ECLI:NL:RBGEL:2020:2371
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vergoeding tandheelkundig implantaat in het kader van zorgverzekeringsrecht met betrekking tot coronamaatregelen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen een eiser en VGZ Zorgverzekeraar N.V. over de vergoeding van tandheelkundige implantaten. De eiser, die een zorgverzekering heeft afgesloten bij VGZ, heeft in 2019 twee tandheelkundige implantaten laten plaatsen door een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. Na de behandeling heeft de eiser een machtigingsaanvraag ingediend bij VGZ voor vergoeding van de kosten. VGZ heeft goedkeuring gegeven voor een vergoeding van € 335,20, maar de eiser is van mening dat zij recht heeft op een hogere vergoeding van € 251,23 per implantaat, gebaseerd op het Wmg-tarief. De kantonrechter heeft de zaak behandeld in het licht van de coronamaatregelen, die hebben geleid tot een tussenvonnis zonder mondelinge behandeling. De eiser stelt dat VGZ ten onrechte de vergoeding baseert op afspraken met leveranciers van implantaten, terwijl zij van mening is dat de vergoeding moet worden gebaseerd op de tarieven die met zorgaanbieders zijn overeengekomen. De kantonrechter heeft de bevoegdheid om de zaak te behandelen bevestigd en partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten verder toe te lichten. De zaak is aangehouden voor verdere schriftelijke uitwisseling van standpunten.