ECLI:NL:RBGEL:2020:1930

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 maart 2020
Publicatiedatum
20 maart 2020
Zaaknummer
05/880339-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie mannen voor betrokkenheid bij babbeltrucs gericht op ouderen

Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen, die betrokken waren bij een reeks babbeltrucs gericht op ouderen. De rechtbank heeft de mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van vijf jaar voor de hoofdverdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraffen voor de medeverdachten. De verdachten, in de leeftijd van 54 tot 58 jaar, maakten gebruik van een modus operandi waarbij zij zich voordeden als politieagenten of hulpverleners. Ze belden aan bij woningen van vaak alleenstaande ouderen en overtuigden hen om binnen te laten, onder het voorwendsel van een onderzoek naar inbraken. Tijdens deze bezoeken werden geld en waardevolle spullen gestolen. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich op een zeer respectloze manier hadden gericht op een kwetsbare doelgroep, wat leidde tot aanzienlijke emotionele schade bij de slachtoffers. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd door de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en heeft daarbij ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de hoofdverdachte voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachten verplicht werden om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880339-17
Datum uitspraak : 19 maart 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1963 te [geboorteplaats] , zonder vaste woon -of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd te [detentieadres] ,
raadslieden: mrs. A. van der Poel en J.P.A. van Schaik, advocaten te Veenendaal.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 december 2017, 27 februari 2018, 17 april 2018, 5 juli 2019, 18 september 2019, 4 december 2019, 19 februari 2020 en 19 maart 2020.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Verdachte wordt verweten dat hij zich in de periode van 29 juni 2016 tot en met 31 augustus 2017 al dan niet samen met één of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan tien diefstallen, elf pogingen tot diefstal dan wel oplichting en één oplichting van aangevers tussen de 68 en 95 jaar.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De verdediging heeft de volgende (algemene) bewijsverweren gevoerd.
Voor wat betreft de OVC-gesprekken is verzocht hier zorgvuldig mee om te gaan. De stemherkenning wordt betwist. De verdediging heeft verzocht alsnog OVC- en tapgesprekken uit het onderzoek 13KOM aan het dossier toe te voegen, zodat een stemvergelijking met [naam 1] kan plaatsvinden. Verder is het verzoek tot het horen van [naam 2] als getuige herhaald.
Met betrekking tot de herkenningen, door de verbalisanten, van verdachte op de camerabeelden is verzocht deze niet voor het bewijs te gebruiken. Hiertoe is opgemerkt dat [verbalisant 1] en [verbalisant 2] verdachte alleen van dit onderzoek kennen. Voor het overige kan niet worden uitgesloten dat sprake is geweest van voorinformatie. De herkenningen zijn ook onvoldoende specifiek. Met betrekking tot de modus operandi is opgemerkt dat deze weinig onderscheidend is. Er dient voorzichtig met de bewijswaarde hiervan te worden omgegaan.
Beoordeling door de rechtbank:
Verweren
De rechtbank zal voorafgaand aan de bespreking van het bewijs eerst ingaan op enkele algemene verweren van de verdediging.
Herkenningen camerabeelden
Met betrekking tot de herkenningen overweegt de rechtbank dat deze niet op zichzelf staan. De herkenningen worden in diverse zaken door de verdachten zelf dan wel door bekenden van de verdachten (bijvoorbeeld [naam 2] en [(ex-)partner verdachte] ) bevestigd. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de herkenningen met betrekking tot [adres aangeefster 11] in Eindhoven en [adres aangeefster 12] in Papendrecht. In geval de herkenningen niet door de verdachten en/of bekenden worden bevestigd, vinden zij steun in overige bewijsmiddelen die ook naar [verdachte] en [medeverdachte] wijzen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de observatie op 8 augustus 2017 dan wel de reisbewegingen op 9 augustus 2017. Gelet op al het voorgaande, acht de rechtbank de herkenningen dan ook voldoende betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
OVC-gesprekken
Met betrekking tot de OVC-gesprekken gaat het om een relatief korte periode waarin de gesprekken in [automerk 1] – zoals volgt in gebruik bij [medeverdachte] – zijn opgenomen. De stemmen worden telkens, zoals hierna ook nog aan de orde komt, herkend als de stemmen van [verdachte] en [medeverdachte] . Nu vervolgens in de gesprekken van die betreffende dagen ook herhaaldelijk de voornamen van de verdachten worden genoemd – en ook deze OVC-gesprekken steun vinden in overige bewijsmiddelen –, ziet de rechtbank geen reden om aan de herkenningen te twijfelen. Dit geldt in de zaak van verdachte nog te meer nu [verdachte] ter terechtzitting heeft erkend op 7 augustus 2017 in de auto wat te hebben gezegd over het poten van [huisnummer aangeefster 9] .
Op grond van al dit voorgaande overweegt de rechtbank ook dat haar onvoldoende van een belang bij toevoeging van stukken uit het onderzoek 13KOM en een verdere stemvergelijking voor een in de strafzaak te nemen beslissing is gebleken. Zij zal het verzoek hiertoe dan ook afwijzen.
Modus operandi
Voor wat betreft de modus operandi overweegt de rechtbank dat het – zoals nog volgt – veelal gaat om één of twee mannen die aanbellen en die zich voordoen als politieagent (dan wel hulpverlener). Veelal wordt aangegeven dat er is ingebroken en wordt er gevraagd/gecontroleerd of aangevers/aangeefsters geld en/of waardevolle goederen missen. Hoewel deze modus operandi wellicht vaker wordt toegepast zijn er ook andere details die bij de feiten terugkomen. Er wordt bijvoorbeeld vaak een specifiek zwart mapje/identiteitsbewijs beschreven, een blauwe jas genoemd en bijvoorbeeld ook een raam open gezet. Verder is meermalen een zelfde telefoon gebruikt en komen bijvoorbeeld de ‘Bulgaren’ vaker terug in de gesprekken met de aangevers/aangeefsters. Naast dat deze details de modus operandi specifieker maken, overweegt de rechtbank ook dat de modus operandi niet op zichzelf staat. De aangiftes met daarin de modus operandi vinden ook steun in overige bewijsmiddelen, zoals bijvoorbeeld de registraties van [automerk 1] , [automerk 2] ( [kenteken 1] en [kenteken 2] ) en [automerk 3] , in gebruik bij [medeverdachte] of [verdachte] . De rechtbank zal bij de feiten dan ook de onderlinge samenhang en modus operandi in ogenschouw nemen.
Voertuigen en telefoonnummers
De rechtbank zal voorafgaand aan de bespreking van de feiten ingaan op de verschillende telefoonnummers en voertuigen van [verdachte] (
hierna: [verdachte]) en [medeverdachte] (
hierna: [medeverdachte]).
Er zijn twee auto’s op naam van [(ex-)partner verdachte] gesteld, een zwarte [automerk 3] met kenteken [kenteken 3] vanaf 6 april 2012 tot en met 13 april 2017 en een zwarte [automerk 2] met [kenteken 2] vanaf 13 april 2017 tot en met 25 juli 2017. [3]
[verdachte] , geboren op [geboortedag] 1963, heeft verklaard dat hij gebruik maakt van [(ex-)partner verdachte] ’s auto. [(ex-)partner verdachte] , zijn partner, heeft een [automerk 3] gehad. [4] Over [automerk 2] met [kenteken 2] – waarvoor ze [automerk 3] hebben ingeruild – heeft [verdachte] verklaard dat hij het meest gebruik maakt van de auto. [verdachte] heeft zelf geen voertuigen op zijn naam en is ingeschreven op [adres 1] in Arnhem. Thuis is hij bij [(ex-)partner verdachte] (
rechtbank: [adres partner verdachte]), aldus [verdachte] . [5]
De zwarte [automerk 2] met [kenteken 1] heeft in de periode van 14 maart 2017 tot en met 22 juli 2017 op naam van [partner naam 2] , de partner van [naam 2] , gestaan. [naam 2] heeft verklaard dat hij de auto heeft uitgeleend aan [verdachte] . [6] Over [automerk 2] wordt op 27 juni 2017 gerelateerd dat zich in de achterportieren en achterruit getint glas bevindt. [7]
[verdachte] ontkent dat [naam 2] de auto aan hem heeft uitgeleend. Gelet echter op al het voorgaande en ook de omstandigheid dat [verdachte] bij verschillende feiten aan de auto is te linken, is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat zowel [automerk 3] met kenteken [kenteken 3] , [automerk 2] met [kenteken 2] als [automerk 2] met [kenteken 1] door [verdachte] zijn gebruikt. Op grond van al dit voorgaande acht de rechtbank het dan ook niet noodzakelijk om [naam 2] verder als getuige te horen. Het verzoek hiertoe zal zij dan ook afwijzen.
[automerk 1] met [kenteken 4] is vanaf 24 maart 2016 op naam van [schoonmoeder medeverdachte] , de schoonmoeder van [medeverdachte] , gesteld. [medeverdachte] , geboren op [geboortedag medeverdachte] 1961 en wonend in Arnhem, verklaart over [automerk 1] dat hij niet gelooft dat er afluisterapparatuur in zijn auto heeft gezeten. Op de vraag of het dus inderdaad zijn auto is, verklaart [medeverdachte] dat hij gebruik heeft gemaakt van [automerk 1] met [kenteken 4] . [8] In het dashboardvakje van [automerk 1] is ook het rijbewijs van [medeverdachte] aangetroffen. [9] Op 8 augustus 2016 zijn [medeverdachte] (bestuurder) en [verdachte] (bijrijder) samen in de zwarte [automerk 1] met [kenteken 4] gezien. [10] Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [medeverdachte] , ook samen met [verdachte] , gebruik heeft gemaakt van [automerk 1] met [kenteken 4] .
Voor wat betreft de telefoonnummers overweegt de rechtbank dat op 4 september 2017 een Nokia toestel met [telefoonnummer 1] in beslag is genomen. Tijdens het beluisteren van de opgenomen communicatie, gevoerd via het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] , is één persoon als gebruiker naar voren gekomen. Deze persoon is tijdens de gesprekken door onder meer [(ex-)partner verdachte] en [medeverdachte] “ [voornaam verdachte] ” genoemd. [11] Het [telefoonnummer 1] klinkt [verdachte] bekend. [12] Het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] is vanaf 9 maart 2017 tot en met 30 mei 2017 en vanaf 26 juni 2017 tot en met 4 september 2017 getapt. [13]
Verder is onderzoek gedaan naar [telefoonnummer 2] . Tijdens het beluisteren van de opgenomen communicatie is de telefoon hoofzakelijk door één persoon gebruikt. Deze persoon is door onder meer [naam 3] en [verdachte] aangesproken met de naam “ [voornaam medeverdachte] ”. Een enkele keer is de telefoon beantwoord door [naam 3] . De stem van de gebruiker van het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] is herkend als de stem van [medeverdachte] . Het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] is vanaf 3 mei 2017 tot en met 30 mei 2017 en vanaf 26 juni 2017 tot en met 4 september 2017 getapt.
Er is tijdens de opnames van de telecommunicatie – naar wat de rechtbank begrijpt – 1272 keer telefonisch contact geweest tussen [verdachte] en [medeverdachte] . [14] Uit al dit voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de telefoonnummers eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] en [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] zijn gebruikt door [verdachte] ( [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] ) en [medeverdachte] ( [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] ). Verder kan uit het voorgaande worden afgeleid dat [verdachte] en [medeverdachte] veel contact met elkaar hebben gehad.
De rechtbank zal nu eerst ingaan op de feiten waarin veelal live sprake is geweest van OVC-gesprekken.
Met betrekking tot feit 13 (zaak 27: [adres aangeefster 1] Nijmegen)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder feit 13 primair tenlastegelegde kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verwezen is naar de eerdere opmerkingen van de verdediging met betrekking tot de herkenningen op de camerabeelden en de stemherkenningen bij de OVC-gesprekken.
Verder is door verdachte een alternatieve verklaring voor zijn aanwezigheid gegeven. [verdachte] verklaart dat hij in verband met kluswerkzaamheden bij de woning aan [adres aangeefster 1] is geweest. Daarom staat hij ook op de beelden, aldus [verdachte] . [verdachte] ontkent in de woning zelf te zijn geweest.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [aangeefster 1] , geboren op [geboortedag aangeefster] 1949, heeft verklaard dat zij op 7 augustus 2017 omstreeks 09:45 uur, zoals altijd, met haar hond is gaan wandelen.
Omstreeks 11:30 uur kwam aangeefster thuis, waarna er rond 11:45 uur bij haar woning aan [adres aangeefster 1] in Nijmegen – met intercomsysteem (inclusief camera) – werd aangebeld. Via het scherm van het intercomsysteem zag aangeefster een man voor de deur staan. Op de vraag van aangeefster wie hij was en wat hij kwam doen, antwoordde de man: “politie”. De man liet een pasje met een metalen logo zien. Aangeefster opende de voordeur. Het betrof een blanke man van rond de 55 jaar met grijs haar, een stevig postuur, een lengte van ongeveer 1.75 meter en een jas (lichtblauw of lichtgrijs). De man liet op verzoek van aangeefster nogmaals een opengeklapt mapje met daarin een metalen logo en een pasje met foto zien. Aangeefster liet de man binnen. De man vertelde dat de politie twee Bulgaren had gearresteerd die meerdere inbraken hadden gepleegd. De man vroeg aangeefster of er bij haar was ingebroken. Hij keek de woonkamer en keuken in en vroeg of zij een kluis in haar woning had. De man vertelde dat zijn collega er zo aan kwam.
Er kwam inderdaad een tweede man. Het betrof een blanke man van ongeveer 55 jaar, kleiner dan man 1 met een gedrongen postuur en een blouse met “fijne streepjes” (lichtblauw of lichtgrijs). Toen de zwarte bus van de [getuige 1] aan kwam rijden, vroeg één van de mannen of de man in de zwarte bus bij haar hoorde. Aangeefster bevestigde dit. Vervolgens zei man 1 tegen zijn collega: “dit huis niet”. Ze verlieten de woning. [15]
Door aangeefster is verder verklaard over een oplichting in 2015. Het betrof [oplichter] die diverse klussen voor zijn rekening zou nemen. Aangeefster gaf hem hier geld voor. [oplichter] had ook een keer een jeep op haar naam gehuurd om aangeefster naar haar dochter in [land] te brengen. Alles had aangeefster, al met al, € 60.000,-, gekost. Ze hoorde dat [oplichter] tegenover [naam overburen oplichter] op het woonwagenkamp (ofwel het woonwagenkamp op [adres 2] te Arnhem) woonde. [16]
Intercom
Door aangeefster werden de beelden zoals gemaakt door de camera van haar intercomsysteem aan de voordeur (onder meer bestand 122546) verstrekt. Hierop was, aldus aangeefster, de man te zien die zich bij haar als politieman heeft voorgedaan. Het betreft een opname
van 12:25:46 tot 12:25:53 uur (
rechtbank: met correctie naar de werkelijke tijd een tijdstip van omstreeks 11:40 uur). [17] [verdachte] heeft ter terechtzitting erkend dat hij de persoon op deze beelden – en dus man 1 – is. [18] De beelden zijn door onder meer [verbalisant 3] , wijkagent en bekend met [verdachte] , bekeken. Zij heeft daarbij [verdachte] aan zijn opvallende postuur, haardracht en gezicht herkend. [19] De rechtbank verwijst hierbij naar wat zij eerder over de herkenningen heeft overwogen.
[automerk 1]
Door de politie is een registrerend baken onder [automerk 1] met [kenteken 4] – welke zoals hierna ook volgt in verband kan worden gebracht met diverse babbeltrucs – geplaatst. Geregistreerd is dat dat [automerk 1] op maandag 7 augustus 2017 omstreeks 11:39 t/m 11:46 uur – omstreeks het tijdstip van het plegen van het feit – ter hoogte van [adres 3] in Nijmegen heeft stil gestaan. Dit adres bevindt zich op ongeveer zestig meter afstand van de woning aan [adres aangeefster 1] in Nijmegen. Verder heeft het baken geregistreerd dat [automerk 1] op 7 augustus 2017 om 09:22:46 uur, 09:24:22 uur, 09:33:02 uur, 09:41:37 uur, 09:42:23 uur, 09:53:19 uur, 09:54:07 uur, 10:54:00 uur en 11:38:13 uur in [straat adres 4] is geweest. [20]
Op onder meer 7 augustus 2017 zijn diverse gesprekken in [automerk 1] met [kenteken 4] opgenomen. De inzittenden van [automerk 1] spreken elkaar daarbij aan bij elkaars voornaam: [voornaam verdachte] en [voornaam medeverdachte] . De stem van [voornaam verdachte] wordt door de verbalisant herkend als de stem van [verdachte] . De stem van [voornaam medeverdachte] is herkend als de stem van [medeverdachte] . [21] Zoals al is overwogen, maakt dit voorgaande en in het bijzonder het herhaaldelijk noemen van elkaars voornaam, dat naar het oordeel van de rechtbank kan worden bewezen dat de volgende gesprekken door [verdachte] en [medeverdachte] zijn gevoerd.
Op 7 augustus 2017 zijn onder meer de volgende gesprekken opgenomen:
“(…) 09:02 uur tot 09:07 uur (…) [voornaam verdachte] = [verdachte] en [voornaam medeverdachte] = [medeverdachte] (…).
[voornaam verdachte] :............(ntvs) hij was klaar in ieder geval dus. Staat die daar ........(ntvs)ofniet?
...... .(ntvs) een grijs autootje?
[voornaam medeverdachte] : Ja. Dan(fon) is ie dat.
[voornaam verdachte] : Ja.
[voornaam medeverdachte] : Ja dat is tie. Ja [automerk 4] (fon)
[voornaam verdachte] : ..........(ntvs) krijg(fon)je die los?
Hoorbaar is het omlaag of omhooggaan van een autoruit.
Hoorbaar is een NN-man die kennelijk bij de auto van [voornaam medeverdachte] en [voornaam verdachte] is gekomen. (…)
[voornaam medeverdachte] : Ja maar ik zal je even vertellen dat geloof je niet [naam 4] toch heb ik hier goed de kost verdiend.
NN-man: Hier?
[voornaam medeverdachte] : Een half meiertje aftrekken meer niet.
NN-man: Ja rij maar achter me aan.
[voornaam medeverdachte] : He [naam 5] . Luister es.
NN-man: Ja.
[voornaam medeverdachte] : is ze aardig gek?
NN-man: Ja dat moet je zelf aanvoelen, wij kregen alles voor elkaar bij der dus eh.
[voornaam medeverdachte] : Zou ze nog LOBIE binnen hebben liggen?
NN-man: Ik denk het wel dus. Ze had een gloednieuwe hoe heet zo’n ding, een Jeep (…). Ja die kreeg ik maar zo, daar had ik papieren alles van, kenteken compleet, die heb ik zo teruggeven die auto. Want we hadden later een hele andere een veel mooiere he he. Dat weet jij wel [voornaam verdachte] , daar heb ik bijna 3 maanden mee gereden met die auto.
[voornaam medeverdachte] : Laten we maar kijken wat het is.
NN-man: Ja.
[voornaam medeverdachte] : Nooit geschoten is nooit raak.
NN-man: Ja.
[voornaam verdachte] : En na deze [naam 4] ?
NN-man: He?
[voornaam verdachte] : En na deze dan Nunspeet nog(fon) of?
[voornaam medeverdachte] ; Als dit goed is dan.
NN-man: Dan hoef je voorlopig niks meer te doen als deze goed is. Als er in zit wat ik denk dat er in zit, ik heb er nooit ingekeken. Mijn schoonzoon deed altijd de betalingen weet je niet. Maar wij konden afrekenen wat we wouden. 20, 30 ruggen hebben we daar laten afrekenen in een poep en een scheet. We hebben der wet voor gewerkt maar het werk dat we gedaan hebben....
[voornaam medeverdachte] ; Dat pakte, dat pakte ze gewoon uit de kluis? (…)
Kennelijk is NN-man weg gegaan (…). [22]
De stem van NN-man, die ook [naam 4] en [naam 5] wordt genoemd, wordt door de [verbalisant 4] herkend als de stem van [medeverdachte 2] . [23] [medeverdachte 2] , de partner van de zus van [verdachte] , heeft een schoonzoon met de naam [oplichter] , [24] waarover ook aangeefster heeft verklaard. [medeverdachte 2] woont op het woonwagenkamp aan [adres 2] in Arnhem en rijdt wel eens in een grijs busje ( [automerk 4] ). [25] Uit dit voorgaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 2] , al dan niet gedeeltelijk via zijn schoonzoon, al bekend is met de situatie van aangeefster en op 7 augustus 2017 met [verdachte] en [medeverdachte] heeft afgesproken (en daar met de grijze [automerk 4] is gekomen).
De gesprekken worden vervolgd:
09:17 uur tot 09:22 uur (…)
[voornaam medeverdachte] : Ik heb der zin in jongen. (…)
[voornaam medeverdachte] : der zin in weer. Lekker effen. Ik hoop dat we een beetje goed zitten, kunnen we lekker een maandje stoppen.
[voornaam verdachte] : He?
[voornaam medeverdachte] : Een rug of 60 pakken en een maandje stoppen.
Hierna even stilte. [26] (…)
09.22 uur tot 09.27 uur
“(…) NN-man: .......(ntvs) [voornaam medeverdachte] .
[voornaam verdachte] : Naar voren?
Hoorbaar is dat wederom een autoportier wordt geopend en dichtgeslagen.
[voornaam medeverdachte] : Heb Je em hier goed staan [naam 4] ?
NN-man: He?
[voornaam medeverdachte] : Heb je em hier wel goed staan de auto?
NN-man: Ik rij hier zo toch(fon) weg maar et is effe dat ik et aan wijs he(fon)
[voornaam verdachte] : Maar waar wacht jij op [naam 4] ?
NN-man: .......... (ntvs) kennen ze me niet maar de rest kennen ze me overal, ik heb in alle ......(ntvs) gewerkt, ..........(gedeelte niette verstaan). Hierzo(fon) links(fon) af. Rustig aan doen. Dat huis is het dat grote dat rooie huis hier links en aan de linkerkant woont zij en aan de rechterkant hebben we ook gewerkt, alle twee. De
rechterkant zit een kerel in met 2 of 3 dochters.
[voornaam verdachte] : Is het deze waar je zo tegen aan kijkt?
NN-man: Ja.
[voornaam verdachte] : En welk huis is het dan?
NN-man: De linker.
[voornaam verdachte] : Deze?
NN-man: De linker waar dat grijze autootje op de oprit staat. Hier daar loopt ze.
[voornaam verdachte] : ....(ntvs) ze gaat der uitohh ze gaat weg met de ,....(ntvs)wateen kankerzooi he.
Ze laat de hond uit. Rij der eens 1 keer langs [naam 4] .
NN-man: Daar mag je niet in. Daar mag je niet in. Nee ze letten overal op hier, je moet geen foutje maken Jongens hoor.
[voornaam verdachte] : Nee(fon) ik wil ze even zien. (…)
NN-man: Een Indo is het.
[voornaam verdachte] : Ik wil ze even zien ...... ..(ntvs). Ach als ze terug komt is het goed, als ze terug komt
is het goed. ...... .(ntvs) niet ver weg.
NN-man: Nee ze gaat altijd lopends de hond uitlaten. Ga hier maar link, links, dan komen we
der misschien nog wel tegen. (…)
NN-man: De hond is alles voor haar. Als je die hond grijpt (fon) geeft (fon) ze ook alles.
[voornaam verdachte] : Oh ze loopt net weg wat zonde he, iets eerder en we hebben ze...... .(ntvs) [naam 4] .
(…) NN-man zegt nogmaals een paar maanden die auto van die vrouw te hebben gehad. 48 duizend die auto, zegt NN-man. Hierna weer letterlijk:
NN-man: Deze moetje in de gaten houden, hier links .......(ntvs) hekke(fon) los, deze links
hiernaast die moet je in de gaten hoouden.
[voornaam verdachte] : Deze kiet he?
NN-man: Deze kiet hier. Kijk ze heb zo'n dingetje met een cameraatje er op en voor de rest niks he.
[voornaam medeverdachte] : Kut ding jongens we hadden moeten blijven staan daar.
[voornaam verdachte] : Waar is ze nou eigenlijk, kun je haar zien (…)
[voornaam medeverdachte] ; Staat ze daar niet, nee nee. .......... .(ntvs). We hadden moeten blijven staan daar. ...... .(ntvs) precies gezien waar ze heen gegaan was. Had je der op kunnen vangen, wachten. Ja nou is ook mooi.
[voornaam verdachte] : Als ze terugkomt met een half uurtje is het goed.
[voornaam medeverdachte] : Dalijk(fon) zeggen(fon) ze(fon) der zijn inbrekers. (…)
[voornaam medeverdachte] : ......... .(ntvs) hier blijven wachten [voornaam verdachte] .
