken [kenteken] . Op 30 april 2019 omstreeks 20:30 uur heeft hij de auto onbeschadigd ter hoogte van zijn woning aan de [adres] in Ede achtergelaten. Op 1 mei 2019 omstreeks 01:25 uur heeft zijn zoon een kleine rode personenauto bij zijn auto weg zien rijden. [23]
De zoon van aangever, getuige [getuige 6] , heeft verklaard dat hij op 1 mei 2019 omstreeks 02:00 uur aan de zijde van de [adres] een draaiende motor van een voertuig hoorde. Hij keek uit zijn slaapkamerraam en zag dat er een rode auto wegreed. Het leek op een [automerk] . Vervolgens ging de getuige naar buiten en zag aan de zijde van de [adres] aan de rechterzijde van de auto van zijn stiefvader beschadigingen. De rode auto stond precies naast de auto van zijn vader, aldus de getuige. [24] De rechtbank neemt daarbij waar dat de bekrassing in de vorm van een Dollarteken was. [25]
Gelet op het voorgaande in samenhang bezien, en in het bijzonder ook op de soortgelijke modus operandi en opnieuw de rode auto, acht de rechtbank bewezen dat verdachte deze auto heeft bekrast.
Zaken 18 en 19:
Door [aangever 17] is aangifte van de bekrassing van haar [automerk] met kenteken [kenteken] gedaan. Zij heeft de auto op 7 mei 2019 omstreeks 20:00 uur achtergelaten aan de [adres] in Ede. De schade, een lange kras van achter naar voren, is op 8 mei 2019 omstreeks 07:30 uur ontdekt. [26]
In dezelfde nacht is de auto van aangever [aangever 18] bekrast. Op 7 mei 2019 omstreeks 19:00 uur heeft hij zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] voor zijn woning aan de [adres] in Ede met de bestuurderszijde aan de trottoirkant geparkeerd. Op 9 mei 2019 heeft de buurman hem aangesproken en gevraagd of hij ook schade aan zijn auto had. Toen aangever [aangever 18] vervolgens bij zijn auto keek, zag hij dat er aan de passagierskant een diepe kras over de gehele zijkant zat. De [automerk] van zijn buren was ook bekrast. Naar aanleiding hiervan besloot aangever [aangever 18] de beelden van zijn camera te bekijken. Daarbij zag hij dat er in de nacht van 7 mei 2019 op 8 mei 2019 een kleine rode auto vlak langs zijn auto reed. Waar te nemen was dat de kleine rode auto met een bocht naar de [automerk] van zijn buren en daarna naar zijn auto reed. De beschadiging zou, aldus aangever (die de beelden van 7 tot en met 9 mei heeft uitgekeken), op 8 mei 2019 omstreeks 04:30 uur zijn toegebracht. [27]
De beelden zijn ook door de verbalisant [verbalisant 3] bekeken. De verbalisant relateert dat op 8 mei 2019 om 03:29 uur – de camerabeelden lopen een uur achter – een roodkleurige auto vanaf de [adres] de [adres] in reed. Aan de linker- en rechterzijde van de [adres] stonden auto’s geparkeerd. [28] Het is een feit van algemene bekendheid dat de [adres] en [adres] in Ede aan elkaar grenzen (bron: Google Maps).
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder de modus operandi en kenmerken van de auto van verdachte (rood), acht de rechtbank ook deze bekrassingen bewezen.
Zaak 20:
Hoewel op de camerabeelden van de bewoners van de [adres] [huisnummer ] en [huisnummer ] in Ede een rode auto met een donkere streep aan de linkerzijde van de auto is te zien, acht de rechtbank de modus operandi (het inslaan van een achterruit) dermate afwijkend dat zij voor deze vernieling onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig acht. Zij zal verdachte hier dan ook van vrijspreken.
Zaken 21 tot en met 28
De feiten
Op 22 juni 2019 omstreeks 17:00 uur heeft aangever [aangever 19] de zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] in het parkeervak aan de weg ( [adres] in Ede) achtergelaten. Op 25 juni 2019 omstreeks 08:00 uur is geconstateerd dat de rechter voor en achterportieren zijn bekrast. [29]
[aangever 20] heeft zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] op 22 juni 2019 omstreeks 21:00 uur aan de [adres] – geparkeerd naast huisnummer [huisnummer ] – achtergelaten. Op 23 juni 2019 omstreeks 09:00 uur is schade aan de bumper ontdekt. De eigenaar van de auto is [eigenaar] . [30] Binnen hetzelfde tijdvak, tussen 22 juni 2019 om 17:15 uur en 23 juni 2019 om 10 :00 uur, is ook de grijze [automerk] met kenteken [kenteken] van [aangever 21] , geparkeerd aan de [adres] in Ede, bekrast. Het betreft een grote kras op de motorkap. [31]
Tussen 22 juni 2019 omstreeks 18:00 uur – waar de auto met zijn neus richting de straatzijde aan de [adres] in Ede is achtergelaten – en 23 juni 2019 omstreeks 08:00 uur is verder de motorkap van de grijze [automerk] met kenteken [kenteken] bekrast. Het betreft de auto van de man van aangeefster [aangever 22] , zijnde [aangever 23] . [32]
[aangever 24] heeft op 22 juni 2019 omstreeks 19:30 uur zijn auto achtergelaten ter hoogte van de [adres] in Ede. Op 23 juni 2019 omstreeks 10 :15 uur heeft hij een lange kras op de motorkap van zijn zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] (geparkeerd met de neus naar de weg) aangetroffen. [33] Dit geldt vervolgens ook voor de bruine [automerk] (kenteken [kenteken] ) van [aangever 25] . De auto was aan de [adres] – met de neus in de rijrichting – in Ede geparkeerd. Nadat de auto op 22 juni 2019 omstreeks 20:00 uur daar werd achtergelaten, werd op 23 juni 2019 omstreeks 09:40 uur een kras van ongeveer 50 centimeter over de motorkap geconstateerd. [34]
Tussen 22 juni 2019 om 23:30 uur en 23 juni 2019 om 08:30 uur is ter hoogte van de [adres] in Ede verder de motorkap van de zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] van [aangever 26] bekrast. Het voertuig is op 22 juni 2019 om 23:30 uur onbeschadigd
met de neus naar de rijstrook geparkeerd. [35]
Tot slot is in deze nacht aan de [adres] in Ede de [automerk] met kenteken [kenteken] van [aangever 27] bekrast. Het betreft een kras over de motorkap. De eigenaar van de auto is [eigenaar] . [36]
Beoordeling
De rechtbank overweegt ten eerste dat het een feit van algemene bekendheid is dat de [adres] grenst aan de [adres] . De [adres] grenst vervolgens aan de [adres] in Ede (bron: Google Maps).
Bij aangever [aangever 21] aan de [adres] in Ede zijn camerabeelden veiliggesteld. Op de beelden – waarvan het tijdstip een uur achterloopt en 23 juni 2019 om 00:33 uur moet zijn – is te zien dat een voertuig strak links van de weg rijdt, bijna stapvoets langs de geparkeerde voertuigen. Het voertuig rijdt daarbij met het linker voorwiel bijna over de parkeerstrook.
Na drie seconden is te zien dat het voertuig links instuurt richting de geparkeerde voertuigen. Het voertuig is een klein model auto met een zwarte band op de rechterzijde van het voertuig. Verder heeft het voertuig lage achterlichten en stalen velgen. Na vijf seconden gaat het voertuig de meeste rechtse voertuigen passeren. Het rechter voertuig is een [automerk] die met zijn neus naar de weg staat geparkeerd. Het voertuig stuurt iets schuin in naar links. Na zeven seconden stuurt het voertuig weer naar rechts, van de [automerk] vandaan.
