ECLI:NL:RBGEL:2020:1270
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen alle rechters van de rechtbank Gelderland; kennelijk niet-ontvankelijk; antimisbruikbepaling
Op 13 februari 2020 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te [woonplaats]. Het verzoeker heeft op 5 december 2019 een wrakingsverzoek ingediend tegen alle rechters van de rechtbank, in verband met zijn onvrede over de behandeling van zijn zaken met de nummers 05-148531-19 en 05-145336-19. Verzoeker stelt dat hij in het verleden straffeloos is belaagd door een voormalig crimineel agent en diens partner, en dat zijn aangiftes corrupt zijn behandeld. Hij heeft geen vertrouwen meer in de politie en justitie en verzoekt om een verwijzing van zijn zaken naar de rechtbank en het gerechtshof Den Haag voor een eerlijke procesgang.
De rechtbank oordeelt dat een rechter alleen gewraakt kan worden op basis van concrete feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. In dit geval heeft verzoeker geen specifieke feiten aangedragen die betrekking hebben op de rechters die zijn zaak behandelen. De rechtbank concludeert dat verzoeker kennelijk geen vertrouwen heeft in de onafhankelijkheid van rechters in het algemeen, wat geen grond voor wraking oplevert. Bovendien is het niet mogelijk om een rechter te wraken die geen betrokkenheid heeft bij de zaak.
De rechtbank verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking en stelt vast dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaak, ongeacht nieuwe feiten of omstandigheden, niet in behandeling zal worden genomen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.