[voornaam verdachte] : Ja. (…). [27]
Zoals overwogen is [automerk 1] onder meer om 09:22:46 en 09:24:22 uur – tijdens dit gesprek – in [straat adres 4] geregistreerd. Dit in samenhang met details uit het gesprek, zoals onder meer het altijd ’s ochtends uitlaten van de hond en het genoemde “cameraatje”, en de geschiedenis van [medeverdachte 2] met aangeefster, maakt dat de rechtbank bewezen acht dat hier wordt gesproken over [aangeefster 1] . Door [medeverdachte 2] wordt in [straat adres 4] aangewezen om welke woning het gaat en waar [verdachte] en [medeverdachte] op moeten letten (zoals de camera en de buurtbewoners).
De gesprekken gaan verder:
09:27 uur tot 09:32 uur (…)
[voornaam medeverdachte] : ik had moeten staan daar dan had je der kunnen volgen...... ..(ntvs) draaien.
NN-man: Ja ik dacht dat gaat wel ze moet de hekken nog los doen.
[voornaam verdachte] : Die is niet vooruit te branden dat wijf. (…)
[voornaam verdachte] : Ja jongens wachten of niet wachten, ja he?
NN-man: Weet ik niet.....,......(ntvs)
[voornaam verdachte] : Ja dan vind ik het zonde om naar een ander...........(nfvs).
NN-man: Ja dan moet je hier weer weg. (…)
NN-man; Jaja. Ze heb alleen familie in [land] dan weet jij het wel, kennissen in [land] . [oplichter] is met der in [land] geweest alles een heel weekend(fon).
[voornaam verdachte] : Een hele dure kiet waar ze woont hoor. (…). [28] Dit betreft opnieuw een overeenkomst met de hiervoor onder de aangifte opgenomen zeer specifieke verklaring van aangeefster over een mogelijke oplichting door [oplichter] .
Vervolgens wordt besproken:
“(…) 09.32 uur tot 09.35 uur (…)
[voornaam verdachte] : Heb ze dat kluisje onder de trap he?
NN-man: In de kelder links onder de trap.
[voornaam medeverdachte] : Een grote?
NN-man: Ja, zo zo(fon) hij zit vast hoor, hij zit vast.
[voornaam medeverdachte] : Ja in de muur. (…)
[voornaam medeverdachte] : Een koevoet der achter zetten wel. (…)
NN-man: Nee volgens mij een sleutel hoor…. (ntvs) is ook al weer een tijd geleden.
[voornaam medeverdachte] : Dat moeten we zeker weten [naam 4] . (…)
[voornaam medeverdachte] : Als je die goed overvalt, je klopt aan, je zegt zo en zo en zo (…)
[voornaam verdachte] : Want zij zegt gewoon ik heb de loper niet dan zeg ik ja namaakloper mevrouw… (ntvs) Bulgaarse (fon) … (ntvs)
[voornaam medeverdachte] : Dat is een type de hond is voor haar alles (…). [29] (…)
Maandag 7 augustus 2017 van 09.35 uur tot 09.40 uur
(…)NN-man: Of je moet vanmiddag teruggaan.
[voornaam verdachte] : Hier heb je een hele dinge(fon) hier heb je ook een barbecue achter hier. Hier heb ik er 1 gepoot(fon) volgens mij nummer 17. Nummer 1 7,die heb ik gehad. (…)
[voornaam verdachte] : Ja wij kunnen der toch heen gaan gewoon.
NN-man: Ja je mag der van mij heen gaan.
[voornaam verdachte] : Ga jij je dingen maar doen.
NN-man: Als je me maar niet vergeet. (…)
(…) [voornaam medeverdachte] : Wat wou je doen [voornaam verdachte] .
[voornaam verdachte] : Effen wachten die komt zo weer terug (…)
[voornaam medeverdachte] : Ja had ik er maar achteraan gereden ja dan blijft hij der bij maar dat maakt niet uit.
Fredöy: Wat een maf he wat een sufferd he.
[voornaam medeverdachte] : Ais er maar een mooi... ..(ntvs) ligt dan komt ie(fon) der wel achter. Hier iigt geld
hoor.
[voornaam verdachte] : He?
[voornaam medeverdachte] : Hier ligt geld.
[voornaam verdachte] : Ja 100 duizend procent dat is een kapitaal huis [voornaam medeverdachte] dat meen ik echt.
[voornaam medeverdachte] : We moeten wel snel werken hier [voornaam verdachte] hoor (…). [30]
Uit het voorgaande volgt dat [medeverdachte 2] tips geeft voor wat betreft onder meer de kluis. Verder roept [medeverdachte 2] in herinnering dat als ze er toch heen gaan, ze hem niet moeten vergeten.
Dit wordt gevolgd door:
“(…) 10.53 uur tot 10.58 uur
(…) [voornaam verdachte] (…) Ja rij nog maar 1 keer langs die andere op, zien of die andere der is … (ntvs) (…) [voornaam medeverdachte] geeft aan dat die vrouw al anderhalf uur weg is en gewoon 10 kilometer met die hond gaat lopen. (…)
[voornaam medeverdachte] : Ik wil actie zien [voornaam verdachte] ik wil actie zien. Ik wil geld zien nou.
[voornaam verdachte] : Ja wat denk je van mij [voornaam medeverdachte] ik zit der nou(fon) door heen. Die 2 weken dat jij weg
bent geweest heeft me een rooitje of 6, 7 gekost [voornaam medeverdachte] . ......(ntvs). [31] (…)
11.00 uur tot 11.05 uur (…)
[voornaam medeverdachte] : Nou der heen [voornaam verdachte] nou, nou der heen, NU.
[voornaam verdachte] : Nu?
[voornaam medeverdachte] : Ja.
[voornaam verdachte] : En de buurt(fon) dan. (…)
[voornaam medeverdachte] : Dan moet je nou doen [voornaam verdachte] , pak de jas.
[voornaam verdachte] : ....(ntvs) mijn jas ja.
[voornaam medeverdachte] : Ja, ja, .....(ntvs) dan moetje opschieten. Ja nou is het dicht.
[voornaam verdachte] : Wou ze poten?
[voornaam medeverdachte] : Ja.
[voornaam verdachte] : Ho effen, wacht effen.
[voornaam medeverdachte] : !k kom der meteen aan.
Hoorbaar is het dichtslaan van het autoportier, omstreeks 11.04 uur. Omstreeks 11.05 uur is weer het dichtslaan van het autoportier hoorbaar. [verdachte] stapt in de auto. (…)
[voornaam verdachte] : Ja je verpest het [voornaam medeverdachte] , rij maar naar die andere gauw. (…)
[voornaam medeverdachte] : Hier moeten we der in.
[voornaam verdachte] : 100 duizend procent jongen, mevrouw [naam 6] . [naam 6] .
[voornaam medeverdachte] : Ja die had LOBIE binnen. Die heb LOBIE binnen liggen. [32] Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat ze nog altijd wachten op [aangeefster 1] . Tussentijds gaan ze naar een ander adres voor LOBIE. Dit is, aldus het delictenwoordenboek Bargoens (wat de mannen in [automerk 1] spreken), geld. [33] In dit kader wordt ook gesproken over “poten” en het pakken van een jas.
Maandag 7 augustus 2017 van 11.36 uur tot 11.41 uur (…)
[voornaam verdachte] : Rij der eens een keer langs. Dan moet je effen 1 keer langs dat wijf rijden.
[voornaam medeverdachte] : Waar was dat?
[voornaam verdachte] ; Hier rechtsaf hier rechtsaf hier. (…)
[voornaam verdachte] : Hij is der mee naar [land] geweest met dat wijf...... (ntvs)
[voornaam medeverdachte] : Met deze vrouw?
[voornaam verdachte] : Ja...............(ntvs)
[voornaam medeverdachte] : ............ (ntvs) De kluis staat onder de trap he?
[voornaam verdachte] : Onder de trap.
[voornaam medeverdachte] : ........... (ntvs)
[voornaam verdachte] : ...........(ntvs) autootje toch,ja...........(ntvs)
[voornaam medeverdachte] : Was dat die auto?
[voornaam verdachte] : He?
[voornaam medeverdachte] : Ja grijze. (…)
De motor van de auto wordt uitgeschakeld. (…)
[voornaam verdachte] : Wacht jij?
[voornaam medeverdachte] : Ja, zo gauw Jij naar binnen tippelt...... (ntvs) ik doe eerst de jas aan.
Omstreeks 11.39 uur 30 seconden is hoorbaar dat het autoportier wordt dichtgegooid. Omstreeks 11.40 uur is het sluiten van een rits hoorbaar en het dichtslaan van een portier. Kennelijk zijn [voornaam medeverdachte] en [voornaam verdachte] uitgestapt. [34] (…)
Omstreeks het tijdstip van het feit – waarbij [automerk 1] ook om 11:38:13 uur in [straat adres 4] wordt geregistreerd – vindt dit gesprek plaats. Dit duidt op het gaan naar de woning van [aangeefster 1] . [verdachte] gaat eerst naar de woning, waar hij vervolgens ook op de camerabeelden is te zien. [medeverdachte] volgt, na het aantrekken van de jas, als tweede man.
Tot slot wordt het volgende besproken:
“(…) 11.46 uur tot 11.51 uur
[voornaam verdachte] : (…) Misschien rijdt ie weg jongen, misschien rijdt ieweg.......(ntvs)ach jongen.
[voornaam medeverdachte] ; .....(ntvs) terug ...... (ntvs) die pakken we.
[voornaam verdachte] : Nee, die kun je nou niet pakken jongen, . .. ..(ntvs) afkankeren, dat zegt ze tegen hem, dat is een hele slimme vrouw jongen.
[voornaam medeverdachte] : Wat zei ze.
[voornaam verdachte] : Meent u dat nou oh kijk boven dan effen gauw meneer(fon) zei ze.
[voornaam medeverdachte] : Wat een kankerpech he. (…)
[voornaam verdachte] : ............. .(ntvs) goh wat zonde, ben der overstuur van, hier had je goed gezeten. (…)
[voornaam verdachte] : ............ .(ntvs) Dat klopt wel wat [naam 4] zegt, die vrouw mag graag praten jongen.
(…) [voornaam medeverdachte] : Wat zei je heb je hier een kluisje beneden?
[voornaam verdachte] : !k zeg nou we hebben net 2 Bulgaren aangehouden. Oh oh oh helemaal niet
overstuur of zo. Nou kijk maar even dan(fon). ......... (ntvs) kluisje was. Oh oh oh
beneden he ik wel een kluisje zegtze........(ntvs) neploper...... (ntvs).
[voornaam medeverdachte] : Gewoon een kwartiertje eerder dan was het goed. ….. (ntvs) Heb je 5 minuten voor nodig. (…) Beiden geven aan vandaag nog wel wat te willen verdienen en door te gaan. (…)
[voornaam medeverdachte] : Die heb LOBIE binnen liggen hoor. Denk jij van niet?.......(ntvs)
[voornaam verdachte] : Wat een kankerzooi.....(ntvs) Kwam die bus in een keer aanrijden [voornaam medeverdachte] ?
[voornaam medeverdachte] : Ja.
[voornaam verdachte] : Wat een kankerzooi joh. Ja die heb dat gezegd ik moet morgen tot half 12 weg of
zo. ...........(ntvs)
[voornaam medeverdachte] : Die is het bos in geweest met de hond. Kom je daar om half 11 dan is het goed dan
ben Je er om 10 over half 11 weer uit. (…)”. [35]
Dit voorgaande past naar het oordeel van de rechtbank opnieuw bij de aangifte van [aangeefster 1] , waarbij de mannen werden ‘gestoord’ door de komst van [getuige 1] .
Voor wat betreft de telecom overweegt de rechtbank dat het laatste contact van het telefoonnummer van [verdachte] , eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] , voor het incident om 08:25:35 uur is geweest. Het eerste contact erna is om 14:58:57 uur. Tussenliggende oproepen worden niet beantwoord. Het eerste gesprek van [medeverdachte] , het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] , op deze dag is om 18:18:11 uur met [verdachte] . [36]
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder de herkenning van [verdachte] op de camerabeelden (als de persoon die zich heeft voorgedaan als politieagent) en vervolgens de gesprekken in [automerk 1] , acht de rechtbank de alternatieve verklaring van [verdachte] niet aannemelijk geworden. Zij acht bewezen dat [verdachte] samen met [medeverdachte] heeft geprobeerd de destijds 68-jarige [aangeefster 1] te bestelen (feit 13 primair).
Voor wat betreft het medeplegen zal zij daar na de bespreking van de verschillende feiten nader op ingaan.
Met betrekking tot feit 14 (zaak 28: [adres aangever 1] Bunnik), feit 15 (zaak 29: [adres aangever 2] Amsterdam), feit 16 (zaak 30: [adres aangeefster 3] Amsterdam) en feit 17 (zaak 31: [adres aangeefster 2] Amsterdam)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 14 primair, 15 primair, 16 en 17 primair kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de aanwezigheid dan wel betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Indien dit wel wordt aangenomen, kan voor wat betreft feit 14 geen begin van uitvoering (en daarmee een poging) worden aangenomen.
Verder is opnieuw gewezen op de opmerkingen met betrekkingen tot de herkenningen op de camerabeelden en de stemherkenning bij de OVC-gesprekken. Met betrekking tot feit 16 is tot slot in het bijzonder opgemerkt dat niet kan worden vastgesteld wanneer de druppel urine op de toiletbril terecht is gekomen. [verdachte] ontkent bij deze feiten betrokken te zijn geweest. Hij weet zeker dat het zijn stem niet is. Voor wat betreft de druppel urine in [adres aangeefster 3] verklaart [verdachte] dat hij er wellicht een paar dagen eerder in verband met een klus is geweest.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal ingaan op de reeks aan feiten op 8 augustus 2017, waartussen naar haar oordeel een samenhang bestaat.
Vooraf
Zoals overwogen, is er een registrerend baken onder de voornoemde [automerk 1] met [kenteken 4] geplaatst. Van belang is dat het voertuig op 8 augustus 2017 omstreeks 08:30 uur vanuit [plaats] – de woonplaats van [verdachte] en [medeverdachte] – is vertrokken. Vervolgens is het voertuig op 8 augustus 2017 tussen 09:13 en 09:19 uur op het terrein van het tankstation Total aan de A12 ter hoogte van Woudenberg geregistreerd. Op de camerabeelden van het tankstation aan de noordzijde van de A12 (
rechtbank: heenweg) is omstreeks 09:13 uur te zien dat twee personen – herkend als [verdachte] en [medeverdachte] – uit [automerk 1] met [kenteken 4] stappen. Om 09:19 uur verlaten zij het terrein. Vervolgens is de auto via Bunnik en Utrecht naar Amsterdam gereden. Op 8 augustus 2017 omstreeks 15:40:16 tot en met 15:46:40 uur is de auto vervolgens bij de Shell aan de A12 – schuin tegenover het tankstation Total aan de zuidzijde (
rechtbank: terugweg) – ter hoogte van Woudenberg geregistreerd. [verdachte] en [medeverdachte] worden opnieuw op de camerabeelden bij [automerk 1] herkend. Omstreeks 16:05 uur is [automerk 1] weer in [plaats] waargenomen. [37] Voor wat betreft de herkenningen verwijst de rechtbank naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
Naast deze registraties en camerabeelden zijn [verdachte] en [medeverdachte] op 8 augustus 2017 ook door meerdere verbalisanten geobserveerd. Hierbij zijn [verdachte] en [medeverdachte] tussen 11:55 uur en 11:42 uur herhaaldelijk in of nabij [automerk 1] met [kenteken 4] gezien. De verbalisanten relateren dat zij herhaaldelijk naar woningen kijken en ook aanbellen. Hierbij hebben zij [verdachte] ook diverse keren met een telefoon tegen zijn oor waargenomen. [38]
Dit is opvallend, nu het eerste contact met de telefoon van [verdachte] , het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] , op 8 augustus 2017 pas om 16:18:05 uur – ongeveer tien minuten nadat [automerk 1] in Arnhem wordt geregistreerd – is. Daarvoor is de telefoon tot inkomende oproepen omstreeks 16:00 uur (welke niet zijn beantwoord) inactief. Voor wat betreft [medeverdachte] geldt ook dat op 8 augustus 2017 pas om 16:15 uur – nadat [automerk 1] in Arnhem is geregistreerd – sprake is van een eerste daadwerkelijk gesprek van [medeverdachte] zelf. [39]
Uit het voorgaande volgt dat zowel [verdachte] als [medeverdachte] op 8 augustus 2017 meermalen – zowel op de heenweg, terugweg als tussentijds – bij [automerk 1] is waargenomen. De rechtbank is van oordeel dat de auto deze dag onomstotelijk aan zowel [verdachte] als [medeverdachte] kan worden gelinkt.
[adres aangever 1] Bunnik
Het begint met [aangever 1] , geboren op [geboortedatum aangever 1] , die verklaart over een incident omstreeks 8 augustus 2017 – de datum weet hij niet helemaal zeker – om ongeveer 11:00 uur. Op dat moment werd er “ongeduldig” bij hun woning aan [adres aangever 1] in Bunnik aangebeld. Aangever keek op de eerste verdieping uit het raam en zag een voor hem onbekende man staan. Het was een man van naar schatting veertig tot vijftig jaar met een krachtig breed postuur en 1.80-1.85 meter lang. Aangever zag dat de man door het raam naar binnen keek en zowel hij als zijn vrouw kreeg er een onprettig gevoel van. De man drukte opnieuw langdurig de bel in. Aangever en zijn vrouw openden de deur niet.
Even later zag aangever de man samen met een andere man het tuinpad af lopen en linksaf slaan. Zeven tot tien dagen ervoor was er, aldus aangever, ook iemand aan de deur geweest om te vragen of hij de dakgoten kon schoonmaken. [40]
[automerk 1] met [kenteken 4] , welke zoals overwogen kan worden gelinkt aan [verdachte] en [medeverdachte] , is op 8 augustus 2017 omstreeks 10:49 tot en met 10:52 uur stilstaand ter hoogte van [adres 4] in Bunnik geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer dertig meter afstand van de woning van aangever en zijn vrouw. [41]
In [automerk 1] hebben op 8 augustus 2017 diverse gesprekken plaatsgevonden. Tijdens de gesprekken gebruikten de mannen veelal elkaars voornaam: [voornaam verdachte] en [voornaam medeverdachte] . De stemmen werden door de verbalisant herkend als de stemmen van [verdachte] en [medeverdachte] . [42] De rechtbank verwijst naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
In [automerk 1] vinden vervolgens de volgende gesprekken plaats:
“(…) 8-8-2017 10.02
[voornaam verdachte] komt terug en zegt dat het twee kieten in één zijn .. .ntv. Volgens [voornaam verdachte] zijn het mooie poten. 5 en 7 zijn allebei van hem, zegt [voornaam verdachte] . Ze rijden verder en ze zien weer iets moois. Het is een hele mooie en [voornaam medeverdachte] zegt dat hij die niet alleen kan. Ze overleggen en [voornaam verdachte] vraagt of ze deze een andere keer zullen pakken. [voornaam medeverdachte] vindt van niet en zegt dat ze moeten zeggen dat ze van de politie zijn. Dat hebben ze helemaal niet in de gaten, volgens hem. Volgens [voornaam verdachte] is hij niet achterlijk. [voornaam verdachte] noemt het adres, [adres aangever 1] en 9 en zijn beide huizen van hem en is hij helemaal alleen, tenminste hij heeft alleen hem gezien. [voornaam verdachte] zegt dat hij het gaat navragen.
[voornaam verdachte] belt kennelijk een informatienummer en krijgt iemand aan de lijn die hij Wendy noemt. Hij vraagt naar het nummer van de [linker buurwoning adres 7] of [adres aangever 1] in Bunnik van [aangever 1] (fon). (…)
[voornaam verdachte] zegt dat hij moet zeggen dat zijn collega zojuist aan de deur was geweest en dat er iets was met de dakgoten en dat ze iemand aangehouden hebben. Hij wil dan kijken hoe die reageert. [voornaam medeverdachte] vindt dat een goed plan, kijken hoe die reageert. (…)
8-8-2017 10.07
Ze balen dat er niet opgenomen wordt en [voornaam verdachte] zegt dat [voornaam medeverdachte] moet aanbellen. [voornaam medeverdachte] weet niet wat hij moet zeggen. [voornaam verdachte] zegt dat hij iets moet zeggen dat zijn collega net geweest is. [voornaam verdachte] belt nog een keer, maar er wordt niet opgenomen. (…) [voornaam medeverdachte] wil naar Amsterdam rijden, maar [voornaam verdachte] wil er eerst eentje pakken en ze blijven rondrijden. (…)
8-8-2017 10:25 (…)
[voornaam medeverdachte] : ja hé, maak open [voornaam verdachte] (…)
[voornaam verdachte] : nee, is niet goed. Ja [voornaam medeverdachte] (…)
[voornaam verdachte] vraagt of hij het nummer nogmaals op zou vragen van [adres aangever 1] . [voornaam medeverdachte] vindt het goed en als het beltegoed op is moeten ze maar 2 tientjes opladen. [voornaam medeverdachte] vraagt of het wel de goede straat is. Ze rijden er naar toe en [voornaam verdachte] belt nogmaals met een informatienummer en vraagt het nummer van [adres aangever 1] in Bunnik van de familie [aangever 1] .
8-8-2017 10.30
[voornaam verdachte] krijgt kennelijk het nummer en volgens [voornaam medeverdachte] gaat hij hetzelfde nummer krijgen. De motor wordt uitgezet en [voornaam medeverdachte] zegt dat [voornaam verdachte] duidelijk onderaan moet schrijven. [voornaam verdachte] belt en [voornaam medeverdachte] zegt dat die hij het misschien niet meer vertrouwt. De auto wordt gestart en ze rijden verder. Er wordt niet opgenomen en ze blijven in de buurt rondrijden. [voornaam medeverdachte] zegt dat ze er toch maar weer een gevonden hebben. Ze weten het niet meer en [voornaam medeverdachte] vraagt of ze naar Amsterdam zullen gaan. [voornaam verdachte] vindt het goed. (…)
8-8-17 10:58 (…)
[voornaam verdachte] : wat een kankerzooij joh, hier is wat gebeurd jongen
[voornaam medeverdachte] : hij maakt niet meer open
[voornaam verdachte] : he?, nee jongen hij staat boven aan het raam te kijken, ik zie hem daar staan
[voornaam medeverdachte] : hij heb lobie binnen liggen
[voornaam verdachte] : achjazeker jongen
[voornaam medeverdachte] : we hebben het verkeerd aangepakt (…)
[voornaam medeverdachte] : hij maakt niet meer open, ...ntv, die is bang geworden van de dakdekkers,
[voornaam verdachte] : dakgoten
[voornaam medeverdachte] : die hebben hem te pakken gehad dakgoters (…)”. [43]
Uit dit voorgaande volgt dat [verdachte] en [medeverdachte] beschikken over een prepaid telefoon en daarmee telefoonnummers opvragen. Verder wordt door [verdachte] en [medeverdachte] – net als door aangever – gesproken over ‘dakgoters’ en over geld dat in de woning van aangever en zijn vrouw zou liggen.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu het adres van aangever wordt genoemd en de details overeenkomen met de verklaring van aangever, acht de rechtbank bewezen dat dit gesprek van [verdachte] en [medeverdachte] – die opnieuw elkaars naam noemen – betrekking heeft op het incident bij [aangever 1] . [verdachte] en [medeverdachte] balen dat aangever niet open doet, hij heeft namelijk lobie (geld) binnen liggen. Gelet op de inhoud van de OVC-gesprekken en in het bijzonder dit laatste, is naar het oordeel van de rechtbank – ook tegen de achtergrond van de overige feiten – sprake van een begin van uitvoering van een gezamenlijke diefstal. Gelet op al het voorgaande, ook in samenhang bezien met de andere feiten (waaronder op 8 augustus 2017), kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke poging tot diefstal.
[adres aangever 2] Amsterdam
Op 8 augustus 2017 heeft zich ook een incident bij [aangever 2] , geboren op [geboortedatum aangever 2] , voorgedaan. Aangever heeft verklaard over twee mannen die bij zijn woning aan de [adres aangever 2] in Amsterdam aanbelden. De mannen waren van de politie.
Het bezoek was kort daarvoor ook telefonisch door een man van de politie, [naam man van de politie] , aangekondigd. [naam man van de politie] vertelde dat er de laatste tijd veel was ingebroken en dat hij daarom langs wilde komen. Aangever was gebeld op zijn huistelefoon met nummer [telefoonnummer aangever 2] . Aangever vroeg de mannen (beiden met een grijs-blauw jack) dan ook niet meer om hun legitimatie en liet ze binnen. Toen de mannen eenmaal binnen waren, liepen ze de hele woning rond. De kleine man vroeg of aangever een groot geldbedrag in huis had. De forse man liep naar de slaapkamer en haalde het haakje van de deur om deze open te doen. Aangever zei tegen de mannen dat ze de woning moesten verlaten. Hij schreeuwde dat ze weg moesten gaan. De mannen verlieten daarop de woning. Vervolgens belde aangever 112. Deze melding kwam op 8 augustus 2017 omstreeks 13:23 uur binnen. [44]
Zoals overwogen heeft een baken de bewegingen van [automerk 1] – welke ook in verband kan worden gebracht met het feit in Bunnik – met [kenteken 4] geregistreerd. Het voertuig is op 8 augustus 2017 omstreeks 12:58 uur tot en met 13:10 uur stilstaand ter hoogte van het [adres 5] in Amsterdam geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer honderd meter van de woning aan [adres aangever 2] in Amsterdam. [45] Met betrekking tot de in [automerk 1] opgenomen gesprekken op 8 augustus 2017 heeft de rechtbank zoals overwogen geconcludeerd dat het hierbij gaat om [verdachte] en [medeverdachte] .
