Op 17 maart 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een opvolgende rechterlijke machtiging op grond van de Wet zorg en dwang (Wzd) voor de duur van twee jaar. Dit verzoek was ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een cliënt met een licht verstandelijke beperking en een autisme spectrumstoornis. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats vanwege de coronamaatregelen. Tijdens deze behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, zijn advocaat en zorgprofessionals van de instelling waar de cliënt verblijft.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt ernstige beperkingen vertoont in sociale communicatie en gedrag, en dat er een reëel risico bestaat op verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang indien de machtiging niet wordt verleend. De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om dit te realiseren. De rechtbank heeft de machtiging verleend tot en met 16 maart 2022, waarbij de telefonische hoorzitting geen belemmering vormde voor een zorgvuldige besluitvorming. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter E.G. de Jong, in tegenwoordigheid van griffier M.M. Verschuren.