Uitspraak
25 juli 2019, 19 september 2019, 21 november 2019, 30 januari 2020 en 5 maart 2020.
1.De inhoud van de tenlastelegging
- een diepe steekverwonding in de linker bovenarm nabij de oksel;
- een diepe steekverwonding links onder de navel;
- een diepe steekverwonding in de linkerzijde van de bovenbuik richting ribbenboog, waarbij de dunne darm en bloedvaten van de maag/darm regio zijn geraakt;
- een diepe steekverwonding in de linkerzijde van de onderbuik richting lies;
- een diepe steekverwonding in de linker oksel regio.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks7 april 2019, in de gemeente Arnhem, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een persoon, genaamd [benadeelde] , opzettelijk van het leven te beroven, (meermalen) die [benadeelde] met een mes,
althans met een scherp en/of
/ofin/onder de oksel) heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
in ofomstreeks de periode van 7 april 2019 tot en met 15 april 2019, in de gemeente Arnhem, een
of meerwapen
(s)van categorie III van de Wet wapens en munitie,
/of
een ofmeer patronen, kaliber 9 mm ( [merk] ),
op ofomstreeks 7 april 2019, in de gemeente Arnhem, een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (klap)mes (merk [merk] ), zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen
en/of te dreigen, heeft gedragen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde], van een bedrag van
€ 8.698,51(achtduizend zeshonderdachtennegentig euro en eenenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
benadeelde partij [benadeelde] voor het overige niet-ontvankelijkin zijn vordering;
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen vuurwapen ( [merk] ).
mr. D.S.M. Bak, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier.