ECLI:NL:RBGEL:2020:2189

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 maart 2020
Publicatiedatum
8 april 2020
Zaaknummer
05/881880-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie mannen voor betrokkenheid bij babbeltrucs en poging tot diefstal

Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen, van wie twee mannen van 56 en 58 jaar uit Arnhem, en een derde man van 54 jaar, die betrokken waren bij een reeks babbeltrucs. De rechtbank heeft de twee mannen uit Arnhem veroordeeld tot gevangenisstraffen van vijf jaar voor hun rol in de babbeltrucs, terwijl de derde man een voorwaardelijke celstraf van één maand en een taakstraf van 150 uur kreeg voor zijn beperkte rol in één van de babbeltrucs. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van een 68-jarige vrouw die op 7 augustus 2017 werd benaderd door twee mannen die zich als politieagenten voordeden. De rechtbank oordeelde dat de mannen samenwerkten om de vrouw te bedriegen en dat er sprake was van een poging tot diefstal. De rechtbank heeft de rol van de derde man als medeplichtige vastgesteld, waarbij hij informatie had verschaft over de woning van de vrouw en de locatie van een kluis. De rechtbank heeft de straffen opgelegd na afweging van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/881880-17
Datum uitspraak : 19 maart 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
raadsman: mr. G.F. Schadd, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 februari 2020 en 19 maart 2020.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Verdachte wordt verweten dat hij zich samen met één of meer anderen (als medepleger) dan wel alleen schuldig heeft gemaakt aan een poging tot diefstal (primair) dan wel oplichting (subsidiair) van de destijds 68-jarige [slachtoffer] . Indien dit niet kan worden bewezen, wordt verdachte de medeplichtigheid aan de genoemde diefstal (meer subsidiair) dan wel de oplichting (nog meer subsidiair) verweten.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan een poging tot diefstal (meer subsidiair).
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van het primair en subsidiair tenlastegelegde bepleit. Daartoe is aangevoerd dat de rol van verdachte onvoldoende is om medeplegen aan te nemen. Voor wat betreft de meer subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal voorafgaand aan de bespreking van het feit ingaan op het gebruik van de [merk] met kenteken [kenteken] en de telefoonnummers van [medeverdachte] (
hierna: [medeverdachte]) en [medeverdachte] (
hierna: [medeverdachte]).
De [merk] met kenteken [kenteken] is vanaf 24 maart 2016 op naam van [naam] , de schoonmoeder van [medeverdachte] , gesteld. [medeverdachte] , geboren op [geboortedag] 1961 en wonend in [plaats] , verklaart over de [merk] dat hij niet gelooft dat er afluisterapparatuur in zijn auto heeft gezeten. Op de vraag of het dus inderdaad zijn auto is, verklaart [medeverdachte] dat hij gebruik heeft gemaakt van de [merk] met kenteken [kenteken] . [3] In het dashboardvakje van de [merk] is ook het rijbewijs van [medeverdachte] aangetroffen. [4] Op 8 augustus 2016 zijn [medeverdachte] (bestuurder) en [medeverdachte] (bijrijder) samen in de zwarte [merk] met kenteken [kenteken] gezien. [5] Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [medeverdachte] , ook samen met [medeverdachte] , gebruik heeft gemaakt van de [merk] met kenteken [kenteken] .
Voor wat betreft de telefoonnummers overweegt de rechtbank dat op 4 september 2017 een [merk] toestel met telefoonnummer [telefoonnummer] in beslag is genomen. Tijdens het beluisteren van de opgenomen communicatie, gevoerd via het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] , is één persoon als gebruiker naar voren gekomen. Deze persoon is tijdens de gesprekken door onder meer [naam] en [medeverdachte] “ [naam] ” genoemd. [6] Het nummer [telefoonnummer] klinkt [medeverdachte] bekend. [7] Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] is vanaf 9 maart 2017 tot en met 30 mei 2017 en vanaf 26 juni 2017 tot en met 4 september 2017 getapt. [8]
Verder is onderzoek gedaan naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Tijdens het beluisteren van de opgenomen communicatie is de telefoon hoofzakelijk door één persoon gebruikt. Deze persoon is door onder meer [naam] en [medeverdachte] aangesproken met de naam [naam] ”. Een enkele keer is de telefoon beantwoord door [naam] . De stem van de gebruiker van het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] is herkend als de stem van [medeverdachte] . Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] is vanaf 3 mei 2017 tot en met 30 mei 2017 en vanaf 26 juni 2017 tot en met 4 september 2017 getapt.
