Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord met vordering ex artikel 38 van de Onteigeningswet (Ow)
- de antwoordakte van ProRail.
2.De feiten
- [kadastrale gegevens] , kadastraal omschreven als “terrein (grasland)” (hierna: het perceelsgedeelte).
3.3. Het geschil
Zij wenst het perceelsgedeelte bij vervroegde uitspraak te verkrijgen. Haar pogingen tot minnelijke verwerving zijn vruchteloos gebleven.
ProRail biedt, gelijk haar laatste aanbod, aan [gedaagde partij] een bedrag van € 237.109,00 als schadeloosstelling voor de overdracht in eigendom van het perceelsgedeelte. Voor het geval het aanbod niet alsnog wordt aanvaard en verder geprocedeerd dient te worden, stelt ProRail voor het voorschot te bepalen op 100% van het aangeboden bedrag, zodat het stellen van zekerheid achterwege kan blijven.
De aangeboden schadeloosstelling is ongenoegzaam.
Bij toewijzing van de onteigening ontstaan twee overhoeken in het perceel waarvan een gedeelte wordt onteigend. Nu deze overhoeken kleiner zijn dan 1.000 m2 en [gedaagde partij] na de onteigening geen eigenaar is van aangrenzende grond met betrekking tot die overhoeken, dienen deze overhoeken op grond van artikel 38 van de Onteigeningswet (Ow) ten titel van onteigening op ProRail over te gaan.
4.De beoordeling4.1. Nu in verband met de gevorderde onteigening aan de wettelijke vereisten is voldaan en gebleken is dat het in de dagvaarding aangeduide, ter onteigening aangewezen perceelsgedeelte hetzelfde is als dat waarop de opneming door de deskundigen op 3 juli 2019 betrekking heeft gehad, dient de vordering tot vervroegde onteigening te worden toegewezen.
4.4.Bepaald zal worden dat het voorlopig oordeel van de deskundigen in de verzoekschriftprocedure heeft te gelden als het concept van het deskundigenrapport in de onderhavige procedure. Partijen krijgen gedurende vier weken de gelegenheid op dit concept te reageren. Hierbij dienen zij ook in te gaan op de schadeloosstelling in verband met de onteigening van de hiervoor bedoelde overhoeken. De deskundigen dienen vervolgens binnen zes weken nadien een schriftelijk en door hen ondertekend (eind-)rapport ter griffie van deze rechtbank te deponeren. Hierna zal een datum voor het houden van pleidooien worden bepaald.
5.De beslissing
- ( [kadastrale gegevens] , kadastraal omschreven als “Terrein (grasland)”,
en aangeduid op de bij dit vonnis gevoegde kaartweergaven,
5.3. stelt het door ProRail aan [gedaagde partij] te betalen voorschot vast op een bedrag van € 237.109,- (zegge: tweehonderdzevenendertigduizend en honderdennegen euro),
C/05/352302 HZ / RK 19-20 ingediende voorlopig oordeel aan als (concept)deskundigenbericht in onderhavige procedure,
5.10. houdt iedere verdere beslissing aan.