In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de Rechtbank Gelderland op 10 april 2020 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen de besloten vennootschappen Angel B.V. en Ceres Holding B.V. De eisende partij, Angel B.V., heeft een boete van € 5.000,- geëist van Ceres Holding B.V. wegens vermeende schending van een geheimhoudingsplicht. Deze geheimhoudingsplicht was opgenomen in een koopovereenkomst die betrekking had op de aandelen van de onderneming van hun overleden vader. De zaak kwam aan de orde omdat een geplande mondelinge behandeling op 1 april 2020 niet kon doorgaan vanwege de coronacrisis. De rechtbank heeft in dit vonnis een nadere instructie gegeven en de partijen de gelegenheid geboden om hun standpunten verder toe te lichten.
De procedure is complex, met meerdere verweren van Ceres tegen de eis van Angel. Ceres betwist onder andere de rechtsgeldigheid van Angel als rechtspersoon en stelt dat de uitlatingen van haar bestuurder in een andere procedure niet aan haar kunnen worden toegerekend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Angel de gelegenheid moet krijgen om op deze verweren te reageren, voordat er een beslissing kan worden genomen. De zaak is verwezen naar de rol voor akte uitlating aan de zijde van Angel, waarna Ceres kan reageren. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de rechtbank nog geen definitieve uitspraak heeft gedaan over de zaak.