3.1.Camping Bilderberg vordert - zakelijk weergegeven - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[naam gedaagden] zal veroordelen om de bedrijfswoning, gelegen aan de [adres bedrijfswoning] , binnen zeven dagen na betekening van het te wijzen vonnis, althans op een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, te ontruimen, en ontruimd te houden en met afgifte van de sleutels aan Camping Bilderberg ter vrije en algehele beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat [naam gedaagden] niet of niet geheel aan het voorgaande voldoet, met een maximum van € 50.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie nader te bepalen bedrag;
indien niet aan het gevorderde onder 1. wordt voldaan, zal bepalen dat de ontruiming bewerkstelligd mag worden door een deurwaarder en [naam gedaagden] zal veroordelen om, indien de ontruiming door een deurwaarder bewerkstelligd zal worden, binnen zeven dagen na toezending van en conform het proces-verbaal van ontruiming van de deurwaarder de kosten van de ontruiming aan Camping Bilderberg te voldoen, met de verplichting dat [naam gedaagden] de wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd zal zijn als hij dit bedrag niet binnen zeven dagen na toezending van het proces-verbaal zal hebben voldaan, tot aan de dag van volledige betaling;
[naam gedaagde 1] zal veroordelen tot betaling van een bedrag gelijk aan de maandelijkse huurprijs en het voorschot voor gas/water/licht van € 1.500,00 voor iedere maand dat de bedrijfswoning nog niet is ontruimd en aan Camping Bilderberg is opgeleverd, te rekenen vanaf 1 februari 2020, een ingegane maand voor een volle gerekend en steeds te voldoen voor de eerste van de desbetreffende maand;
[naam gedaagde 1] zal veroordelen tot betaling van de betalingsachterstand, in die zin dat [naam gedaagde 1] aan Camping Bilderberg een bedrag van € 107.247,00 dient te voldoen, bestaande uit de betalingsachterstand voor de afrekening van servicekosten van
€ 4.097,00 en de reeds verbeurde boetes van € 103.150,00 berekend tot en met 20 januari 2020, een en ander te voldoen binnen zeven dagen na betekening van het te wijzen vonnis, en – voor het geval voldoening binnen de bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de daarover verschuldigde contractuele boete van € 150,00 per dag, althans de wettelijke rente, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot de dag van volledige betaling;
5. althans zodanige voorzieningen zal treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie juist acht;
6. [naam gedaagden] hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van deze procedure en in de nakosten met bepaling dat [naam gedaagden] wettelijke rente over de proceskosten en nakosten is verschuldigd vanaf 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis.