Vitesse vordert, na wijziging van eis zoals verwoord in het onder het onder punt 1. genoemde e-mailbericht van 25 mei 2020, dat de kantonrechter als voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I Stadion Arnhem (primair), althans Exploitatiemaatschappij Gelredome (subsidiair), zal veroordelen om de door Vitesse onder protest betaalde huur voor de maanden april en mei 2020 inclusief contractuele boeterente voor een totaalbedrag van
€ 398.259,02 (primair), althans 50% daarvan (subsidiair) aan Vitesse terug te betalen;
II a. Stadion Arnhem en Exploitatiemaatschappij Gelredome zal verbieden om, zolang de bodemrechter als bedoeld in onderdeel II sub b geen eindvonnis heeft gewezen, met betrekking tot de periode dat het op grond van de Noodverordening niet is toegestaan in het voetbalstadion Gelredome betaald voetbalwedstrijden te laten plaatsvinden of ontstaan doch uiterlijk tot 1 september 2020, over te gaan tot het opeisen van de op grond van de onderhuurovereenkomst verschuldigde onderhuur-penningen (primair), althans 50% daarvan (subsidiair), alsmede daartoe strekkende (bewarende) rechtsmaatregelen zal nemen;
b. aan de hiervoor onder a geformuleerde verboden de voorwaarde zal verbinden dat Vitesse binnen vier weken, althans binnen een door de kantonrechter als voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, een bodemprocedure aanhangig zal maken met betrekking tot de vraag of en zo ja, in hoeverre, Vitesse aan haar verplichtingen uit hoofde van de onderhuurovereenkomst dient te voldoen gedurende de periode dat het op grond van de Noodverordening niet is toegestaan in het voetbalstadion Gelredome betaald voetbalwedstrijden te laten plaatsvinden en of ontstaan (met of zonder publiek);
c. voor de periode tot aan de dag dat de bodemrechter als hiervoor onder b bedoeld, uitspraak zal hebben gedaan, aan overtreding door Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome van de hiervoor onder a geformuleerde verboden een door de gedaagde(n) die het betreft te verbeuren dwangsom zal verbinden van
€ 250.000,- per overtreding en voor elke dag of gedeelte van een dag dat deze niet door de betreffende gedaagde(n) ongedaan wordt gemaakt, dit met een maximum van € 5.000.000,-;
III Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome zal veroordelen in de kosten van deze procedure, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de kantonrechter als voorzieningenrechter redelijk geachte termijn, na het te wijzen vonnis, indien en voor zover Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome deze kosten niet voordien hebben/heeft voldaan;
IV Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome zal veroordelen in de nakosten ten bedrage van € 157,-- althans in de nakosten kanton, in beide gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente indien en voor zover Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome dit bedrag niet binnen 14 dagen na aanschrijving hebben/heeft voldaan en - indien dat het geval is en vervolgens betekening van het vonnis plaatsvindt - voorts te vermeerderen met een bedrag van € 82,-- en de kosten van bedoelde betekening, de twee laatstgenoemde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente, indien en voor zover Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome deze niet binnen (de wettelijk vereiste termijn van) twee dagen, althans binnen een door de kantonrechter als voorzieningenrechter redelijk geachte termijn, na betekening van het te wijzen vonnis heeft/zal hebben voldaan;
subsidiair:
I Stadion Arnhem (primair), althans Exploitatiemaatschappij Gelredome (subsidiair), zal veroordelen om de door Vitesse onder protest betaalde huur voor de maanden april en mei 2020 inclusief contractuele boeterente voor een totaalbedrag van
€ 398.259,02 (primair), althans 50% daarvan (subsidiair) aan Vitesse terug te betalen;
II a. Stadion Arnhem en Exploitatiemaatschappij Gelredome zal verbieden om, zolang de bodemrechter als bedoeld in onderdeel II sub b geen eindvonnis heeft gewezen, met betrekking tot de periode dat het op grond van de Noodverordening niet is toegestaan in het voetbalstadion Gelredome betaald voetbalwedstrijden te laten plaatsvinden of ontstaan doch uiterlijk tot 1 september 2020, over te gaan tot het opeisen van de op grond van de onderhuurovereenkomst verschuldigde onderhuur-penningen (primair), althans 50% daarvan (subsidiair), alsmede tot het treffen van daartoe strekkende (bewarende) rechtsmaatregelen;
b. aan de hiervoor onder a geformuleerde verboden de voorwaarde zal verbinden dat Vitesse binnen vier weken, althans binnen een door de kantonrechter als voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, een bodemprocedure aanhangig zal dienen te maken met betrekking tot de vraag of en zo ja, in hoeverre, Vitesse aan haar verplichtingen uit hoofde van de onderhuurovereenkomst dient te voldoen gedurende de periode dat het op grond van de Noodverordening niet is toegestaan in het voetbalstadion Gelredome betaald voetbalwedstrijden te laten plaatsenvinden of ontstaan (met of zonder publiek);
c. voor de periode tot aan de dag dat de bodemrechter als hiervoor onder b bedoeld, uitspraak zal hebben gedaan, aan overtreding door Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome van de hiervoor onder a geformuleerde verboden een door de gedaagde(n) die het betreft te verbeuren dwangsom zal verbinden van
€ 250.000,- per overtreding en voor elke dag of gedeelte van een dag dat deze niet door de betreffende gedaagde(n) ongedaan wordt gemaakt, dit met een maximum van € 5.000.000,-;
III aan de hiervoor onder I geformuleerde veroordeling en het onder II sub a geformuleerde verbod de voorwaarde zal verbinden dat Vitesse ten behoeve van Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome een bankgarantie moet stellen van een te goeder naam en faam bekend staande Nederlandse bank conform het meest recente bankgarantiemodel van de Raad van Onroerende Zaken of het meest recente model beslaggarantie van de Nederlandse Vereniging van Banken, welke bankgarantie dient tot zekerheid voor de mogelijke vordering van Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome (op grond van een eventuele uitspraak van de rechtbank in de bodemprocedure als hiervoor onder b bedoeld) uit hoofde van te weinig betaalde huur met betrekking tot de periode april t/m augustus 2020, welke bankgarantie Vitesse zal dienen stellen voor een bedrag gelijk aan het bedrag aan huur dat (ten opzichte van de huidige huurprijs) minder wordt betaald conform het in dit kort geding te wijzen vonnis, welke bankgarantie geldig zal zijn tot één maand na de uitspraak van de rechtbank in de bodemprocedure als hiervoor onder b bedoeld;
IV Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome zal veroordelen in de kosten van deze procedure, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de kantonrechter als voorzieningenrechter redelijk geachte termijn, na het te wijzen vonnis, indien en voor zover Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome deze kosten niet voordien zullen/zal hebben/heeft voldaan;
V Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome zal veroordelen in de nakosten ten bedrage van € 157,-- althans in de nakosten kanton, in beide gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente indien en voor zover Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome dit bedrag niet binnen 14 dagen na aanschrijving zullen/zal hebben/heeft voldaan en - indien dat het geval is en vervolgens betekening van het vonnis plaatsvindt - voorts te vermeerderen met een bedrag van € 82,-- en de kosten van bedoelde betekening, de twee laatstgenoemde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente, indien en voor zover Stadion Arnhem en/of Exploitatiemaatschappij Gelredome deze niet binnen (de wettelijk vereiste termijn van) twee dagen, althans binnen een door de kantonrechter als voorzieningenrechter redelijk te achten termijn, na betekening van het te wijzen vonnis zal hebben voldaan.