ECLI:NL:RBGEL:2020:2304

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 april 2020
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
C/05/363327 / HZ ZA 19-167
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een verzekeringsgeneeskundige in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekering

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, is op 1 april 2020 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen een eiser in conventie en Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelend onder de naam Interpolis, als gedaagde in conventie. De zaak betreft de benoeming van een verzekeringsgeneeskundige in het kader van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 10 december 2019 overwogen dat zij voornemens is een deskundige te benoemen om de beperkingen van de eiser te beoordelen, voortvloeiend uit gediagnosticeerde ziektebeelden. De datum waarop Interpolis de uitkering heeft beëindigd, is 11 december 2012. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de te benoemen verzekeringsarts.

De eiser heeft ingestemd met de door Interpolis voorgestelde verzekeringsarts, mr. drs. [deskundige]. De rechtbank heeft de deskundige benoemd en de vragen die aan hem voorgelegd moeten worden, vastgesteld. De deskundige heeft een kostenbegroting gepresenteerd van € 5.808,00, inclusief btw, en de rechtbank heeft bepaald dat Interpolis dit voorschot moet betalen. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat bij niet-naleving de rechtbank daaruit de gevolgtrekking kan maken die zij geraden acht.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen en dat partijen de deskundige toegang moeten verlenen tot noodzakelijke plaatsen voor het onderzoek. De deskundige moet binnen zes maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen bij de rechtbank. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/363327 / HZ ZA 19-167
Vonnis van 1 april 2020
in de zaak van
[eis.pp.conv./ged.pp. reconv.],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
hierna te noemen: [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] ,
advocaat mr. Q.J. van Riet te Venlo,
tegen
de naamloze vennootschap
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
handelend onder de naam Interpolis,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: Interpolis,
advocaat mr. H.E. Foudraine te Apeldoorn.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 31 januari 2020
  • de akte in conventie en in reconventie van [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie

2.1.
In het tussenvonnis van 10 december 2019 heeft de rechtbank overwogen dat zij voornemens is een verzekeringsgeneeskundige tot deskundige te benoemen ter beoordeling van de beperkingen die voor [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] voortvloeien uit de gediagnosticeerde ziektebeelden. Dit dient te worden vastgesteld naar de situatie op de datum waarop Interpolis de uitkering heeft beëindigd, dit is 11 december 2012. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de persoon van de te benoemen verzekeringsarts en de aan hem te stellen vragen.
2.2.
[eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] heeft ingestemd met de door Interpolis voorgestelde verzekeringsarts
mr. drs. [deskundige] . [deskundige] heeft desgevraagd verklaard vrij te staan ten opzichte van de partijen en in staat en bereid te zijn het onderzoek te verrichten. De rechtbank zal hem daarom tot deskundige benoemen.
2.3.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 10 december 2019 een voorstel gedaan voor de vraagstelling aan de deskundige. Deze vragen zullen aan de deskundige worden voorgelegd. Interpolis heeft een aanpassing voorgesteld, maar gezien de ervaring van de te noemen deskundige acht de rechtbank deze aanpassing onnodig.
2.4.
De deskundige heeft het aan het onderzoek verbonden loon en de kostenvergoeding begroot op € 5.808,00 inclusief btw, uitgaande van een uurtarief van € 242,00 inclusief btw en een geschat aantal te besteden uren van 24. Het voorschot ter hoogte van dit bedrag dient, zoals reeds overwogen in voormeld tussenvonnis, door Achmea te worden voldaan.
2.5.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.6.
Bepaald zal worden dat [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] een kopie van het procesdossier aan de deskundige zal doen toekomen. Onder de processtukken vallen ook de medische stukken die in een gesloten envelop aan de rechtbank zijn verstuurd.
2.7.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.8.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
in conventie en in reconventie
2.9.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Wilt u op basis van het medische dossier van [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] een beschrijving geven van de klachten?
2. Wilt u op basis van de beschikbare expertiserapporten een beschrijving geven van de klachten van [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] en de door de expertise artsen geconstateerde beperkingen?
3. Kunnen de hiervoor onder 1 en 2 beschreven klachten en beperkingen verklaard worden door een objectief medisch vast te stellen stoornis, waaronder tevens wordt verstaan een - volgens de medici van het/de in aanmerking komende specialisme(n) - herkenbaar en
benoembaar ziektebeeld? Zo ja, welk?
4. Wilt u op basis van uw bevindingen een belastbaarheidspatroon opstellen op de in uw beroepsgroep gebruikelijke wijze, aan de hand van een zogenaamde functionele
mogelijkhedenlijst? Ik verzoek u hierbij uit te gaan van de situatie op 11 december 2012.
5. Acht u - afgezien van een eventueel arbeidsdeskundig onderzoek - nadere consultatie buiten uw vakgebied noodzakelijk of gewenst? Zo ja, op welk gebied?
6. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
mr. drs. [deskundige],
[NAW deskundige] ,
[NAW deskundige]
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 5.808,00 inclusief btw,
3.4.
bepaalt dat Interpolis het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk zes maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • dat de deskundige [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
  • dat, indien [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,
  • dat, indien [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] geen gebruik maakt van zijn inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
7 oktober 2020,
3.14.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eis.pp.conv./ged.pp. reconv.] op een termijn van vier weken,
3.15.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.16.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in conventie en in reconventie
3.17.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Strens-Meulemeester en in het openbaar uitgesproken door mr. K.H.A. Heenk, rolrechter, op 1 april 2020.
GR/St