Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2]) die binnen kwam lopen. Ze zag dat de conducteur door de man tegen de glazen tussendeur werd geduwd. [4] [slachtoffer 2] heeft verder verklaard dat na het incident met de reiziger de trein vier tot vijf minuten later op het station Zutphen tot stilstand is gekomen. Hij heeft de man van buitenaf door de eerste klas zien lopen en hem vervolgens bij de deur zien staan. Vervolgens werden de deuren van de trein geopend. [slachtoffer 2] zag hoe de man, die hem had geschopt, uitstapte en dat deze man nootjes gooide naar de collega’s van Arriva. [slachtoffer 2] zag dat de collega’s van Arriva ingrepen en de man naar de grond toewerkten. [5] De verbalisant [slachtoffer 3] , buitengewoon opsporingsambtenaar bij Arriva, relateert dat [slachtoffer 2] bevestigde welke persoon hem getrapt had en deze man, toen de deuren van de trein open gingen, direct pinda’s in hun richting gooide. Deze man werd door de verbalisanten aangehouden. [6] Dit wordt ook bevestigd door een servicemedewerkster die verklaart dat de man die zich in de trein agressief gedroeg, door personeel van Arriva werd opgewacht. [7] Verdachte, na het incident ruikend naar alcohol, verklaart dat hij pinda’s in zijn hand had toen hij de trein uitstapte en hij door de verbalisanten naar de grond werd gewerkt (en aangehouden). [8]
3.Bewezenverklaring
of omstreeks15 januari 2019 te Zutphen, een ambtenaar, [slachtoffer 2] (bijzonder opsporingsambtenaar), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn
/trappenen
/ofte duwen
/trekkentegen
/op/aanhet lichaam;
of omstreeks15 januari 2019 te Zutphen opzettelijk
een ofmeerdere ambtenaren, te weten [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] (bijzonder opsporingsambtenaren) en
/of[slachtoffer 5] (hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland) en
/of[slachtoffer 6] (brigadier van politie Eenheid Oost-Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van
zijn/haar/hun bediening, in
zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling en/of feitelijk heeft beledigd, door
hem/haar/hen de woorden toe te voegen: "Hond" en/of "lafaard" en/of "kankermongool" en/of "kankermoeder" en/of "kankerhoeren" en/of "kankerjoden" en/of "ik neuk je moeder",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekkingen
/ofte spugen
tegen/op het lichaam en/of kleding, althansin de richting van die
[slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] ;
of omstreeks15 januari 2019 te Zutphen, zich met geweld
en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen
een ofmeerdere ambtenaren, [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] (bijzonder opsporingsambtenaren) en
/of[slachtoffer 5] (hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland) en
/of[slachtoffer 6] (brigadier van politie Eenheid Oost-Nederland), werkzaam in de rechtmatige oefening van
zijn/haar/hun bediening, te weten de aanhouding van verdachte en
/ofvervoer van verdachte naar het politiebureau, door te
trappen/schoppen
tegen/op het lichaam van die [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6]en
/of te proberen in het gezicht, althansin de richting, van die [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] te spugen en
/ofte proberen los te komen en
/ofzijn spieren aan te spannen en
/ofte bewegen in een richting anders dan die waarin die ambtenaren verdachte trachten te geleiden.
of omstreeks5 januari 2018 te Ede en/of Maarsbergen,
in elk geval in Nederland,als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een (personen)auto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het vermoeden bestond
of een daartoe bij regeling van de Minister van Justitie
/ofgeen medewerking daaraan heeft verleend;
of omstreeks5 januari 2018 te Ede en/of Maarsbergen,
in elk geval in Nederland,terwijl hij wist
of redelijkerwijs moest wetendat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een
of meercategorie
ënvan motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie
of categorieënwas afgegeven, op de weg, de A12, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie
of categorieënheeft bestuurd;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de straf
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
100 (honderd) dagen;
- veroordeelt verdachte ten aanzien van de feiten 1 en 2 onder parketnummer 05/100356-19 tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van de feiten 2 en 3 onder parketnummer 05/100356-19 tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van de feiten 2 en 3 onder parketnummer 05/100356-19 tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.