Er is tijdens de opnames van de telecommunicatie – naar wat de rechtbank begrijpt – 1272 keer telefonisch contact geweest tussen [medeverdachte] en [medeverdachte] . [9] Uit al dit voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de telefoonnummers eindigend op [telefoonnummer] en [telefoonnummer] zijn gebruikt door [medeverdachte] ( [telefoonnummer] ) en [medeverdachte] ( [telefoonnummer] ). Verder kan uit het voorgaande worden afgeleid dat [medeverdachte] en [medeverdachte] veel contact met elkaar hebben gehad.
Het feit
Aangeefster [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , heeft verklaard dat zij op 7 augustus 2017 omstreeks 09:45 uur, zoals altijd, met haar hond is gaan wandelen.
Omstreeks 11:30 uur kwam aangeefster thuis, waarna er rond 11:45 uur bij haar woning aan [plaats] in [plaats] – met intercomsysteem (inclusief camera) – werd aangebeld. Via het scherm van het intercomsysteem zag aangeefster een man voor de deur staan. Op de vraag van aangeefster wie hij was en wat hij kwam doen, antwoordde de man: “politie”. De man liet een pasje met een metalen logo zien. Aangeefster opende de voordeur. Het betrof een blanke man van rond de 55 jaar met grijs haar, een stevig postuur, een lengte van ongeveer 1.75 meter en een jas (lichtblauw of lichtgrijs). De man liet op verzoek van aangeefster nogmaals een opengeklapt mapje met daarin een metalen logo en een pasje met foto zien. Aangeefster liet de man binnen. De man vertelde dat de politie twee Bulgaren had gearresteerd die meerdere inbraken hadden gepleegd. De man vroeg aangeefster of er bij haar was ingebroken. Hij keek de woonkamer en keuken in en vroeg of zij een kluis in haar woning had. De man vertelde dat zijn collega er zo aan kwam.
Er kwam inderdaad een tweede man. Het betrof een blanke man van ongeveer 55 jaar, kleiner dan man 1 met een gedrongen postuur en een blouse met “fijne streepjes” (lichtblauw of lichtgrijs). Toen de zwarte bus van de getuige [getuige] aan kwam rijden, vroeg één van de mannen of de man in de zwarte bus bij haar hoorde. Aangeefster bevestigde dit. Vervolgens zei man 1 tegen zijn collega: “dit huis niet”. Ze verlieten de woning. [10]
Door aangeefster is verder verklaard over een oplichting in 2015. Het betrof [naam] die diverse klussen voor zijn rekening zou nemen. Aangeefster gaf hem hier geld voor. [naam] had ook een keer een jeep op haar naam gehuurd om aangeefster naar haar dochter in Zwitserland te brengen. Alles had aangeefster, al met al, € 60.000,-, gekost. Ze hoorde dat [naam] tegenover de [plaats] op het woonwagenkamp (ofwel het woonwagenkamp op de [adres] woonde. [11]
Intercom
Door aangeefster werden de beelden zoals gemaakt door de camera van haar intercomsysteem aan de voordeur (onder meer bestand 122546) verstrekt. Hierop was, aldus aangeefster, de man te zien die zich bij haar als politieman heeft voorgedaan. Het betreft een opname
van 12:25:46 tot 12:25:53 uur (
rechtbank: met correctie naar de werkelijke tijd een tijdstip van omstreeks 11:40 uur). [12] De beelden zijn door onder meer verbalisant [verbalisant] , wijkagent en bekend met [medeverdachte] , bekeken. Zij heeft daarbij [medeverdachte] aan zijn opvallende postuur, haardracht en gezicht herkend. [13]
[merk]
Door de politie is een registrerend baken onder de [merk] met kenteken [kenteken] geplaatst. Geregistreerd is dat dat de [merk] op maandag 7 augustus 2017 omstreeks 11:39 t/m 11:46 uur – omstreeks het tijdstip van het plegen van het feit – ter hoogte van de [adres] heeft stil gestaan. Dit adres bevindt zich op ongeveer zestig meter afstand van de woning aan [plaats] in [plaats] . Verder heeft het baken geregistreerd dat de [merk] op 7 augustus 2017 om 09:22:46 uur, 09:24:22 uur, 09:33:02 uur, 09:41:37 uur, 09:42:23 uur, 09:53:19 uur, 09:54:07 uur, 10:54:00 uur en 11:38:13 uur in [adres] is geweest. [14]
Op onder meer 7 augustus 2017 zijn diverse gesprekken in de [merk] met kenteken [kenteken] opgenomen. De inzittenden van de [merk] spreken elkaar daarbij aan bij elkaars voornaam: [naam] en [medeverdachte] . De stem van [naam] wordt door de verbalisant herkend als de stem van ( [naam] ) [medeverdachte] . De stem van [medeverdachte] is herkend als de stem van [medeverdachte] . [15] Dit voorgaande en in het bijzonder het herhaaldelijk noemen van elkaars voornaam maakt dat naar het oordeel van de rechtbank kan worden bewezen dat de volgende gesprekken door (onder meer) [medeverdachte] en [medeverdachte] zijn gevoerd.