Vervolgens is te zien dat het voertuig straks langs de [automerk] rijdt. Hierbij wordt opnieuw naar het voertuig ingestuurd en vervolgens weer (naar rechts) weggestuurd. Het voertuig blijft links van de weg rijden en vervolgt zijn weg. De verbalisant relateert nog dat het een oud model auto is en het voertuig lijkt op een auto die bij eerdere bekrassingen op camerabeelden is gezien. Het gaat om hetzelfde type auto, een [automerk] . [37]
Gelet op al het voorgaande in samenhang met de eerdere modus operandi van verdachte en de kenmerken van de auto die hier ook bij aansluiten, acht de rechtbank bewezen dat verdachte deze bekrassingen – in de [adres] telkens aan de motorkap (duidt op dezelfde richting en een reeks) – heeft gepleegd.
Met betrekking tot de zaken 29 tot en met 52 en de zaak van [aangever 6]
De feiten
Op 14 juli 2019 omstreeks 22:00 uur heeft [aangever 28] zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] aan de [adres] in Ede geparkeerd. Op 15 juli 2019 omstreeks 07:45 uur is een diepe kras ontdekt. [38] In de nacht van 15 juli 2019 is ook de motorkap van de zwarte [automerk] (kenteken [kenteken] ) van [aangever 29] bekrast. Dit is ter hoogte van de [adres] in Ede geweest. [39] Op 13 juli 2019 omstreeks 14:00 uur heeft [aangever 30] zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] aan de [adres] – geparkeerd ter hoogte van nummer [huisnummer ] – in Ede achtergelaten. Op 15 juli 2019 omstreeks 10 : 10 uur is een kras op de motorkap ontdekt. [40]
Tussen 14 juli 2019 omstreeks 20:30 uur en 15 juli 2019 omstreeks 08:30 uur is verder de grijze [automerk] met kenteken [kenteken] van [aangever 31] (eigenaar: [eigenaar] ) bekrast. Het voertuig stond geparkeerd op de hoek van de [adres] (met de [adres] ) in Ede. Naast andere diepe krassen, werden er aan de linkerzijde drie harten in de deuren gekrast. [41] De auto van [aangever 32] , een witte [automerk] met kenteken [kenteken] , is – terwijl geparkeerd aan de [adres] [huisnummer ] in Ede – tussen 14 juli 2019 om 16:00 uur en 16 juli 2019 om 20:00 uur bekrast. Er is een diepe kras op de motorkap gemaakt. De eigenaar van de auto is [eigenaar] . [42]
Op 14 juli 2019 omstreeks 16:00 uur heeft [aangever 33] zijn bruine [automerk] ( [kenteken] ) ter hoogte van de hoek [adres] met de [adres] achtergelaten. Op 15 juli 2019 omstreeks 09:00 uur is een kras aan de bestuurderszijde geconstateerd. [43]
[aangever 34] heeft zijn auto, een zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] op 14 juli 2019 omstreeks 20:00 uur aan de [adres] [huisnummer ] te Ede achtergelaten. Op 15 juli 2019 omstreeks 09:00 uur zijn krassen op de bestuurderszijde (aan beide portieren) en aan de passagierszijde (het voorste portier) aangetroffen. [44]
Op 14 juli 2019 omstreeks 21:00 uur heeft [aangever 35] zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] aan de [adres] [huisnummer ] achtergelaten. Op 15 juli 2019 omstreeks 10 :00 uur is aan de bestuurderszijde (over de gehele lengte op ongeveer veertig centimeter hoogte) de kras ontdekt. [45]
Door [aangever 36] is haar zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] op 14 juli 2019 omstreeks 22:30 uur aan de [adres] [huisnummer ] in Ede achtergelaten. Op 15 juli 2019 omstreeks 10 :00 uur is een kras aan de bestuurderszijde (voor- en achterportier) ontdekt. [46]
Aan de [adres] [huisnummer ] in Ede is op 15 juli 2019 omstreeks 09:00 uur door [aangever 37] zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] achtergelaten. Op 19 juli 2019 omstreeks 08:30 uur is geconstateerd dat de linkerzijde van voor naar achter is bekrast. [47]
[aangever 38] heeft zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] op 14 juli 2019 omstreeks 17:30 uur langs de stoeprand aan de [adres] [huisnummer ] in Ede achtergelaten. Op 15 juli 2019 omstreeks 07:00 uur zijn krassen in het linker voor- en achterportier van de auto (aan de wegzijde) geconstateerd. [48]
[aangever 13] heeft haar voertuig, een grijze [automerk] met kenteken [kenteken] , op 14 juli 2019 omstreeks 23:00 uur bij de [adres] [huisnummer ] in Ede geparkeerd. Op 15 juli 2019 omstreeks 10 :15 uur is een nieuwe kras over de gehele bestuurderszijde aangetroffen. [49]
[aangever 39] heeft op 15 juli 2019 omstreeks 09:30 uur een diepe lange kras over het voor- en achterportier (bestuurderszijde) van haar blauwe [automerk] met kenteken [kenteken] aangetroffen. De auto is op 14 juli 2019 omstreeks 20:00 uur aan de [adres] in Ede achtergelaten. [50]
Door [aangever 40] is zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] op 15 juli 2019 omstreeks 00:00 uur aan de [adres] in Ede achtergelaten. De schade, een kras over de gehele bestuurderszijde, is op 19 juli 2019 ontdekt. [51]
[aangever 41] heeft haar auto – een roze [automerk] met kenteken [kenteken] – op 14 juli 2019 omstreeks 18:30 uur aan de overzijde van haar woning aan de [adres] in Ede onbeschadigd geparkeerd. Op 15 juli 2019 omstreeks 12:30 uur zijn er grote krassen op de linkerzijde (straatzijde) van haar auto aangetroffen. Het betreffen krassen met “LOVE” en een hartje. [52] Tussen 14 juli 2019 om 16:00 uur en 15 juli 2019 om 08:00 uur is verder de zwarte [automerk] voorzien van kenteken [kenteken] van [aangever 42] tegenover de woning aan de [adres] (met de bestuurderskant aan de straatzijde) in Ede beschadigd. De schade betreft een kras in de vorm van een hart aan de bestuurderszijde. [53]
[aangever 43] heeft zijn rode [automerk] met kenteken [kenteken] op 13 juli 2019 omstreeks 23:59 uur achtergelaten ter hoogte van de [adres] in Ede. Op 15 juli 2019 omstreeks 12:00 uur is een diepe kras op de rechterzijde van de auto ontdekt. [54]
Op 14 juli 2019 om 21:00 uur heeft [aangever 44] zijn grijze [automerk] met kenteken [kenteken] aan de [adres] langs hun perceel aan de [adres] in Ede geparkeerd. Op 15 juli 2019 omstreeks 12:15 uur werd ontdekt dat het rechter achterportier met “LOVE” en een hart was bekrast. [55]
[aangever 45] heeft op 14 juli 2019 omstreeks 23:30 uur zijn zwarte [automerk] TDI (kenteken [kenteken] ) aan de [adres] [huisnummer ] in Ede achtergelaten. Op 15 juli 2019 omstreeks 04:29 uur is een tekening van een hart met daarin een Dollarteken op de autodeur aan de bestuurderszijde gekrast. De eigenaar van de auto is [eigenaar] . [56]
Op 15 juli 2019 is verder omstreeks 04:30 uur de motorkap van de zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] van [aangever 46] aan [adres] in Ede bekrast. [57]
Dit geldt ook voor de zwarte [automerk] met kenteken [kenteken] van [aangever 47] , welke op 14 juli 2019 omstreeks 18:00 uur onbeschadigd op de oprit van zijn woning aan [adres] in Ede (met neus richting de straat) is geparkeerd. De eigenaar van de auto betreft [eigenaar] . Op 15 juli 2019 omstreeks 04:34 uur-04:35 uur is de motorkap van de auto bekrast. [58]
Op 15 juli 2019 omstreeks 05:00 uur is verder de [automerk] met kenteken [kenteken] van [aangever 48] – zoals geparkeerd aan [adres] in Ede – bekrast. Het betreft een kras aan de rechterzijde (van achter tot voor). [59]
Beoordeling
Voor wat betreft de verschillende adressen overweegt de rechtbank eerst dat het een feit van algemene bekendheid is dat één van de zijstraten van de [adres] , de [adres] is. Vanuit deze straat kan vervolgens de [adres] en daaropvolgend de [adres] – welke ook rechtstreeks vanuit de [adres] kan worden benaderd –worden bereikt. De rechtbank overweegt verder dat de [adres] (vanaf ongeveer huisnummer [huisnummer ] ) en vervolgens de [adres] in het verlengde van de [adres] liggen.