In de auto is onder meer het volgende besproken:
“(…) 8-8-2017 12:43
[voornaam verdachte] stapt weer in en zegt tegen [voornaam medeverdachte] dat hij de woning goed moet bekijken, deze is helemaal verrot.
[voornaam medeverdachte] begint te lachen en zegt: “ [voornaam verdachte] , dat gaat weer geen handgeld worden, dat wordt weer niks vandaag”. (…)
8-8-2017 13.11 (…)
[voornaam medeverdachte] en [voornaam verdachte] komen bij de auto en stappen in. (…) [voornaam verdachte] zegt dat ze bij [huisnummer adres 8] moeten zijn, maar hij weet de straat niet meer. Dan zegt hij [straatnaam 1] . (…) Kennelijk belt [voornaam verdachte] een informatiedienst en vraagt hij het nummer van de [straatnaam adres 8] [huisnummer 1] te Amsterdam. Hier blijkt geen nummer van te zijn. [voornaam verdachte] zegt dan sorry en dat hij [huisnummer adres 8] bedoelde. (…)
Vervolgens belt [voornaam verdachte] een nummer. (…..)
[voornaam verdachte] : [eerste vijf cijfers telefoonnummer aangever 2] ......
[voornaam medeverdachte] : we hebben nog geen knoop
[voornaam verdachte] : met wie?
[voornaam verdachte] : Verhaag?, hallo met Van Maassen politie Amsterdam (…)
[voornaam verdachte] : nee, we waren bezig we hadden een melding gekregen dat ze in de buurt aan het inbreken waren op de [straatnaam adres 8] , dus dus
[voornaam verdachte] : bent u nog weggeweest vandaag?
[voornaam verdachte] : nee, o we kijken (…)
13.16
[voornaam verdachte] : het even na voor de prioriteit
[voornaam verdachte] : u woont daar toch alleen?
[voornaam verdachte] : is beter dat we het even nakijken he achterlangs he (…)
[voornaam verdachte] : nou dan goed, als mijn collega even kijkt, snapt u
[voornaam verdachte] : hij komt wel even langs dan he (…)
Ze stoppen vervolgens en stappen beiden uit
8-8-2017 13.22
[voornaam medeverdachte] en [voornaam verdachte] komen terug bij de auto. (…)
[voornaam verdachte] : wat een kankeradres zeg, wat een kankerleven
[voornaam medeverdachte] : waarom bel je dan? (…)
[voornaam verdachte] : Jazeker jongen, ...,ntv, geld ....ntv, slaapkamer ....ntv, zeg ik nou wel, wat een kankerzooi, wat een kankerleven he, ....ntv
[voornaam verdachte] : heb je telefoon bij je
[voornaam medeverdachte] : ja hier
[voornaam verdachte] : hier 3 meldingen jongen
Ze rijden weer weg. (…)
[voornaam medeverdachte] : je hebt geen legimitatie laten zien, zei die
[voornaam verdachte] : he?
[voornaam medeverdachte] : jullie hebben helemaal geen legimitatie laten zien (…)”.
13:56 (…)
[voornaam verdachte] (…) Rij alsjeblieft weg [voornaam medeverdachte] . [46]
Uit dit voorgaande gesprek – waarin [verdachte] en [medeverdachte] elkaar opnieuw [voornaam verdachte] en [voornaam medeverdachte] noemen – volgt dat [verdachte] het telefoonnummer van aangever heeft opgevraagd en zich daaropvolgend voordoet als zijnde van de politie. Er wordt, zoals aangever ook heeft verklaard, inderdaad gesproken over inbraken. Verder wordt een bezoek van een collega aangekondigd. Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder het genoemde adres en de details die overeenkomen met de verklaring van aangever, acht de rechtbank bewezen dat het hier gaat om het incident bij [aangever 2] .
Door de politie is nader onderzoek gedaan naar het telefoongesprek wat zowel in de aangifte als in het OVC-gesprek terugkomt. Hieruit komt naar voren dat aangever alleen op 8 augustus 2017 om 13:14:23 uur door [telefoonnummer 3] is gebeld. Tijdens dit gesprek heeft de telefoon met het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 3] – evenals om 12:32 uur – gebruik gemaakt van de zendmast aan [adres 6] in Amsterdam. Deze mast bevindt zich op ongeveer tweehonderd meter van de woning aan [adres aangever 2] . [47]
Zoals voornoemd is – hoewel de telefoon van [verdachte] zelf niet actief is geweest – [verdachte] tijdens de observatie herhaaldelijk met een telefoon tegen zijn oor gezien. Verder is ook omstreeks dit tijdstip (13:14 uur) in de auto te horen dat [verdachte] zich voorstelt als zijnde van de politie.
Het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 3] is op drie dagen (in één toestel) gebruikt, te weten op 12 juli 2017, 14 juli 2017 en 8 augustus 2017. Op zowel 12 en 14 juli als 8 augustus 2017 is gebeld naar het informatienummer van KPN (1888). Aldus het onderzoek van de politie betreffen alle (overige) gebelde personen oudere/bejaarde mensen die al dan niet eerder zijn bestolen/opgelicht. [48] Gelet op al het voorgaande in samenhang bezien en in het bijzonder ook de observatie en het gesprek in [automerk 1] (waarin herhaaldelijk telefoonnummers worden opgevraagd en [verdachte] ook daadwerkelijk omstreeks het tijdstip van 13:14 uur belt als politieagent), acht de rechtbank bewezen dat deze telefoon op 8 augustus 2017 – en gelet op hetzelfde patroon op de eerdere dagen –, ook op 12 en 14 juli 2017 is gebruikt door [verdachte] en [medeverdachte] .
Uit al het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte] samen bij de destijds 80-jarige [aangever 2] hebben geprobeerd geld weg te nemen. De omstandigheid dat [automerk 1] ‘slechts’ tot 13:10 uur stilstaand is geregistreerd, doet daar niet aan af.
[adres aangeefster 2] Amsterdam
Verder is aangifte gedaan door aangeefster [aangeefster 2] , geboren op [geboortedatum aangeefster 2] in Suriname. Zij verklaart dat er op 8 augustus 2017 omstreeks 14:30 uur – nadat zij eerder op de dag boodschappen had gedaan bij de Albert Heijn – bij haar woning aan de [adres aangeefster 2] in Amsterdam werd aangebeld. Er stond een man voor de toegangsdeur en een man op de trap. Beide mannen hadden een blauw uniform aan. Eén van de mannen zei: “we komen voor controle, we zijn met een onderzoek bezig”. Aangeefster dacht dat de mannen politieagenten waren en liet de mannen binnen. Aangeefster zag dat de kleine man meteen naar haar keuken liep en daar wat zocht. De lange man liep naar de woonkamer. Aangeefster liep met hem mee. Aangeefster zag daarop dat de kleine man terug uit de keuken kwam en naar de slaapkamer ging. De lange man vroeg: “heb je goud, heb je geld?”. Aangeefster antwoordde dat zij dit niet had. De mannen waren ongeveer tien minuten in haar woning. Vervolgens vertrokken de mannen. Er was niets uit de woning van aangeefster weggenomen. Tot slot verklaart aangeefster nog over een zwart mapje dat de lange man liet zien. Het was een pasje met een foto en een goudkleurig embleem zoals bij de politie. [49] Ook dit past bij de door verdachten [verdachte] en [medeverdachte] gebruikte modus operandi.
Opnieuw wordt ook [automerk 1] met [kenteken 4] – zoals in gebruik bij [medeverdachte] – omstreeks het tijdstip van het feit nabij de woning geregistreerd. Op 8 augustus 2017 stond het voertuig omstreeks 14:16 tot en met 14:20 uur ter hoogte van [adres 7] in Amsterdam stil. Dit was op ongeveer 35 meter van de woning aan de [adres aangeefster 2] in Amsterdam. [50] Op dit tijdstip werd het volgende in [automerk 1] besproken:
“(…) 8-8-2017 14.16
[voornaam verdachte] ziet iets, waar de deur los is. [voornaam medeverdachte] weet het niet en ze rijden verder. [voornaam verdachte] wil de situatie bekijken en vindt dat [voornaam medeverdachte] eigenwijs is. Ze stoppen en stappen beiden uit.
8-8-2017 14.25
[voornaam verdachte] en [voornaam medeverdachte] stappen in. [voornaam verdachte] begint direct te vloeken dat het een kankerzooi is en wil een pilsje gaan pakken. [voornaam medeverdachte] wil naar Bunnik en niet aan het bier.
(vervolgens hard piepgeluid)
[voornaam medeverdachte] vraagt wat ze had gezegd. [voornaam verdachte] zegt dat het een Hindoestaande was geweest en gevraagd had wie zij waren verder . . .ntv. Volgens [voornaam verdachte] was ze in ieder geval wel geschrokken. [voornaam medeverdachte] ziet dan weer wat moois lopen en ze draaien om. Ze zijn haar kwijt en plotseling ziet [voornaam medeverdachte] haar weer lopen. Volgens [voornaam medeverdachte] heeft zij lobie (fon) en ze blijven haar volgen. (…)”. [51] De rechtbank overweegt dat dit past bij de verklaring van aangeefster.
Op grond van al het voorgaande, ook in samenhang bezien met de andere feiten, acht de rechtbank bewezen dat de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] zich ook hier schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke poging tot diefstal. De omstandigheid dat [automerk 1] slechts tot 14:20 uur bij de woning wordt geregistreerd, doet daar niet aan af.
[adres aangeefster 3] Amsterdam
Tot slot is melding gedaan van een incident bij [aangeefster 3] , geboren op [geboortedatum aangeefster 3] in Suriname. Aangeefster verklaart dat zij op 8 augustus 2017 ’s middags boodschappen heeft gedaan bij de Albert Heijn en met haar scootmobiel naar huis is gegaan.
Toen ze omstreeks 14:30 uur bij de centrale toegangsdeur van haar portiekwoning aan [adres aangeefster 3] in Amsterdam was, stonden er ineens twee mannen naast haar. De eerste man duwde de mevrouw met wie aangeefster een gesprek wilde beginnen opzij en liep naar boven. De tweede man vertelde dat hij bij de recherche werkte en liet een legitimatiebewijs van de politie zien. Het betrof een zwarte pas met een zwart/wit foto links in de hoek, politie onder de foto en rechts onderaan een glanzend politieteken. Aangeefster vroeg waar de mannen voor kwamen. De eerste man kwam weer naar beneden.
De mannen vertelden aangeefster dat er in haar woning was ingebroken. De mannen volgden aangeefster naar boven. In haar woning vertelden de mannen dat er een dikke portemonnee met veel geld was gevonden. Aangeefster liep naar de la waar zij haar geld bewaarde en liet zien dat alles er nog lag. De eerste man liep toen naar het balkon om te laten zien dat ze via het balkon waren binnengekomen. De tweede man pakte, toen de eerste man aangeefster riep, een sieraad (liggend op dezelfde kast als het geld) en vroeg of dit echt goud was. Aangeefster zei dat dat niet het geval was en vertrouwde het niet. Ze begon in de woonkamer te schreeuwen dat haar kinderen zo zouden komen en dat ze weg moesten gaan. De eerste man gaf nog aan dat hij heel nodig moest plassen. Hij rende de WC in en daarna weg. De tweede man rende vanaf het balkon naar de voordeur en vertrok. Ze zag de mannen in een kleine auto wegrijden. Het was een blauwe auto ter grootte van een hatchback. [52] Weggenomen was een (neppe) goudkleurige ketting. Het betroffen meerdere kettingen in elkaar gedraaid. Na de melding omstreeks 14:45 uur kwamen de verbalisanten ter plaatse. Naar aanleiding van de verklaring van aangeefster keken de verbalisanten naar het toilet. Ze zagen daar dat er een urinedruppel op de rand lag. Aangeefster gaf aan dat deze druppel niet van haar was. [53] Omstreeks 15:45 uur werd vervolgens urine van deze druppel op de voorzijde van de toiletbril veiliggesteld (
SIN: AAKV0061NL). [54] DNA-onderzoek naar dit spoor levert een match met het DNA-profiel van [verdachte] op. De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [55] Gelet op de verklaring van aangeefster en de korte tijdspanne waarna vervolgens de urine is veiliggesteld, acht de rechtbank de alternatieve verklaring van [verdachte] – ook in samenhang met de overige bewijsmiddelen – niet aannemelijk geworden.
Dit is niet het enige dat ten aanzien van dit feit belastend is voor [verdachte] en [medeverdachte] . De voornoemde [automerk 1] met [kenteken 4] is omstreeks 14:36 tot en met 14:41 uur ook stilstaand ter hoogte van de [adres 8] in Amsterdam geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer vijfentwintig meter afstand van de woning aan [adres aangeefster 3] in Amsterdam. [56] In [automerk 1] hebben zoals genoemd op 8 augustus 2017 verschillende gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte] plaatsgevonden.
Het gaat daarbij onder meer ook om het volgende:
“(…) 8-8-17 14:30 (…) Dan ziet [voornaam verdachte] een mooie, een Indo. (…)
14:35 (…) Ze volgen de vrouw. [voornaam medeverdachte] zegt dat hij door moet rijden anders kan hij niks zien. Plotseling stoppen ze en zetten ze de motor uit. Ze zien de vrouw dan niet meer en rijden een stukje verder. [voornaam medeverdachte] vraagt of [voornaam verdachte] haar kan zien en [voornaam verdachte] zegt dat hij haar ziet staan. Volgens [voornaam medeverdachte] woont ze op de hoek. [voornaam verdachte] zegt tegen [voornaam medeverdachte] dat hij zijn jas dicht moet doen en direct mee moet. Hierna stappen ze beiden uit.
14:46 (…) [voornaam verdachte] en [voornaam medeverdachte] komen terug bij de auto (…)
[voornaam medeverdachte] : ik wil omdraaien om die lobie (Fon) te pakken, komt ze meteen terug, zag je dat niet?
[voornaam verdachte] : (met verdraaide stem) nee, nee, nee, mijn kleinzoon is er al, die is er al
[voornaam medeverdachte] : je had het mee moeten nemen man
[voornaam verdachte] …ntv, laten ze de kanker er bij krijgen (…)
[voornaam medeverdachte] vindt dat hij wel wat moet hebben vandaag.
14:51 (…) Ze rijden rond, maar zien niets. Dan zegt [voornaam verdachte] dat hij wat ziet, maar dat wordt ook niets. [voornaam medeverdachte] wil naar Bunnik rijden, maar [voornaam verdachte] wil nog blijven (…)”. [57]
Gelet op het tijdstip van het gesprek in samenhang met de verklaring van aangeefster, acht de rechtbank bewezen dat dit over het feit aan [adres aangeefster 3] gaat. Gelet op al het voorgaande in samenhang bezien kan ook hier de gezamenlijke diefstal van de nep gouden kettingen van de destijds 79-jarige [aangeefster 3] worden bewezen.
Voor wat betreft het medeplegen zal de rechtbank daar na de bespreking van de verschillende feiten nader op ingaan.
Met betrekking tot feit 18 (zaak 32: [adres aangeefster 4] in Veghel), feit 19 (zaak 33: [adres aangeefster 5] in ’s-Hertogenbosch), feit 20 (zaak 34: [adres aangeefster 6] Arnhem) en feit 21 (zaak 35: [adres aangeefster 7] Arnhem):
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de feiten 18 primair, 19, 20 en 21 primair kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Opnieuw is voor wat betreft de camerabeelden gewezen op de onbetrouwbaarheid van de herkenningen van de verbalisanten. Dit geldt ook voor de herkenning van de stem tijdens de OVC-gesprekken. Voor wat betreft [straatnaam aangeefsters 6 en 7] is gewezen op de mogelijkheid van de betrokkenheid van de broer van verdachte, wat ook bij de resultaten van het DNA-onderzoek past. Tot slot is opgemerkt dat voor wat betreft de poging aan de [adres aangeefster 7] geen nauwe en bewuste samenwerking kan worden aangenomen.
[verdachte] heeft verklaard dat het best zou kunnen dat hij in de cafetaria is geweest, maar dat hij niets met de feiten te maken heeft. [verdachte] ontkent dat hij bij de aangevers in [straatnaam aangeefsters 6 en 7] is geweest. Het is ook niet zijn DNA.
Beoordeling door de rechtbank
Op 9 augustus 2017 hebben zich meerdere feiten voorgedaan. De rechtbank zal deze gelet op hun onderlinge samenhang samen bespreken en hierbij eerst ingaan op de registraties van [automerk 1] en de camerabeelden die op deze dag hebben plaatsgevonden dan wel zijn gemaakt.
Op deze dag is (zoals nog volgt) [automerk 1] niet alleen omstreeks de tijdstippen van de feiten in de nabijheid van de desbetreffende woningen geregistreerd, maar daarvoor ook onder meer op 9 augustus 2017 tussen 09:50 uur en 10:00 uur op het terrein van het Texaco tankstation in Schaijk. Op de screenshots van [automerk 1] met [kenteken 4] en vervolgens de inzittenden van deze [automerk 1] (09:51 uur-09:53 uur) zijn [verdachte] en [medeverdachte] herkend. [58] [automerk 1] met [kenteken 4] is op 9 augustus 2017 tussen 12:50 uur en 13:05 uur – na het incident in ’s-Hertogenbosch – stilstaand op de Bossestraat/Runstraat in Schaijk geregistreerd. Op de Runstraat 25 in Schaijk is een cafetaria gevestigd, genaamd cafetaria Wielant. Op de beelden van de cafetaria omstreeks 12:50 uur – de beelden lopen ongeveer 36 minuten voor – zijn twee mannen te zien. De mannen zijn herkend als zijnde [verdachte] en [medeverdachte] . [59] Voor wat betreft de herkenningen verwijst de rechtbank naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] zowel voorafgaand aan het incident in Veghel als na het incident in ’s-Hertogenbosch aan [automerk 1] kunnen worden gelinkt.
[adres aangeefster 4] Veghel
[aangeefster 4] , geboren op [geboortedatum aangeefster 4] in Duitsland en wonend aan [adres aangeefster 4] in Veghel (gemeente Meierijstad), heeft verklaard dat zij in een hoekwoning met een voorraam uitgestrekt over de gehele voorpui en een voortuin met veel bosschages woont. Op 9 augustus 2017 omstreeks 10:30 uur ging de deurbel. Aangeefster opende de gordijnen en zag dat er iemand richting het raam kwam lopen. De man liet een politiepas zien en gebaarde dat zij de deur open moest doen. Toen aangeefster vervolgens de deur opende, stonden er twee mannen voor de deur. De mannen vertelden dat er in de buurt was ingebroken en dat ze met een buurtonderzoek bezig waren. De mannen praatten zichzelf naar binnen toe, aldus aangeefster.
De tweede man liep direct door naar de keuken, waar aangeefster minder zicht op hem had.
Aangeefster liep met de eerste man naar de woonkamer. Daar vroeg de man de hele tijd of aangeefster veel geld of sieraden had. Ze vertelde dat zij geen geld in haar woning had en dat haar sieraden bij haar kinderen lagen. De man vroeg aangeefster of zij bang was. Aangeefster antwoordde dat zij niet bang was, omdat er ook iemand van de politie in de straat woonde. De man zei meermalen dat zij niet bang hoefde te zijn. Nadat de eerste man tegen de andere man zei dat er iemand uit de buurt bij de politie werkte, verlieten de mannen de woning.
Aangeefster beschrijft tot slot onder meer de blauwe kleding (inclusief gewatteerde jas in augustus) en het politiepasje (een pasje in een zwart leren mapje met een vage foto, alles in het zwart wit en de naam politie) van de mannen. Er is niets uit haar woning weggenomen. [60]
[automerk 1] met [kenteken 4] is op 9 augustus 2017 omstreeks 10:23 tot en met 10:28 uur stilstaand geregistreerd ter hoogte van [adres 9] . Dit adres bevindt zich op ongeveer dertig meter afstand van de woning aan [adres aangeefster 4] in Veghel. [61]
Op 9 augustus 2017 zijn gesprekken in [automerk 1] opgenomen. Op deze dag noemen de inzittenden opnieuw herhaaldelijk elkaars voornaam: [voornaam verdachte] en [voornaam medeverdachte] . De stemmen zijn door de verbalisant herkend als de stemmen van [verdachte] en [medeverdachte] . [62] De rechtbank verwijst naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
In [automerk 1] wordt het volgende besproken:
“(…)
10:12 uur (…)
Ze rijden verder naar Veghel (…)
09-08-2017 10.17 uur
[voornaam medeverdachte] vraagt of ze over de snelweg komen, [voornaam verdachte] mompelt wat. [voornaam medeverdachte] zegt dat ze klaar zijn deze week, maandag weer. ...ntv. [voornaam verdachte] noemt de plaatsnamen op Uden, Veghel, Erp. (…) Ze zien een indo of chinees persoon. [voornaam medeverdachte] zegt dat hij denkt dat ze heel snel moeten zijn. (…)
[voornaam verdachte] : dit is r, dit is r
[voornaam medeverdachte] : deze ook hoor [voornaam verdachte] , deze ook, dikke vogel jongen, dat wil niks zeggen maar
...ntv
[voornaam verdachte] : die op de hoek daar he, die op de hoek daar [voornaam medeverdachte]
: draaien draaien draaien
...ntv
[voornaam verdachte] : Dat is er één, bij die hoge bomen daar, dat is er één honderd (100) procent [voornaam medeverdachte] .
...ntv
[voornaam verdachte] : het raam staat los
[voornaam medeverdachte] :ja duizend (1000) procent ik rij even iets verder, dan kan ik mijn jas even pakken
[voornaam medeverdachte] ; stop stop, moet even mijn jas pakken, achterin (…)
Deuren slaan dicht
[voornaam verdachte] zegt nog iets maar dat is niet te verstaan. Er blijft iemand achter in de auto.
Er stapt iemand uit de auto.
09-08-2017 10.31 uur
[voornaam verdachte] : ze zei eerst politie en later Marechaussee
[voornaam medeverdachte] : haar buurman is politieagent
[voornaam verdachte] : Marechaussee zei ze later
[voornaam medeverdachte] : ik zei heb u sieraden, ze zei nee mijn dochter heeft alles meegenomen, zegt ze (…)
[voornaam medeverdachte] : zag je hoe ze aan het loeren was
[voornaam verdachte] : ze was zeker aan het loeren [voornaam medeverdachte]
: nee die had niks in huis, ik heb alleen geld voor boodschappen zegt ze. Ik zeg maar heb u geen geld en sieraden, nee dat heeft mijn dochter allemaal mee. (…)
[voornaam medeverdachte] zegt dat ze de vrouw niet kon verstaan. [voornaam verdachte] zegt dat ze Duitse was, het was een Duitse jood.
[voornaam medeverdachte] : dat vrouwtje had niets in de gaten joh
[voornaam verdachte] : nee ze vertrouwde mij niet (…)”. [63]
De rechtbank overweegt dat niet alleen het tijdstip van dit gesprek, maar ook de inhoud past bij zowel het tijdstip als de details uit de aangifte (onder meer de hoekwoning, het Duitse en de politieagent in de buurt). Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank niet alleen bewezen dat deze mannen bij aangeefster binnen zijn geweest, maar ook dat het – nu ze ook elkaars namen noemen – [verdachte] en [medeverdachte] zijn geweest.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] de mannen zijn geweest die de destijds 92-jarige aangeefster hebben geprobeerd te bestelen.
[adres aangeefster 5] ‘s-Hertogenbosch
Op 9 augustus 2017 is verder aangifte gedaan door [aangeefster 5] , geboren op [geboortedatum aangeefster 5] en wonende op de vierde verdieping aan [adres aangeefster 5] in ’s-Hertogenbosch. Op 9 augustus 2017 omstreeks 12:15 uur kwam aangeefster thuis na het boodschappen doen. Toen zij ongeveer vijf minuten binnen was, ging de deurbel. Een mannelijke stem gaf via de intercom aan van de politie te zijn. De man zei dat er was ingebroken bij haar achterburen en ze wilden onderzoeken of dat ook bij aangeefster het geval was. Aangeefster opende de deur en de man kwam naar haar woning, naar boven, gelopen. De man was gekleed in een marineblauw pak en legitimeerde zich met een kaart (met een foto en een politielogo). Aangeefster liet de mannen binnen. De man vertelde in de hal dat zijn collega ook zo zou komen om eventuele vingerafdrukken veilig te stellen. Vervolgens kwam enkele minuten later een tweede man die zich legitimeerde. De tweede man was hetzelfde gekleed, aldus aangeefster.