Op 7 augustus 2017 zijn onder meer de volgende gesprekken opgenomen:
“(…) 09:02 uur tot 09:07 uur (…) [naam] = [medeverdachte] en [medeverdachte] (…).
[naam] :............(ntvs) hij was klaar in ieder geval dus. Staat die daar ........(ntvs)ofniet?
...... .(ntvs) een grijs autootje?
[medeverdachte] : Ja. [merk] ) is ie dat.
[naam] : Ja.
[medeverdachte] : Ja dat is tie. Ja [merk]
[naam] : ..........(ntvs) krijg(fon)je die los?
Hoorbaar is het omlaag of omhooggaan van een autoruit.
Hoorbaar is een [naam] die kennelijk bij de auto van [medeverdachte] en [naam] is gekomen. (…)
[medeverdachte] : Ja maar ik zal je even vertellen dat geloof je niet [naam] toch heb ik hier goed de kost verdiend.
[naam] : Hier?
[medeverdachte] : Een half meiertje aftrekken meer niet.
[naam] : Ja rij maar achter me aan.
[medeverdachte] : He [naam] . Luister es.
[naam] : Ja.
[medeverdachte] : is ze aardig gek?
[naam] : Ja dat moet je zelf aanvoelen, wij kregen alles voor elkaar bij der dus eh.
[medeverdachte] : Zou ze nog [naam] binnen hebben liggen?
[naam] : Ik denk het wel dus. Ze had een gloednieuwe hoe heet zo’n ding, een Jeep (…). Ja die kreeg ik maar zo, daar had ik papieren alles van, kenteken compleet, die heb ik zo teruggeven die auto. Want we hadden later een hele andere een veel mooiere he he. Dat weet jij wel [naam] , daar heb ik bijna 3 maanden mee gereden met die auto.
[medeverdachte] : Laten we maar kijken wat het is.
[naam] : Ja.
[medeverdachte] : Nooit geschoten is nooit raak.
[naam] : Ja.
[naam] : En na deze [naam] ?
[naam] : He?
[naam] : En na deze dan Nunspeet nog(fon) of?
[medeverdachte] ; Als dit goed is dan.
[naam] : Dan hoef je voorlopig niks meer te doen als deze goed is. Als er in zit wat ik denk dat er in zit, ik heb er nooit ingekeken. Mijn schoonzoon deed altijd de betalingen weet je niet. Maar wij konden afrekenen wat we wouden. 20, 30 ruggen hebben we daar laten afrekenen in een poep en een scheet. We hebben der wet voor gewerkt maar het werk dat we gedaan hebben....
[medeverdachte] ; Dat pakte, dat pakte ze gewoon uit de kluis? (…)
Kennelijk is [naam] weg gegaan (…). [16]
De stem van [naam] , die ook [naam] en [naam] wordt genoemd, wordt door de verbalisant [verbalisant] herkend als de stem van [verdachte] . [17] [verdachte] , de partner van de zus van [medeverdachte] , heeft een schoonzoon met de naam [naam] , [18] waarover ook aangeefster heeft verklaard. [verdachte] woont op het woonwagenkamp aan de [adres] en rijdt wel eens in een grijs busje [merk] ). [19] Uit dit voorgaande leidt de rechtbank af dat [verdachte] , al dan niet gedeeltelijk via zijn schoonzoon, al bekend is met de situatie van aangeefster en op 7 augustus 2017 met [medeverdachte] en [medeverdachte] heeft afgesproken (en daar met de grijze [merk] is gekomen).
De gesprekken worden vervolgd:
09:17 uur tot 09:22 uur (…)
[medeverdachte] : Ik heb der zin in jongen. (…)
[medeverdachte] : der zin in weer. Lekker effen. Ik hoop dat we een beetje goed zitten, kunnen we lekker een maandje stoppen.
[naam] : He?
[medeverdachte] : Een rug of 60 pakken en een maandje stoppen.
Hierna even stilte. [20] (…)
09.22 uur tot 09.27 uur
“(…) [naam] : .......(ntvs) [medeverdachte] .
[naam] : Naar voren?
Hoorbaar is dat wederom een autoportier wordt geopend en dichtgeslagen.
[medeverdachte] : Heb Je em hier goed staan [naam] ?
[naam] : He?
[medeverdachte] : Heb je em hier wel goed staan de auto?
[naam] : Ik rij hier zo toch(fon) weg maar et is effe dat ik et aan wijs he(fon)
[naam] : Maar waar wacht jij op [naam] ?
