Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
de officier van justitie
[klager] ,
De procedure
Het onderzoek in raadkamer
Het standpunt van klager
Het standpunt van de officier van justitie
De beoordeling
De beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Gelderland
Op 12 maart 2020 is bij de Rechtbank Gelderland een klaagschrift ingediend door klager, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. R.P. Eefting, tegen de inhouding van zijn rijbewijs. De inhouding was het gevolg van een snelheidsovertreding waarbij klager 126 km/u reed op een weg waar de maximumsnelheid 60 km/u was. Vanwege de coronamaatregelen kon de zaak niet op een openbare zitting worden behandeld, maar de raadkamer heeft geprobeerd de procedure zo transparant mogelijk te maken door de betrokken partijen vooraf te informeren.
Klager heeft aangevoerd dat hij zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk als servicemonteur, waarbij hij vaak op locatie werkt en gebruik maakt van een bedrijfsbus. Hij is een first offender en het reizen met het openbaar vervoer is voor hem geen optie. De officier van justitie heeft het klaagschrift ongegrond verklaard, stellende dat de verkeersveiligheid voorop staat en dat klager's persoonlijke belangen niet zwaarder wegen.
De raadkamer heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat de inhouding van het rijbewijs rechtmatig was, maar dat de belangen van klager, als first offender, ook zwaar wegen. Uiteindelijk heeft de raadkamer besloten het klaagschrift gegrond te verklaren en de teruggave van het rijbewijs aan klager te gelasten, met de opmerking dat de uiteindelijke beslissing over de strafzaak aan de strafrechter is.