Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
€ 10.000,- overgemaakt naar andere rekeningen van vermoedelijk familieleden van [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] gemachtigd was. Op een Rabobankrekening van [medeverdachte 1] is in totaal een bedrag van € 154.000,- terechtgekomen (waaronder een bedrag van € 120.000,- op 17 november 2010) dat afkomstig is van de bankrekening van [slachtoffer] . Daarbij valt op dat [medeverdachte 1] in de periode van 17 augustus 2010 tot 5 juli 2014 meerdere grote uitgaven heeft gedaan in verband met verbouwingen, paarden en een auto:
- paarden € 22.285,83
- [naam 2] grondwerk € 71.052,04
- Timmerbedrijf [naam 3] € 27.126,32
- [naam 4] omheining € 13.752,43
- Bouwbedrijf [naam 5] € 8.491,78
- Auto [naam 6] € 8.599,72
heeft ingetrokken en een nieuw testament heeft laten opstellen, waardoor
niet langer haar erfgename was.
3.Bewezenverklaring
een of meerverschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode
, althans alleen,(telkens),
/hebbenverworven, voorhanden gehad,
/of
/hebbengemaakt, terwijl hij
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
), althans redelijkerwijs moest(en)
geheel of gedeeltelijk- onmiddellijk of
/ofzijn
(s
)van het plegen van dit feit een gewoonte
heeft/hebben
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
€ 125.000,- en € 250.000,- uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tussen 9 en 12 maanden. Uitgaande van een witwasbedrag van € 150.000,- vindt de politierechter een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden passend en geboden, waarbij ruim rekening is gehouden met het blanco strafblad van verdachte en het feit dat de pleegperiode is geëindigd in 2014.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.