ECLI:NL:RBGEL:2020:2216

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 april 2020
Publicatiedatum
9 april 2020
Zaaknummer
05-270103-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning schadevergoeding ex artikel 533 Wetboek van Strafvordering na onterechte inverzekeringstelling

Op 13 januari 2020 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Gelderland, team strafrecht, inzake schadevergoeding op basis van artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering. Dit verzoek volgde op een periode van onterechte inverzekeringstelling van verzoeker van 2 oktober 2019 tot en met 3 oktober 2019. De officier van justitie heeft op 11 december 2019 meegedeeld dat verzoeker niet vervolgd zal worden, waardoor de zaak eindigde zonder straf of maatregel. Hierdoor kwam verzoeker in aanmerking voor een schadevergoeding.

De rechtbank heeft de processtukken bekeken en vastgesteld dat het verzoek tijdig is ingediend, waardoor verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoekschrift. Het verzoek strekt tot een schadevergoeding van € 210,00 wegens de ondergane inverzekeringstelling. De officier van justitie heeft schriftelijk geconcludeerd tot toekenning van deze vergoeding. De rechtbank oordeelt dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de toekenning van de verzochte schadevergoeding.

Op 2 april 2020 heeft de rechtbank besloten om verzoeker een schadevergoeding van € 210,00 toe te kennen, ten laste van de Staat. Deze beschikking is gewezen door mr. C. Kleinrensink, fungerend voorzitter, in tegenwoordigheid van K. Jonker. Vanwege de coronamaatregelen was de rechtbank beperkt toegankelijk, waardoor de beschikking niet op de gebruikelijke wijze kon worden ondertekend. De openbaarheid van de beschikking wordt gewaarborgd door publicatie en kennisgeving aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05-270103-19
Bvs-nummer: 20-798
Op 13 januari 2020 is op de griffie van deze rechtbank ingediend een verzoekschrift als bedoeld in artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering van:

naam: [verzoeker] , hierna te noemen: verzoeker,

geboren op : [geboortedag] 1958 te [geboorteplaats] ,
adres : [adres] ,
plaats : [plaats] ,
woonplaats kiezende te [adres] , ten kantore van zijn advocaat mr. G.W.L.A.M. Koppen.
De rechtbank heeft de processtukken bezien.

Motivering

Aan verzoeker is in de onder bovenvermeld parketnummer bekende strafzaak krachtens een bevel inverzekeringstelling de vrijheid ontnomen van 2 oktober 2019 tot en met 3 oktober 2019.
De officier van justitie heeft op 11 december 2019 aan verzoeker schriftelijk meegedeeld dat hij ter zake van genoemde strafzaak niet zal worden vervolgd. De zaak is dus geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Verzoeker kan daarom in aanmerking komen voor een vergoeding in de zin van artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering.
Het verzoek is tijdig ingediend en verzoeker is in zoverre ontvankelijk in het verzoekschrift.
Het verzoek strekt tot toekenning van een vergoeding wegens ondergane inverzekeringstelling ten bedrage van € 210,00.
De officier van justitie heeft schriftelijk geconcludeerd tot toekenning van de verzochte vergoeding.
Gelet op alle omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat gronden van billijkheid aanwezig zijn voor toekenning van een vergoeding zoals verzocht.
Beslissing
De rechtbank kent aan verzoeker toe een vergoeding ten laste van de Staat van
€ 210,00(tweehonderdtien euro).
Deze beschikking is gewezen door mr. C. Kleinrensink, in tegenwoordigheid van K. Jonker, en uitgesproken op 2 april 2020.
Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak met ingang van 17 maart 2020 genomen maatregelen is de rechtbank voor medewerkers slechts zeer beperkt toegankelijk en is het openbare gedeelte gesloten. De rechter en de griffier zijn daarom buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
De openbaarheid van deze beschikking wordt geborgd doordat de beschikking aan (de raadsman van) verzoeker (en eventuele andere procesdeelnemers) kenbaar wordt gemaakt en overigens door spoedige publicatie op
www.rechtspraak.nl.

Bevelschrift tenuitvoerlegging.

De fungerend-voorzitter van deze rechtbank geeft, gelet op de vorenstaande beschikking, aan de griffier van deze rechtbank het bevel om, zodra die beslissing onherroepelijk zal zijn geworden een bedrag groot
€ 210,00(tweehonderdtien euro) uit te betalen aan de verzoeker door overboeking van dat bedrag op rekeningnummer [rekeningnummer] , ten name van Stichting Beheer Derdengelden Koppen & Lut Advocaten, o.v.v. [verzoeker] /Sv 533.
Aldus gedaan op 2 april 2020 door mr. C. Kleinrensink, fungerend voorzitter.
De fungerend voorzitter is buiten staat het bevelschrift tenuitvoerlegging te ondertekenen.