ECLI:NL:RBGEL:2020:2388
Rechtbank Gelderland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van salaris en kosten voor rijlessen in kort geding met betrekking tot arbeidsovereenkomst
In een kort geding, gehouden op 16 april 2020, heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland te Arnhem uitspraak gedaan in een zaak tussen een werknemer en een werkgever. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. J.B.R. Daniels, vorderde betaling van zijn salaris en kosten voor rijlessen, terwijl de werkgever, vertegenwoordigd door mr. J. de Wrede, verweer voerde. De werknemer stelde dat er een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was overeengekomen, die inging op 1 januari 2020, en dat hij recht had op loonbetaling en vergoeding van rijlessen. De werkgever betwistte de arbeidsovereenkomst en stelde dat de werknemer op basis van een oproepovereenkomst werkte.
De kantonrechter oordeelde dat er voldoende aannemelijk was gemaakt dat partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waren overeengekomen. De rechter wees de vorderingen van de werknemer toe, inclusief het salaris van € 1.896,25 bruto per maand vanaf 1 februari 2020, de wettelijke verhoging en rente, en de kosten voor de rijlessen van € 773,00. Tevens werd de werkgever veroordeeld om een arbodienst in te schakelen voor de re-integratie van de werknemer, op straffe van een dwangsom. De proceskosten werden aan de werkgever opgelegd.
De uitspraak benadrukt het belang van de schriftelijke vastlegging van arbeidsovereenkomsten en de verplichtingen van werkgevers bij ziekte en re-integratie van werknemers. De kantonrechter concludeerde dat de kans op toewijzing van de vorderingen in een eventuele bodemprocedure groot was, wat de beslissing om de voorlopige voorziening toe te wijzen rechtvaardigde.