ECLI:NL:RBGEL:2020:2090

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 maart 2020
Publicatiedatum
1 april 2020
Zaaknummer
C/05/367037 / FZ RK 20/478
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 maart 2020 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging beoordeeld, waarbij betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis in het middelengebruik en een mogelijke psychotische stoornis, betrokken was. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven liever geen zorgmachtiging te willen, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de verschillende vormen van verplichte zorg beoordeeld, waaronder het beperken van de bewegingsvrijheid en het controleren op gedrag-beïnvloedende middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 5 september 2020. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter A.J.J.M. Weijnen, in tegenwoordigheid van griffier R.A. Ramkhewan. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/367037 / FZ RK 20/478
Datum mondelinge uitspraak: 6 maart 2020
beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
verblijfplaats: [instelling]), [locatie] te [plaats],
op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, geldend tot en met 9 maart 2020,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. D. Beuving te Hengelo (Overijssel).

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 28 februari 2020;
  • de door de maatschappelijk werker ter zitting overgelegde aantekeningen van de gedragswetenschapper.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 maart 2020 te [instelling].
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • drs. [naam], als geneesheer-directeur verbonden aan [instelling];
  • dhr. [naam], als maatschappelijk werker verbonden aan [instelling];
  • dhr. [naam], als sociotherapeut verbonden aan [instelling].
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Door en namens betrokkene is ter zitting aangevoerd dat hij liever geen zorgmachtiging wil, omdat hij naar huis wil. Hij begrijpt het wel als dat nu nog niet kan.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis in het middelengebruik met mogelijk daaruit (mede) voortkomend een psychotische stoornis. Ook is er bij betrokkene sprake van impulsregulatieproblematiek en een verstandelijke beperking.
2.3.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige materiële schade;
  • ernstige immateriële schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
2.4.
Betrokkene uit zich dreigend en agressief, hij gooit met voorwerpen. Ook heeft hij met elektriciteitsdraden, gas en kaarsen geknoeid, hetgeen onder meer brandgevaar opleverde. Verder bezorgt hij anderen overlast door harde muziek en heeft hij onder invloed van middelen gereden.
2.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Ten aanzien van de duur van de verschillende vormen van verplichte zorg gaat de rechtbank er – gelet op de toelichting van de geneesheer-directeur alsmede de inhoud van het zorgplan – van uit dat het voorstel van de geneesheer-directeur om de verplichte vormen van zorg ‘het beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘onderzoek aan kleding of lichaam’ voor twee tot zes weken te verlenen een omissie is. Ter zitting is besproken dat betrokkene gaat oefenen met vrijheden en dat de bedoeling is dat hij zodra dit mogelijk is weer terug gaat naar woonlocatie Avelijn. De rechtbank is van oordeel dat de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn. Deze vormen van zorg bestaan uit:
  • het opnemen in een accommodatie, voor de maximale duur van
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, voor de maximale duur van
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, voor de maximale duur van
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek in de accommodatie, voor de maximale duur van
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, voor de maximale duur van
  • insluiten, voor de maximale duur van
  • onderzoek aan kleding of lichaam, voor de maximale duur van
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, voor de maximale duur van
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen, voor de maximale duur van
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene, voor de maximale duur van
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.6. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 5 september 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2020 door mr. A.J.J.M. Weijnen, rechter, in tegenwoordigheid van R.A. Ramkhewan, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 maart 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.