De mannen liepen, gescheiden van elkaar, rond. De eerste man vroeg daarbij: “bij uw achterburen hebben ze vierduizend euro weggenomen, wat mist u?”. Aangeefster gaf aan dat zij niet meer geld dan het wekelijkse geld voor boodschappen in huis had. De man vroeg of aangeefster iets anders met veel waarde in huis had. Aangeefster liep toen naar haar vitrinekast en haalde een gouden armband uit een schaal tevoorschijn. Ze liet dit de mannen zien en legde de armband vervolgens weer terug. Nadat de mannen vervolgens alle kamers hadden bekeken, vertrokken ze en reden in een zwarte middenklasse auto weg. Na het vertrek van de mannen ging aangeefster naar haar buurvrouw. Aangeefster ontdekte toen dat haar armband weg was. Het betrof een geelgouden armband met een waarde van ongeveer € 2.000,-. [64]
De genoemde [automerk 1] is omstreeks het tijdstip van een feit in de nabijheid van de betreffende woning waargenomen. [automerk 1] met [kenteken 4] werd op 9 augustus 2017 omstreeks 12:08 tot en met 12:17 uur stilstaand ter hoogte van [adres 10] te ’s-Hertogenbosch geregistreerd. Het adres bevond zich op ongeveer 75 meter afstand van de woning van aangeefster. [65] Te zien was dat het voertuig weg reed via Rosmalen en Heesch naar Schaijk. [66] Daar vond, zoals overwogen, het bezoek aan de cafetaria plaats.
In [automerk 1] vond het volgende gesprek, zoals overwogen tussen [verdachte] en [medeverdachte] , plaats:
“(…)
10:39 uur (…)
[voornaam medeverdachte] : Waar ga je nou heen dan
[voornaam verdachte] : Den Bosch (…)
12.01 uur
(…) [voornaam verdachte] ziet iets moois lopen, de auto wordt gekeerd. [voornaam verdachte] schat in dat ze haar zo op één van die galerijen gaan zien. [voornaam verdachte] zegt tegen [voornaam medeverdachte] dat ze moeten blijven zitten. [voornaam medeverdachte] zegt dat ze ook door kan lopen. [voornaam verdachte] zegt dat dat niet zo is. De flat is vier hoog.
09-08-2017 12.07 uur
[voornaam verdachte] : ik zie haar niet meer
[voornaam medeverdachte] : ja [voornaam verdachte]
: kijken op wat voor nummer ze er in gaat
Er slaat een autodeur dicht en korte tijd later nog een.
Er komt iemand de auto in en de motor wordt gestart. Het lijkt er op dat de auto ergens anders neer wordt gezet.
De persoon stapt de auto uit en de autodeur slaat dicht.
09-08-2017 12.19 uur
Deur gaat open.
Te horen is dat [voornaam verdachte] roept: trippel door!. Vervolgens wordt er motor gestart en rijdt de auto. Het alarm van de autogordel piept
[voornaam medeverdachte] stapt in en zegt : 50 gram hoor
[voornaam verdachte] : he
[voornaam medeverdachte] ; 50 grammetjes
[voornaam verdachte] : we moeten hier weg nou hè (…)
[voornaam medeverdachte] : we hebben toch handgeld aju
[voornaam verdachte] : wat een kankerlijer hè, die heb lobie (fon) hoor
[voornaam medeverdachte] ; nee
[voornaam verdachte] : die heb wel een paar meier of een rooitje hoor .geloof mij maar, doe je gordel om
[voornaam medeverdachte] : ze vertrouwde ons al meteen niet meer
[voornaam verdachte] : hè ...(ntv)
[voornaam verdachte] : waarheen [voornaam medeverdachte] ... (ntv)
[voornaam medeverdachte] ; ergens anders heen
[voornaam verdachte] : ja ik moet hier weg, linksaf?
Ze moeten daar weg. [voornaam medeverdachte] zegt dat [voornaam verdachte] rustig moet rijden. [voornaam verdachte] vroeg of ze buiten stond. [voornaam medeverdachte] zegt van niet, ze stond binnen bij de buurvrouw. [voornaam verdachte] zegt dat de wouten hier zo zijn. [voornaam medeverdachte] zegt dat de wouter daar al rijden. voor hen, in een busje. [voornaam verdachte] zegt wat een kankerzooi he, waar gaan ze heen.
[voornaam medeverdachte] : doe de jas even uit,
[voornaam verdachte] : ja ik doe hem uit
[voornaam medeverdachte] : signalement, zeggen ze blauwe jas, dezelfde Jas, daarom zeg ik altijd, doe even de jas uit.
[voornaam verdachte] : dat klopt, dat klopt
[voornaam verdachte] : doe jij hem ook uit
[voornaam medeverdachte] : ja rijden ...hou die auto in de gaten, stop hier even zo direct
[voornaam verdachte] : nee jongen stap uit, trek hem uit kerel, je kan hem toch uit trekken.
[voornaam medeverdachte] : stop even hier
[voornaam verdachte] : Waarom
[voornaam verdachte] en [voornaam medeverdachte] trekken allebei de jas uit. Volgens [voornaam medeverdachte] staan de wouten nog bij de stoplichten. [voornaam verdachte] ziet ze rijden en zegt dat hij dezelfde kant op moet Ze nemen een andere weg.
[voornaam medeverdachte] : je bent er toch geweest [voornaam verdachte] , dan kun je best een armbandje mee nemen van 40 gram of 50 gram, das niet veel maar toch handgeld effe.
[voornaam verdachte] zegt dat er een motoragent aan komt, maar die heeft geen aandacht voor hun. [voornaam medeverdachte] zegt. Ja die gaaf nu bellen, die mist het armbandje. [voornaam medeverdachte] zegt 40 gram, wat denk jij [voornaam verdachte] . [voornaam verdachte] denkt 400 de man. (…)”. [67]
De rechtbank overweegt hier dat het gesprek niet alleen qua tijdstip, maar opnieuw ook op detailniveau aansluit bij de aangifte. Er wordt onder meer gesproken over vier hoog en de armband. Gelet op dit voorgaande acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] – welke voornamen ook opnieuw terugkomen – zich samen schuldig hebben gemaakt aan diefstal van de destijds 83-jarige [aangeefster 5] .
De rechtbank wijst nog op een opvallend detail uit dit gesprek, namelijk de blauwe jassen die ze uit moet trekken. Er wordt namelijk bij het signalement altijd een blauwe jas genoemd, aldus [medeverdachte] .
[adres aangeefster 6] en [adres aangeefster 7] Arnhem
Vervolgens heeft bij [aangeefster 6] en [aangeefster 7] een tweetal incidenten plaatsgevonden.
[aangeefster 6] , geboren op [geboortedatum aangeefster 6] , heeft verklaard dat zij samen met haar bovenbuurvrouw [aangeefster 7] aan [adres aangeefsters 6 en 7] in Arnhem woont. [aangeefster 6] woont op [huisnummer aangeefster 6] , [aangeefster 7] op [huisnummer aangeefster 7] . Ze hebben een gezamenlijke voordeur.
Op 9 augustus 2017 omstreeks 15:00 uur kwamen [aangeefster 7] en [aangeefster 6] thuis. [aangeefster 6] stond haar boodschappen uit te ruimen, toen vervolgens de bel van de voordeur ging. [aangeefster 6] deed de deur open en zag twee mannen van rond de vijftig jaar oud staan. Ze hadden een flink postuur en droegen allebei dezelfde soort jas. Eén van de twee mannen was groter dan de ander.
De grotere man zei dat ze van de politie waren en dat er bij hen was ingebroken. De mannen zeiden dat ze vingerafdrukken wilden komen nemen. [aangeefster 6] liet daarop de mannen binnen. De grotere man bleef beneden, de kleinere man liep naar boven. De grotere man vroeg [aangeefster 6] of zij haar waardevolle spullen – sieraden en geld – nog had. [aangeefster 6] liep met de man naar de kast in de gang, waar onder een stapel boeken een envelop met geld lag. In die envelop bevond zich € 4.500,-, aangeefster had het de avond ervoor nog geteld. Toen [aangeefster 6] zag dat de envelop er nog lag, zei ze dat ze haar spullen nog had. De grotere man pakte de boeken vast en legde deze weer terug op de stapel. Hij zei dat [aangeefster 6] goed moest kijken of de deuren nog goed werkte. Ineens riep de man zijn “kameraad” die boven was. [aangeefster 6] kreeg een raar gevoel en vond de mannen zenuwachtig. Ineens liepen de mannen naar de voordeur en renden ze samen de woning uit. Ze zag dat de grote man de envelop met haar geld bij zich had. De envelop was weg. [68]
Later verklaarde [aangeefster 6] nog dat zich in de envelop nog twee of drie opgevouwen enveloppen bevonden. Het waren enkel bankbiljetten van vijftig euro. [aangeefster 6] zag de mannen in een auto stappen. In het kenteken zat volgens [aangeefster 6] een X, [69] wat ook past bij [automerk 1] .
Aangeefster [aangeefster 7] , geboren op [geboortedatum aangeefster 7] , heeft verklaard dat er op 9 augustus 2017 omstreeks 14:45 uur twee mannen door haar benedenbuurvrouw
[aangeefster 6] binnen waren gelaten. De dove [aangeefster 7] stond voor de trap die naar boven, naar haar woning, gaat en zag ineens een man langs haar heen naar boven lopen. [aangeefster 7] vroeg de man of hij een fles druivensap voor haar wilde openen, wat hij ook deed. Vervolgens zag [aangeefster 7] de man naar de eerste etage en naar de zolder lopen. Vrij snel daarna zag ze hem weer naar beneden gaan. De benedenbuurvrouw van [aangeefster 7] vertelde [aangeefster 7] dat de mannen hadden aangegeven van de politie te zijn. Bij [aangeefster 7] aan de [adres aangeefster 7] in Arnhem was niets weggenomen. [70] Door [aangeefster 6] werd nog aanvullend verklaard dat haar buurvrouw, [aangeefster 7] , van Joodse komaf was. Ze verklaarde verder dat haar bovenbuurvrouw heel veel zilverwerk in huis had en de buurvrouw zeer doof was. De verbalisant nam zelf nog waar dat [aangeefster 7] een pruik droeg. [71]
[automerk 1] met [kenteken 4] werd op 9 augustus 2017 omstreeks 14:44 uur tot en met 14:51 uur als stilstaand ter hoogte van [adres 11] in Arnhem geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer vijfendertig meter van de woning aan [adres aangeefsters 6 en 7] in Arnhem. [72] Opnieuw wordt [automerk 1] omstreeks het tijdstip van een feit in de nabijheid van de woning(en) aangetroffen.
In [automerk 1] zijn op 9 augustus 2017 – zoals overwogen met [verdachte] en [medeverdachte] als inzittenden – de volgende gesprekken opgenomen:
“(…) 14.04 uur ... (ntv)
[voornaam medeverdachte] : al die ouwelui he, ze wonen allemaal alleen hè, allemaal een kluisje thuis hè. ...(ntv) (…)
14.14 uur
[voornaam medeverdachte] : die heb ook lobie (ton) binnen, die heb lobie binnen hé
[voornaam verdachte] : kijk hier twee oudjes aan komen ahhhhh
[voornaam medeverdachte] : ahhh [voornaam verdachte]
: ahhhh, ja dat is een Jodinnetje. Wat een joekel er bij. Ook twee gekken [voornaam medeverdachte] (ntv). Ze heb een pruik op die achterste.
[voornaam medeverdachte] : rij er langs op, rij er langs op.
Motor gaat aan. Door de ruis is niet te verstaan wat er gezegd wordt.
De motor gaat uit
[voornaam medeverdachte] : ja wat wil je nou
[voornaam verdachte] : ik pak die andere twee
[voornaam medeverdachte] : stappen ze nou in de auto of niet
[voornaam verdachte] : ja ze gaat al naar huis, maar volgens mij woont dat kleintje bij ons daar hoor. Dat kleintje, weet je waar
dat kleintje woont? Die woont dicht bij de La Conette (fon), dat denk ik dat zij dat is, die heb ik een paar keer in de stad zien lopen
[voornaam medeverdachte] : zou het?
[voornaam verdachte] : ik denk het haast wel(ntv)
[voornaam medeverdachte] : wie wil je nou hebben, die Volvo of die andere
[voornaam verdachte] : nee deze jongen
De motor wordt weer gestart. (ntv)
[voornaam medeverdachte] : ze gaan rijden, ze gaan rijden, deur dicht
Autoportieren gaan open en dicht.
Deels niet te verstaan door de ruis op de achtergrond.
[voornaam medeverdachte] zegt dat ze lbie (fon) thuis hebben. [voornaam verdachte] ziet er weer twee aan komen. [voornaam medeverdachte] ziet ze ook.
09-08-2017 14.19 uur
[voornaam verdachte] : dan is ze zo doof als een kwartel
[voornaam medeverdachte] : ja dat is zij, dat is zij, ja dat is zij, die woont daar, weet je waar die woont, op Sonsbeek,dat is haar toch, die jij zei, boven, in dat bovenhuis
[voornaam verdachte] : ja (ntv)
[voornaam medeverdachte] : ja, dat is zij, dat is ze
[voornaam verdachte] : Ja, bij de La Conette (fon) (ntv)
[voornaam medeverdachte] : ja dat is zij (…) Er is motorgeluid te horen en een richtingaanwijzer die aan en uit gaat.
[voornaam medeverdachte] : Die heeft wel een hoop boodschappen gedaan zeg, die woont op d’r eige
09-08-2017 14.24 uur
[voornaam medeverdachte] zegt, richting Sonsbeek. De rest van het gesprek is niet te verstaan door de ruis op de achtergrond. [voornaam medeverdachte] zegt dat het ook een vriendin kan zijn van haar. [voornaam medeverdachte] zegt dat ze lobie (fon) binnen heeft. [voornaam medeverdachte] zegt, als het twee zusters (ntv) dan is het mooi. (…)
09-08-2017 14.33 uur
De motor wordt gestart. [voornaam medeverdachte] zegt dat ze moeten kijken waar ze heen gaan. (…)
[voornaam medeverdachte] : Ja maar ze hebt (ntv) voorkant (ntv)achterkant
[voornaam verdachte] : ik heb ze toen een keer gebeld en dat wijf woont beneden en die andere woont boven, luister eens, woont die ene wijf beneden, meneer, mevrouw mevrouw heb zoveel zilver boven staan voor een kapitaal dat wilt u niet weten meneer. Dat wilt u niet weten. (…)
14:40 uur (…)
[voornaam medeverdachte] : rij maar weg [voornaam verdachte]
: nee, ik wil hem nou poten, ik weet hoe ze zijn, hier ligt een kapitaal dat weet ik zeker
[voornaam medeverdachte] : wat zijn die (ntv) aan het doen daar jongen
[voornaam verdachte] : zijn ze er nog, wat zijn ze aan het doen dan [voornaam medeverdachte]
Er gaat een portier open en dicht (…)
[voornaam medeverdachte] : ja ze woont boven
[voornaam verdachte] : die ene woonde boven [voornaam medeverdachte] , zal ik de kanker krijgen, ik lieg, ik zei toch dat ik ze ken, ik ben toch niet
achterlijk of wel. ik heb ze toch gebeld met [naam 1] . Voor een kapitaal aan zilver staat daar boven [voornaam medeverdachte] , voor tonnen
[voornaam medeverdachte] : en woont zij beneden
[voornaam verdachte] : dat denk ik dat zij beneden woont ja, voor tonnen aan juwelen staat er, zij kwam, zij was net zo doof die vrouw als (ntv) (…)
09-08-2017 14.43 uur
(…) Ze zoeken een plek om de auto neer te zetten. [voornaam verdachte] zegt dat ze niet te lang moeten wachten. [voornaam verdachte] vraagt of ze er daar nog uit kunnen. [voornaam verdachte] vraagt of er een camera staat. [voornaam verdachte] zegt tegen [voornaam medeverdachte] dat de achterdeur nog los staat, kom. De motor wordt uitgezet en de portieren gaan open.
09-08-2017 14.52 uur
Portier gaat open. [voornaam verdachte] stapt in en roept naar [voornaam medeverdachte] .
De motor wordt gestart
[voornaam verdachte] : (ntv) nou door! (…)
[voornaam medeverdachte] : voor hetzelfde geldt, schrijven ze het nummer op jongen
[voornaam verdachte] : jongen ze gaan het nummer toch niet op nemen of niet, die vrouw is 80 jaar (…)
[voornaam verdachte] : één envelop of wel, twee enveloppen
Ntv
[voornaam verdachte] : hier zit er nog één, hier zit er nog één in jongen
[voornaam medeverdachte] denkt dat 'ze' de auto heeft gezien. (…) [voornaam verdachte] zegt dat 'ze het niet op had kunnen nemen omdat 'ze' te oud is. [voornaam medeverdachte] hoorde' haar' nog iets zeggen van "pak hem pak hem". [voornaam medeverdachte] is aan het tellen.
[voornaam medeverdachte] : 71
[voornaam verdachte] : hoeveel is dat 3600
[voornaam medeverdachte] : hoe zag je dat?
[voornaam verdachte] : ze liet het zien [voornaam medeverdachte] , nou, toen zeg ik nou, dan loop ik even naar boven, nou, (ntv) toen vertrouwde ze
het niet meer. Nee, jij gaat het pakken zegt ze, nee toen zeg ik, (ntv) ga naar beneden
[voornaam medeverdachte] : ze liep achter jou (ntv)
[voornaam verdachte] : bij dat wijf boven ligt nog tien keer meer, daar ligt zoveel goud daarboven zegt ze (ntv)
[voornaam medeverdachte] : (ntv) doe niet zo zenuwachtig, die vrouw werd zenuwachtig
[voornaam verdachte] : ach jongen, ik weet toch waar het ligt (…)
[voornaam medeverdachte] : (ntv) er lag veel meer (…)
[voornaam medeverdachte] : Lag d'r niet meer dan een (1) envelopje
[voornaam verdachte] : Een (1) envelopje [voornaam medeverdachte] (ntv) (…)
[voornaam verdachte] : hoeveel waren het er nou,70?
[voornaam medeverdachte] : volgens mij 71
[voornaam verdachte] :71,60 is 3ruggen, 10 is 5, ja 20 is 1000, 40, 60 is 3, dat is ehh
[voornaam medeverdachte] ; ja drie en een halve rug
[voornaam verdachte] : hè, ja drie en een halve rug, tel eens gewoon zo dan (…)”. [73]
Gelet op het tijdstip van het gesprek en de details die overeenkomen met de aangiftes – twee “oudjes”, een “jodinnetje”, een pruik, doofheid, het beneden en boven wonen van de dames, het zilverwerk en tot slot de enveloppen (zoals weggenomen bij [aangeefster 6] ) – acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] over de incidenten aan [straatnaam aangeefsters 6 en 7] hebben gesproken. Hierbij is de term “poten” in relatie tot babbeltrucs gebruikt.
Op 9 augustus 2017 omstreeks 16:15 uur is nader forensisch onderzoek in de woning(en) aan [straatnaam aangeefsters 6 en 7] gedaan. Hierbij is een spoor aan het randje van het kastdeurtje met daarin ook boeken – waar je het deurtje kon vastpakken – in de gang van de benedenwoning van [aangeefster 6] veiliggesteld (SIN: AAFJ1092NL). In de koelkast van de bovenwoning is een fles druivensap aangetroffen. Op de buitenzijde van deze schroefdop is eveneens een spoor veiliggesteld en gewaarmerkt (SIN: AAFJ1105NL). [74] De rechtbank overweegt dat het hier gaat om contact- en dadersporen, nu de man boven deze fles op verzoek van [aangeefster 7] heeft geopend en de envelop(pen) uit het genoemde kastje – dat via de rand kan worden geopend – in de benedenwoning zijn weggenomen.
Er is nader DNA-onderzoek naar deze sporen verricht. Van de bemonstering eindigend op 1092#01 (kastdeurtje gang, randje rechterdeur) is een Y-chromosaal DNA-profiel verkregen. Dit profiel matcht met [verdachte] . Het gaat om een relatief geringe hoeveelheid mannelijk DNA naast een relatief grote hoeveelheid DNA van een onbekende vrouw. Er is gekeken naar de bewijskracht van de match. Daarbij zijn de resultaten, aldus het NFI, zeer veel waarschijnlijker (10.000 tot 1.000.000 keer) als het mannelijk DNA in de bemonstering afkomstig is van [verdachte] of een in de mannelijke lijn aan hem verwante man dan van een willekeurig (niet in de mannelijke lijn verwant) gekozen man. Het DNA-profiel op de schroefdop van de fles matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard, [75] de hoogste mate van zekerheid. Gelet op al het voorgaande in samenhang bezien en in het bijzonder ook de overige bewijsmiddelen die in de richting van [verdachte] wijzen, acht de rechtbank de alternatieve verklaring voor het DNA – inhoudende dat de broer van [verdachte] hier is geweest – niet aannemelijk geworden.
Tot slot gaat de rechtbank in op het gebruik van de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte] . In geval van [verdachte] , het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] , is het laatste contact voor de incidenten op 9 augustus 2017 om 09:14:08 uur geweest. Hierbij is de telefoonmast aan de Utrechtseweg 310 in Arnhem aangestraald. Het eerste contact na de incidenten is om 15:06:34 met [(ex-)partner verdachte] (telefoonmast Oude Oeverstraat 120 Arnhem). Voor [medeverdachte] , het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] , geldt dat het laatste contact voor de incidenten om 08:39:20 uur is geweest. Het eerste contact na de incidenten is om 16:34:25 uur. Tussentijds wordt de telefoon door een ander, naar waarschijnlijkheid [naam 3] , opgenomen. [76]
Gelet op al dit voorgaande en in het bijzonder:
  • de modus operandi (met onder andere ook de telefoons die thuis blijven en dan uit worden gezet);
  • [automerk 1] die omstreeks het tijdstip van de feiten in de nabijheid van de woningen wordt geregistreerd;
  • het gesprek van [verdachte] en [medeverdachte] waarin er zowel voor als na de feiten over de uitvoering wordt gesproken en waarbij ook geld wordt geteld;
  • de dadersporen met daarop het DNA van zowel [verdachte] (kastdeurtje) als [medeverdachte] (fles);
acht de rechtbank bewezen dat de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] zich ook schuldig hebben gemaakt aan de diefstal van de destijds 84-jarige [aangeefster 6] en de poging daartoe bij de destijds 92-jarige [aangeefster 7] . De omstandigheid dat er een tweede auto is gezien, doet daar naar het oordeel van de rechtbank niets aan af.
Voor wat betreft het medeplegen zal zij daar na de bespreking van de verschillende feiten nader op ingaan.
Met betrekking tot feit 22 (zaak 37: [adres aangever 3] Deventer)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 22 primair tenlastegelegde kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is opgemerkt dat het niet ondenkbaar is dat verdachte de auto heeft uitgeleend aan zijn broer, [naam 2] of [medeverdachte] .
Beoordeling door de rechtbank
[aangever 3] , geboren op [geboortedatum aangever 3] , woont samen met [vrouw aangever 3] , geboren op [geboortedatum vrouw aangever 3] , aan [adres aangever 3] in Deventer. Aangever verklaart over twee mannen die op 31 augustus 2017 omstreeks 11:00 uur bij hen zijn geweest. Kort ervoor was naar de vaste telefoonlijn van aangever, [telefoonnummer aangever 3] , gebeld. Het was een inspecteur van de politie die zei dat er was ingebroken en dat hij even langs wilde komen. Het was een verhaal over een kluis, een sleutel en Bulgaren, aldus aangever.
Ongeveer twee minuten later werd er bij de woning aan [adres aangever 3] in Deventer aangebeld. De man vertelde dat ze van de politie waren. Zijn collega stond buiten en had een soort portefeuille met een penning en een pasje met zijn foto erop. De mannen van in de 50 hadden allebei een donkerblauwe (uniform)jas aan en hadden een zwarte auto bij zich die op de hoek stond geparkeerd.
Aangever ging voor de zekerheid bij de kluis kijken. Over de kluis in de kelder heeft aangever verklaard dat hier niets van waarde in lag. Dit had hij ook meermalen richting de mannen aangegeven. Eén van de mannen was met aangever meegelopen, maar was op verzoek van aangever boven blijven staan. De andere man bleef bij zijn vrouw en liep zenuwachtig heen en weer. Deze man droeg donkerblauwe gympen met een witte rand langs de zool. Het waren allebei “normale stevige kerels”. [vrouw aangever 3] verklaart nog dat de man bij haar meermalen zei: “Rustig maar, u hoeft niet bang te zijn”. Hij keek daarbij veel rond, met name naar het kastje met het zilver. Ze kreeg er een onbestemd gevoel van. De ene man drong zich echt in de woning, langs hun heen, aldus [vrouw aangever 3] . Hij was niet binnen gevraagd. De mannen waren ongeveer tien minuten in de woning geweest. Er was niets weggenomen. Na het vertrek van de mannen belden ze de politie. [77]
De rechtbank overweegt dat in de voorgaande aangiftes ook meermalen blauwe jassen terugkomen. Uit de OVC-gesprekken volgt ook dat deze jassen aan dan wel uit worden getrokken. Verder is bijvoorbeeld ook [aangever 2] ( [adres aangever 2] Amsterdam) kort voor het bezoek van de mannen telefonisch gebeld. Opvallend is verder dat
ook door [aangeefster 4] ( [adres aangeefster 4] Veghel) is verklaard over een man die herhaaldelijk zei dat zij niet bang hoefde te zijn. Tegenover [aangeefster 1] ( [adres aangeefster 1] Nijmegen) is ook gesproken over Bulgaren. Daarmee is niet alleen sprake van dezelfde modus operandi, maar ook van een aantal zeer specifieke overeenkomsten met de overige feiten.