Voor wat betreft de [adres] en de [adres] in Ede geldt hetzelfde. De [adres] loopt vervolgens ook over in de [adres] , gevolgd door de [adres] (bron: Google Maps).
Op de beelden van de bewoner aan de [adres] [huisnummer ] in Ede is op 15 juli 2019 om 03:16 uur te zien dat een kleine personenauto vlak langs de geparkeerde voertuigen rijdt. De auto rijdt in de richting van de [adres] . [60]
Deze beelden zijn ook door de [verbalisant 5] bekeken. De verbalisant relateert dat op 15 juli 2019 om 03:16: 10 uur meerdere voertuigen met hun neus richting de camera zijn geparkeerd. Om 03:16:39 uur rijdt vervolgens een voertuig van links naar rechts over de straat. Het gaat om een kleine personenauto met een zwarte streep over de portieren. [61] In deze straat werden diverse auto’s met krassen op de motorkap aangetroffen, verder ook een auto op de hoek met de [adres] met drie harten. Op 15 juli 2019 om 04:15 is verder te zien dat een rood klein voertuig aan de [adres] [huisnummer ] voorbij rijdt. Om 04:18 uur is te zien dat het voertuig terug rijdt. [62] Dit past opnieuw bij verdachte – die deze locatie goed kent – die daar ’s nachts in de wijk rijdt.
Er zijn ook camerabeelden van aangeefster [aangever 42] aan de [adres] in Ede. Daarop is te zien dat in de nacht van 15 juli 2019 een rood voertuig stopt. Het voertuig komt volledig tot stilstand. Te zien is, aldus aangeefster, dat de bestuurder van het voertuig zijn linkerhand bij het raam of aan de buitenzijde van zijn auto beweegt. Daarna rijdt het voertuig weg. [63] Deze camerabeelden zijn ook door de [verbalisant 5] bekeken. De verbalisant relateert dat op 15 juli 2019 om 04:24:57 uur een rood voertuig de [adres] in rijdt. De auto gaat naast het donkere voertuig – van aangeefster – stil staan. De verbalisant ziet dat de bestuurder “iets” aan het doen is. Na enkele seconden rijdt het voertuig door. [64] Dit past niet alleen bij de auto, maar ook bij de modus operandi van verdachte. De bekrassing betreft hier opnieuw een hart.
Verder zijn camerabeelden van de bekrassing aan de [adres] in Ede ( [aangever 45] ) beschikbaar. Op de beelden van 15 juli 2019 om 04:29:01 uur is te zien dat er vanaf de rechterzijde een personenauto aan komt rijden. Vervolgens steekt om 04:29:03 uur de bestuurder van het voertuig, al rijdend, zijn of haar linker arm uit het geopende raam van het bestuurdersportier. De bestuurder van het voertuig vermindert vaart en stopt naast de geparkeerde [automerk] . De bestuurder houdt zijn linker arm uit het geopende raam en strekt deze uit in de richting van de geparkeerde [automerk] . Dit is ter hoogte van het bestuurdersportier. De bestuurder beweegt zijn arm in alle richtingen op en neer. Aan de bewegingen te zien lijkt het alsof de bestuurder iets aan het schrijven of tekenen is, aldus de verbalisant [verbalisant 6] . Nadat de bestuurder elf seconden naast de [automerk] heeft stilgestaan en de bewegingen heeft gemaakt, rijdt de bestuurder – met beide handen weer aan het stuur – om 04:29:16 uur weer weg. Het voertuig betreft een kleine personenauto. Het model doet denken aan een ouder model [automerk] , aldus de verbalisant. Verder is een deurstrip te zien die over de gehele bestuurderszijde is bevestigd. [65] Naast dat de [adres] en [adres] zich in elkaars nabijheid vinden, betreft de bekrassing ook hier een hart. Deze keer bevindt zich in het hart een Dollarteken, wat ook past bij de eerdere bekrassing bij aangever [aangever 16] aan de [adres] in Ede (omstreeks 1 mei 2019).
Op de beelden van aangever [aangever 47] – wonend aan [adres] in Ede – is op 15 juli 2019 om 04:34 uur een auto met daarin een persoon met een arm uit het raam in beeld. Om 04:35 uur is te zien dat de auto weer wegrijdt. [66]
De verbalisant [verbalisant] heeft de beelden nader bekeken. Op 15 juli 2019 om 04:34 uur is te zien dat uit de richting van het Tilanuspark een rijdend voertuig met de contouren van een kleine compacte personenauto komt. De kleine personenauto is rood van kleur en heeft een donkere achterbumper. De bestuurder is de enige inzittende. Vervolgens is waar te nemen dat de bestuurder zijn linker arm uit het geopende raam heeft en deze richting de geparkeerde [automerk] van aangever [aangever 47] strekt. Daarna verdwijnt het voertuig rijdend links uit beeld. [67] Bij dit feit is de motorkap bekrast, wat deze nacht ook veel terugkomt.
Uit al het voorgaande en in het bijzonder dat:
- de werkwijze bij elke bekrassing min of meer hetzelfde is (ook wel modus operandi genoemd);
- de soorten schade – waaronder ook zeer specifieke bekrassingen met “LOVE”, hartjes en een Dollarteken – overeenkomen;
- de straten (veelal) in elkaars verlengde liggen;
- op diverse camerabeelden binnen deze wijken een auto met kenmerken van de auto van verdachte is te zien;
- verdachte heeft verklaard dat hij regelmatig ’s nachts in zijn rode [automerk] op pad is gegaan en in zijn auto ook diverse scherpen voorwerpen – geschikt voor de bekrassingen – zijn aangetroffen; en tot slot;
- de omstandigheid dat de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij zich niets meer kan herinneren niet aannemelijk acht;
kan naar het oordeel van de rechtbank worden afgeleid dat het gaat om een reeks bekrassingen waar verdachte zich schuldig aan heeft gemaakt.
Dit geldt met uitzondering van de bekrassing van de [automerk] van [getuige 2] ( [eigenaar] ) tussen 15 juli 2019 omstreeks 13:30 uur en 14:00 uur (p. 422-423), de bekrassing van de [automerk] van [aangever 50] tussen 15 juli 2019 omstreeks 17: 10 uur en 16 juli 2019 omstreeks 09:00 uur (p 469-470) en de bekrassing van de [automerk] van [aangever 10] (eigenaar [aangever 3] ) tussen 15 juli 2019 om 20:00 uur en 16 juli 2019 omstreeks 09:00 uur (p. 475-476). De rechtbank overweegt hierbij dat het gaat om latere bekrassingen die niet in de reeks passen. Nu ten aanzien van deze feiten (en nacht) ook camerabeelden ontbreken, kunnen deze bekrassingen door verdachte niet worden bewezen. Zij zal verdachte van deze onderdelen vrijspreken.
