ECLI:NL:RBGEL:2020:2692
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in een strafzaak tijdens de coronacrisis
Op 20 mei 2020 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door de verdachte in een strafzaak, die zich in voorlopige hechtenis bevond. De wraking was gericht tegen de rechters die hadden beslist op verzoeken van de verdediging, waaronder een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. De verzoeker stelde dat zijn fundamentele recht om gehoord te worden was geschonden, omdat hij niet fysiek of telefonisch was gehoord. De rechters waren afwezig bij de mondelinge behandeling, wat de verzoeker als een schending van zijn rechten beschouwde.
De wrakingskamer oordeelde dat de context van de coronamaatregelen van belang was. De rechtbank had besloten om in het belang van de volksgezondheid zo min mogelijk fysieke zittingen te houden. De rechters hadden de mogelijkheid geboden om schriftelijk te reageren op de standpunten van het Openbaar Ministerie, wat de verzoeker ook had gedaan. De wrakingskamer concludeerde dat de door de verzoeker aangevoerde gronden niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid of een schijn daarvan. De beslissing van de rechters was niet onjuist of onbegrijpelijk en voldeed aan de eisen van een eerlijk proces.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, en de rechters handelden conform de richtlijnen die waren opgesteld in het kader van de coronamaatregelen. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.