De woning van aangevers is gelegen aan [adres aangever 3] in Deventer. De eerste zijstraat van de rij woningen – met onder meer de woning van aangevers – is [straatnaam 2] . Langs de rijbaan van [straatnaam 2] zijn parkeervakken. [78] Niet alleen onder [automerk 1] , maar ook onder [automerk 2] met [kenteken 2] is een baken geplaatst. Zoals overwogen, is deze auto onder meer door [verdachte] gebruikt.
Op 31 augustus 2017 is [automerk 2] met [kenteken 2] omstreeks 10:57 tot en met 11:03 uur stilstaand ter hoogte van [straatnaam 2] [huisnummer 2] in Deventer geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer vijftig meter afstand van de woning aan [adres aangever 3] in Deventer. [79] Door het baken is [automerk 2] met [kenteken 2] op 31 augustus 2017 ook eerder, van 10:04 tot en met 10:08 uur, stilstaand bij het Shellstation De Somp 7381 AZ Klarenbeek aan de A50 geregistreerd. De bestuurder van deze auto is op de camerabeelden te zien en herkend als [verdachte] . [80] Voor wat betreft de herkenningen verwijst de rechtbank naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [automerk 2] met [kenteken 2] ook kort voor het feit in gebruik is geweest bij [verdachte] . De alternatieve verklaring van [verdachte] op dit punt acht de rechtbank dan ook niet aannemelijk.
De rechtbank overweegt verder dat de voornoemde [automerk 2] met [kenteken 2] op 31 augustus 2017 van 12:19 tot 12:34 uur ook stilstaand is geregistreerd nabij het plein Oranjeweg/Groenestraat in Rheden. Op de Groenestraat 75 in Rheden bevindt zich Fiets Service Rheden, voorzien van een bewakingscamera met zicht op voornoemd plein. Op de beelden is te zien dat omstreeks dit tijdstip een donkerkleurige auto, mogelijk een [automerk 2] , komt aanrijden en vervolgens parkeert. Zowel de bijrijder als de bestuurder stapt uit. Omstreeks 12:34-12:35 uur (de camerabeelden lopen één tot twee minuten voor) stappen de lange man (aan de bestuurderszijde) en de kleinere man (aan de bijrijderszijde) weer in. [81] Hoewel hier geen herkenningen hebben plaatsgevonden passen de beschrijvingen van deze mannen – ook in samenhang met de registratie van het baken – wel bij de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] .
Er is niet alleen onderzoek gedaan naar de auto, maar ook naar het telefoonnummer dat aangever heeft gebeld. Het gaat hierbij om [telefoonnummer 4] , een informatienummer van KPN, dat om 10:56 uur – enkele minuten voor het bezoek van de mannen – naar het nummer van aangever eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer aangever 3] heeft gebeld. De informatiedienst van KPN kan telefoonnummers bij adressen zoeken en verstrekken.
Vervolgens is bekeken welk nummer zich door het voornoemde KPN-informatienummer met aangever heeft laten doorverbinden. Het gaat hierbij om [prepaid telefoonnummer] van aanbieder Lebara. Met deze telefoon is op 31 augustus 2017 veelvuldig naar de informatiedienst 1888 van KPN gebeld. Gedurende de dag straalt het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers prepaid telefoonnummer] verschillende masten aan, achtereenvolgens betreft het: Arnhem, Velp, Heteren, Deventer, Rheden, Arnhem, Velp en Arnhem. Over de dag verspreid wordt er meerdere keren naar telefoonnummers behorend bij verschillende adressen, waaronder aangever, gebeld. Het gaat telkens om bewoners van adressen die bejaard zijn. Het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers prepaid telefoonnummer] is alleen op 31 augustus 2017 gebruikt. [82] Dit past bij de eerdere werkwijze van [verdachte] en [medeverdachte] met de telefoon eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 3] . Verder past het ook bij de reisbeweging van de telefoon bij de registraties van [automerk 2] , welke aan [verdachte] en [medeverdachte] is te linken.
Tot slot overweegt de rechtbank over de telefoonnummers van [verdachte] , eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] , en [medeverdachte] , eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] , het volgende. Voor [verdachte] geldt dat er om 08:41:19 uur een gesprek plaatsvindt met [medeverdachte] , waarin [medeverdachte] doorgeeft precies om 09:05 uur bij [voornaam verdachte] te zijn. Het eerste contact daarna is dat [verdachte] om 15:32:20 uur zijn voicemail afluistert. In geval van [medeverdachte] is het eerste contact na het gesprek met [verdachte] om 15:51:04 uur met een NN-man. [83] Dit past vervolgens ook bij het feit dat [verdachte] en [medeverdachte] ongeveer een uur later samen bij het tankstation in Klarenbeek zijn gezien en hebben gereisd.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
  • het gaat om een soortgelijke modus operandi met naast de blauwe jas als veelvoorkomend onderdeel van het signalement ook opvallende overeenkomsten met de feiten aan [adres aangever 2] in Amsterdam, [adres aangeefster 4] in Veghel en bijvoorbeeld [adres aangeefster 1] in Nijmegen;
  • [automerk 2] met [kenteken 2] omstreeks het feit in de nabijheid van de woning is geregistreerd;
  • deze auto aan [verdachte] kan worden gelinkt;
  • de telefoon met het nummer eindigend op [laatste vier cijfers prepaid telefoonnummer] op dezelfde wijze wordt gebruikt als de telefoon eindigend op het nummer [laatste vier cijfers telefoonnummer 3] (incident aan [adres aangever 2] ) en via de reisbewegingen ook aan [automerk 2] is te linken;
  • deze personen vervolgens bij de aangevers zijn geweest en actief op zoek zijn geweest naar geld of waardevolle goederen; en tot slot
  • een alternatieve verklaring niet aannemelijk is geworden,
acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] zich ook hier schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke poging diefstal van de destijds 84-jarige [aangever 3] en 80-jarige [vrouw aangever 3] . Op het medeplegen zal de rechtbank nog nader ingaan.
Vanaf hier zal de rechtbank de volgorde van de feiten hanteren.
Met betrekking tot feit 1 (zaak 1: [adres aangeefster 8] Amsterdam):
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is door verdachte een alternatieve verklaring voor de aanwezigheid van de vingerafdruk gegeven.
Beoordeling door de rechtbank
[aangeefster 8] , geboren op [geboortedatum aangeefster 8] , heeft verklaard dat zij op 29 juni 2016 omstreeks 12:00 uur boodschappen heeft gedaan. Toen zij terug liep naar haar woning aan de [adres aangeefster 8] in Amsterdam, zag zij dat er een man met haar mee liep. De man zei dat hij van het brandpreventieteam was en dat hij in de woning van aangeefster wilde kijken of alles brandveilig was. Aangeefster had hierover ook eerder een brief ontvangen. De man liep met aangeefster mee naar binnen, waar hij vervolgens in haar sieradendoosjes aan het kijken was. Haar sieraden bevonden zich in een ingebouwde kledingkast in de slaapkamer. Aangeefster bewaarde daar ook haar geld. Haar geld, een bedrag van € 200,00, zat in een portefeuille in een schoenendoos. De man was alles aan het doorzoeken, aldus aangeefster. Toen de man vertrok, keek aangeefster in haar kast en zag ze dat het geldbedrag van € 200,00 weg was. [84]
Op 29 juni 2016 om 15:45 uur werd aan de binnenzijde van de kastdeur (ongeveer tien centimeter van het sleutelgat) in de slaapkamer van aangeefster een dactyloscopisch spoor aangetroffen. Dit spoor (
hierna: een vingerafdruk) werd veiliggesteld en voorzien van SIN AAIY2742NL. [85] Gelet op de verklaring van aangeefster en het tijdstip van aantreffen – kort na het feit – is de rechtbank van oordeel dat het hier gaat om een daderspoor.
Vervolgens is door de politie een vergelijkend onderzoek uitgevoerd. De vergelijking van deze vingerafdruk met vingerafdrukken/handpalmen in het zoeksysteem van de politie heeft geleid tot een match (individualisatie) met de duim van verdachte. De kans om deze mate van overeenkomst (en afwezigheid van verschillen) bij een willekeurig ander persoon aan te treffen is verwaarloosbaar klein, aldus het rapport dactyloscopisch onderzoek van de politie. [86] Het NFI heeft hierover gerapporteerd dat er een corresponderend grondpatroon en twintig corresponderende dactyloscopische kenmerken met de referentieafdruk van de duim van verdachte zijn aangetroffen. Er zijn geen verschillen waargenomen. De bevindingen van het onderzoek zijn, aldus het NFI, extreem veel waarschijnlijker wanneer de vingerafdruk afkomstig is van verdachte dan wanneer het afkomstig is van een willekeurig ander persoon. [87]
Verdachte heeft verklaard dat hij daar wellicht “een keer” binnen is geweest in verband met werkzaamheden van het klusbedrijf dat hij met [naam 2] heeft gehad. De rechtbank overweegt hieromtrent dat haar daarvan geen begin van aannemelijkheid is gebleken.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder gelet op de gebruikte modus operandi – de hulpverlener die zich bij oudere bewoners ‘naar binnen praat’ –, het daderspoor en de bewijskracht van de match met verdachte, acht de rechtbank bewezen dat verdachte de man is geweest die bij aangeefster (destijds 90 jaar oud) binnen is geweest en een geldbedrag van € 200,00 heeft weggenomen.
Met betrekking tot feit 2 (zaak 4: [adres aangeefster 9] Nijmegen):
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is door verdachte een alternatieve verklaring voor de uitspraak met betrekking tot [huisnummer aangeefster 9] gegeven.
Beoordeling door de rechtbank
[aangeefster 9] , geboren op [geboortedatum aangeefster 9] , heeft verklaard dat er op 21 september 2016 tussen 12:45 uur en 13:30 bij haar woning aan de [adres aangeefster 9] in Nijmegen werd aangebeld. Toen aangeefster (na nogmaals aanbellen) de voordeur opende, stond er één man. Deze man vertelde dat hij van de politie was. Hij vertelde dat ze duizend euro hadden gevonden die gestolen zou zijn. Hij wilde controleren of er bij aangeefster ook iets was weggenomen. De man vroeg aangeefster alle plekken te laten zien waar mogelijk geld lag. De man liet een kleine zwarte portemonnee met onder meer een pasfoto en een politielogo zien. Aangeefster liet de twee mannen – ze bleken met zijn tweeën te zijn – binnen en toonde de mannen waar zij haar geld had liggen. Ze liet boven, op de eerste verdieping, twee kamers zien. In een kamer aan de voorzijde van de woning lag een portemonnee met daarin € 300,00. In een kamer aan de achterzijde van de woning lag € 100,00 in een etui (in de kast). Eén van de mannen liep vervolgens zonder aangeefster naar de zolder. Hierna ging aangeefster zelf nog met de mannen naar de kelder, waar zij een etui met € 900,00 aan de mannen liet zien. Ze vertelde de mannen dat het haar ‘spaarpotje’ was. Kort daarna vertrokken de mannen. Nadat aangeefster argwaan kreeg en de politie belde, controleerde zij de plekken waar zij met de mannen was geweest. Zij kwam erachter dat al het geld, totaal € 1.400,00, was weggenomen. Verder waren er gouden sieraden van de zolder weggenomen. Op de zolder lagen minstens twee gouden horloges, armbanden en kettingen, aldus aangeefster. [88] Aangeefster voegt daar later nog aan toe dat zij naast een zilveren fotolijstje twee zilveren schakelarmbanden, een zilveren ketting en drie broches mist. [89]
[automerk 1] met [kenteken 4] is op 7 augustus 2017 om 09:35:22, 09:36:09 en 09:36:57 uur op [adressen nabij adres aangeefster 9] in Nijmegen geregistreerd. [90] Op maandag 7 augustus 2017 is – ten tijde van deze tijdstippen – het volgende gesprek in [automerk 1] , voorzien van het [kenteken 4] , opgenomen:
“(…)
Maandag 7 augustus 2017 van 09.35 uur tot 09.40 uur (…)
Hierna letterlijk weergegeven: [voornaam verdachte] = [verdachte] en [voornaam medeverdachte] = [medeverdachte] . (…)
[voornaam verdachte] ; Hier heb je een hele dinge(fon) hier heb je ook een barbecue achter hier. Hier heb ik er 1 gepoot(fon) volgens mij [huisnummer aangeefster 9] . [huisnummer aangeefster 9] , die heb ik gehad.
NN-man: Of je moet vanmiddag teruggaan dan kan ik een beetje weed ophalen.
[voornaam verdachte] : Ja wij kunnen der toch heen gaan gewoon.
NN-man: Ja je mag der van mij heen gaan.
[voornaam verdachte] : Ga jij je dingen maar doen.
NN-man; Als je me maar niet vergeet. (…)
[voornaam medeverdachte] : Wat wou je doen [voornaam verdachte] .
[voornaam verdachte] : Effen wachten die komt zo weer terug
[voornaam medeverdachte] : Wou je hier heen rijden naar dat ene kietje?
[voornaam verdachte] : Ja effen kijken ja.
[voornaam medeverdachte] : Ja had ik er maar achteraan gereden ja dan blijft hij der bij maar dat maakt niet uit.
[voornaam verdachte] : Wat een maf he wat een sufferd he.
[voornaam medeverdachte] : Als er maar een mooi .....(ntvs) ligt dan komt ie(fon) der wel achter. Hier ligt geld
hoor.
[voornaam verdachte] : He?
[voornaam medeverdachte] : Hier ligt geld.
[voornaam verdachte] : Ja 100 duizend procent dat is een kapitaal huis [voornaam medeverdachte] dat meen ik echt.
[voornaam medeverdachte] : We moeten wel snel werken hier [voornaam verdachte] hoor (…)”. [91]
Zoals overwogen (ten aanzien van [adres aangeefster 1] in Nijmegen), acht de rechtbank bewezen dat dit op 7 augustus 2017 [verdachte] en [medeverdachte] zijn geweest. Zij verwijst ook naar wat zij eerder over de stemherkenning heeft overwogen. Daar komt zelfs nog bij dat verdachte heeft erkend over [huisnummer aangeefster 9] en ‘poten’ te hebben gesproken. [92] Naast het incident bij [aangeefster 9] op [adres aangeefster 9] , zijn er geen andere incidenten op de daaropvolgend geregistreerde adressen (met [huisnummer aangeefster 9] ) van het baken (Hazenkampseweg om 09:37:44 en 09:38:31, Dingostraat om 09:39:17, Dromedarisstraat om 09:40:04 en Koedoestraat om 09:40:50) gemeld. [93] Op grond van dit voorgaande in samenhang met de bakengegevens, acht de rechtbank bewezen dat dit gesprek betrekking heeft gehad op [huisnummer aangeefster 9] van [straat adres 4] .
Verdachte heeft verklaard dat hij met het ‘poten’ van ‘ [huisnummer aangeefster 9] ’ het bestellen/eten van [huisnummer aangeefster 9] bij een Chinees restaurant heeft bedoeld. Nog afgezien van het feit dat verdachte dit niet eerder heeft verklaard, wordt in het gesprek door [voornaam verdachte] ook gezegd dat hij [huisnummer aangeefster 9] heeft gehad. Dit in combinatie met de omstandigheid dat de term ‘poten’ vaker in het dossier terugkomt als het gaat om babbeltrucs (bijvoorbeeld [straatnaam aangeefsters 6 en 7] in Arnhem), acht de rechtbank dit niet aannemelijk geworden.
Tot slot overweegt de rechtbank dat op 21 september 2016 om 08:08:47 uur het eerste contact van de telefoon van verdachte, met het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] , met zijn moeder is geweest. Het eerstvolgende uitgaande contact is om 13:43:02 uur met [naam 7] . [94] Dit ondersteunt de bevindingen van de verbalisanten in de zin dat verdachte ten tijde van de feiten telkens geen telefoon bij zich heeft gehad.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder de modus operandi – het zich voordoen als politieagenten bij een in dit geval 95-jarige bewoonster en het tonen van een zwarte portemonnee met onder meer een pasfoto en een politielogo – en het OVC-gesprek in [automerk 1] (“hier heb ik er 1 gepoot (fon), volgens mij [huisnummer aangeefster 9] . [huisnummer aangeefster 9] , die heb ik gehad”), acht de rechtbank bewezen dat verdachte dit feit samen met een ander – er was immers sprake van een gezamenlijke uitvoering – heeft gepleegd.
Met betrekking tot feit 3 (zaak 5: [adres 12] Amsterdam):
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit kan worden bewezen. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van de verdachten voldoende uit de aangifte – de modus operandi en signalementen – en de OVC-gesprekken volgt.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat zich bij de betreffende woning aan [adres 12] in Amsterdam drie incidenten hebben voorgedaan (p. 789 e.v.). Hoewel bij het incident op 25 oktober 2016 dezelfde modus operandi is gebruikt en in de OVC-gesprekken wordt gesproken over [adres 12] , het geld in huis blijven houden en de vorige keer (p. 1943 e.v.), kan naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende worden vastgesteld dat [verdachte] en [medeverdachte] bij dit specifieke incident op 25 oktober 2016 betrokken zijn geweest. De genoemde (niet zeer specifieke) signalementen maken dit niet anders. De rechtbank zal de verdachten van dit feit vrijspreken.
Met betrekking tot de feiten 4 (zaak 8: [adres aangeefster 11] Eindhoven) en 5 (zaak 9: [adres aangeefster 10] Best)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 4 en 5 primair kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is aangevoerd dat de herkenningen van de verbalisanten onvoldoende betrouwbaar zijn en niet voor het bewijs dienen te worden gebruikt. Verder kan de eventuele aanwezigheid van verdachte door zijn klusbedrijf worden verklaard. [verdachte] verklaart dat [naam 2] de feiten in zijn schoenen wil schuiven en dat hij er nooit is geweest.
Beoordeling door de rechtbank
[aangeefster 10] , geboren op [geboortedatum aangeefster 10] , heeft verklaard over twee mannen die op 11 april 2017 in haar woning aan [adres aangeefster 10] in Best zijn geweest. Op 11 april 2017 belde omstreeks 12:45 uur, aldus aangeefster, een man bij haar woning aan. Hij vertelde dat er bij aangeefster was ingebroken en vroeg of hij binnen mocht komen om te controleren of er geen waardevolle spullen waren weggenomen. De man toonde haar een (politie-)identiteitsbewijs in een zwart lederen mapje met een goudkleurig politielogo. Aangeefster liet de man binnen en de man vertelde dat er dieven door een openstaand raam naar binnen waren geklommen. Hij vroeg aangeefster waar haar waardevolle spullen lagen. Aangeefster gaf aan dat zij niets van waarde in haar woning had liggen. Ze wist ook zeker dat er geen raam open stond. Aangeefster zag dat er een tweede man binnen kwam. Nadat ze met de eerste man de achtertuin in liep en vervolgens weer binnen was, vroegen de mannen nogmaals waar haar waardevolle spullen lagen. Zij waren op zoek naar vingerafdrukken of sporen. Aangeefster gaf nogmaals aan dat zij geen waardevolle spullen had. Vervolgens vertrokken de mannen. Er was niets weggenomen. Aangeefster kan de mannen als volgt omschrijven:
“Man l: (…) Blank (…) Kort grijs haar (…) tussen de 45/55 jaar oud (…) normaal postuur (…) ca 1.90 meter lang (…) Droeg een blauwe gewatteerde jas, blauwe broek en zwarte glimmende lakschoenen (…) Zag er netjes en verzorgt uit (…) sprak accentloos ABN Nederlands
Man 2: (…) Blank (…) kort haar, niet duidelijk wat voor kleur (…) tevens tussen de 45/55 jaar oud (…) normaal postuur - iets kleiner dan man l, vermoedelijk 1.80/1.85 meter lang – droeg soortgelijke kleding als de 1e man, blauwe kleding. (…)”. [95]
[getuige 2] , de dochter van aangeefster, heeft verklaard dat zij op 11 april 2017 om 12:49 uur door haar dochter werd gebeld. Aangeefster zou, aldus de dochter van de getuige, een vreemd verhaal hebben gehad over twee mannen die bij haar waren geweest. De getuige verklaart vervolgens dat het tijdstip in de aangifte van 12:45 uur daarom niet kan kloppen, [96] het moet eerder zijn geweest.
De verklaring van [aangeefster 10] vindt onder meer steun in de verklaring van [getuige 3] , bewoner van [buuradres aangeefster 10] in Best. De getuige verklaart dat hij op 11 april 2017 thuis kwam en een auto in de straat zag. Dit betrof een nieuwe [automerk 2] . Als automonteur herkende de getuige het type auto direct. De ramen in de achterste portieren en in de achterklep van de auto waren getint. De getuige zag een man achter het stuur zitten. Ook zag hij een man bij de buren van [huisnummer aangeefster 10] – [aangeefster 10] – naar buiten komen. [97]
Zoals nog zal volgen kan [automerk 2] met ( [kenteken 1] en) getinte ruiten bij de achterportieren en de achterruit worden gerelateerd aan meerdere incidenten met babbeltrucs, zoals bijvoorbeeld in Papendrecht. Uit het voorgaande volgt dat zowel het type auto als de modus operandi past bij de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] . Dit geldt nog te meer nu het specifieke [kenteken 1] van [automerk 2] op 11 april 2017 om 09:19:08 uur op de A59, ter hoogte van Rosmalen, rijdend in de richting van ’s-Hertogenbosch is geregistreerd. [98] Verdachten [verdachte] en [medeverdachte] wonen, zoals overwogen, beiden in [plaats] .
Op 11 april 2017 is verder aangifte gedaan van een incident bij [aangeefster 11] , geboren op [geboortedatum aangeefster 11] . Zij verklaart dat op 11 april 2017 omstreeks 12:45 uur meermalen bij haar woning aan de [adres aangeefster 11] in Eindhoven werd aangebeld. Ze deed de voordeur open en zag twee mannen van ongeveer vijftig jaar voor de deur staan. Ze zeiden: “vlug vlug er wordt ingebroken bij u en de ramen zijn geopend, waar liggen uw waardevolle spullen?”. De mannen zeiden dat er spullen zouden zijn weggenomen en aangeefster snel moest gaan kijken. De mannen liepen naar binnen om samen met aangeefster te kijken naar wat zij miste. De mannen vertelden over een Marokkaan en een Algerijn die aan het inbreken zouden zijn en hadden het over vingerafdrukken. Aangeefster dacht dat het rechercheurs waren.
Aangeefster gaf aan dat zij beneden geen waardevolle spullen had, maar dat er boven iets kon liggen. Ze liepen naar boven, waarbij zij er door één van de mannen op werd gewezen dat het raam open stond. Na het incident kwam aangeefster erachter dat de kleinere man het raam had geopend. Op dat moment had deze man ook twee ringen meegenomen.
De handtas van aangeefster stond op haar slaapkamer. De mannen vroegen naar geld en goud. Aangeefster zei dat zij in haar handtas een envelop met € 2.650,- contant geld had. Ze gaf het aan de lange man. Ze zei dat ze misschien ook nog wat geld onder de vloerbedekking van de kleine kamer had liggen, het zou gaan om een paar honderd euro. De mannen bleven maar zeggen: “vlug vlug vlug! Want anders krijgt u het niet terug”. Daarop wees aangeefster nog een plek in de tuin aan waar zij een aanzienlijk bedrag aan contant geld en sieraden begraven had liggen. Het betrof ongeveer € 8.000,-. Hierna liep aangeefster nog met de mannen naar de kelder. Ze gaf aan dat er daar ook iets lag, maar zij het niet zo snel kon pakken. De mannen bleven aandringen om het vlug te doen. Hierna verlieten de mannen de woning. Na het vertrek van de mannen waren onder meer de envelop en het geld/de sieraden in de tuin verdwenen. Het ging om meerdere kettingen, ringen en een totaalbedrag van € 14.650,- aan contant geld. [99] De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de betrouwbaarheid van de berekening van aangeefster te twijfelen.
[aangeefster 11] omschrijft de mannen tot slot als volgt:
“Man 1: blanke man, ongeveer 50 tot 55 jaar oud, lange man van ongeveer 1,85 meter, donker grijs haar, (…) stevig/getraind postuur (…) net gekleed, vest/jasje, grijs/blauw (…). Man 2: blanke man, ongeveer 50 jaar oud (…) Iets kleiner dan man 1 (…) droeg een trui, grijs/blauw, stevig getraind postuur (…) praatte in een apparaatje (…)”. [100] Zowel de signalementen als de modus operandi sluiten aan bij de verklaring van [aangeefster 10] .