[naam] : .......... (ntvs) kennen ze me niet maar de rest kennen ze me overal, ik heb in alle ......(ntvs) gewerkt, ..........(gedeelte niette verstaan). Hierzo(fon) links(fon) af. Rustig aan doen. Dat huis is het dat grote dat rooie huis hier links en aan de linkerkant woont zij en aan de rechterkant hebben we ook gewerkt, alle twee. De
rechterkant zit een kerel in met 2 of 3 dochters.
[naam] : Is het deze waar je zo tegen aan kijkt?
[naam] : Ja.
[naam] : En welk huis is het dan?
[naam] : De linker.
[naam] : Deze?
[naam] : De linker waar dat grijze autootje op de oprit staat. Hier daar loopt ze.
[naam] : ....(ntvs) ze gaat der uitohh ze gaat weg met de ,....(ntvs)wateen kankerzooi he.
Ze laat de hond uit. Rij der eens 1 keer langs [naam] .
[naam] : Daar mag je niet in. Daar mag je niet in. Nee ze letten overal op hier, je moet geen foutje maken Jongens hoor.
[naam] : Nee(fon) ik wil ze even zien. (…)
[naam] : Een Indo is het.
[naam] : Ik wil ze even zien ...... ..(ntvs). Ach als ze terug komt is het goed, als ze terug komt
is het goed. ...... .(ntvs) niet ver weg.
[naam] : Nee ze gaat altijd lopends de hond uitlaten. Ga hier maar link, links, dan komen we
der misschien nog wel tegen. (…)
[naam] : De hond is alles voor haar. Als je die hond grijpt (fon) geeft (fon) ze ook alles.
[naam] : Oh ze loopt net weg wat zonde he, iets eerder en we hebben ze...... .(ntvs) [naam] .
(…) [naam] zegt nogmaals een paar maanden die auto van die vrouw te hebben gehad. 48 duizend die auto, zegt [naam] . Hierna weer letterlijk:
[naam] : Deze moetje in de gaten houden, hier links .......(ntvs) hekke(fon) los, deze links
hiernaast die moet je in de gaten hoouden.
[naam] : Deze kiet he?
[naam] : Deze kiet hier. Kijk ze heb zo'n dingetje met een cameraatje er op en voor de rest niks he.
[medeverdachte] : Kut ding jongens we hadden moeten blijven staan daar.
[naam] : Waar is ze nou eigenlijk, kun je haar zien (…)
[medeverdachte] ; Staat ze daar niet, nee nee. .......... .(ntvs). We hadden moeten blijven staan daar. ...... .(ntvs) precies gezien waar ze heen gegaan was. Had je der op kunnen vangen, wachten. Ja nou is ook mooi.
[naam] : Als ze terugkomt met een half uurtje is het goed.
[medeverdachte] : Dalijk(fon) zeggen(fon) ze(fon) der zijn inbrekers. (…)
[medeverdachte] : ......... .(ntvs) hier blijven wachten [naam] .
[naam] : Ja. (…). [21]
Zoals overwogen is de [merk] onder meer om 09:22:46 en 09:24:22 uur – tijdens dit gesprek – in [adres] geregistreerd. Dit in samenhang met details uit het gesprek, zoals onder meer het altijd ’s ochtends uitlaten van de hond en het genoemde “cameraatje”, en de geschiedenis van [verdachte] met aangeefster, maakt dat de rechtbank bewezen acht dat hier wordt gesproken over aangeefster [slachtoffer] . Door [verdachte] wordt in [adres] aangewezen om welke woning het gaat en waar [medeverdachte] en [medeverdachte] op moeten letten (zoals de camera en de buurtbewoners).
De gesprekken gaan verder:
09:27 uur tot 09:32 uur (…)
[medeverdachte] : ik had moeten staan daar dan had je der kunnen volgen...... ..(ntvs) draaien.
[naam] : Ja ik dacht dat gaat wel ze moet de hekken nog los doen.
[naam] : Die is niet vooruit te branden dat wijf. (…)
[naam] : Ja jongens wachten of niet wachten, ja he?
[naam] : Weet ik niet.....,......(ntvs)
[naam] : Ja dan vind ik het zonde om naar een ander...........(nfvs).
[naam] : Ja dan moet je hier weer weg. (…)
[naam] ; Jaja. Ze heb alleen familie in Zwitserland dan weet jij het wel, kennissen in Zwitserland. [naam] is met der in Zwitserland geweest alles een heel weekend(fon).
[naam] : Een hele dure kiet waar ze woont hoor. (…). [22] Dit betreft opnieuw een overeenkomst met de hiervoor onder de aangifte opgenomen zeer specifieke verklaring van aangeefster over een mogelijke oplichting door [naam] .
Vervolgens wordt besproken:
“(…) 09.32 uur tot 09.35 uur (…)
[naam] : Heb ze dat kluisje onder de trap he?
