ECLI:NL:RBGEL:2020:2084

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
31 maart 2020
Publicatiedatum
1 april 2020
Zaaknummer
05-306772-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot schorsing van voorlopige hechtenis in verband met coronamaatregelen

Op 31 maart 2020 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een beslissing genomen over de voorlopige hechtenis van een verdachte in de strafzaken met de parketnummers 05-306772-19 en 08/050855-20. Vanwege de coronamaatregelen was de rechtbank sinds 17 maart 2020 gesloten voor het publiek, waardoor de inhoudelijke behandeling van de zaken niet kon plaatsvinden. De rechtbank heeft geprobeerd de belangen van een openbare behandeling te waarborgen door procespartijen voorafgaand aan de zitting te informeren en standpunten in te winnen via e-mail.

De raadsman van de verdachte, mr. R.P. Adema, heeft verzocht om de schorsing van de voorlopige hechtenis voort te zetten, met de voorwaarden zoals eerder vastgesteld. De officier van justitie, mr. P. Koreman, heeft ingestemd met dit verzoek. De rechtbank heeft geoordeeld dat er termen aanwezig zijn om de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen, rekening houdend met de betrokken belangen en de reeds bestaande schorsing in de zaak met parketnummer 05-306772-19.

De rechtbank heeft besloten de voorlopige hechtenis van de verdachte in de zaak met parketnummer 08/050855-20 te schorsen met ingang van 31 maart 2020 om 15:00 uur. Tevens zijn de schorsingsvoorwaarden in beide zaken gelijkgesteld. De beslissing bevat diverse voorwaarden waaraan de verdachte zich moet houden, waaronder het melden bij de reclassering en het meewerken aan rapportages. Deze beslissing is genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters D.R. Sonneveldt, L.C.P. Goossens en J.M. Graat, in tegenwoordigheid van griffier D.T.P.J. Damen.

Uitspraak

RECHTBANK gelderland

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem

Parketnummers: 05-306772-19, 08/050855-20 en 05-158897-17 (TUL)

Beslissing van de meervoudige kamer
in de zaken van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland,

tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .
De strafzaken tegen verdachte waren ingepland voor inhoudelijke behandeling op 31 maart 2020. Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak genomen maatregelen is de rechtbank sinds 17 maart 2020 gesloten en kunnen de zaken niet op een openbare voor het publiek toegankelijke terechtzitting (inhoudelijk) worden behandeld. Dit is via e-mail kenbaar gemaakt aan alle procesdeelnemers.
De rechtbank heeft er naar gestreefd de doelen en belangen die zijn gediend met een openbare behandeling zoveel mogelijk te borgen, door de betrokken procespartijen van te voren te informeren over de verdere gang van zaken en van hen voorafgaand aan de beoogde zitting (per e-mail) standpunten in te winnen. De situatie van een openbare terechtzitting heeft de rechtbank op die manier zoveel mogelijk nagebootst, waarbij de rechters uit de zittingscombinatie vervolgens in gezamenlijk overleg op 31 maart 2020 tot de hierna te vermelden beslissingen zijn gekomen.
De raadsman, mr. R.P. Adema, advocaat te Putten, heeft per e-mail d.d. 30 maart 2020 verzocht de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte – zo begrijpt de rechtbank – met ingang van 31 maart 2020 om 15:00 uur (zijnde het moment waarop de schorsing onder parketnummer 08/050855-20 ten einde komt) voort te zetten dan wel de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen. Hierbij is verzocht de voorwaarden te hanteren zoals die ook eerder zijn opgenomen in beide schorsingsbeslissingen in de zaken met de parketnummers 05-306772-19 en 08/050855-20
.De verdediging verzoekt daarbij de voorwaarde inzake de meldplicht te wijzigen in die zin dat verdachte zich gedurende de corona-maatregelen telefonisch mag melden. Per e-mail is aangegeven dat verdachte bereid is de voorwaarden na te komen, die aan een schorsing van de voorlopige hechtenis zullen worden verbonden.
De officier van justitie, mr. P. Koreman, heeft ingestemd met het verzoek.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op alle daarbij betrokken belangen, thans termen aanwezig zijn om de voorlopige hechtenis van verdachte in de zaak met parketnummer
08/050855-20opnieuw te schorsen. Verder overweegt de rechtbank dat de voorlopige hechtenis in de zaak met parketnummer 05-306772-19 met ingang van 10 januari 2020 is geschorst. Nu deze zaken met het oog op een gevoegde behandeling gelijktijdig zijn aangebracht, ziet de rechtbank aanleiding de schorsingsvoorwaarden van de schorsing in die zaak (05/306772-19) te wijzigen. Daarmee zullen de schorsingsvoorwaarden in beide parketnummers gelijk komen te luiden.
Om die redenen zijn beide beslissingen ook in een beslissing opgenomen geldend voor beide zaken.
De rechtbank neemt bij na te melden beslissing de betrekkelijke wetsartikelen in aanmerking.

BESLISSING:

De rechtbank
wijst toehet verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte in de zaak met parketnummer 08/050855-20;
schorstde voorlopige hechtenis van verdachte in de zaak met parketnummer 08/050855-20
met ingang van 31 maart 2020 om 15:00 uur;
wijzigt de schorsingsvoorwaardenin de zaak met parketnummer 05/306772-19
met ingang van 31 maart 2020 om 15:00 uur.
Daarmee komen de schorsingsvoorwaarden in de zaken met de parketnummers 05-306772-19 en 08/050855-20 met ingang van
31 maart 2020 om 15.00 uurte luiden als volgt:
1. Verdachte zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekken, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen.
2. Indien de verdachte wegens het feit/de feiten waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zal de verdachte zich niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging daarvan.
3. De verdachte zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of zal een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel I van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden.
4. Verdachte zal zich niet aan een strafbaar feit schuldig maken.
5. De verdachte meldt zich binnen drie werkdagen bij de reclassering (adres: [adres 2] ) – en gedurende de Corona-maatregelen in overleg met de reclassering enkel telefonisch – en zal gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis op actieve wijze contact onderhouden met de reclassering en zich daarbij houden aan de opdrachten en aanwijzingen die hem door de reclassering zullen worden gegeven.
6. De verdachte zal bij de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaken op de terechtzitting aanwezig zijn.
7. De verdachte zal actief meewerken aan op te stellen rapportages van de reclassering en het NIFP.
Deze beslissing is gegeven te Arnhem op 31 maart 2020 door:
mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. J.M. Graat, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen, als griffier.
Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak met ingang van 17 maart 2020 genomen maatregelen is de rechtbank voor medewerkers slechts zeer beperkt toegankelijk en is het openbare gedeelte gesloten.
De rechters en de griffier zijn daarom buiten staat te ondertekenen. Daarom is in opdracht getekend door een dienstdoende tekenrechter.
Naam en handtekening tekenrechter:
De openbaarheid van deze beslissing wordt geborgd doordat de beslissing aan de raadsman van verdachte en de benadeelde partij kenbaar wordt gemaakt en overigens door spoedige publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De officier van justitie gelast de tenuitvoerlegging van bovenstaande beslissing en brengt deze ter kennis aan verdachte.
Arnhem, de officier van justitie,
Gezien op
de directeur van het huis van bewaring.