De woning aan [adres aangeefster 11] grenst aan de kruising met [straat 1] . [Straat en huisnummer] betreft daarbij de eerste woning die grenst aan [straatnaam aangeefster 11] . Op de beelden van de bewoner aan [Straat en huisnummer] waren omstreeks 13:04 uur (in plaats van 12:04 uur) – bestand VID-20170412-WA0000.mp4 – twee mannen te zien die uit de richting van [straatnaam aangeefster 11] liepen. De [verbalisant 5] relateert dat de personen op deze beelden voldeden aan het signalement dat aangeefster had gegeven. [101] Het gaat hierbij om beelden omstreeks het tijdstip van het feit bij [aangeefster 11] . De reisafstand tussen de woning aan [adres aangeefster 10] in Best en de woning aan de [adres aangeefster 11] in Eindhoven bedroeg negen minuten. [102]
Aan [naam 2] zijn foto’s van de beelden van de buurman van aangeefster getoond (bijlage 6). Hij herkent de personen op de beelden van [Straat en huisnummer] als [verdachte] en [medeverdachte] . [103] Dit geldt ook voor onder meer de [verbalisant 6] , die als wijkagent [medeverdachte] aan zijn gelaat en postuur en [verdachte] aan zijn postuur en zijaanzicht (met zijn grijze haar) heeft herkend. [104] Voor wat betreft de herkenningen door verbalisanten verwijst de rechtbank naar wat zij hier eerder over heeft overwogen.
Op de beelden is verder nog te zien dat [medeverdachte] dezelfde soort (
rechtbank: een blauwe gewatteerde) jas droeg als bij een observatie op 21 maart 2017. [105] Deze jas is ook specifiek door [aangeefster 10] genoemd. Verder verwijst de rechtbank ook naar het eerdere OVC-gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte] over de blauwe jassen als vast onderdeel van ‘hun’ signalement.
Tot slot overweegt de rechtbank dat op 11 april 2017 pas om 14:05:39 uur het eerste (uitgaande) contact met de telefoon van [verdachte] (nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] ) plaatsvindt. Het eerste (uitgaande) contact van de telefoon van [medeverdachte] , het telefoonnummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] , is op 11 april 2017 om 15:17:39 uur. [106] Dit ondersteunt opnieuw de bevindingen van de verbalisanten dat de verdachten ten tijde van de feiten telkens de eigen telefoon niet bij zich hebben gehad.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
- het gaat om een soortgelijke modus operandi;
- de reisbeweging van [automerk 2] – die bij meer babbeltrucs is gebruikt –past bij een ‘reis’ richting het zuiden;
- de incidenten in Best en Eindhoven kort na elkaar hebben plaatsgevonden;
- in Best ook een [automerk 2] met dezelfde specifieke kenmerken als [automerk 2] van de verdachten is gezien;
- de feiten kort na elkaar hebben plaatsgevonden en de reisafstand tussen de genoemde woningen in Best en Eindhoven slechts negen minuten heeft bedragen;
- bij het incident in Eindhoven vervolgens omstreeks het tijdstip van het feit [verdachte] en [medeverdachte] komend uit de richting van [straatnaam aangeefster 11] zijn gezien en zij passen in de signalementen zoals [aangeefster 11] heeft omschreven; en,
- een alternatieve verklaring hiervoor niet aannemelijk is geworden;
acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke diefstal van de 71-jarige [aangeefster 11] (zaak 8: [adres aangeefster 11] Eindhoven) en een gezamenlijke poging tot diefstal van de 85-jarige [aangeefster 10] (zaak 9: [adres aangeefster 10] Best, 5 primair). Voor wat betreft het medeplegen overweegt de rechtbank dat zij hier na de bespreking van de verschillende feiten op terugkomt.
Met betrekking tot feit 6 (zaak 10: [adres aangever 4] Velp)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primaire feit kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is door verdachte een alternatieve verklaring voor zijn aanwezigheid in Velp gegeven. [verdachte] heeft verklaard dat hij op 12 april 2017 op [straatnaam aangever 4] alleen even naar [naam 8] (fonetisch) toe is gegaan. Hij heeft niets met het feit te maken.
Beoordeling door de rechtbank
[aangever 4] , geboren op [geboortedatum aangever 4] , heeft verklaard dat op 12 april 2017 omstreeks 13:45 uur een man voor het raam van zijn woning aan de [adres aangever 4] in Velp, gemeente Rheden, stond. Hij tikte tegen het raam en gaf aan dat aangever naar de toegangspoort moest komen. Aangever vroeg “wie is daar?”, waarop de man iets riep van “politie”. Aangever opende de toegangspoort. De man zei: “Ik ben namens de politie hier. De politie komt straks nog, maar ze hebben vannacht bij u ingebroken”. Terwijl aangever door de eerste man aan de praat werd gehouden, kwam er een tweede man bij. De eerste man vroeg of deze tweede man toch – aangever had aangegeven dat men niet binnen was geweest – even in de woning mocht kijken. Aangever had daar geen bezwaar tegen en de tweede man liep de woning in. Hij keek rond en ging zelfs naar boven.
Aangever liep met de (
de rechtbank begrijpt: eerste) man de woning in. Hij wees de man op de kluis. De man wilde dat aangever de kluis zou openen. Aangever zei tegen de man dat hij geen waardevolle spullen in de kluis had liggen en opende de kluis niet. De tweede man verliet vrij snel de woning. Aangever liep nog met de eerste man naar boven. Weer beneden gekomen, voelde de eerste man aan een achterdeur die ineens niet afgesloten was. De man zei toen: “zie je wel, ze zijn toch binnen geweest”. Deze deur was altijd afgesloten, aldus aangever. De man bleef aandringen dat aangever de kluis zou openen, maar aangever bleef zeggen dat er niets in zat en duwde de man weg. Hierna vertrok de man. Opvallend vond aangever de gehaaste indruk die de man maakte. De mannen waren ongeveer tien minuten in de woning van aangever. Uit de woning was niets weggenomen, aldus aangever. [107]
Aangever beschrijft op de dag van het feit de eerste man als een blanke man van circa vijftig jaar oud, een fors postuur, circa 1.85 meter lang met een bruine dunne jas/meer een soort vest. De tweede man droeg qua kleding hetzelfde als de eerste man. [108]
Op de genoemde [automerk 3] (kenteken [kenteken 3] ) – welke onder meer werd gebruikt door [verdachte] – was een baken geplaatst. De auto werd op 12 april 2017 op de volgende plaatsen geregistreerd:
  • 13:30 uur: [adres in Velp] ;
  • 13:52 uur: [adres in Velp] ;
  • 13:56 uur: [adres in Velp] ;
  • 13:57 uur: [adres in Velp] ;
  • 13:58 uur: [adres in Velp] ;
  • 13:59 uur: [adres in Velp] ,
  • 13:59, 14:00 uur: [adres in Velp] ;
  • 14:01 uur: [adres in Velp] ;
  • 14:05 uur: [adres in Velp] .
Om 14:01 uur staat het voertuig vier minuten stil op [straatnaam aangever 4] te Velp. Tussen 13:30 uur en 13:52 uur heeft het voertuig tweeëntwintig minuten op [adres in Velp] stilgestaan.
Op [adres in Velp] is [bedrijf] gevestigd. Op de camerabeelden van [bedrijf] , ook wel aangeduid als ‘ [bijnaam bedrijf] ’, is om 13:28:02 (in plaats van 12:28:02) uur een man bij de kassa te zien. Deze persoon wordt herkend als [verdachte] . Om 13:28:24 (in plaats van 12:28:24) uur komt een tweede man in beeld. Deze man draagt onder meer een bruin/rode bodywarmer (over de breedte gestikt) en zwarte schoenen met een witte zool. Deze man wordt herkend als [voornaam medeverdachte] [medeverdachte] . Om 12:48:12 uur lopen [verdachte] en [medeverdachte] uit beeld. Tussen [adres in Velp] en de [adres aangever 4] in Velp ligt hemelsbreed een afstand van zeshonderd meter. [109] Verdachte heeft erkend de persoon op de beelden te zijn. [110] Dit geldt nog daargelaten wat de rechtbank eerder over de herkenningen van de verbalisanten heeft overwogen.
[verdachte] heeft verder ter terechtzitting verder verklaard dat hij omstreeks het tijdstip van het feit in de straat van [aangever 4] , de [adres aangever 4] in Velp, is geweest en daarna naar huis is gereden, [111] wat past bij de bewegingen van [automerk 3] .
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder:
  • de modus operandi die ook eerder door [verdachte] en [medeverdachte] is toegepast;
  • [automerk 3] omstreeks het tijdstip van het feit in [straatnaam aangever 4] is geregistreerd;
  • [verdachte] en [medeverdachte] kort daarvoor (met hun bezoek aan ‘ [bijnaam bedrijf] ’) aan deze auto kunnen worden gelinkt;
  • [verdachte] zelf erkent omstreeks het tijdstip van het feit op [straatnaam aangever 4] te zijn geweest en zijn alternatieve verklaring hiervoor op geen enkele wijze aannemelijk is geworden; en tot slot,
  • [verdachte] en [medeverdachte] in de omschrijving van aangever passen,
acht de rechtbank bewezen dat de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] zich ook samen schuldig hebben gemaakt aan de poging tot diefstal van de destijds 90-jarige [aangever 4] (6 primair). Op het medeplegen zal de rechtbank nog nader ingaan.
Met betrekking tot feit 7 (zaak 11: [adres aangeefster 12] Papendrecht):
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 7 kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Met betrekking tot het tonen van foto’s dan wel beelden aan aangeefster is opgemerkt dat hierbij geen waarborgen in acht zijn genomen. Verder is opgemerkt dat de herkenningen van de verbalisanten, zoals aangevoerd, niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Verder heeft verdachte een alternatieve verklaring voor zijn mogelijke aanwezigheid gegeven. [verdachte] heeft verklaard dat hij in deze periode veel heeft ‘gestrooid’, folders/kaarten heeft uitgedeeld. Mogelijk is hij daarom herkend. Verder heeft [verdachte] verklaard dat [naam 2] past in het signalement en er sprake is van persoonsverwisseling.
Beoordeling door de rechtbank
[aangeefster 12] , geboren op [geboortedatum aangeefster 12] , heeft verklaard dat zij op 18 april 2017 omstreeks 14:10 uur thuis kwam bij haar woning aan de [adres aangeefster 12] in Papendrecht. Ongeveer vijf minuten later werd aangebeld en stond er een man met grijs haar voor de deur. Hij liet een pasje met daarop politie zien en vertelde haar dat er op haar adres zou zijn ingebroken. Er zouden sieraden zijn weggenomen. Aangeefster antwoordde dat zij boven wilde kijken of haar sieraden inderdaad waren gestolen. Hierop zag zij de man naar binnen stappen en mee naar boven lopen. De man riep iets wat leek op “kom maar hoor John!”. Boven zag aangeefster dat er al iemand in de slaapkamer stond. In de slaapkamer waren al haar sieraden van de commode verdwenen. Vervolgens keek aangeefster in haar nachtkastje, waar ze niets bijzonders aan zag. Aangeefster wilde naar beneden lopen om de mannen uit haar woning te laten, maar zij besloot nog eerst even naar de kluis op het kleine kamertje te lopen. De mannen liepen met haar mee en op hun aanraden maakte aangeefster de kluis open. De mannen wilden zeker weten dat er niets uit de kluis miste. In de kluis bevond zich het geld dat aangeefster en haar man gedurende hun leven voor hun kinderen hadden gespaard. Eén van de mannen pakte in één keer al het geld, een bedrag van € 16.000,-, uit de kluis. Nog voordat aangeefster er wat over kon zeggen, gaf de man aan dat hij dit nodig had voor onderzoek. Ze hadden het ook over vingerafdrukken. Toen aangeefster daarna achter de mannen aan naar beneden liep, waren ze ineens allebei weg. Ze kreeg door dat het helemaal mis was en belde vervolgens de politie. Naast het geld uit de kluis werden diverse sieraden weggenomen, waaronder horloges, hangers, armbanden, kettingen en ringen. [112]
Op 18 april 2017 om 14:36 uur werd het voornoemde incident bij de politie gemeld. Hierbij verklaart het slachtoffer (
de rechtbank begrijpt: [aangeefster 12]) nog het volgende:
“(…)
Slachtoffer (Vrouw 2}: Ja ze zijn al een minuut of 20 weg. Twee flinke grote mannen. Maar het was politie, helemaal in het uniform. (…)
Slachtoffer (Vrouw 2): Nou een blauwe jas. Blauw. Ja blauwe was het eigenlijk. (…)
Centralist: Hebben ze allerlei sieraden meegenomen mevrouw?
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja (…)
Centralist: Hee die mannen hoe zagen die eruit. Hoe oud waren ze ongeveer? (…)
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja rond de 50. (…)
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja alle twee. Flinke mannen. (…)
Slachtoffer (Vrouw 2): Grote flinke mannen.
Centralist: Oké. Waren het blanke mannen?
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja. (…)
Centralist: Heeft u nog gezien hoe dat ze weg gingen?
Slachtoffer (Vrouw 2): Nee want toen waren ze gelijk weg. Ze zijn gelijk naar beneden, toen ze de kluis leeg hadden, gelijk naar beneden gehold. Denk ik ze hebben wel gehold. Ik ging er achterna. Ik riep nog:? meneer waar bent u?. En ze waren weg. (…)
Centralist: Is er ook nog geld meegenomen?
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja. En mijn raam staat open aan de voorkant.
Centralist: Dat was, heeft u niet zelf gedaan?
Slachtoffer (Vrouw 2): Nee dat heb ik niet zelf gedaan. (…)”. [113]
Na de melding werd de verbalisant die zich inmiddels ter plaatse bij [aangeefster 12] bevond gebeld door een collega met de mededeling dat een getuige twee verdachte personen in de richting van [straatnaam aangeefster 12] had zien lopen. Het betrof [getuige 4] die ook over camerabeelden van deze mannen beschikte. [114]
[getuige 4] , wonende aan [adres getuige 4] in Papendrecht, heeft verklaard dat via het voetpad voor zijn woning een soort pleintje kan worden bereikt en je vervolgens zo bij de achterzijde van de woningen gelegen aan [straatnaam aangeefster 12] in Papendrecht komt.
Op 18 april 2017 omstreeks 14:10 uur zag de getuige twee onbekende mannen in [straatnaam getuige 4] lopen. Zij kwamen uit de richting van de brandgang en het pleintje en liepen in de richting van [straatnaam 3] . Vervolgens stapten zij in een personenauto die bijna aan het einde van [straatnaam getuige 4] stond geparkeerd. De getuige zag dat het een donkergekleurde [automerk 2] , zwart of donkergrijs van kleur, was. Voor zover de getuige zich kon herinneren, bevond zich de [cijfercombinatie] in het kenteken. [automerk 2] was verder voorzien van een donker getinte achterruit en donker getinte ruiten in de achterportieren. [115] De rechtbank overweegt dat zowel de eigenschappen als de [cijfercombinatie] aansluit bij de eerder genoemde [automerk 2] op naam van de partner van [naam 2] .
De camerabeelden van [getuige 4] , wonende aan [adres getuige 4] in Papendrecht, zijn nader onderzocht. Hierop is onder meer het volgende waargenomen:
“18-04-2017 14;12:14. Op deze beelden is zichtbaar dat een vrouw links het beeld in komt gelopen, komende uit de richting van [straatnaam 4] . Deze vrouw loopt door de steeg in de richting van [straatnaam aangeefster 12] . Ik, [verbalisant 7] , kan deze vrouw als volgt omschrijven: (…) Oudere vrouw. (…) Grijs haar tot in haar nek. (…) Donkerkleurige rollator met daaraan vast een blauwe tas. (…) Deze vrouw zal (…) “Vrouw 1” worden genoemd. (…) 18-04-2017 14:12:42. Op deze beelden is zichtbaar dat een man links het beeld in komt
gelopen. Deze man komt tevens uit de richting van [straatnaam 4] . Deze man loopt ook via de steeg in de richting van [straatnaam aangeefster 12] . Ter verduidelijking, dit betreft dezelfde looprichting als eerder genoemde Vrouw l. Op de beelden is zichtbaar de deze man zich met versnelde looppas verplaatst. Ik, [verbalisant 7] kan deze man als volgt omschrijven:
Man l: (…) Blanke man. (…) Kort haar, licht van kleur. Zijkanten korter dan bovenop het hoofd. (…) Donkere jas tot over de heupen. Op deze jas zitten grote zakken met opvallende knopen. (…) Onder de donkere jas draagt de man een licht overhemd. (…) Donkere lange broek. (…) Donkere schoenen zonder veters. (…)
18-04-2017 14:13:17. Op deze beelden is zichtbaar dat Man l rechts het beeld weer komt inlopen. De man loopt wederom in de steeg komende uit de richting van [straatnaam aangeefster 12] en lopende in de richting van [straatnaam 4] . (…)
18-04-2017: 14:13:32 (…) kort nadat man 1 het beeld uitloopt (…)
18-04-2017 14:13:46. Op deze beelden is zichtbaar dat er links een tweede voertuig het beeld in komt rijden. Ook dit voertuig komt vanuit [straatnaam 4] en rijdt, via de openbare weg van [straatnaam getuige 4] , in de richting van [straatnaam 3] . Ik, [verbalisant 7] , kan dit voertuig als volgt omschrijven. Voertuig 2: Donker van kleur (…) Station hatchback (…) Gele kentekenplaten aan de voor- en achterzijde van. het voertuig. (…) Raam rechtsachter is donkerder gekleurd dan de ramen aan de voorzijde. (…)
18-04-2017 14:16:02. Op deze beelden is zichtbaar dat bovenin het beeld twee mannen het beeld in komen lopen, komende vanuit de richting van [straatnaam 3] . Beide mannen lopen via de eerder omschreven steeg in de richting van [straatnaam aangeefster 12] . Ik, [verbalisant 7] , herken de achterste man als de eerder omschreven Man l. Ik, [verbalisant 7] , kan de andere man als volgt omschrijven: Man 2 (…) Blanke man (…). Qua lengte langer dan Man l. (…) Kort haar, licht van kleur. (…) Donkere wenkbrauwen. (…) Donkerblauwe jas tot op de heupen. Op deze jas zitten zilveren accenten op de borst. (…) Donker grijze lange spijkerbroek. (…) Licht grijze schoenen met witte zolen. (…)
18-04-2017 14:17:09. Op deze beelden is te zien dat Man l en Man 2 rechts het beeld weer in lopen. Te zien is dat zij via de steeg, komende uit [straatnaam aangeefster 12] , het trottoir van [straatnaam getuige 4] oplopen in de richting van [straatnaam 3] . (…)”. [116] Deze beelden sluiten aan bij de tijdstippen waarover aangeefster met betrekking tot de mannen in haar woning heeft verklaard.
Er zijn foto’s van deze beelden aan de ex-partner van [verdachte] , [(ex-)partner verdachte] , getoond (bijlage 26). Zij herkent hierop [verdachte] . [117] Dit geldt ook voor [naam 2] , die op foto’s van dezelfde beelden van [straatnaam getuige 4] / [straatnaam aangeefster 12] (bijlage 4), zowel [verdachte] als [medeverdachte] herkent. [118]
De rechtbank overweegt dat de verbalisant, met [getuige 4] , ter plaatse de beelden heeft gezien en relateert dat de personen zeer goed voldeden aan het signalement dat [aangeefster 12] had gegeven. Vervolgens werden de beelden getoond aan [aangeefster 12] .
Zij gaf daarop aan dat dit de mannen waren die haar zojuist hadden bestolen. Aangeefster verklaart zelf nog dat ze de gezichten onmiddellijk van de foto herkende. [119] Gelet op het feit dat deze herkenning zeer kort na het feit heeft plaatsgevonden en ook steun vindt in de verklaringen van [naam 2] en [(ex-)partner verdachte] , ziet de rechtbank – ondanks de verklaring van aangeefster bij de rechter-commissaris – geen reden aan deze verklaring te twijfelen.
Gelet op al dit voorgaande en in het bijzonder de herkenningen van [(ex-)partner verdachte] en [naam 2] zal de rechtbank hier verder niet meer op de herkenningen van de verbalisanten ingaan.
De voorgaande bevindingen vinden ook nog steun in de registraties met betrekking tot de [automerk 2] met [kenteken 1] (en getinte ruiten), die ook vaker bij babbeltrucs is gebruikt. [automerk 2] is op 18 april 2017 om 13:44:25 uur aan het IJsselmondseplein in Rotterdam geregistreerd. Het betreft hier de toerit van de Rijksweg A16 richting Ridderkerk. Op het overzicht van ARS-registraties van [automerk 2] is te zien dat dit ook richting Papendrecht is. [120] De reistijd van het IJsselmondseplein in Rotterdam naar [straatnaam aangeefster 12] in Papendrecht bedraagt bij normaal verkeer tussen de 12 en 18 minuten. Vanaf 15:25 uur is het kenteken in Arnhem geregistreerd. [121] Zoals overwogen wonen de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] in [plaats] . Op grond van al dit voorgaande acht de rechtbank niet aannemelijk dat [verdachte] op 18 april 2017 in Papendrecht is geweest om kaarten/folders te ‘strooien’. Dit geldt nog te meer nu hier door aangeefster of de getuigen ook niet over is verklaard. Een persoonsverwisseling acht de rechtbank in verband met alle voorgaande herkenningen evenmin aannemelijk geworden.
Tot slot overweegt de rechtbank dat er op 18 april 2017 vanaf 08:58 uur tot 15:41 uur geen activiteiten op de telefoon van [verdachte] , het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] , plaatsvinden.
Het eerstvolgende gesprek is op 18 april 2017 om 15:41:55 uur. Voor de telefoon van [medeverdachte] , het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] , geldt dat het eerste (inkomende) contact om 17:09:18 uur met [voornaam verdachte] is. [122]
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
- het gaat om een soortgelijke modus operandi;
- de reisbeweging van [automerk 2] – die bij meer babbeltrucs is gebruikt – past bij een route naar Papendrecht;
- een [automerk 2] met dezelfde specifieke kenmerken als [automerk 2] van de verdachten is gezien (getinte ruiten en de [cijfercombinatie] );
- de verdachten passen in de signalementen; en vooral nu,
- [verdachte] en [medeverdachte] omstreeks het tijdstip van het feit nabij de woning zijn aangetroffen – immers op de camerabeelden te zien – en ook door aangeefster zijn herkend,
acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke diefstal van de destijds 87-jarige [aangeefster 12] . Voor wat betreft het medeplegen overweegt de rechtbank dat zij hier na de bespreking van de verschillende feiten op terugkomt.
Met betrekking tot feit 8 (zaak 22: [adres aangeefster 13] Oosterbeek):
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 8 kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Hierbij is gewezen op de fotoconfrontatie waarbij verdachte niet is herkend. Verder is opgemerkt dat het DNA-bewijs een lage bewijskracht heeft en verdachte hiervoor een eventuele alternatieve verklaring heeft gegeven.
[verdachte] heeft verklaard dat het zou kunnen dat zijn DNA op de deurklink is aangetroffen. Misschien is hij er ook wel geweest. [verdachte] ontkent dat hij in de woning is geweest.
Beoordeling door de rechtbank
[aangeefster 13] , geboren op [geboortedatum aangeefster 13] , heeft verklaard dat zij met haar man aan de [adres aangeefster 13] in Oosterbeek, gemeente Renkum woont. Ze zijn allebei van hoge leeftijd. Op 12 juli 2017 omstreeks 15:00 uur ging de deurbel en stonden er twee mannen voor de deur. De mannen stelden zich voor als politieagenten en droegen allebei een zelfde jas, een donkerblauw sportjack. De kleine man, man 1, liet zijn legitimatie (met daarop politie) zien. De mannen vertelden dat ze bezig waren met een onderzoek. De kleine man zei dat zijn collega’s iemand hadden aangehouden die heel veel geld op zak had. Deze verdachte zou mogelijk in de woning van aangeefster en haar man zijn geweest. Ook zei de man dat er misschien nog een verdachte in hun woning was. De mannen zeiden dat aangeefster meteen moest controleren of er geld of sieraden uit hun woning waren weggenomen. De kleine man zei: “Mevrouw kijkt u alstublieft meteen of uw geld er nog ligt”. Aangeefster liep met de lange man naar boven.
De lange man: “Ziet u wel ze zijn hier binnen geweest, uw raam staat open”. Aangeefster wist zeker dat ze deze ramen eerder had afgesloten. Aangeefster liet de lange man verschillende kamers zien. Op een gegeven moment liepen beide mannen weer naar beneden en de woning uit. Ongeveer vijftig meter bij de woning vandaan, stapten ze in een auto. Het betrof een donkerkleurige auto, donkerblauw of zwart, een compact type auto. Aangeefster belde de politie en constateerde dat een gouden horloge was weggenomen. Het betrof een horloge van het merk Zenith ter waarde van € 1.450,-. Tot slot verklaart aangeefster nog dat de mannen geen handschoenen aan hadden. Door aangeefster wordt man 2 als volgt omschreven: een man van ongeveer 1.80 meter lang met een normaal postuur, (hetzelfde) blauwe jack, een blanke huid en kort haar. [123]
Bij de woning aan de [adres aangeefster 13] in Oosterbeek is op 12 juli 2017 omstreeks 16:45 uur forensisch onderzoek gedaan. Hierbij is onder meer epitheel op de deurklink van de voordeur (aan de buitenzijde) veiliggesteld. Het betreft de bemonstering met SIN-nummer AAKN0461NL. [124] Naar dit spoor is nader onderzoek gedaan. Hierin is ook het DNA-profiel van [naam 2] meegenomen.