[naam] : In de kelder links onder de trap.
[medeverdachte] : Een grote?
[naam] : Ja, zo zo(fon) hij zit vast hoor, hij zit vast.
[medeverdachte] : Ja in de muur. (…)
[medeverdachte] : Een koevoet der achter zetten wel. (…)
[naam] : Nee volgens mij een sleutel hoor…. (ntvs) is ook al weer een tijd geleden.
[medeverdachte] : Dat moeten we zeker weten [naam] . (…)
[medeverdachte] : Als je die goed overvalt, je klopt aan, je zegt zo en zo en zo (…)
[naam] : Want zij zegt gewoon ik heb de loper niet dan zeg ik ja namaakloper mevrouw… (ntvs) Bulgaarse (fon) … (ntvs)
[medeverdachte] : Dat is een type de hond is voor haar alles (…). [23] (…)
Maandag 7 augustus 2017 van 09.35 uur tot 09.40 uur
(…) [naam] : Of je moet vanmiddag teruggaan.
[naam] : Hier heb je een hele dinge(fon) hier heb je ook een barbecue achter hier. Hier heb ik er 1 gepoot(fon) volgens mij nummer 17. Nummer 1 7,die heb ik gehad. (…)
[naam] : Ja wij kunnen der toch heen gaan gewoon.
[naam] : Ja je mag der van mij heen gaan.
[naam] : Ga jij je dingen maar doen.
[naam] : Als je me maar niet vergeet. (…)
(…) [medeverdachte] : Wat wou je doen [naam] .
[naam] : Effen wachten die komt zo weer terug (…)
[medeverdachte] : Ja had ik er maar achteraan gereden ja dan blijft hij der bij maar dat maakt niet uit.
[medeverdachte] : Wat een maf he wat een sufferd he.
[medeverdachte] : Ais er maar een mooi... ..(ntvs) ligt dan komt ie(fon) der wel achter. Hier iigt geld
hoor.
[naam] : He?
[medeverdachte] : Hier ligt geld.
[naam] : Ja 100 duizend procent dat is een kapitaal huis [medeverdachte] dat meen ik echt.
[medeverdachte] : We moeten wel snel werken hier [naam] hoor (…). [24]
Uit het voorgaande volgt dat [verdachte] tips geeft voor wat betreft onder meer de kluis. Verder roept [verdachte] in herinnering dat als ze er toch heen gaan, ze hem niet moeten vergeten.
Dit wordt gevolgd door:
“(…) 10.53 uur tot 10.58 uur
(…) [naam] (…) Ja rij nog maar 1 keer langs die andere op, zien of die andere der is … (ntvs) (…) [medeverdachte] geeft aan dat die vrouw al anderhalf uur weg is en gewoon 10 kilometer met die hond gaat lopen. (…)
[medeverdachte] : Ik wil actie zien [naam] ik wil actie zien. Ik wil geld zien nou.
[naam] : Ja wat denk je van mij [medeverdachte] ik zit der nou(fon) door heen. Die 2 weken dat jij weg
bent geweest heeft me een rooitje of 6, 7 gekost [medeverdachte] . ......(ntvs). [25] (…)
11.00 uur tot 11.05 uur (…)
[medeverdachte] : Nou der heen [naam] nou, nou der heen, NU.
[naam] : Nu?
[medeverdachte] : Ja.
[naam] : En de buurt(fon) dan. (…)
[medeverdachte] : Dan moet je nou doen [naam] , pak de jas.
[naam] : ....(ntvs) mijn jas ja.
[medeverdachte] : Ja, ja, .....(ntvs) dan moetje opschieten. Ja nou is het dicht.
[naam] : Wou ze poten?
[medeverdachte] : Ja.
[naam] : Ho effen, wacht effen.
[medeverdachte] : !k kom der meteen aan.
Hoorbaar is het dichtslaan van het autoportier, omstreeks 11.04 uur. Omstreeks 11.05 uur is weer het dichtslaan van het autoportier hoorbaar. [medeverdachte] stapt in de auto. (…)
[naam] : Ja je verpest het [medeverdachte] , rij maar naar die andere gauw. (…)
[medeverdachte] : Hier moeten we der in.
[naam] : 100 duizend procent jongen, mevrouw [naam] . [naam] .
[medeverdachte] : Ja die had [naam] binnen. Die heb [naam] binnen liggen. [26] Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat ze nog altijd wachten op aangeefster [slachtoffer] . Tussentijds gaan ze naar een ander adres voor [naam] . Dit is, aldus het delictenwoordenboek Bargoens (wat de mannen in de [merk] spreken), geld. [27] In dit kader wordt ook gesproken over “poten” en het pakken van een jas.