Ten aanzien van feit 4
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 108;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 206; en
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 27 mei 2020.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
2 .
hij op
of omstreeks4 augustus 2019 te Ede, opzettelijk en wederrechtelijk
één ofmeerdere personenauto's heeft beschadigd
(door deze te bekrassen
),
deze auto's geheel
of ten deleaan anderen toebehorende, te weten
- een [automerk] ( [kenteken] ) van [aangever 3] (zaak 3 PV);
- een [automerk] ( [kenteken] ) van [aangever 5] (zaak 4 PV) en
/of
- een [automerk] ( [kenteken] ) van [aangever 4] (zaak 5 PV);
3.
hij op meerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 4 maart 2019 tot en met 19 juli
2019 te Ede,
in ieder geval in Nederland,opzettelijk en wederrechtelijk, één of meerdere personenauto’s, geheel
of ten deleaan anderen toebehorende, heeft beschadigd, door deze te bekrassen
en/of ruiten te vernielen en/of banden lek te steken,
te weten:
- zaken 7 en 8 in het PV: aangever [aangever 7] , [automerk] ( [kenteken] ), 3 lekke
banden en/of krassen aan de linker zijde, [adres] , op of omstreeks 10 mei
2018 en/of 31 januari 2019;
- zaak 9 in het PV: aangever [aangever 8] . [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing aan één van
de zijkanten op of omstreeks 4 maart 2019
en/of de vernieling van de achterruit op
of omstreeks 12 mei 2019, [adres];
- zaak 10 in het PV: [aangever 4] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing zijkant,
[adres] , op of omstreeks 4 maart 2019;
- zaak 11 in het PV: [aangever 14] , [automerk] ( [kenteken] ), kras over de linkerzijkant,
[adres] , op of omstreeks 4 maart 2019;
- zaken 12
en 20in het PV: [aangever 9] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde
op of omstreeks 4 maart 2019
en/of een kapotte achterruit op of omstreeks 12 mei
2019, [adres];
- zaak 13 in het PV: [aangever 11] namens [aangever 12] , [automerk] ( [kenteken] ), kras
zijkant, [adres] , op of omstreeks 4 maart 2019
- zaken 14 en 42 in het PV: [aangever 13] , [automerk] ( [kenteken] ),
bekrassing linkerzijde auto op of omstreeks 4 maart 2019 en
/ofopnieuw een
bekrassing aan de linkerzijde op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019, [adres]
;
- zaak 15 in het PV: [aangever 10] , [automerk] ( [kenteken] ), kras over de auto,
[adres] , op of omstreeks 4 maart 2019;
- zaak 16 in het PV: [aangever 15] namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ),
kras linkerzijde, [adres] , in of omstreeks de periode van 3 maart 2019 tot en
met 5 maart 2019;
- zaak 17 in het PV: [aangever 16] , [automerk] ( [kenteken] ), krassen op het rechterportier,
[adres] , op of omstreeks 1 mei 2019;
- zaak 18 in het PV: [aangever 18] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde,
[adres] , op of omstreeks 8 mei 2019;
- zaak 19 in het PV: [aangever 17] , [automerk] ( [kenteken] ), [adres] , op of
omstreeks 8 mei 2019;
- zaak 21 in het PV: [aangever 19] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde,
[adres] , in of omstreeks de periode van 22 juni 2019 tot en met 23 juni 2019;
- zaak 22 in het PV: [aangever 20] , namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ),
kras op bumper, [adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 23 in het PV: [aangever 21] , [automerk] ( [kenteken] ), kras motorkap,
[adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 24 in het PV: [aangever 22] , namens [aangever 23] , [automerk] ( [kenteken] ),
[adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 25 in het PV: [aangever 24] , [automerk] ( [kenteken] ), kras motorkap,
[adres] , 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 26 in het PV: [aangever 25] , [automerk] ( [kenteken] , kras over motorkap,
[adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 27 in het PV: [aangever 26] , [automerk] ( [kenteken] ), kras over motorkap,
[adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 28 in het PV: [aangever 27] , namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ) kras over
motorkap, [adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 29 in het PV: [aangever 30] , [automerk] ( [kenteken] ), kras over de motorkap,
[adres] , op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 30 in het PV: [aangever 43] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde,
[adres] Ede, in of omstreeks de periode van 13 juli 2019 tot en met 15 juli 2019;
- zaak 31 in het PV: [aangever 32] , [automerk] ( [kenteken] ), kras op de motorkap, [adres]
, in of omstreeks de periode van 13 juli 2019 tot en met 15 juli 2019;
- zaak 32 in het PV: [aangever 42] , [automerk] ( [kenteken] ) kras links, [adres] ,
op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 33 in het PV; [aangever 38] , [automerk] ( [kenteken] ), lakschade
linkerportieren, [adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 34 in het PV: [aangever 41] , [automerk] ( [kenteken] ), krasbeschadiging zijkant,
[adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 35 in het PV: [aangever 34] , [automerk] ( [kenteken] ), krassen aan beide zijden
van de auto, [adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 36 in het PV: [aangever] , [automerk] ( [kenteken] ), krassen linkerzijde,
[adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 37: [aangever 31] , namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing
linkerzijde, [adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 38 in het PV; [getuige 2] , namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ),

bekrassing zijkant auto, [adres] , op of omstreeks 15 juli 2019;

- zaak 39 in het PV: [aangever 44] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechter-
achterportier, [adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 40 in het PV: [aangever 38] , [automerk] ( [kenteken]
), kras zijkant,[adres]
, op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019
- zaak 41 in het PV: [aangever 36] , [automerk] ( [kenteken] ), linkerzijde auto bekrast, [adres]
, op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019
- zaak 43 in het PV: [aangever 45] namens [eigenaar] , [automerk] TDI ( [kenteken]
), bekrassing linkerzijde auto, [adres] , op of omstreeks 15 juli 2019,
- zaak 44 in het PV: [aangever 33] , [automerk] ( [kenteken] ), kras linkerzijde,
[adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 45 in het PV: [aangever 40] , [automerk] ( [kenteken] ), kras linkerzijde, [adres]
, in of omstreeks de periode van 15 juli 2019 tot en met 19 juli 2019;
- zaak 46 in het PV: [aangever 46] , [automerk] ( [kenteken] ) motorkap bekrast, [adres]
, op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 47 in het PV: [aangever 47] , namens [eigenaar] , [automerk] S ( [kenteken] ), kras
over de motorkap, [adres] , op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 48 in het PV: [aangever 29] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing motorkap, [adres]
, op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 49 in het PV: [aangever 37] , [automerk] ( [kenteken] ), linkerzijde bekrast, [adres]
, op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 50 in het PV: [voorletters] [aangever 3] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde,

[adres] , 15 juli 2019,

- zaak 51 in het PV: [aangever 10] , [automerk] ( [kenteken] ), kras rechterzijde,
[adres] , op of omstreeks 15 juli 2019 of 16 juli 2019;
-zaak 52 in het PV: [aangever 48] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde, [adres]
, op of omstreeks 15 juli 2019 en/of
- zaak [aangever 6] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing linkerzijde, [adres]
, periode van 14 juli 2019 tot en met 15 juli 2019 (BVH. nr 2019321923,
aangifte pag. 481 PV);
4.
hij
op ofomstreeks 4 augustus 2019 te Veenendaal,
in ieder geval in Nederland,
een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een exercitiegranaat, zijnde een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp
dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/ofdat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 2:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 3:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 4:
Handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte volledig uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de poging doodslag, de drie bekrassingen onder feit 2 en de bekrassingen/vernielingen onder feit 3 en tot slot feit 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Aan het voorwaardelijk deel dienen de volgende (bijzondere) voorwaarden te worden verbonden: een meldplicht, een ambulante behandelverplichting met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname (voor de duur van maximaal zeven weken) en begeleid wonen.
Verder heeft de officier van justitie een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van achttien maanden gevorderd.