Het onderzoek aan de deurklink heeft een DNA-mengprofiel van ten minste vier personen opgeleverd. Het verkregen DNA-mengprofiel is ongeveer 600 miljoen keer waarschijnlijker als de bemonstering celmateriaal van [verdachte] en drie willekeurige onbekende personen bevat dan als de bemonstering celmateriaal van vier willekeurige onbekende personen bevat. [125] Gelet op deze mate van waarschijnlijkheid – waarbij in het geheel geen aanwijzingen richting [naam 2] zijn aangetroffen –, kan naar het oordeel van de rechtbank worden geconcludeerd dat het gaat om een bemonstering met DNA van [verdachte] .
Voor wat betreft de telefoon van [verdachte] met het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] vindt op 12 juli 2017 om 09:59:53 uur het eerste contact met [medeverdachte] (het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] ) plaats. Tussentijdse oproepen worden niet beantwoord. Het eerste (inkomende) contact na het incident is vervolgens om 16:08:35 uur. De telefoon heeft de hele dag de mast aan de Oude Oeverstraat 120 in Arnhem aangestraald. [126] Dit past opnieuw bij het uitzetten/thuis laten van de betreffende telefoon tijdens feiten.
Voor wat betreft de telefoon met het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 3] – welke telefoon zoals ten aanzien van [aangever 2] eerder is overwogen aan [verdachte] en [medeverdachte] kan worden gelinkt – heeft deze op 12 juli 2017 om 14:41 uur een zendmast aan de Lawick van Pabststraat 240 (9 minuten en 4,7 kilometer afstand van [straatnaam aangeefster 13] in Oosterbeek) en om 15:19 een zendmast aan de Groningensingel 1 in Arnhem (14 minuten en 8,1 kilometer afstand van [straatnaam aangeefster 13] ) aangestraald. [127]
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
- het gaat om een soortgelijke modus operandi – inclusief de telefoon – en auto;
- [verdachte] past in het signalement van man 2;
- het DNA van [verdachte] (met een hoge bewijskracht) op de deurklink van de woning van aangeefster en haar man is aangetroffen en een alternatieve verklaring hiervoor niet aannemelijk is geworden; en tot slot,
- de telefoon met het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 3] zoals te linken aan [verdachte] en [medeverdachte] omstreeks het tijdstip van het feit een telefoonmast in de nabijheid van de woning heeft aangestraald,
acht de rechtbank – ook tegen de achtergrond van de eerdere feiten – bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan een gezamenlijke diefstal (immers een gezamenlijke uitvoering) van de destijds 90-jarige [aangeefster 13] en haar man. De omstandigheid dat aangeefster (p. 1134 e.v.) [verdachte] niet bij de fotoconfrontatie heeft herkend doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af.
Met betrekking tot de feiten 9 (zaak 23: [adres aangeefster 14] Blaricum), 10 (zaak 24: [adres aangeefster 15] Blaricum), 11 (zaak 25: [adres aangeefster 16] Huizen) en 12 (zaak 26: [adres aangeefster 17] Hilversum):
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de feiten 9 primair, 10 primair, 11 en 12 kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. [verdachte] heeft ten aanzien van deze feiten verklaard dat hij er allemaal niets mee te maken heeft. Voor wat betreft het feit aan [straatnaam aangeefster 17] in Hilversum (zaak 26) verklaart [verdachte] dat het genoemde signalement past bij [naam 2] .
Beoordeling door de rechtbank
Op 14 juli 2017 hebben er vier incidenten plaatsgevonden, te beginnen met het feit aan de [adres aangeefster 14] in Blaricum. [aangeefster 14] , geboren op [geboortedatum aangeefster 14] , heeft verklaard dat er op 14 juli 2017 omstreeks 10:00 uur bij haar woning aan de [adres aangeefster 14] werd aangebeld. Er stond een man voor de deur. De man vertelde dat hij van de politie was en liet een kaartje met daarop de tekst “politie” zien. Het betrof een man met een blanke huidskleur, tussen de 40 en 50 jaar, grijs haar, een flink postuur en een grijs jack. De man vertelde dat ze twee inbrekers hadden aangehouden en hij wilde kijken of ze ook bij aangeefster waren geweest. Aangeefster opende de poort. Toen de man in de tuin was, opende hij de poort nogmaals en riep naar voren. Vervolgens kwam er een tweede man de tuin ingelopen. Deze man had een blanke huidskleur, was ongeveer vijftig jaar en was iets kleiner dan de eerste man. Ze vroegen aangeefster om te kijken of zij iets kwijt was. Aangeefster ging naar binnen en de mannen liepen gelijk achter haar aan. De mannen vroegen of zij geld en juwelen in huis had. Aangeefster vertelde dat zij geen geld in huis had, maar dat zij wel wat juwelen op haar slaapkamer had. Ze liet de juwelen onder de zitting van het stoeltje aan de mannen zien. Aangeefster zag op dat moment een paar sieradendoosjes liggen. In de doosjes bevonden zich de trouwringen van haar ouders en een ketting. Toen ze vervolgens op de overloop stonden, toonde één van de mannen aangeefster twee sieradendoosjes en vroeg of die van haar waren. Men had de sieradendoosjes aangetroffen bij de mannen die waren aangehouden. Aangeefster herkende de sieradendoosjes als de doosjes die zij kort daarvoor nog in het stoeltje had zien liggen. De man gaf de sieradendoosjes terug, alles zat er nog in. Eén van de mannen keek de voorkamer in en deed snel de deur – waarschijnlijk toen de politie-emblemen werden gezien – dicht. Hierna verlieten de mannen de woning. Er werden geen goederen weggenomen. [128]
[aangeefster 15] , geboren op [geboortedatum aangeefster 15] , heeft verklaard dat op 14 juli 2017 omstreeks 11:00 uur bij hun woning aan de [adres aangeefster 15] in Blaricum werd aangebeld. Er stond een man voor de deur. Hij vertelde dat hij van de politie was en liet een “kaartje” met daarop politie zien. Het betrof een man met een blanke huidskleur, een leeftijd van ongeveer vijftig jaar, een lengte van ongeveer 1,85 meter, een normaal postuur, een behoorlijk volle bos grijs haar en een donkerblauw jack. De man vertelde dat er twee mensen waren aangehouden voor een diefstal uit een woning waarbij geld en juwelen waren gestolen. Er zou vermoedelijk ook bij aangeefster en haar man zijn ingebroken, wat maakte dat de man graag in hun woning wilde kijken of dat het geval was. Aangeefster liet de man binnen en ging vervolgens, via de keuken, met de man naar de achtertuin. In de achtertuin gaf de man aan dat aangeefster wel naar binnen kon gaan. Hij zou om het huis lopen om te kijken. Toen aangeefster weer in de keuken stond, werd er opnieuw aan de voordeur gebeld. Haar man opende de voordeur. Er stond wederom een man voor de deur. Hij vertelde aan haar man dat hij van Gooilandbeveiliging was en dat hij bij de man hoorde die zij eerder hadden binnengelaten. De man toonde geen legitimatie. Terwijl aangeefster en haar man in gesprek waren met de tweede man, kwam de eerste man vanuit de zijkant van de woning aanlopen. Aangeefster en haar man liepen met de mannen naar de eerste etage. De mannen bleven steeds vragen waar zij het geld en de juwelen bewaarden. Aangeefster had geantwoord dat zij alles in een kluis op de bank bewaarden. Hierna verlieten beide mannen hun woning. Ze stapten in een donkergrijze/zwarte personenauto en reden weg in de richting van Huizen. Het kenteken begon met [cijfer] en eindigende op een [cijfer] of [cijfer] , aldus aangeefster. Er waren geen goederen gestolen. [129] Bij de rechter-commissaris verklaart aangeefster nog dat de mannen naar schatting ongeveer tien minuten binnen zijn gebleven. De melding aan de politie is om 11:15 uur geweest. [130]
Vervolgens is aangifte gedaan van een incident op 14 juli 2017 omstreeks 11:35 uur. [aangeefster 16] , geboren op [geboortedatum aangeefster 16] , heeft verklaard dat er op 14 juli 2017 omstreeks 11:35 uur bij haar woning aan de [adres aangeefster 16] in Huizen werd aangebeld. Ze zag vervolgens twee mannen staan. Ze vroegen aangeefster of zij hun politielegitimatiebewijs wilde zien. Aangeefster liet de mannen binnen. Eén van de mannen vroeg of zij sieraden in huis had. Aangeefster gaf aan dat zij dat niet had. Ze liep nog wel met één man naar de zolderverdieping. De andere man bleef achter, naar alle waarschijnlijkheid in de woonkamer. Na het vertrek van mannen ontdekte aangeefster dat uit het kantoortje naast de woonkamer een portefeuille en portemonnee met inhoud van haar inwonende [zoon aangeefster 16] zijn gestolen. Aangeefster omschrijft de mannen als zijnde tussen de 30 en 50 jaar met een blank uiterlijk, een normaal postuur, een lengte van ongeveer 1.75-1.80 meter, kort haar en donkere kleding. [131] [zoon aangeefster 16] bevestigt dat uit het kantoortje naast de woonkamer zijn portefeuille en portemonnee met inhoud zijn gestolen. [132]
Zoals overwogen werd de telefoon met [telefoonnummer 3] gebruikt door [verdachte] en [medeverdachte] . Op 14 juli 2017 om 11:48 uur werd met deze telefoon de mast aan de Crailoseweg 116 in Huizen aangestraald, [133] wat past in de reeks aan incidenten op 14 juli 2017.
Tot slot heeft [aangeefster 17] , geboren op [geboortedatum aangeefster 17] , aangifte gedaan van oplichting. Zij heeft verklaard dat op 14 juli 2017 omstreeks 13:30 uur de deurbel ging en er twee mannen voor de deur van haar woning aan de [adres aangeefster 17] in Hilversum stonden. Eén van de mannen gaf aan dat zij van de politie waren. De man zei dat er afgelopen nacht bij aangeefster was ingebroken. Ze liet de mannen binnen. Aangeefster ging naar boven en zag dat er geen sieraden waren weggenomen. Beneden stonden de mannen nog op haar te wachten. Eén van de mannen zei dat ze naar de bank moest gaan om geld op te nemen. Er werd voorgesteld om samen naar de bank te gaan. De mannen waren beleefd en zagen er netjes uit. Ze kwamen betrouwbaar op aangeefster over. Aangeefster stapte bij de mannen in de auto, waar ze naar de ’s Gravenlandweg reden. Daar pinde aangeefster om 13:51 uur een bedrag van € 1.500,- van haar rekening. Daarna pinde zij nogmaals een bedrag van € 2.000,-, en daarmee totaal € 3.500,-, bij de geldautomaat. Ze liep terug naar de mannen in de auto. Ze gaf het geld aan één van de mannen. Daarna reden ze weg. De bestuurder gaf aan dat aangeefster uit moest stappen. Ze zouden over tien minuten terugkomen. Aangeefster ging bij een bushalte zitten, omdat het regende. De mannen kwamen niet terug. [134]
De buurman van aangeefster liet de verbalisanten nog weten dat de mannen hun auto hadden geparkeerd in [straat 2] te Hilversum. Het was om de hoek van [straatnaam aangeefster 17] . Het betrof een zwarte personenauto van [automerk 1] , voorzien van het [kenteken 4] . Hij zag zijn buurvrouw in de auto stappen en hoorde de kleine man steeds roepen dat ze op moest schieten. [135]
Zoals hiervoor is aangegeven, kan [automerk 1] met [kenteken 4] in verband worden gebracht met diverse incidenten met babbeltrucs. Deze specifieke [automerk 1] met [kenteken 4] is op 14 juli 2017 om 09:22 uur op de locatie A1 Apeldoorn-Amersfoort ter hoogte van Hoevelaken geregistreerd. [136] In [automerk 1] zijn gedurende enkele weken gesprekken opgenomen, waaronder op 7 augustus 2017. Tijdens dit gesprek enkele weken na het feit, wordt het volgende – zoals overwogen – door [verdachte] en [medeverdachte] besproken:
“(…)
Maandag 7 augustus 2017 van 09.02 uur tot 09.07 uur
Maandag 7 augustus 2017 van 09.07 uur tot 09.12 uur (…)
[voornaam verdachte] ; ...(ntvs) zo'n wijf als de laatste keer als die der een rooitje of 2(fon) op heeft
staan(fon) je brengt het gewoon terug dan ken je ze ook(fon) na(fon) 2 dagen laten
gaan.
[voornaam medeverdachte] : Ja zo 1 wel.
[voornaam verdachte] : Die zet je gewoon netjes thuis af.
[voornaam medeverdachte] : Dat hadden we wel moeten doen. Die hadden we eigenlijk thuis af moeten zetten.
[voornaam verdachte] : Maar ze wist zelf de weg niet meer terug [voornaam medeverdachte] .
[voornaam medeverdachte] : Nee ik ook niet meer.
[voornaam verdachte] : Nou ja doei(fon) (…)”.
Gelet op al het voorgaande in samenhang bezien en in het bijzonder nu deze specifieke auto ook bij het incident met [aangeefster 17] enkele weken ervoor is gebruikt en het gaat om een soortgelijke modus operandi (onder meer het voordoen als politieagenten), acht de rechtbank bewezen dat hier nog wordt ‘nagepraat’ over het incident met [aangeefster 17] .
Voor wat betreft de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte] overweegt de rechtbank dat om 00:39 uur [verdachte] , het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 1] , wordt gebeld. Om 8:19:43u belt [voornaam verdachte] (stemherkenning), vanaf [telefoonnummer 5] , naar [voornaam medeverdachte] , er wordt afgesproken over een kwartier. Voor wat betreft [medeverdachte] , het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 2] , geldt dat na dit gesprek het nummer gedurende dag wordt beantwoord door Veronica. Tussentijdse oproepen worden ook door [verdachte] niet meer beantwoord. Om 15:49:02u neemt [voornaam medeverdachte] zelf weer een inkomende oproep op. Om 15:51 uur belt [verdachte] weer naar [(ex-)partner verdachte] . [137] Dit past opnieuw bij de modus operandi, waarbij [verdachte] en [medeverdachte] zich niet alleen voordoen als politieagenten, maar ook telkens hun telefoons thuis laten dan wel uitzetten. Op 14 juli 2017 is daarbij ook gebruik gemaakt van de telefoon met het nummer eindigend op [laatste vier cijfers telefoonnummer 3] .
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
  • de rijrichting van [automerk 1] past bij een reis richting Blaricum;
  • verdachten [verdachte] en [medeverdachte] passen in het signalement zoals door [aangeefster 14] is genoemd;
  • het zowel bij [aangeefster 14] als [aangeefster 15] gaat om een soortgelijke modus operandi;
  • door [aangeefster 15] een zwarte personenauto wordt gezien met [cijfer] in het kenteken, wat past bij het kenteken van [automerk 1] van [verdachte] en [medeverdachte] ;
  • de auto, aldus [aangeefster 15] , vertrekt naar Huizen en vervolgens ook het volgende feit in Huizen wordt gepleegd;
  • rondom het tijdstip van het feit in Huizen de telefoon eindigend op nummer [laatste vier cijfers telefoonnummer 3] , in gebruik bij [verdachte] en [medeverdachte] (zoals nog volgt), een telefoonmast in Huizen aanstraalt;
  • vervolgens op dezelfde dag opnieuw twee mannen zich als politieagenten melden bij [aangeefster 17] en daarbij wordt gezien dat aangeefster daadwerkelijk in [automerk 1] stapt, en tot slot
  • [verdachte] en [medeverdachte] vervolgens enkele weken praten over het “wijf “ dat ze thuis af had moeten afzetten, wat naar het oordeel van de rechtbank past bij [aangeefster 17] ,
kan naar het oordeel van de rechtbank – alles in onderlinge samenhang bezien – worden bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke poging van diefstal van de destijds 82-jarige [aangeefster 14] (feit 9 primair), een gezamenlijke poging van diefstal van de destijds 78-jarige [aangeefster 15] (feit 10 primair), de diefstal in vereniging van de destijds 88-jarige [aangeefster 16] en/of haar zoon (feit 11) en tot slot de gezamenlijke oplichting van de destijds 74-jarige [aangeefster 17] (feit 12). Het gaat hierbij naar het oordeel van de rechtbank niet enkel om schakelbewijs.
Voor wat betreft het laatste feit, de oplichting overweegt de rechtbank nog dat verdachten door zich voor te doen als politieagenten (onder meer door zich zo te identificeren) en een inbraak te verzinnen, aangeefster met behulp van het oplichtingsmiddel valse hoedanigheid, hebben bewogen tot het opnemen en afgeven van een geldbedrag van € 3.500,-. Gelet daarop kan ook de oplichting (feit 12) worden bewezen.
Medeplegen
Voor wat betreft het medeplegen, voor zover bewezenverklaard bij de hiervoor genoemde feiten van [verdachte] en [medeverdachte] , overweegt de rechtbank als volgt. Uit de bewijsmiddelen volgt dat [verdachte] en [medeverdachte] een vergelijkbare en in die zin onderling inwisselbare rol hebben vervuld. In een aantal gevallen belt één van de twee aan en volgt de ander kort daarna. In andere gevallen staan ze beiden voor de deur en gaan ze gezamenlijk naar binnen. Vervolgens onderscheiden de feiten zich erin dat of de mannen gezamenlijk met de aangever/aangeefster – bijvoorbeeld in Eindhoven en Papendrecht – door de woning lopen dan wel dat de rollen zijn verdeeld. In dat laatste geval blijft één van de mannen bij de aangever/aangeefster, vraagt onder meer naar geld of waardevolle spullen, en loopt de tweede man (uit het zicht) rond (bijvoorbeeld aan [straatnaam aangeefster 2] en [straatnaam aangeefster 3] in Amsterdam, in Veghel, Best en Velp). Dit laatste doet zich bijvoorbeeld ook voor in [straatnaam aangeefsters 6 en 7] in Arnhem, waar de eerste man bij de aangeefster in de benedenwoning blijft en de tweede man naar boven – naar de aangeefster van de bovenwoning – loopt.
Daarnaast komt uit de OVC-gesprekken, observaties en registraties van [automerk 1] , [automerk 2] (in twee varianten) en [automerk 3] ook een beeld naar voren van twee mannen die samen op zoek gaan naar ‘kansrijke’ woningen met (hoog) bejaarde bewoners (met geld/sieraden). Zij herinneren elkaar hierbij ook aan het uit dan wel aan doen van hun jassen.
Dit alles maakt naar het oordeel van de rechtbank dat hoewel niet is vast te stellen welke handelingen door [verdachte] dan wel [medeverdachte] elk afzonderlijk zijn verricht – zij hebben hier zelf ook niets over verklaard –, wel van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking (en een bijdrage van voldoende gewicht van beiden) kan worden gesproken. Zij verwerpt dan ook het verweer op dit punt.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 4, 5 primair, 6 primair, 7, 8, 9 primair, 10 primair, 11, 12, 13 primair, 14 primair, 15 primair, 16, 17 primair, 18 primair, 19, 20, 21 primair en 22 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
(zaak 1)
hij op
of omstreeks29 juni 2016 te Amsterdam
, althans in Nederland,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning, gelegen aan de [adres aangeefster 8] heeft weggenomen:
- een geldbedrag van (ongeveer) 200 euro,
in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 8]
(destijds 90 jaar oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2
(zaak 4)
hij op
of omstreeks21 september 2016 te Nijmegen
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning, gelegen aan de [adres aangeefster 9] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van
(ongeveer
)1400 euro en
/of
-
een of meerderesieraden (te weten: horloges, armbanden en
/ofkettingen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 9]
(destijds 95 jaar oud
)
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
4
(zaak 8)
hij op
of omstreeks11 april 2017 te Eindhoven
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 11] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 14650 euro en
/of
-
een of meerderesieraden (te weten: kettingen en
/ofringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 11]
(destijds 71 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
5
(zaak 9)
hijop
of omstreeks11 april 2017 te Best
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 10] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 10]
(destijds 85 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededader
s:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- zich heeft/hebben voorgedaan als politieagenten en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben gevraagd waar zij haar waardevolle spullen bewaarde en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
(zaak 10)
hijop
of omstreeks12 april 2017 te Velp, gemeente Rheden
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangever 4] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 4]
(destijds 90 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededader
s:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7
(zaak 11)
hij op
of omstreeks18 april 2017 te Papendrecht
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 12] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 16000 euro en
/of
-
een of meerderesieraden (te weten: horloges, hangers, armbanden,
kettingen en
/ofringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 12]
(destijds 87 jaar
oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
8
(zaak 22)
hij op
of omstreeks12 juli 2017 te Oosterbeek, gemeente Renkum
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 13]
heeft weggenomen:
-een horloge (merk Zenith met een waarde van 1.450 euro),
in elk geval enig goed,geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 13]
(destijds 90
jaar oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
9. ( zaak 23)
hijop
of omstreeks14 juli 2017 te Blaricum
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 14] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en
/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 14]
(destijds 82 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededader
s:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10
(zaak 24)
hijop
of omstreeks14 juli 2017 te Blaricum
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 15]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en
/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 15]
(destijds 78 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- heeft/hebben aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en
/of
- heeft/hebben voornoemde woning betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
(zaak 25)
hij op
of omstreeks14 juli 2017 te Huizen
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 16] heeft weggenomen:
-een of meerdere portemonnees,
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 16]
(destijds 88 jaar oud
)en/of [zoon aangeefster 16]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
12
(zaak 26)
hij op
of omstreeks14 juli 2017 te Hilversum,
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen
van een valse naam en/ofvan een valse
hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 17]
(destijds 74 jaar oud
)heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld,te weten:
-een geldbedrag van
(ongeveer)3500 euro, door:
-zich voor te doen als politieagenten en
/of
-tegen die [aangeefster 17] te zeggen dat er is ingebroken in haar woning en
/of
-tegen die [aangeefster 17] te zeggen dat zij naar de bank moet gaan om geld
op te nemen en
/of
-samen met die [aangeefster 17] naar de bank te gaan en
/of
-die [aangeefster 17] in totaal een geldbedrag van 3500 euro
op te laten nemen
en/ofte laten pinnen;
13
(zaak 27)
hijop
of omstreeks7 augustus 2017 te Nijmegen
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 1] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 1]
(destijds 68 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14
(zaak 28)
hijin
of omstreeksde periode van 7 augustus 2017 tot en met 9 augustus 2017 te Bunnik
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangever 1]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1]
(destijds 77 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
15
(zaak 29)
hijop
of omstreeks8 augustus 2017 te Amsterdam
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangever 2] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 2]
(destijds 80 jaar oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- heeft/hebben gebeld naar de bewoner en zich daarbij uitgegeven als zijnde van de
politie en een huisbezoek aangekondigd en
/of
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
16
(zaak 30)
hij op
of omstreeks8 augustus 2017 te Amsterdam
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 3] heeft weggenomen:
-
een of meerderesieraden (te weten: kettingen),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 3]
(destijds 79 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
17
(zaak 31)
hijop
of omstreeks8 augustus 2017 te Amsterdam
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 2] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en
/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 2]
(destijds 85 jaar
oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben gevraagd of zij goud of geld in huis had en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
18
(zaak 32)
hijop
of omstreeks9 augustus 2017 te Veghel, gemeente Meierijstad
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 4] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en
/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 4]
(destijds 92 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- meerdere malen heeft/hebben gevraagd of ze veel geld en sieraden in huis had en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
19
(zaak 33)
hij op
of omstreeks9 augustus 2017 te ‘s-Hertogenbosch
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 5]
heeft weggenomen:
-een (gouden) armband
(met een waarde van 2000 euro
),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 5]
(destijds 83 jaar
oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
20
(zaak 34)
hij op
of omstreeks9 augustus 2017 te Arnhem
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 6] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van
(ongeveer)4500 euro,
in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 6]
(destijds 84 jaar oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
21
(zaak 35)
hijop
of omstreeks9 augustus 2017 te Arnhem
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 7] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [aangeefster 7]
(destijds 92 jaar oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij de woning van [aangeefster 6] ( [adres aangeefster 6]
) heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- na door [aangeefster 6] te zijn toegelaten de woning aan de [adres aangeefster 7] heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
22
(zaak 37)
hijop
of omstreeks31 augustus 2017 te Deventer
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangever 3] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3]
(destijds 84 jaar oud
)en
/of[vrouw aangever 3]
(destijds 80 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal.