Maandag 7 augustus 2017 van 11.36 uur tot 11.41 uur (…)
[naam] : Rij der eens een keer langs. Dan moet je effen 1 keer langs dat wijf rijden.
[medeverdachte] : Waar was dat?
[naam] ; Hier rechtsaf hier rechtsaf hier. (…)
[naam] : Hij is der mee naar Zwitserland geweest met dat wijf...... (ntvs)
[medeverdachte] : Met deze vrouw?
[naam] : Ja...............(ntvs)
[medeverdachte] : ............ (ntvs) De kluis staat onder de trap he?
[naam] : Onder de trap.
[medeverdachte] : ........... (ntvs)
[naam] : ...........(ntvs) autootje toch,ja...........(ntvs)
[medeverdachte] : Was dat die auto?
[naam] : He?
[medeverdachte] : Ja grijze. (…)
De motor van de auto wordt uitgeschakeld. (…)
[naam] : Wacht jij?
[medeverdachte] : Ja, zo gauw Jij naar binnen tippelt...... (ntvs) ik doe eerst de jas aan.
Omstreeks 11.39 uur 30 seconden is hoorbaar dat het autoportier wordt dichtgegooid. Omstreeks 11.40 uur is het sluiten van een rits hoorbaar en het dichtslaan van een portier. Kennelijk zijn [medeverdachte] en [naam] uitgestapt. [28] (…)
Omstreeks het tijdstip van het feit – waarbij de [merk] ook om 11:38:13 uur in [adres] wordt geregistreerd – vindt dit gesprek plaats. Dit duidt op het gaan naar de woning van aangeefster [slachtoffer] . [medeverdachte] gaat eerst naar de woning, waar hij vervolgens ook op de camerabeelden is te zien. [medeverdachte] volgt, na het aantrekken van de jas, als tweede man.
Tot slot wordt het volgende besproken:
“(…) 11.46 uur tot 11.51 uur
[naam] : (…) Misschien rijdt ie weg jongen, misschien rijdt ieweg.......(ntvs)ach jongen.
[medeverdachte] ; .....(ntvs) terug ...... (ntvs) die pakken we.
[naam] : Nee, die kun je nou niet pakken jongen, . .. ..(ntvs) afkankeren, dat zegt ze tegen hem, dat is een hele slimme vrouw jongen.
[medeverdachte] : Wat zei ze.
[naam] : Meent u dat nou oh kijk boven dan effen gauw meneer(fon) zei ze.
[medeverdachte] : Wat een kankerpech he. (…)
[naam] : ............. .(ntvs) goh wat zonde, ben der overstuur van, hier had je goed gezeten. (…)
[naam] : ............ .(ntvs) Dat klopt wel wat [naam] zegt, die vrouw mag graag praten jongen.
(…) [medeverdachte] : Wat zei je heb je hier een kluisje beneden?
[naam] : !k zeg nou we hebben net 2 Bulgaren aangehouden. Oh oh oh helemaal niet
overstuur of zo. Nou kijk maar even [merk] ). ......... (ntvs) kluisje was. Oh oh oh
beneden he ik wel een kluisje zegtze........(ntvs) neploper...... (ntvs).
[medeverdachte] : Gewoon een kwartiertje eerder dan was het goed. ….. (ntvs) Heb je 5 minuten voor nodig. (…) Beiden geven aan vandaag nog wel wat te willen verdienen en door te gaan. (…)
[medeverdachte] : Die heb [naam] binnen liggen hoor. Denk jij van niet?.......(ntvs)
[naam] : Wat een kankerzooi.....(ntvs) Kwam die bus in een keer aanrijden [medeverdachte] ?
[medeverdachte] : Ja.
[naam] : Wat een kankerzooi joh. Ja die heb dat gezegd ik moet morgen tot half 12 weg of
zo. ...........(ntvs)
[medeverdachte] : Die is het bos in geweest met de hond. Kom je daar om half 11 dan is het goed dan
ben Je er om 10 over half 11 weer uit. (…)”. [29]
Dit voorgaande past naar het oordeel van de rechtbank opnieuw bij de aangifte van aangeefster [slachtoffer] , waarbij de mannen werden ‘gestoord’ door de komst van getuige [getuige] .
Voor wat betreft de telecom overweegt de rechtbank dat het laatste contact van het telefoonnummer van [medeverdachte] , eindigend op [telefoonnummer] , voor het incident om 08:25:35 uur is geweest. Het eerste contact erna is om 14:58:57 uur. Tussenliggende oproepen worden niet beantwoord. Het eerste gesprek van [medeverdachte] , het nummer eindigend op [telefoonnummer] , op deze dag is om 18:18:11 uur met [medeverdachte] . [30]
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder de herkenning van [medeverdachte] op de camerabeelden (als de persoon die zich heeft voorgedaan als politieagent) en de gesprekken in de [merk] , acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte] samen met [medeverdachte] heeft geprobeerd de destijds 68-jarige [slachtoffer] te bestelen.
