Uitspraak
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland,
Beslissing
met ingang van 1 april 2020 te 17:00 uur, onder de volgende voorwaarden.
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Gelderland
Op 31 maart 2020 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een beslissing genomen in de strafzaak tegen een verdachte die in 1993 is geboren en thans gedetineerd is. De zaak was ingepland voor inhoudelijke behandeling, maar door de coronamaatregelen was de rechtbank gesloten en kon de zaak niet openbaar worden behandeld. De rechtbank heeft geprobeerd de belangen van een openbare behandeling te waarborgen door procespartijen vooraf te informeren en standpunten in te winnen. De raadsvrouw van de verdachte, mr. W.H. de Boer, heeft verzocht om opheffing van de voorlopige hechtenis, stellende dat de recidivegrond niet meer van toepassing zou zijn. De officier van justitie, mr. P. Koreman, heeft zich hiertegen verzet, wijzend op de ernstige bezwaren en de recidivegrond, aangezien de verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank heeft het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen, maar heeft wel besloten de voorlopige hechtenis te schorsen onder bepaalde voorwaarden, waaronder deelname aan een gedragsinterventie en meldplicht bij de reclassering. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer en is gepubliceerd om de openbaarheid te waarborgen, ondanks de coronamaatregelen.