Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 juni 2019,
- de akte uitlating kosten van de zijde van [Eiseres] ,
- de antwoordakte van de zijde van de Gemeente,
- de akte uitlating producties van de zijde van [Eiseres] .
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 april 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [Eiseres], en de Gemeente Berg en Dal. De procedure betreft een schadestaatprocedure naar aanleiding van een onrechtmatige daad gepleegd door de Gemeente. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 12 juni 2019 geoordeeld dat de vordering van [Eiseres] tot betaling van een schadevergoeding van € 576.000,00 werd afgewezen wegens het ontbreken van causaal verband. Echter, de rechtbank heeft wel een deel van de gevorderde interne kosten en de kosten van ingeschakelde deskundigen toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [Eiseres] in redelijkheid interne kosten heeft kunnen maken als gevolg van de onrechtmatige daad van de Gemeente, maar dat deze kosten niet forfaitair konden worden vastgesteld op 6% van de gevorderde schadevergoeding. [Eiseres] werd in de gelegenheid gesteld om de interne kosten te specificeren. Na indiening van een urenspecificatie heeft de rechtbank de kosten van de interne medewerkers en de deskundigen beoordeeld. De Gemeente voerde verweren aan tegen de vergoeding van deze kosten, maar de rechtbank oordeelde dat de kosten die [Eiseres] had gemaakt voor de werkzaamheden die verband hielden met de onrechtmatige daad, voor vergoeding in aanmerking kwamen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de Gemeente veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 34.145,25 aan [Eiseres], vermeerderd met wettelijke rente, en heeft [Eiseres] in de proceskosten veroordeeld.