Hiertoe is aangevoerd dat het gaat om ernstige feiten die Ede lang in zijn greep hebben gehouden. De feiten dienen in verband met zijn problematiek wel verminderd aan verdachte te worden toegerekend. Begeleiding en behandeling zijn nodig om verdachte op het juiste spoor te krijgen en te houden. Verder is rekening gehouden met de OM-richtlijnen en het (blanco) strafblad van verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de feiten verminderd aan verdachte toe te rekenen en bij de strafmaat rekening te houden met de hulpverlening die verdachte nodig heeft. Daartoe is aangevoerd dat de rapporteurs een stoornis vaststellen en in geval van een bewezenverklaring de feiten onder invloed hiervan zijn gepleegd. Indien verdachte in vrijheid wordt gesteld, kan hij bij zijn moeder terecht. Door de verdenking is verdachte zijn woning en auto kwijtgeraakt.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 14 april 2020;
- voorlichtingsrapportages van Reclassering Nederland, gedateerd 10 december 2019 en 29 april 2020;
- een multidisciplinair rapport van drs. R.K.F. Lemmens, klinisch psycholoog, gedateerd 8 april 2020 en van dr. D.J. Vinkers, psychiater, gedateerd 15 januari 2020.
Verdachte heeft zich in de periode van een half jaar schuldig gemaakt aan meer dan veertig
bekrassingen. Het gaat daarbij telkens om reeksen die veel financiële schade, overlast en onrust
hebben veroorzaakt. Enkele slachtoffers zijn in deze periode zelfs meermalen de dupe van het
handelen van verdachte geworden. De hoeveelheid bekrassingen in Ede heeft de
gemeenschap ook in zijn greep gehouden. Tot slot heeft verdachte in zijn auto, naast de scherpe
voorwerpen (geschikt voor het bekrassen van auto’s), een exercitiegranaat in zijn bezit gehad.
Verdachte is niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld. Uit de rapportages volgt dat bij
verdachte sprake is van een autisme spectrum stoornis. Hij heeft moeite met het aangaan van
sociale interactie. Hierdoor voelt hij zich vaak afgewezen en machteloos. Het is voor hem
lastig om voor zichzelf te zorgen. Naast een ernstige stoornis in het gebruik van cannabis, is bij
verdachte ook schizofrenie van het paranoïde type vastgesteld. Verdachte heeft, ook ten tijde
van de feiten, veel last van negatieve stemmen en paranoïde gedachten gehad. Hierdoor was hij,
aldus de psychiater, heel gespannen en niet goed in staat zijn gedrag te reguleren. De psychiater
beschouwt de bekrassingen als een acting out van de onrust en de afwijzing die verdachte heeft
gevoeld. Dit past ook bij de verklaring van verdachte dat hij door de stemmen geïrriteerd raakte. Het advies van de psychiater is om verdachte de feiten in verminderde mate toe te rekenen. De rechtbank acht het verband tussen zijn problematiek en de feiten, in tegenstelling tot de psycholoog, ook aannemelijk en zal deze conclusie van de psychiater overnemen.
De kans op herhaling wordt in geval van het gebruik van antipsychotica als laag, dan wel sterk verminderd, ingeschat. De psychiater is van mening dat verdachte door zijn beperkingen begeleiding en behandeling nodig heeft. Het is belangrijk dat verdachte zijn medicatie blijft gebruiken en ambulant verder wordt begeleid. Dit is ook nodig om hem structuur en rust te geven. Belangrijke aandachtspunten zijn het omgaan met psychotische klachten (bijvoorbeeld door cognitieve gedragstherapie en medicatie), maar ook het zich onthouden van gebruik van cannabis en het aangaan van sociale contacten. Verder is belangrijk dat wordt onderzocht in welke (begeleide) woonvorm verdachte terecht kan. Het advies van de psychiater is om verdachte binnen een strafrechtelijk kader een ambulante behandeling met reclasseringstoezicht op te leggen.
De psycholoog adviseert (binnen een zorgkader) een eventuele kortdurende klinische opname (ter instelling op adequate medicatie) en een aanmelding van verdachte bij begeleid wonen.
Verdachte ziet zelf de meerwaarde van de begeleiding en behandeling voor zijn problematiek. Hij is bereid hieraan mee te werken. Hij is ook gemotiveerd om zijn antipsychotica – waardoor hij minder last heeft van stemmen – te blijven gebruiken.
Verdachte is op 5 augustus 2019 in verzekering gesteld. Dit maakt dat hij op de dag van de uitspraak 310 dagen in voorarrest heeft doorgebracht. Nu de rechtbank verdachte zal vrijspreken van de poging doodslag, acht zij een aanzienlijke lagere gevangenisstraf dan de officier van justitie heeft gevorderd, passend. Zij ziet echter ook aanleiding om verdachte als stok achter de deur een deels voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden.
Dit alles in samenhang bezien maakt dat de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van 365 dagen waarvan 54 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarmee zal verdachte de dag na de uitspraak, 11 juni 2020, in vrijheid worden gesteld. Aan het voorwaardelijk deel zal de rechtbank, zoals gevorderd, de volgende voorwaarden verbinden: een ambulante behandelverplichting (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken in de eerste zes maanden van de proeftijd), begeleid wonen en een meldplicht. Nu de rechtbank verdachte heeft vrijgesproken van de poging tot doodslag met behulp van zijn auto, zal zij niet overgaan tot oplegging van een ontzegging van de rijbevoegdheid.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding. Gevorderd worden de volgende bedragen:
Benadeelde partij
Bedrag
Overige
[aangever] (feit 1)
€ 951,60
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 19] (feit 3)
€ 500,00 (indien nog niet vergoed) + € 75,00 no claim
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 36] (feit 3)
€ 100,00 (eigen risico)
Als proceskosten gevorderd
[aangever 41] (feit 3)
€ 150 ,00 (eigen risico)
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 34] (feit 3)
€ 1.840,79
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[eigenaar] (feit 3)
€ 1.247,00
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 38] (feit 3)
€ 671,48
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 28] (feit 3)
€ 2.161,27
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 21] (feit 3)
€ 550,00
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 24] (feit 3)
€ 675,00
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 5] (feit 2)
€ 500,00
Met wettelijke rente
[eigenaar] (feit 3)
€ 895,45
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 15] (feit 3)
€ 250,00
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 13] (feit 3)
€ 1.900,00
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 37] (feit 3)
€ 855,02
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 4] (feiten 2 en 3)
€ 700,00
Met wettelijke rente
[aangever 18] (feit 3)
€ 2.000,00
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[eigenaar] & [eigenaar] (feit 3)
€ 1.714,98
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 9] (feit 3)
€ 720,00
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
[aangever 26] (feit 3)
€ 660,36
Met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
Het standpunt van de officier van justitie
Voor wat betreft de vorderingen van de benadeelde partijen heeft de officier van justitie verzocht de vorderingen tot de na te noemen hoogte en vermeerderd met de wettelijk rente toe te wijzen:
  • [aangever] : € 841,60 (voor het overige niet-ontvankelijk);
  • [aangever 28] : € 2.161,27;
  • [aangever 19] : € 75,00 (voor het overige niet-ontvankelijk);
  • [aangever 36] : € 100,00;
  • [aangever 41] : € 150 .00;
  • [getuige 2] ( [eigenaar] ): € 1.714,98;
  • [aangever 32] ( [eigenaar] ): € 895,45;
  • [aangever 34] : € 300,00 (voor het overige niet-ontvankelijk);
  • [eigenaar] : € 1.247, 63 ;
  • [aangever 38] : € 671,48;
  • [aangever 21] : € 450,00 (voor het overige niet-ontvankelijk);
  • [aangever 24] : € 450,00 (voor het overige niet-ontvankelijk);
  • [aangever 5] : € 500,00;
  • [aangever 15] : € 250,00;
  • [aangever 13] : € 1.900,00;
  • [aangever 37] : € 855,02;
  • [aangever 4] : € 650,00 (voor het overige niet-ontvankelijk);
  • [aangever 18] : € 1.928,00;
  • [aangever 9] : € 720,00;
  • [aangever 26] : € 660,36.