Ten aanzien van de feiten 2, 4, 7, 8, 11, 16, 19 en 20 telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 5 primair, 6 primair, 9 primair, 10 primair, 13 primair, 14 primair, 15 primair, 17 primair, 18 primair, 21 primair en 22 primair:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 12:
Medeplegen van oplichting.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van tien diefstallen, elf pogingen tot diefstal en één oplichting zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar met aftrek van het voorarrest. Hiertoe is aangevoerd dat het gaat om ernstige respectloze feiten, die veel impact op de diverse oudere slachtoffers hebben gemaakt. Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte bewust gericht op een kwetsbare doelgroep en daarvan zijn ‘beroep’ gemaakt. Voor wat betreft de hoogte van de straf heeft de officier van justitie tot slot aansluiting gezocht bij soortgelijke zaken. Verder stelt de officier van justitie zich op het standpunt, aldus zo begrijpt de rechtbank, dat er geen strafvorderlijk beslag meer ligt.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd. Wel is opgemerkt dat verdachte bereid is zich aan alle voorwaarden te houden en dat eerder contact met de reclassering goed is verlopen. Verder is aangevoerd dat de moeder van verdachte ernstig ziek is.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 31 januari 2020;
- voorlichtingsrapportages van de reclassering, gedateerd 6 september 2017, 28 november 2017, 30 juli 2019, 19 december 2019.
[verdachte] heeft zich in de periode van 29 juni 2016 tot en met 31 augustus 2017 schuldig gemaakt aan negen diefstallen, één oplichting en elf pogingen tot diefstal van slachtoffers tussen de 68 en 95 jaar. De verdachten hebben zich (veelal) samen schuldig gemaakt aan een groot aantal zogenoemde ‘babbeltrucs’. Door de mannen werd aangebeld bij woningen van (hoog) bejaarde, veelal alleenstaande, personen waarbij ze erin slaagden om zich met een verzonnen verhaal de woning in te praten. De verdachten deden zich daarbij als politieagent dan wel als hulpverlener voor. Ze legitimeerden zich veelal met een vals identiteitsbewijs en vertelden over inbraken dan wel aanhoudingen in verband met inbraken. Er werd aan deze bejaarde slachtoffers gevraagd waar hun geld en/of sieraden lagen en of ze wat misten. Om dit verhaal kracht bij te zetten werden bijvoorbeeld ook ramen open gezet om een (poging) inbraak in scene te zetten. Vervolgens ‘hielpen’ ze mee met het controleren van het geld en de sieraden en gingen er uiteindelijk in veel gevallen juist met dit geld – gespaard voor de kinderen of onverwachtse uitgaven – en/of de sieraden vandoor.
Uit de observaties, registraties en gesprekken in [automerk 1] volgt dat de verdachten doelbewust op zoek zijn gegaan naar woningen waar wat te halen is. Er wordt in het hele land gezocht naar ouderen, bij voorkeur extra kwetsbaar, die geld/sieraden in huis hebben liggen. Ze gaan hierbij net zo lang door tot ze ‘succes’ hebben. [medeverdachte] zegt hier in [automerk 1] ook over: “
Ik heb der zin in jongen. (…)Ik hoop dat we een beetje goed zitten, kunnen we lekker een maandje stoppen”.Dit is kort voor het feit aan [straat adres 4] in Nijmegen, waarbij de verdachten net zo lang wachten tot ze hun slag kunnen slaan. Als het vervolgens niet lukt om geld/sieraden weg te nemen, balen de verdachten hoorbaar. Ze gaan ook naar een andere plaats/woning om te kijken of ze ‘daar iets moois zien lopen”, welk slachtoffer ze dan gaan volgen. Naast dat uit de gesprekken in [automerk 1] de doelbewustheid – met ook voorbereidingen in de vorm van het aantrekken van jassen en het opvragen van telefoonnummers van aangevers – volgt, wordt hierin ook zeer respectloos over de slachtoffers gesproken. Dit is vervolgens bijvoorbeeld ook terug te zien bij [aangeefster 17] , die, nadat ze was overgehaald door [verdachte] en [medeverdachte] met hen mee te gaan in hun auto om geld te pinnen, hen daarna 3500 euro had gegeven, en vervolgens in een kwetsbare toestand helemaal alleen in de regen buiten ergens door [verdachte] en [medeverdachte] werd achtergelaten.
De gevolgen voor de slachtoffers zijn ingrijpend geweest. Niet alleen hebben zij geld en kostbaarheden verloren, waaronder sieraden met een sterke emotionele waarde, maar zijn zij ook het gevoel van veiligheid in hun eigen woning en vertrouwen in de medemens kwijtgeraakt. Het gaat hierbij ook om slachtoffers, veelal (hoog)bejaard, die vanwege hun leeftijd al kwetsbaarder en afhankelijker zijn. Verdachten hebben hier doelbewust misbruik van gemaakt, met uitsluitend eigen belang en winstbejag als drijfveer. De feiten getuigen naar het oordeel van de rechtbank van een vergaand gebrek aan respect en moreel besef. Daar komt nog bij dat verdachten in het geheel ook geen verantwoordelijkheid voor hun handelen hebben genomen en hun betrokkenheid stellig hebben ontkend.
Verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. Het gaat daarbij in het verleden ook om een langdurige gevangenisstraf voor een reeks aan vermogensdelicten. Opnieuw is verdachte gedurende maanden van woning naar woning gegaan om geld te ‘verdienen’. Voor wat betreft de veelheid aan pogingen overweegt de rechtbank dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en het gevoel van veiligheid hierbij niet minder is. Dit alles maakt naar het oordeel van de rechtbank dat alleen een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend kan zijn.
Al het voorgaande en vooral het dagenlang op zoek gaan naar woningen en het zich daarbij respectloos en gewetenloos richten op één van de meest kwetsbare doelgroepen in de samenleving maakt dat een voorwaardelijk strafdeel naar het oordeel van de rechtbank niet meer aan de orde kan zijn. Een eventuele begeleiding dient in dit geval binnen het kader van de voorwaardelijke invrijheidsstelling plaats te vinden. Nu verdachten telkens bewust samen op pad zijn gegaan om ouderen te beroven, ziet de rechtbank aanleiding – ondanks dat het in de zaak van medeverdachte gaat om drie diefstallen minder (met wel extra de bijstandsfraude) – om vanuit het principe ‘samen uit samen thuis’ over te gaan tot oplegging van een gelijke straf.
Zij acht gelet op al het voorgaande een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar met aftrek van het voorarrest passend. Deze straf is lager dan de door de officier van justitie gevorderde straf maar in lijn met de straffen die in soortgelijke gevallen wordt opgelegd.
Met betrekking tot het beslag
Voor wat betreft het beslag overweegt de rechtbank dat zij, gelet op het standpunt van de officier van justitie, tot haar uitgangspunt neemt dat er geen strafvorderlijk beslag meer ligt.
Met betrekking tot het conservatoir beslag is de rechtbank gelet op onder meer artikel 103 Wetboek van Strafvordering van oordeel is dat het niet aan de rechtbank is om zich daarover uit te laten.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de na te noemen bewezenverklaarde feiten:
- [aangeefster 11] : €13.450,00 (zaak 8, feit 4);
- [aangeefster 12] : € 22.945,00 (zaak 11, feit 7);
- [aangeefster 17] : € 3.500,00 (zaak 26, feit 12);
- [aangeefster 6] : € 3.250,00 (zaak 34, feit 20);
- [aangeefster 3] : € 400,00 (zaak 30, feit 16).
Hierbij is gevorderd de genoemde bedragen toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is door de benadeelde partijen [aangeefster 11] , [aangeefster 12] , [aangeefster 6] en [aangeefster 3] om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde [aangeefster 11] , [aangeefster 12] , [aangeefster 17] en [aangeefster 6] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen kunnen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente. Hierbij is oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd. Voor wat betreft de vordering van de benadeelde [aangeefster 3] heeft de officier van justitie geen standpunt ingenomen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft in geval van een bewezenverklaring verzocht de benadeelden [aangeefster 11] , [aangeefster 12] en [aangeefster 3] voor wat betreft de gevorderde immateriële schade geheel ( [aangeefster 3] ) dan wel gedeeltelijk ( [aangeefster 11] en [aangeefster 12] ) niet-ontvankelijk in de vorderingen te verklaren. Hiertoe is aangevoerd dat de immateriële schade onvoldoende is onderbouwd.
Beoordeling door de rechtbank
Materiële schade
Voor wat betreft de materiële schade is door de benadeelde partijen het volgende gevorderd:
- [aangeefster 11] : € 13.000,-;
- [aangeefster 12] : € 22.695,-;
- [aangeefster 17] : € 3.500,-;
- [aangeefster 6] : € 3.250,-.
Voor wat betreft deze posten overweegt de rechtbank dat deze schadeposten niet dan wel onvoldoende zijn betwist. Deze schadeposten komen voor toewijzing in aanmerking.
Immateriële schade
Door de benadeelden [aangeefster 3] , [aangeefster 11] en [aangeefster 12] is (ook) immateriële schade gevorderd. Hoezeer ook invoelbaar is dat deze feiten een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer vormen en voor gevoelens van angst en onveiligheid hebben gezorgd, kan – aldus vaste rechtspraak – niet worden gezegd dat sprake is van enige vorm van aantasting in de persoon op andere wijze zoals wettelijk is vereist. Naar het oordeel van de rechtbank dienen de benadeelde partijen om die reden kennelijk niet-ontvankelijk in de vordering ( [aangeefster 3] ) dan wel in dit gedeelte van de vordering ( [aangeefster 11] en [aangeefster 12] ) te worden verklaard.
Concluderend
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat de volgende benadeelde partijen schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vorderingen dienen tot deze bedragen te worden toegewezen:
- [aangeefster 11] € 13.000,- (zaak 8, feit 4);
- [aangeefster 12] € 22.695,- (zaak 11, feit 7);
- [aangeefster 17] : € 3.500,- (zaak 26, feit 12);
- [aangeefster 6] : € 3.250,- (zaak 34, feit 20).
Wat betreft het meer of anders gevorderde zullen de benadeelde partijen [aangeefster 11] en [aangeefster 12] niet-ontvankelijk in de vorderingen worden verklaard. Dit geldt ook voor de gehele vordering van de benadeelde partij [aangeefster 3] . De benadeelde partijen kunnen derhalve de vordering dan wel het betreffende deel daarvan slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank overweegt dat ten aanzien van de genoemde feiten telkens het medeplegen bewezen is verklaard. Gelet hierop zal de rechtbank ook overwegen dat de verdachte niet meer tot vergoeding gehouden is, indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.
Tot slot ziet de rechtbank gelet op al het vorenstaande aanleiding om – ook ten aanzien van de benadeelde [aangeefster 17] – aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van de benadeelde partijen.
De gevorderde en toegewezen vergoeding voor proceskosten is daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf:
- [aangeefster 11] : 11 april 2017;
- [aangeefster 12] : 18 april 2017;
- [aangeefster 17] : 14 juli 2017;
- [aangeefster 6] : 9 augustus 2017.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 63, 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 3 tenlastegelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
  • een gevangenisstraf voor de duur van
  • beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

wijst afde verzoeken tot het horen van [naam 2] als getuige en het toevoegen van stukken uit het onderzoek 13KOM ten behoeve van een nadere stemvergelijking.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 11] (feit 4):
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 4 tot betaling van
  • verklaart de
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 12] (feit 7):
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 7 tot betaling van
  • verklaart de
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 17] (feit 12):
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 12 tot betaling van
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 6] (feit 20):
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 20 tot betaling van
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 3] (feit 16):
 verklaart de
benadeelde partij [aangeefster 3] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.P.M. Kester-Bik (voorzitter), mr. M.A. Jansen-van Leeuwen en mr. F.E. Venema, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen, griffier, en uitgesproken op de griffie van deze rechtbank door mr. M.A. Jansen-van Leeuwen op 19 maart 2020.
Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak met ingang van 17 maart 2020 genomen maatregelen is de rechtbank gesloten. Hierdoor kan het vonnis niet op een openbare terechtzitting worden uitgesproken.
Mrs. Kester-Bik en Venema zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE
Aan verdachte is na een toegewezen vordering nadere omschrijving ten laste gelegd dat:
1
(zaak 1)
hij op of omstreeks 29 juni 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning, gelegen aan de [adres aangeefster 8] heeft weggenomen:
- een geldbedrag van (ongeveer) 200 euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 8] (destijds 90 jaar oud) , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2
(zaak 4)
hij op of omstreeks 21 september 2016 te Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning, gelegen aan de [adres aangeefster 9] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 1400 euro en/of
- een of meerdere sieraden (te weten: horloges, armbanden en/of kettingen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 9] (destijds 95 jaar oud)
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
3
(Zaak 5)
hij op of omstreeks 25 oktober 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 12] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 2500 euro en/of
-een of meerdere sieraden (te weten: armbanden, kettingen, broches en/of ringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] (destijds 85 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
4
(zaak 8)
hij op of omstreeks 11 april 2017 te Eindhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 11] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 14650 euro en/of
-een of meerdere sieraden (te weten: kettingen en/of ringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 11] (destijds 71 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
5
(zaak 9)
hij op of omstreeks 11 april 2017 te Best, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 10] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 10] (destijds 85 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich heeft voorgedaan als politieagenten en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- gevraagd waar zij haar waardevolle spullen bewaarde en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 11 april 2017 te Best, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 10] (destijds 85 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagenten en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- gevraagd waar zij haar waardevolle spullen bewaarde en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6
(zaak 10)
hij op of omstreeks 12 april 2017 te Velp, gemeente Rheden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangever 4] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] (destijds 90 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 12 april 2017 te Velp, gemeente Rheden, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangever 4] (destijds 90 jaar oud)te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- - bij voornoemde woning aangebeld en/of
- - zich voorgedaan als politieagenten en/of
- - voornoemde woning betreden en/of
- - zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7
(zaak 11)
hij op of omstreeks 18 april 2017 te Papendrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 12]
heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 16000 euro en/of
-een of meerdere sieraden (te weten: horloges, hangers, armbanden,
kettingen en/of ringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 12] (destijds 87 jaar
oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
8
(zaak 22)
hij op of omstreeks 12 juli 2017 te Oosterbeek, gemeente Renkum,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 13]
heeft weggenomen:
-een horloge (merk Zenith met een waarde van 1.450 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 13] (destijds 90
jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
9
(zaak 23)
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 14]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 14] (destijds 82 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 14] (destijds 82 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagenten en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10
(zaak 24)
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 15]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 15] (destijds 78 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 15] (destijds 78 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- zich voorgedaan als medewerker van Gooilandbeveiliging en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- meerdere keren gevraagd waar zij het geld en juwelen bewaarden
en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
(zaak 25)
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Huizen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 16] heeft weggenomen:
-een of meerdere portemonnees,
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 16] (destijds 88 jaar oud) en/of [zoon aangeefster 16] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
12
(zaak 26)
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Hilversum, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 17] (destijds 74 jaar oud) heeft bewogen tot de afgifte van
enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een geldbedrag van (ongeveer) 3500 euro, door:
-zich voor te doen als politieagenten en/of
-tegen die Kastelein te zeggen dat er is ingebroken in haar woning en/of
-tegen die Kastelein te zeggen dat zij naar de bank moet gaan om geld
op te nemen en/of
-samen met die Kastelein naar de bank te gaan en/of
-die Kastelein in totaal een geldbedrag van 3500 euro op te laten nemen
en/of te laten pinnen;
13
(zaak 27)
hij op of omstreeks 7 augustus 2017 te Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 1]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 1] (destijds 68 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 7 augustus 2017 te Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 1] (destijds 68 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- zich voorgedaan als medewerker van Gooilandbeveiliging en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14
(zaak 28)
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2017 tot en met 9 augustus 2017 te Bunnik, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangever 1]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] (destijds 77 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2017 tot en met 9 augustus 2017 te Bunnik, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangever 1] (destijds 77 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
15
(zaak 29)
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangever 2] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] (destijds 80 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- gebeld naar de bewoner en zich daarbij uitgegeven als zijnde van de
politie en een huisbezoek aangekondigd en/of
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
sarnenweefsel van verdichtsels,
[aangever 2] (destijds 80 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- gebeld naar de bewoner en zich daarbij uitgegeven als zijnde van de
- politie en een huisbezoek aangekondigd en/of
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
16
(zaak 30)
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 3] heeft weggenomen:
-een of meerdere sieraden (te weten: kettingen),
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 3] (destijds 79 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
17
(zaak 31)
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 2] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 2] (destijds 85 jaar
oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- gevraagd of zij goud of geld in huis had en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechteljk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 2] (destijds 85 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- gevraagd of zij goud of geld in huis had en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
18
(zaak 32)
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Veghel, gemeente Meierijstad, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 4] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 4] (destijds 92 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- meerdere malen gevraagd of ze veel geld en sieraden in huis had en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Veghel, gemeente Meierijstad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 4] (destijds 92 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- meerdere malen gevraagd of ze veel geld en sieraden in huis had en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
19
(zaak 33)
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te ‘s-Hertogenbosch, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan [adres aangeefster 5]
heeft weggenomen:
-een (gouden) armband (met een waarde van 2000 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 5] (destijds 83 jaar
oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
20
(zaak 34)
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 6] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 4500 euro,
in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6] (destijds 84 jaar
oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
21
(zaak 35)
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Arnhem, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres aangeefster 7]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 7] (destijds 92 jaar
oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij de woning van [aangeefster 6] ( [adres aangeefster 6]
) aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- na door [aangeefster 6] te zijn toegelaten de woning aan de
[adres aangeefster 7] betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 7] (destijds 92 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig
goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van
gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij de woning van [aangeefster 6] ( [adres aangeefster 6]
) aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- na door [aangeefster 6] te zijn toegelaten de woning aan de [adres aangeefster 7] betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
22
(zaak 37)
hij op of omstreeks 31 augustus 2017 te Deventer, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres aangever 3] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] (destijds 84 jaar oud)
en/of [vrouw aangever 3] (destijds 80 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 31 augustus 2017 te Deventer, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[aangever 3] (destijds 84 jaar oud) en/of [vrouw aangever 3] (destijds 80 jaar oud)
te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het
ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of
het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in de bijlage te vinden.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Districtsrecherche Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2017312563 (ON4R016163 07GLM KADARKA), gesloten op 19 januari 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2620.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 190-191.
5.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 189, het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 194, het proces-verbaal van bevindingen, p. 2050 t/m 2055 en het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [(ex-)partner verdachte] ), p. 529 (met betrekking tot haar adres).
6.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [naam 2] ), p. 467-468, het proces-verbaal van bevindingen, p. 2575 en het proces-verbaal van verhoor getuige ( [partner naam 2] ), p. 2548 (met betrekking tot de tenaamstelling).
7.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2543.
8.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 325 t/m 327, het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 333, het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 341-342 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 2620.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2428.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 746-747.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1706 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 2383 t/m 2385.
12.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 190-191.
13.Het methodieken proces-verbaal, p. 1432.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1803 en het methodieken proces-verbaal, p. 1432.
15.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 1] ), p. 1191-1192 en het proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris ( [aangeefster 1] ), p. 3.
16.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 1] ), p. 1192-1193.
17.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 1] ), p. 1192 en het proces-verbaal van bevindingen omtrent camerabeelden, p. 1197-1198.
18.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 19 februari 2020.
19.Het proces-verbaal van herkenning, p. 1202 en p. 1204.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1205 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1208.
21.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1207 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1901.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1903 t/m 1905.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1237-1238.
24.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1239.
25.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1239 en het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte 2] ), p. 510.
26.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1906.
27.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1907-1908.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1908-1909.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1909-1910.
30.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1910-1911.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1921.
32.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1921 t/m 1923.
33.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1943.
34.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1924-1925.
35.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1925 t/m 1927.
36.Rapport telecomanalyse, p. 1699.
37.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1247-1248, het proces-verbaal van bevindingen, p. 1270 en het proces-verbaal bevindingen camerabeelden, p. 1272 t/m 1280.
38.Het proces-verbaal van observatie, p. 1886 t/m 1890.
39.Rapport telecomanalyse, p. 1700 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1249.
40.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangever 1] ), p. 1242-1243.
41.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1245.
42.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1943.
43.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1959 t/m 1952.
44.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangever 2] ), p. 1252-1253 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1255-1256.
45.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1257.
46.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1957 t/m 1960.
47.Het proces-verbaal van bevindingen,, p. 1269 en het stamproces-verbaal, p. 103.
48.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2633 t/m 2635 en p. 2640.
49.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 2] ), p. 1318-1319.
50.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1334.
51.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1961.
52.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 3] ), p. 1283-1284.
53.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 3] ) met bijlage, p. 1286 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1289.
54.Het proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 1291-1292.
55.NFI-rapport, p. 1293 t/m 1296.
56.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1314.
57.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1961-1962.
58.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1357 t/m 1360.
59.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1361 t/m 1363.
60.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 4] ), p. 1338 t/m 1340 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1345.
61.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1343.
62.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1965.
63.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1967-1968.
64.Het proces-verbaal van aangifte met bijlage ( [aangeefster 5] ), p. 1348-1349 en p. 1351.
65.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1355.
66.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1361.
67.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1969 en p. 1981-1982.
68.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 6] ), p. 1365-1366.
69.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster ( [aangeefster 6] ), p. 1367.
70.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 7] ), p. 1380.
71.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1382.
72.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1371.
73.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1987 t/m 1990.
74.Het proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 1385-1386.
75.NFI-rapport d.d. 16 februari 2018, p. 1 t/m 4.
76.Rapport telecomanalyse, p. 1701.
77.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangever 3] en [vrouw aangever 3] ), p. 1399 t/m 1402 en de processen-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris ( [aangever 3] en [vrouw aangever 3] ), telkens p. 2.
78.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1404.
79.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1408.
80.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1413 t/m 1419.
81.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1410-1411.
82.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1420-1421.
83.Rapport telecomanalyse, p. 1702-1703.
84.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 8] ), p. 730-731.
85.Het proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 733-734.
86.Het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek, p. 735 met als bijlage het rapport dactyloscopisch onderzoek, p. 736-737.
87.NFI-rapport d.d. 29 augustus 2019.
88.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 9] ), p. 768-769.
89.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 777.
90.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 774 t/m 776.
91.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1901 en p. 1910-1911.
92.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 19 februari 2020.
93.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 774 t/m 776.
94.Rapport telecomanalyse, p. 1691.
95.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 10] ), p. 855-856.
96.Het proces-verbaal van verhoor getuige ( [getuige 2] ), p. 862-863.
97.Het proces-verbaal van verhoor getuige ( [getuige 3] ), p. 860-861.
98.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 848.
99.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 11] ) met bijlage goederen, p. 822 t/m 826 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 852.
100.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 11] ), p. 823.
101.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 847-848, het proces-verbaal van bevindingen, p. 831 en het proces-verbaal van herkenning, p. 836-836.
102.Het stamproces-verbaal, p. 54.
103.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [naam 2] ) met bijlagen, p. 471-472 en p. 480.
104.Het proces-verbaal van herkenning, p. 841-842.
105.Het proces-verbaal van herkenning, p. 837 en de eigen waarneming van de rechtbank met betrekking tot de foto’s op p. 838 en p. 1875.
106.Rapport telecomanalyse, p. 1693.
107.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangever 4] ), p. 866-867.
108.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 869.
109.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 872 t/m 876.
110.De verklaring van verdachte ( [verdachte] ) ter terechtzitting d.d. 19 februari 2020.
111.De verklaring van verdachte ( [verdachte] ) ter terechtzitting d.d. 19 februari 2020.
112.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 12] ) met bijlagen, p. 887 t/m 892, het proces-verbaal van verhoor aangeefster ( [aangeefster 12] ), p. 897-898 en het proces-verbaal van verhoor aangeefster ( [aangeefster 12] ), p. 900.
113.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 881 t/m 884.
114.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 885-886.
115.Het proces-verbaal van verhoor getuige ( [getuige 4] ), p. 907-908.
116.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 921 t/m 923.
117.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [(ex-)partner verdachte] ) met bijlagen, p. 605-606 en p. 616 t/m 618.
118.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [naam 2] ) met bijlagen, p. 471-472 en p. 478.
119.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 885-886 en het proces-verbaal van verhoor aangeefster ( [aangeefster 12] ), p. 900.
120.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 943-944, het proces-verbaal van bevindingen, p. 946 t/m 948 en de eigen waarneming van de rechtbank met betrekking tot de afbeelding op p. 948.
121.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 943-944, het proces-verbaal van bevindingen, p. 946 en het stamproces-verbaal, p. 63.
122.Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. 949 t/m 951 en het rapport telecomanalyse, p. 1694.
123.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 13] ) met bijlage, p. 1130 t/m 1133.
124.Het proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 1143-1144.
125.NFI-rapport d.d. 26 januari 2018, p. 1 t/m 3.
126.Rapport telecomanalyse, p. 1698.
127.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2637.
128.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 14] ), p. 1157-1158.
129.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 15] ), p. 1164-1165 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1168.
130.Het proces-verbaal van verhoor getuige ( [aangeefster 15] ) bij de rechter-commissaris, p. 2 en p. 5 inzake het tijdstip en de tijdsduur.
131.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 16] ), p. 1170-1171.
132.Het proces-verbaal van verhoor benadeelde ( [zoon aangeefster 16] ), p. 1172.
133.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2637.
134.Het proces-verbaal van aangifte ( [aangeefster 17] ), p. 1177-1178.
135.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1185.
136.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1161.
137.Rapport telecomanalyse, p. 1698-1699.