ECLI:NL:RBGEL:2020:1570

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
9 maart 2020
Zaaknummer
C/05/365974 / FA RK 20/318
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 februari 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem een mondelinge uitspraak gedaan over de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn voor de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een psychotische stoornis en een depressieve stemmingsstoornis. Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige zelfverwaarlozing. De rechtbank heeft geconstateerd dat de betrokkene zorg nodig heeft om dit ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie en de advocaat van de betrokkene gehoord. De advocaat heeft ingestemd met een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, ondanks dat er in de afgelopen twee-en-een-halve jaar geen opname nodig is geweest. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en het zorgplan. De voorgestelde zorg omvat het toedienen van medicatie en het opnemen in een accommodatie, met specifieke voorwaarden voor de duur van deze zorg.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 17 augustus 2020. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/365974 / FA RK 20/318
Datum mondelinge uitspraak: 18 februari 2020
schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
verblijvende te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.O. den Otter te Arnhem.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
6 februari 2020.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
18 februari 2020, aan de [adres] .
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. H.O. den Otter;
- mw. [naam 1] , als psychiater verbonden aan [organisatie] ;
- mw. [naam 2] , de persoonlijk begeleidster van betrokkene;
- mw. [naam 3] , als spv’er verbonden aan [organisatie] .
1.4
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen. Wel is er telefonisch contact geweest met de secretaris van het Openbaar Ministerie, vanwege de verzochte duur van de zorgmachtiging (vier weken). De advocaat van betrokkene heeft daarmee ingestemd en aangegeven ermee akkoord te zijn als het verzoek zal worden aangepast, in die zin dat een zorgmachtiging zal worden gevraagd met een duur van zes maanden.
1.5
Op 18 februari 2020 heeft de officier van justitie een wijziging van het verzoek gestuurd, waarin wordt verzocht de zorgmachtiging te verlenen voor de duur van zes maanden.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische stoornis en een depressieve stemmingsstoornis.
2.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstige zelfverwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en in de situatie waarin de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er in de afgelopen twee-en-een-half jaar, waarin betrokkene een voorwaardelijke machtiging heeft gehad, geen opname nodig is geweest voor betrokkene. Zij neemt de medicatie over het algemeen goed in. Ook als betrokkene stemmen hoort, laat zij dit aan haar behandelaren weten en mag zij de medicatie niet meer in eigen beheer hebben. Er is daarmee sprake van een goede samenwerking. De angst bestaat echter dat, wanneer er geen sprake meer is van een “stok achter de deur” in de vorm van een mogelijke gedwongen opname, betrokkene de stemmen in haar hoofd niet meer kan weerstaan en dat zij daardoor bij vlagen uit de samenwerking met haar behandelaren zal treden. Betrokkene heeft ter zitting zelf ook aangegeven dat de “stok achter de deur” haar op sommige momenten de nodige motivatie biedt om de medicatie te blijven innemen. Door en namens betrokkene is expliciet gevraagd om de verzochte machtiging te verlenen.
Gelet op het voorgaande is gebleken dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan, nader gespecificeerd ter zitting, uit:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen, voor de maximale duur van zes maanden, in die zin dat deze zorg alleen verplicht gegeven kan worden bij decompensatie van betrokkene en (telkens) voor een periode van maximaal drie weken;
  • het opnemen in een accommodatie voor de maximale duur van zes maanden, in die zin dat betrokkene bij decompensatie (telkens) voor een periode van maximaal vier weken kan worden opgenomen.
2.5
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 17 augustus 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene] ,geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in overweging 2.4 kunnen worden getroffen;
3.2
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 17 augustus 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2020 door mr. A.E.H. Bovy, rechter, in tegenwoordigheid van S.C. Dijksterhuis, griffier, en op
2 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.