Rol verdachte
Voor wat betreft de rol van verdachte is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde medeplegen dient te worden vrijgesproken.
Gelet op al het voorgaande acht zij wel bewezen dat [verdachte] opzettelijk inlichtingen heeft verschaft. [verdachte] geeft informatie over de woning van aangeefster, de vindplaats van de kluis en de ‘zwakheden’ van aangeefster. In gesprekken over geld geeft hij aan dat als [medeverdachte] en [medeverdachte] de hond pakken, ze ook alles wel afgeeft. Hij brengt ook in herinnering dat als ze naar de woning gaan, ze hem niet moeten vergeten. Dit alles maakt dat er naar het oordeel van de rechtbank onmiskenbaar sprake is van dubbel opzet, op zowel zijn eigen bijdrage als op het misdrijf dat hij ondersteunt. Daarmee kan de medeplichtigheid aan een gezamenlijke poging tot diefstal van de destijds 68-jarige [slachtoffer] worden bewezen (meer subsidiair).

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan. De rechtbank acht bewezen dat:
[medeverdachte] en
/of[medeverdachte] op
of omstreeks7 augustus 2017 te Nijmegen
, althans in
Nederland,tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering
van het door die [medeverdachte] en
/of[medeverdachte]
en/of zijn mededader(s)voorgenomen misdrijf om
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander dan aan die [medeverdachte] en
/of
[medeverdachte]
en/of zijn mededader(s)toebehoorde, te weten aan [slachtoffer]
(destijds 68
jaar oud
)weg te nemen
in/uit een woning, gelegen aan [plaats] met het oogmerk
om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
-bij voornoemde woning heeft aangebeld en
/of
-heeft aangegeven van de politie te zijn en
/of
-heeft aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
-voornoemde woning heeft betreden en
/of
-zoekend in de woning heeft rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/oftot het plegen van welk misdrijf verdachte op
of omstreeks7augustus 2017 te
Nijmegen
, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/ofopzettelijk
gelegenheid, middelen en/ofinlichtingen heeft verschaft, door:
- met, de daders, [medeverdachte] en
/of[medeverdachte] , naar de woning aan [adres]
[plaats] te gaan en
/of
- de daders voornoemde woning aan die [medeverdachte] en
/of[medeverdachte] aan te wijzen en/of
- de daders mevrouw [slachtoffer] aan te wijzen en
/of
- de daders te vertellen waar zich een kluis in de voornoemde woning bevond.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van meer subsidiair:
Medeplichtigheid aan poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het meer subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 150 uren, subsidiair te vervangen door 75 dagen hechtenis. Hiertoe is aangevoerd dat het gaat om een zeer ernstig feit, waarbij misbruik is gemaakt van de goedgelovigheid van ouderen. Verder is door de officier van justitie rekening gehouden met het strafblad van verdachte en een uitspraak in een soortgelijke zaak waarin vijf tot zes maanden gevangenisstraf per voltooid feit is opgelegd. Vervolgens is meegewogen dat het in dit concrete geval gaat om een poging en om een rol als medeplichtige. Het ‘restant’ heeft de officier van justitie vervolgens omgerekend tot een werkstraf.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft in aansluiting op de landelijke oriëntatiepunten voor insluiping verzocht verdachte een werkstraf, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf, op te leggen. Hiertoe is aangevoerd dat het hier gaat om een poging, een geringe rol van verdachte (medeplichtigheid) en inmiddels ook een ouder feit. Verder is gewezen op het feit dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld en inmiddels zijn leven op de rit heeft.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 31 januari 2020.
Verdachte heeft zich als medeplichtige schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal door middel van een babbeltruc bij de destijds 68-jarige [slachtoffer] . Hoewel verdachte zelf niet in de woning is geweest, heeft verdachte deze babbeltruc wel mede mogelijk gemaakt. Gelet op zijn en/of zijn schoonzoons ( [naam] ) ervaring met aangeefster heeft hij [medeverdachte] en [medeverdachte] precieze aanwijzingen gegeven. Hij heeft ze de woning aangewezen, informatie over aangeefster gegeven en onder meer uitgelegd waar de kluis is. Als verdachte niet meer kan blijven wachten tot aangeefster terug is, geeft hij zonder gevoel van medeleven aan dat als ze naar binnen gaan ze hem in ieder geval niet moeten vergeten. Daarbij heeft verdachte misbruik van zijn kennis over aangeefster gemaakt ten behoeve van zijn eigen gewin. Dit alles maakt het naar het oordeel van de rechtbank een ernstig feit. Doordat [medeverdachte] en [medeverdachte] tijdens de uitvoering van deze babbeltruc werden gestoord, is er uiteindelijk niets buitgemaakt.
