Op 4 juni 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in een kort geding uitspraak gedaan over de ontruiming van een huurwoning. Eiseres, een huurster, vorderde ontruiming van haar woning door haar medebewoners, die niet huurders zijn, en hun uitschrijving bij de gemeente. De gedaagden, de zoon van eiseres en zijn echtgenote, waren zonder toestemming van eiseres in de woning blijven wonen. Eiseres had hen eerder gesommeerd om de woning te verlaten, maar zij hadden hieraan geen gehoor gegeven. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 mei 2020, die via Skype plaatsvond vanwege coronamaatregelen, werd duidelijk dat de situatie voor beide partijen onhoudbaar was. Eiseres stelde dat zij de woning weer wilde betrekken, terwijl de gedaagden aanvoerden dat zij recht hadden om in de woning te blijven. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiseres toegewezen, met de afspraak dat de gedaagden uiterlijk op 1 november 2020 de woning moeten verlaten. Tevens werd bepaald dat de gedaagden zich bij de gemeente moesten uitschrijven van het adres van eiseres. De voorzieningenrechter heeft geen dwangsom opgelegd, omdat partijen overeenstemming hadden bereikt over de ontruiming. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.