Verder is ten aanzien van alle benadeelde partijen oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht alle benadeelde partijen (met betrekking tot de feiten 1 en 3 en daarmee met uitzondering van [aangever 5] en [aangever 4] ) niet-ontvankelijk in de vorderingen te verklaren, nu zij vrijspraak heeft bepleit.
Met betrekking tot de vordering van [aangever 5] heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Voor wat betreft de overige vorderingen van de benadeelden inzake feit 3 is verder opgemerkt dat de vorderingen, welke niet zijn onderbouwd, niet kunnen worden toegewezen. Schatting is in een dergelijk geval niet op zijn plaats. Dat geldt ook voor de vordering van [aangever 28] , welke volledig onder de verzekering valt.
Beoordeling door de rechtbank
Met betrekking tot feit 1:
De benadeelde partij [aangever] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering, nu verdachte is vrijgesproken van dit feit onder 1. De benadeelde partij kan derhalve zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Met betrekking tot feit 2
[aangever 5] (feit 2)
De rechtbank overweegt dat de schadepost voldoende is onderbouwd. Nu deze naar haar oordeel ook redelijk voorkomt, komt zij geheel (€ 500,00) voor toewijzing in aanmerking.
[aangever 4] (feiten 2 en 3)
Hoewel de schade van de benadeelde niet nader is onderbouwd, acht de rechtbank aannemelijk geworden dat zij door de bekrassingen – tweemaal – schade heeft geleden. In dit concrete geval zal zij dan ook gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en de vordering tot een bedrag van € 650,00 (aan materiële schade) zoals gevorderd toewijzen.
Voor wat betreft het gevorderde smartengeld overweegt de rechtbank dat zij zich heel goed kan voorstellen dat de herhaalde bekrassing van hun auto invloed heeft gehad op hun woongenot en gevoel van veiligheid. Nu echter in dit concrete geval een wettelijke grondslag voor toekenning van smartengeld ontbreekt, zal zij dit deel van de vordering afwijzen.
Met betrekking tot feit 3
De benadeelde partijen [eigenaar] & [eigenaar] en [aangever 15] zullen niet-ontvankelijk in hun vorderingen worden verklaard, omdat verdachte is vrijgesproken van deze onderdelen onder feit 3. De benadeelde partijen kunnen derhalve hun vorderingen slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Voor wat betreft de volgende vorderingen overweegt de rechtbank dat deze voldoende zijn onderbouwd en haar ook redelijk voorkomen. Zij acht de vorderingen dan ook tot de volgende bedragen toewijsbaar:
- [aangever 41] : € 150 ,00;
- [aangever 38] : € 671,48:
- [eigenaar] ( [aangever 32] ): € 895,45;
- [aangever 37] : € 855,02;
- [aangever 18] : € 1.928,00;
- [aangever 9] : 720,00;
- [aangever 26] : € 660,36;
- [eigenaar] : € 1.247,00.
Tot slot overweegt de rechtbank voor wat betreft de vordering van [aangever 18] dat de vordering tot een bedrag van € 1.928,00 met facturen is onderbouwd. Nu dit de volledige schade betreft, zal het overige deel van de vordering – naar € 2.000,00 afgerond – worden afgewezen.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde [aangever 28] :
Voor wat betreft deze vordering overweegt de rechtbank dat haar onvoldoende duidelijk is welke schade al door de verzekering is vergoed.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in zijn vordering, nu de behandeling daarvan naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partijen kan derhalve zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Met betrekking tot de vorderingen van [aangever 36] , [aangever 21] , [aangever 24] , [aangever 13] , [aangever 19] en [aangever 34] :
Voor wat betreft het gevorderde eigen risico door [aangever 36] overweegt de rechtbank dat het naar haar oordeel gaat om schade (en niet om proceskosten) waarvan het aannemelijk is dat die door de benadeelde [aangever 36] is geleden. Zij zal de omvang van deze schade schatten op het gevorderde bedrag: € 100,00. Daarmee komt deze vordering ook geheel voor toewijzing in aanmerking.
Door de benadeelde [aangever 21] is zowel schade in verband met een bekrassing aan een bestelbus als aan de [automerk] gevorderd. De bekrassing van de bestelbus is niet aan verdachte verweten. Dit maakt dat niet dan wel onvoldoende is gebleken dat de schade rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Hoewel de schade aan de [automerk] niet nader is onderbouwd, acht de rechtbank aannemelijk geworden dat de benadeelde door de bekrassing schade heeft geleden. In dit concrete geval zal zij dan ook gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en de vordering tot een bedrag van € 450,00 toewijzen.
Voor wat betreft de vordering van [aangever 24] overweegt zij dat uit de toelichting van de vordering (met betrekking tot de vergoeding door de verzekering) volgt dat de benadeelde een bedrag van € 450,00 aan schade heeft geleden. De rechtbank acht aannemelijk dat de benadeelde in ieder geval dit bedrag aan schade heeft geleden en zal de omvang van de schade dan ook op een bedrag van € 450,00 schatten.
Voor de vordering van [aangever 13] geldt ook dat de rechtbank aannemelijk acht dat zij door de twee bekrassingen schade aan haar auto heeft geleden. Nu deze schade niet is onderbouwd, zal zij de in ieder geval geleden schaal – ook tegen de achtergrond van de overige gevorderde bedragen – schatten op € 450,00 per bekrassing. Dit maakt dat een bedrag van € 900,00 voor toewijzing in aanmerking komt.
Met betrekking tot de vordering van [aangever 19] overweegt de rechtbank dat haar onvoldoende duidelijk is welke schade door de benadeelde wordt gevorderd. Dit geldt met uitzondering van de no claim, waarvan zij ook zonder onderbouwing aannemelijk acht dat deze schade is geleden. Daarmee zal zij de schade schatten op een bedrag van € 75,00.
Ten aanzien van de vordering van [aangever 34] overweegt de rechtbank dat haar onvoldoende duidelijk is welke schade door de verzekering zal worden vergoed.
Met betrekking tot het eigen risico van de benadeelde partij [aangever 34] overweegt de rechtbank dat, hoewel dit niet nader is onderbouwd, deze schade voldoende aannemelijk is geworden. Zij zal dit onderdeel van de schade dan ook schatten op een bedrag van € 300,00.
De benadeelde partijen [aangever 24] , [aangever 13] , [aangever 19] en [aangever 34] zullen voor het overige niet-ontvankelijk verklaard worden in hun vorderingen, nu de behandeling daarvan naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partijen kunnen derhalve hun vorderingen slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Concluderend:
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen als gevolg van het onder 2 en/of 3 bewezenverklaarde handelen tot de genoemde bedragen schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank. voor wat betreft de vorderingen van [aangever 4] en [aangever 36] (ambtshalve), aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
De gevorderde en toegewezen vergoeding voor proceskosten is daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de data zoals opgenomen in het dictum.
Nu het in het geval van [aangever 36] ook gaat om schade (in plaats van proceskosten) en zij ten aanzien van de schade ook vermeerdering van de wettelijke rente heeft gevorderd, zal de rechtbank dit ook voor wat betreft het toegewezen eigen risico tot haar uitgangspunt nemen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 1 tenlastegelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:
  • een
  • bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
 de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- stelt als voorwaarde dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- stelt als voorwaarde dat veroordeelde medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
 de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich uiterlijk binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis (telefonisch) zal melden bij de Reclassering Nederland (telefoonnummer: 088- 8041504) en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van Pro Persona dan wel een soortgelijke instelling op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor persoonlijkheidsproblematiek. Dit geldt, indien en zolang de instelling dit in overleg met de reclassering noodzakelijk acht. Veroordeelde zal zich hierbij houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- gedurende de eerste zes maanden van de proeftijd verplicht wordt tot een korte klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken ten behoeve van crisis, detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek binnen het ambulante behandeltraject, indien de reclassering dit noodzakelijk acht. De veroordeelde zal zich daarbij houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname of naar aanleiding van deze opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- gedurende de proeftijd zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld. Dit geldt, indien en zolang de instelling dit in overleg met de reclassering noodzakelijk acht.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht);
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf, zijnde op
11 juni 2020.
De beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen [aangever 41] (feit 3), [eigenaar] (feit 3), [aangever 38] (feit 3), [aangever 5] (feit 2), [eigenaar] (feit 3), [aangever 37] (feit 3), [aangever 9] (feit 3), [aangever 26] (feit 3) en [aangever 36] (feit 3):
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
navolgende benadeelde partijenvan de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij
Bedrag
Wettelijke rente
[aangever 41]
€ 150 ,00
15 juli 2019
[eigenaar]
€ 1.247,00
15 juli 2019
[aangever 38]
€ 671,48
15 juli 2019
[aangever 5]
€ 500,00
4 augustus 2019
[eigenaar]
€ 895,45
15 juli 2019
[aangever 37]
€ 855,02
15 juli 2019
[aangever 9]
€ 720,00
4 maart 2019
[aangever 26]
€ 660,36
23 juni 2019
[aangever 36]
€ 100,00
15 juli 2019
 Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen de hierna genoemde bedragen te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom gijzeling zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij
Bedrag
Gijzeling
[aangever 41]
€ 150 ,00
3 dagen
[eigenaar]
€ 1.247,00
22 dagen
[aangever 38]
€ 671,48
13 dagen
[aangever 5]
€ 500,00
10 dagen
[eigenaar]
€ 895,45
17 dagen
[aangever 37]
€ 855,02
17 dagen
[aangever 9]
€ 720,00
14 dagen
[aangever 26]
€ 660,36
13 dagen
[aangever 36]
€ 100,00
2 dagen
 Bepaalt dat telkens, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen [aangever 21] , [aangever 24] , [aangever 13] , [aangever 19] en [aangever 34] (telkens feit 3):
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
navolgende benadeelde partijenvan de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij
Bedrag
Rente
[aangever 21]
€ 450,00
23 juni 2019
[aangever 24]
€ 450,00
23 juni 2019
[aangever 13]
€ 900,00
4 maart 2019 (€ 450,00)
15 juli 2019 (€ 450,00).
[aangever 19]
€ 75,00
23 juni 2019
[aangever 34]
€ 300,00
15 juli 2019
 verklaart de
benadeelde partijen [aangever 21] , [aangever 24] , [aangever 13] , [aangever 19] en [aangever 34] voor het overige niet-ontvankelijkin hun vorderingen;
 Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen de hierna genoemde bedragen te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom gijzeling zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij
Bedrag
Gijzeling
[aangever 21]
€ 450,00
9 dagen
[aangever 24]
€ 450,00
9 dagen
[aangever 13]
€ 900,00
18 dagen
[aangever 19]
€ 75,00
1 dag
[aangever 34]
€ 300,00
6 dagen
 Bepaalt dat telkens, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen [aangever 4] (feiten 2 en 3) en [aangever 18] (feit 3):
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
navolgende benadeelde partijenvan de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij
Bedrag
Rente
[aangever 4]
€ 650,00
4 augustus 2019
[aangever 18]
€ 1.928,00
8 mei 2019

wijstde vorderingen tot schadevergoeding van de
benadeelde partijen [aangever 4] en [aangever 18]voor het overige
af;
 Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen de hierna genoemde bedragen te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom gijzeling zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij
Bedrag
Gijzeling
[aangever 4]
€ 650,00
13 dagen
[aangever 18]
€ 1.928,00
29 dagen
 Bepaalt dat telkens, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen [aangever] (feit 1), [aangever 28] (feit 3), [aangever 15] (feit 3) en [eigenaar] & [eigenaar] (feit 3):
verklaart de
benadeelde partijen [aangever] , [aangever 28] , [aangever 15] en [eigenaar] & [eigenaar] niet-ontvankelijkin de vorderingen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Keijzer (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. M.A. Jansen-van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. D.T.P.J. Damen en S. Jansen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 juni 2020.
BIJLAGE
Aan verdachte is na een toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastegelegd:
1.
hij op of omstreeks 4 augustus 2019 te Ede, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om één of meerdere personen, te weten [aangever] en/of [aangever 2] opzettelijk van het leven te beroven, met zijn, verdachtes, auto, met hoge snelheid op genoemde perso(o)n(en) is ingereden of afgereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 .
hij op of omstreeks 4 augustus 2019 te Ede, opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere personenauto's heeft beschadigd
(door deze te bekrassen), deze auto's geheel of ten dele aan anderen toebehorende, te weten
- een [automerk] ( [kenteken] ) van [aangever 3] (zaak 3 PV);
- een [automerk] ( [kenteken] ) van [aangever 5] (zaak 4 PV) en/of
- een [automerk] ( [kenteken] ) van [aangever 4] (zaak 5 PV);
3.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2018 tot en met 4 augustus 2019 te Ede, in ieder geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk, één of meerdere personenauto’s, geheel of ten dele aan anderen toebehorende, heeft beschadigd, door deze te bekrassen en/of ruiten te vernielen en/of banden lek te steken, te weten:
- zaken 7 en 8 in het PV: aangever [aangever 7] , [automerk] ( [kenteken] ), 3 lekke
banden en/of krassen aan de linker zijde, [adres] , op of omstreeks 10 mei
2018 en/of 31 januari 2019;
- zaak 9 in het PV: aangever [aangever 8] . [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing aan één van
de zijkanten op of omstreeks 4 maart 2019 en/of de vernieling van de achterruit op
of omstreeks 12 mei 2019, [adres] ;
- zaak 10 in het PV: [aangever 4] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing zijkant,
[adres] , op of omstreeks 4 maart 2019;
- zaak 11 in het PV: [aangever 14] , [automerk] ( [kenteken] ), kras over de linkerzijkant,
[adres] , op of omstreeks 4 maart 2019;
- zaken 12 en 20 in het PV: [aangever 9] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde
op of omstreeks 4 maart 2019 en/of een kapotte achterruit op of omstreeks 12 mei
2019, [adres] ;
- zaak 13 in het PV: [aangever 11] namens [aangever 12] , [automerk] ( [kenteken] ), kras
zijkant, [adres] , op of omstreeks 4 maart 2019
- zaken 14 en 42 in het PV: [aangever 13] , [automerk] ( [kenteken] ),
bekrassing linkerzijde auto op of omstreeks 4 maart 2019 en/of opnieuw een
bekrassing aan de linkerzijde op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019, [adres]
;
- zaak 15 in het PV: [aangever 10] , [automerk] ( [kenteken] ), kras over de auto,
[adres] , op of omstreeks 4 maart 2019;
- zaak 16 in het PV: [aangever 15] namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ),
kras linkerzijde, [adres] , in of omstreeks de periode van 3 maart 2019 tot en
met 5 maart 2019;
- zaak 17 in het PV: [aangever 16] , [automerk] ( [kenteken] ), krassen op het rechterportier,
[adres] , op of omstreeks 1 mei 2019;
- zaak 18 in het PV: [aangever 18] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde,
[adres] , op of omstreeks 8 mei 2019;
- zaak 19 in het PV: [aangever 17] , [automerk] ( [kenteken] ), [adres] , op of
omstreeks 8 mei 2019;
- zaak 21 in het PV: [aangever 19] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde,
[adres] , in of omstreeks de periode van 22 juni 2019 tot en met 25 juni 2019;
- zaak 22 in het PV: [aangever 20] , namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ),
kras op bumper, [adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 23 in het PV: [aangever 21] , [automerk] ( [kenteken] ), kras motorkap,
[adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 24 in het PV: [aangever 22] , namens [aangever 23] , [automerk] ( [kenteken] ),
[adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 25 in het PV: [aangever 24] , [automerk] ( [kenteken] ), kras motorkap,
[adres] , 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 26 in het PV: [aangever 25] , [automerk] ( [kenteken] , kras over motorkap,
[adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 27 in het PV: [aangever 26] , [automerk] ( [kenteken] ), kras over motorkap,
[adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 28 in het PV: [aangever 27] , namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ) kras over
motorkap, [adres] , op of omstreeks 22 juni 2019 of 23 juni 2019;
