ECLI:NL:RBGEL:2020:1330
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidsstelling van een veroordeelde man
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 20 februari 2020 uitspraak gedaan over de vordering van het Openbaar Ministerie om de voorwaardelijke invrijheidstelling van een 36-jarige man uit te stellen. De man was in 2007 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar voor moord. Het Openbaar Ministerie stelde dat er een persoonlijkheidsonderzoek moest plaatsvinden voordat de man voorwaardelijk in vrijheid kon worden gesteld, om het recidiverisico te beoordelen. De rechtbank oordeelde echter dat er op basis van de huidige informatie geen bewijs was van recidivegevaar en dat een persoonlijkheidsonderzoek niet noodzakelijk was voor de voorwaardelijke invrijheidstelling. Zowel de reclassering als de penitentiaire inrichting gaven een positief advies over de v.i. en stelden dat er een geschikte woonruimte voor de man beschikbaar was. De rechtbank wees de vordering van het Openbaar Ministerie af, omdat er geen grond was voor uitstel van de v.i. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, die de zaak beoordeelde op basis van de beschikbare informatie en adviezen van deskundigen.