De rechtbank weegt bij de beoordeling mee dat de rol van verdachte relatief gering is geweest en hij ook niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. Verder heeft verdachte inmiddels zijn leven op de rit. Dit maakt dat de rechtbank niet zal overgaan tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op alles wat zij met betrekking tot de ernst van het feit heeft overwogen, ziet zij wel aanleiding om verdachte naast een werkstraf een voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur op te leggen.
Gelet op al het voorgaande zal de rechtbank naast de geëiste werkstraf van honderdvijftig uur aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand opleggen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 48, 49 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder primair en subsidiair tenlastegelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
  • een
  • bepaalt, dat deze gevangenisstraf
o dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit.
En voorts tot:
 een
werkstrafgedurende
150 (honderdvijftig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 (vijfenzeventig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.P.M. Kester-Bik (voorzitter), mr. M.A. Jansen-van Leeuwen en mr. F.E. Venema, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen, griffier, en uitgesproken op de griffie van deze rechtbank door mr. M.A. Jansen-van Leeuwen op 19 maart 2020.
Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak met ingang van 17 maart 2020 genomen maatregelen is de rechtbank gesloten. Hierdoor kan het vonnis niet op een openbare terechtzitting worden uitgesproken.
Mrs. Kester-Bik en Venema zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE:
Aan verdachte is – na een toegewezen vordering wijziging tenlastelegging – ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 augustus 2017 te Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een
woning gelegen aan [plaats] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] (destijds 68 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 7 augustus 2017 te Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer]
(destijds 68 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen
van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- zich voorgedaan als medewerker van Gooilandbeveiliging en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair
[medeverdachte] en/of [medeverdachte] op of omstreeks 7 augustus 2017 te Nijmegen, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering
van het door die [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte] en/of
[medeverdachte] en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] (destijds 68
jaar oud) weg te nemen in/uit een woning, gelegen aan [plaats] met het oogmerk
om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
-bij voornoemde woning heeft aangebeld en/of
-heeft aangegeven van de politie te zijn en/of
-heeft aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
-voornoemde woning heeft betreden en/of
-zoekend in de woning heeft rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 7augustus2017 te
Nijmegen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- met, de daders, [medeverdachte] en/of [medeverdachte] , naar de woning aan [adres]
[plaats] te gaan en/of
- de daders voornoemde woning aan die [medeverdachte] en/of [medeverdachte] aan te wijzen en/of
- de daders mevrouw [slachtoffer] aan te wijzen en/of
- de daders te vertellen waar zich een kluis in de voornoemde woning bevond;
Nog meer subsidiair
[medeverdachte] en/of [medeverdachte] op of omstreeks 7 augustus 2017 te Nijmegen, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering
van het door die [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen
van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door
een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (destijds 68 jaar oud) te bewegen tot
de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van
gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een
of meerdere waardevolle goederen en/of een geldbedrag,
-bij voornoemde woning heeft aangebeld en/of
-heeft aangegeven van de politie te zijn en/of
-heeft aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
-voornoemde woning heeft betreden en/of
-zoekend in de woning heeft rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 7 augustus 2017 te
Nijmegen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- met, de daders, [medeverdachte] en/of [medeverdachte] , naar de woning aan [adres]
[plaats] te gaan en/of
- de daders voornoemde woning aan die [medeverdachte] en/of [medeverdachte] aan te wijzen en/of
- de daders mevrouw [slachtoffer] aan te wijzen en/of
- de daders te vertellen waar zich een kluis in de voornoemde woning bevond.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in de bijlage te vinden.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Districtsrecherche Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2017312563 (ON4R016163 07GLM KADARKA), gesloten op 19 januari 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 325 t/m 327, het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 333, het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 341-342 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 2620.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2428.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 746-747.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1706 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 2383 t/m 2385.
7.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 190-191.
8.Het methodieken proces-verbaal, p. 1432.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1803 en het methodieken proces-verbaal, p. 1432.
10.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer] ), p. 1191-1192 en het proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris ( [slachtoffer] ), p. 3.
11.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer] ), p. 1192-1193.
12.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer] ), p. 1192 en het proces-verbaal van bevindingen omtrent camerabeelden, p. 1197-1198.
13.Het proces-verbaal van herkenning, p. 1202 en p. 1204.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1205 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1208.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1207 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1901.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1903 t/m 1905.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1237-1238.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1239.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1239 en het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 510.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1906.
21.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1907-1908.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1908-1909.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1909-1910.
24.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1910-1911.
25.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1921.
26.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1921 t/m 1923.
27.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1943.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1924-1925.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1925 t/m 1927.
30.Rapport telecomanalyse, p. 1699.