- zaak 29 in het PV: [aangever 30] , [automerk] ( [kenteken] ), kras over de motorkap,
[adres] , op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 30 in het PV: [aangever 43] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde,
[adres] Ede, in of omstreeks de periode van 13 juli 2019 tot en met 15 juli 2019;- zaak 31 in het PV: [aangever 32] , [automerk] ( [kenteken] ), kras op de motorkap, [adres]
, in of omstreeks de periode van 13 juli 2019 tot en met 15 juli 2019;
- zaak 32 in het PV: [aangever 42] , [automerk] ( [kenteken] ) kras links, [adres] ,
op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 33 in het PV; [aangever 38] , [automerk] ( [kenteken] ), lakschade
linkerportieren, [adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 34 in het PV: [aangever 41] , [automerk] ( [kenteken] ), krasbeschadiging zijkant,
[adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 35 in het PV: [aangever 34] , [automerk] ( [kenteken] ), krassen aan beide zijden
van de auto, [adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 36 in het PV: [aangever] , [automerk] ( [kenteken] ), krassen linkerzijde,
[adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 37: [aangever 31] , namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing
linkerzijde, [adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 38 in het PV; [getuige 2] , namens [eigenaar] , [automerk] ( [kenteken] ),
bekrassing zijkant auto, [adres] , op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 39 in het PV: [aangever 44] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechter-
achterportier, [adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 40 in het PV: [aangever] , [automerk] ( [kenteken] ), kras zijkant, [adres]
, op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019
- zaak 41 in het PV: [aangever 36] , [automerk] ( [kenteken] ), linkerzijde auto bekrast, [adres]
, op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019
- zaak 43 in het PV: [aangever 45] namens [eigenaar] , [automerk] TDI ( [kenteken]
), bekrassing linkerzijde auto, [adres] , op of omstreeks 15 juli 2019,
- zaak 44 in het PV: [aangever 33] , [automerk] ( [kenteken] ), kras linkerzijde,
[adres] , op of omstreeks 14 juli 2019 of 15 juli 2019;
- zaak 45 in het PV: [aangever 40] , [automerk] ( [kenteken] ), kras linkerzijde, [adres]
, in of omstreeks de periode van 15 juli 2019 tot en met 19 juli 2019;
- zaak 46 in het PV: [aangever 46] , [automerk] ( [kenteken] ) motorkap bekrast, [adres]
, op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 47 in het PV: [aangever] , namens [eigenaar] , [automerk] S ( [kenteken] ), kras
over de motorkap, [adres] , op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 48 in het PV: [aangever 29] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing motorkap, [adres]
, op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 49 in het PV: [aangever 37] , [automerk] ( [kenteken] ), linkerzijde bekrast, [adres]
, op of omstreeks 15 juli 2019;
- zaak 50 in het PV: D. [aangever 3] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde,
[adres] , 15 juli 2019,
- zaak 51 in het PV: [aangever 10] , [automerk] ( [kenteken] ), kras rechterzijde,
[adres] , op of omstreeks 15 juli 2019 of 16 juli 2019;
-zaak 52 in het PV: [aangever 48] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing rechterzijde, [adres]
, op of omstreeks 15 juli 2019 en/of
- zaak [aangever 6] , [automerk] ( [kenteken] ), bekrassing linkerzijde, [adres]
, periode van 14 juli 2019 tot en met 15 juli 2019 (BVH. nr 2019321923,
aangifte pag. 481 PV);
4.
hij op of omstreeks 4 augustus 2019 te Veenendaal, in ieder geval in Nederland,
een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een exercitiegranaat, zijnde een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in de bijlage opgenomen.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019347095, gesloten op 20 december 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 3] , p. 154-155.
4.Afschrift aangifte van [aangever 4] , p. 201-202.
5.Het proces-verbaal van aangifte [aangever] , p. 188.
6.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] , p. 193-194.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 166.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 170-171.
9.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] , p. 159 t/m 161 en het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 8] , p. 162 t/m 165.
10.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 179-180.
11.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 27 mei 2020.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 108.
13.Het proces-verbaal van aangifte namens [aangever] , p. 243.
14.Afschrift aangifte [aangever 4] , p. 284-285.
15.Afschrift aangifte [aangever 9] , p. 288-289.
16.Afschrift aangifte [aangever 10] , p. 297-198.
17.Afschrift aangifte [aangever 11] namens [aangever 12] , p. 292-293.
18.Afschrift aangifte [aangever 13] , p. 294-295.
19.Afschrift aangifte [aangever 14] , p. 286-287.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 251 t/m 253.
21.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 260 (met uitzondering van de laatste drie regels) en 262 en het proces-verbaal van bevindingen (alleen voor wat betreft de kenmerken van de auto’s), p. 290.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 265.
23.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 16] , p. 301.
24.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 6] , p. 306.
25.Eigen waarneming van de rechtbank van de foto op p. 304.
26.Afschrift aangifte [aangever 17] , p. 325-326.
27.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 18] , p. 312-313.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 318.
29.Afschrift aangifte [aangever 19] , p. 345-346.
30.Afschrift aangifte [aangever 20] , p. 350.
31.Afschrift aangifte [aangever 21] , p. 352.
32.Afschrift van aangifte [aangever] , p. 362-363.
33.Afschrift van aangifte [aangever 24] , p. 364-365.
34.Afschrift van aangifte [aangever 25] , p. 366-367.
35.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 26] , p. 368-369.
36.Afschrift van aangifte [aangever 27] , p. 372-373.
37.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 355 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 354.
38.Afschrift van aangifte [aangever 28] , p. 431-432.
39.Afschrift van aangifte [aangever 29] , p. 465-466.
40.Afschrift van aangifte [aangever 30] , p. 374-375.
41.Afschrift van aangifte [aangever 31] , p. 420-421.
42.Afschrift van aangifte [aangever 32] , p. 391-392.
43.Afschrift van aangifte [aangever 33] , p. 451-452.
44.Afschrift van aangifte [aangever 34] , p. 415-416.
45.Afschrift van aangifte [aangever 35] , p. 481-482.
46.Afschrift van aangifte [aangever 36] , p. 433-434.
47.Afschrift van aangifte [aangever 37] , p. 467-468.
48.Afschrift van aangifte [aangever 38] , p. 406-407.
49.Afschrift van aangifte [aangever 13] , p. 436-437.
50.Afschrift van aangifte [aangever] , p. 418-419.
51.Afschrift van aangifte [aangever 40] , p. 453-454.
52.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 41] , p. 408-409.
53.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 42] , p. 394-395.
54.Afschrift van aangifte [aangever 43] , p. 389-390.
55.Afschrift van aangifte [aangever 44] , p. 425-426.
56.Afschrift van aangifte [aangever 45] , p. 439-440.
57.Afschrift van aangifte [aangever 46] , p. 455-456.
58.Het proces-verbaal van aangifte [aangever] , p. 457-458.
59.Afschrift van aangifte [aangever 48] , p. 477-478.
60.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 377 en het proces-verbaal buurtonderzoek, p. 424.
61.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 378.
62.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 472 en het proces-verbaal van buurtonderzoek, p. 471.
63.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 42] , p. 394-395.
64.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 397.
65.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 444-445.
66.Het proces-verbaal van aangifte [aangever] , p. 457-458.
67.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 461.